Kabinet-Rutte IV
Kabinet-Rutte IV | ||||
---|---|---|---|---|
Coalitie | VVD, D66, CDA, ChristenUnie | |||
Zeteltal TK | 34 + 24 + 14 + 5 = 77 | |||
Premier | Mark Rutte | |||
Beëdiging | 10 januari 2022 | |||
Voorganger | Rutte III | |||
Overzicht kabinetten | ||||
|
Het kabinet-Rutte IV is sinds 10 januari 2022 het Nederlandse kabinet.[1] Het wordt gevormd door de partijen VVD, D66, CDA en ChristenUnie na de Tweede Kamerverkiezingen van maart 2021 en de daaropvolgende kabinetsformatie. Mark Rutte is de minister-president. Het kabinet-Rutte IV is een meerderheidskabinet dat alleen in de Tweede Kamer kan rekenen op een geringe meerderheid. Het kabinet bestaat uit dezelfde partijen als het voorgaande kabinet-Rutte III.
Totstandkoming
Formatie
Na de verkiezingen hadden de partijen van het demissionaire kabinet-Rutte III wederom een meerderheid in de Tweede Kamer. Coalitiepartner D66 blokkeerde echter voortzetting van het kabinet, omdat die partij veranderingen wilde op medisch-ethische thema's die lastig lagen bij de ChristenUnie. Een andere voor de hand liggende mogelijkheid was VVD, D66 en CDA aangevuld met Partij van de Arbeid en/of GroenLinks. PvdA en GroenLinks wilden echter alleen gezamenlijk deelnemen aan een kabinet, terwijl VVD en CDA alleen met een van de twee in kabinet wilden.
De formatie werd nog complexer toen de notities van verkenner Kajsa Ollongren uitlekten, met onder meer de tekst "positie Omtzigt, functie elders". Alle fractievoorzitters ontkenden met de verkenners over CDA-Kamerlid Pieter Omtzigt gesproken te hebben. Toen echter bleek dat Mark Rutte gesproken had over Omtzigt, ontstond er wantrouwen om te regeren met de VVD onder leiding van Rutte.
Een maandenlange impasse volgde waarbij meerderheidscoalities, minderheidscoalities en extraparlementaire kabinetten onderzocht werden, maar geen leidde tot een doorbraak. Eind september hief D66 de blokkade tegen de ChristenUnie op om de impasse te doorbreken en nieuwe verkiezingen te voorkomen. De daaropvolgende maanden werd door VVD, D66, CDA en ChristenUnie onderhandeld, wat in december leidde tot een coalitieakkoord. Het kabinet werd beëdigd op 10 januari 2022, na de langste kabinetsformatie tot dan toe.
Coalitieakkoord
Het coalitieakkoord bevatte onder meer afspraken over een versnelling van de Nederlandse klimaatambities (55% CO2-reductie in 2030), aanpassing van kinderopvangbekostiging, voorbereidingen voor nieuwe kerncentrales en invoering van het rekeningrijden vanaf 2030, versnelde stikstofreductie (-50% in 2030), afschaffen van de verhuurderheffing, verdere regulering van de vrije huursector, versterking van de sociale advocatuur, gelijktrekken van de lerarensalarissen in het basisonderwijs met die van het middelbaar onderwijs, een terugkeer van de basisbeurs, verhoging in termijnen wettelijk minimumloon met 7,5% en meer geld voor defensie.
Verloop
Het kabinet kreeg al vanaf het moment van aantreden te maken met financiële tegenslagen, waardoor het coalitieakkoord onder druk kwam te staan. Vlak voor aantreden deed de Hoge Raad een uitspraak over vermogensrendementheffing, waarna het kabinet belastingbetalers uit verleden moest compenseren. De energieprijzen stegen sterk, waardoor de koopkracht verminderde. Dit werd nog eens verergerd door de in februari 2022 uitgebroken oorlog in Oekraïne. Het kabinet besloot daarom enkele malen hiervoor te compenseren. De Oekraïne-oorlog was ook een reden voor het kabinet om de defensiebegroting nog verder te verhogen.[2] Hier stond tegenover dat het kabinet minder ging uittrekken voor fondsen voor het klimaat, stikstof en investeringen in infrastructuur, onderzoek en innovatie.
Koloniale verleden
In februari 2022 bood het kabinet, bij monde van Mark Rutte, haar excuses aan aan de bevolking van Indonesië voor het stelselmatig en extreem geweld door Nederlandse militairen tijdens de Indonesische onafhankelijkheidsoorlog en het consequent wegkijken van vorige kabinetten. De excuses golden tevens voor alle groepen in Nederland die met de gevolgen hiervan hebben moeten leren leven - waaronder de veteranen.[3]
In december 2022 bood het kabinet -namens al haar institutionele voorgangers- excuses aan voor het Nederlandse, met name Trans-atlantische, slavernijverleden, deze veroordelend als misdaad tegen de menselijkheid. In het Nationaal Archief sprak de minister-president de excuses ook uit in het Sranantongo, Papiaments en Engels. Het kabinet erkende voor het eerst dat er in Nederland een doorwerking bestaat van het slavernijverleden in de vorm van institutioneel racisme. Ze stelde daarop een fonds in van 200 miljoen euro voor maatregelen betreffende 'bewustwording, betrokkenheid en doorwerking'.[4]
Koopkracht/energie
De stijgende energieprijzen en hoge inflatie brachten het kabinet ertoe in 2022 maatregelen te nemen om huishoudens financieel tegemoet te komen. Kleinverbruikers kregen in november en december 2022 een vaste korting van € 190 per maand op de energierekening. In 2023 zijn er tot bepaalde verbruiken prijsplafonds, apart voor gas, electriciteit en warmte, en voor elk voor de periode tot en die vanaf de jaarafrekening, evenredig met het gemiddelde over alle huishoudens van het verbruik in die twee perioden. Onbedoeld is daarmee een rekeningjaar dat samenvalt met een kalenderjaar het gunstigst. Voor de uitvoerbaarheid is hier toch voor gekozen, ook omdat bij wisseling van energieleverancier, waardoor er mogelijk meerdere afrekeningen in een jaar zijn, het prijsplafond op analoge wijze over meer dan twee perioden kan worden verdeeld.[5][6][7] Tevens werd een regeling voor het midden- en kleinbedrijf in het leven geroepen voor bedrijven met een hoog energieverbruik.
Stikstofbeleid
Minister voor Stikstof en Natuur Christianne van der Wal publiceerde in juni 2022 een kaart met doelstellingen voor stikstofreductie in de agrarische sector per gebied. De gelijktijdige brief van minister van Landbouw Henk Staghouwer had voor perspectief voor boeren moeten zorgen, maar werd bestempeld als 'broddelwerk'. Met name het stikstofkaartje leidde tot boerenprotesten tegen stikstofbeleid. Het kabinet besloot daarom Johan Remkes als 'gespreksleider' tussen onder andere kabinet, boeren en natuurorganisaties aan te stellen. Tijdens Remkes' opdracht gaf Hoekstra aan dat het in het regeerakkoord afgesproken doel van 2030 voor hem "niet heilig was".[8] Dit leidde tot onvrede binnen het kabinet.[9] Remkes bracht in oktober verslag uit, waarbij hij aangaf dat 2030 nog steeds het doel moest zijn, maar dat op twee tussenmomenten gekeken moest worden of dit haalbaar was.
Asielproblematiek
Grote toestroom van vluchtelingen uit vooral Syrië en Oekraïne en te geringe doorstroming naar reguliere opvang en woningen zorgden vanaf de zomer van 2022 voor overbelasting van het aanmeldcentrum in Ter Apel. Staatssecretaris Van der Burg kondigde maatregelen aan om gemeenten te bewegen voor meer opvang te zorgen.
Samenstelling
Het kabinet Rutte IV bestaat uit twintig ministers en negen staatssecretarissen. De VVD leverde acht ministers en drie staatssecretarissen, D66 zes ministers en drie staatssecretarissen, het CDA vier ministers en twee staatssecretarissen en de ChristenUnie twee ministers en een staatssecretaris.[10][11][12] Het kabinet telt een recordaantal vrouwen. Voor het eerst zijn er evenveel vrouwen als mannen minister. Het percentage vrouwen in het gehele kabinet (ministers en staatssecretarissen) bedraagt 48%. Er zijn twee ministers en één staatssecretaris in het kabinet met een niet-westerse achtergrond.[13]
Bewindslieden
Personele wijzigingen
- Per 6 september 2022 trad Henk Staghouwer af als minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Hij vond dat hij niet de juiste persoon was om de uitdagingen rondom stikstof in de landbouw aan te gaan.[14] Carola Schouten nam tijdelijk zijn portefeuille waar tot op 3 oktober Piet Adema werd beëdigd als opvolger van Staghouwer.[15]
Zie ook
Noten
- ↑ 1,0 1,1 Functie gecontinueerd van het vorige kabinet-Rutte III
- ↑ Afgetreden
- ↑ waarnemend
- ↑ De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid mag zich in het buitenland minister voor Migratie noemen.
- ↑ De staatssecretaris Infrastructuur en Waterstaat mag zich in het buitenland minister voor Milieu noemen.
- ↑ De staatssecretaris Koninkrijksrelaties en Digitalisering mag zich in het buitenland minister voor Digitalisering noemen.
Referenties
- ↑ Nieuw kabinet 10 januari op bordes: Hoekstra en De Jonge niet terug op zelfde post. NOS. Geraadpleegd op 31 december 2021.
- ↑ Financieel plan Kaag nu al achterhaald.
- ↑ Lize Geurts, Rutte: diepe excuses voor stelselmatig en extreem geweld in Indonesië, www.NRC.nl, 17 februari 2022.
- ↑ In vier talen maakte Rutte excuses voor slavernij, www.NOS.nl, 19 december 2022.
- ↑ Klimaat, Ministerie van Economische Zaken en, Vanaf 1 januari lagere energierekening door verruimd prijsplafond - Nieuwsbericht - Rijksoverheid.nl. www.rijksoverheid.nl (4 oktober 2022). Geraadpleegd op 28 oktober 2022.
- ↑ Het prijsplafond ongunstiger dan gedacht? Zo zit het
- ↑ Prijsplafond voor gas, stroom en stadsverwarming
- ↑ CDA legt bom onder coalitie: ‘2030 is niet heilig’.
- ↑ ‘Het vertrouwen is weg,’ zegt Sigrid Kaag tegen Wopke Hoekstra.
- ↑ Rutte over zoektocht 29 ministers en staatssecretarissen: ‘Er zijn mensen van naam en faam die dit werk op zich willen nemen’. Algemeen Dagblad. Geraadpleegd op 17 december 2021.
- ↑ Invulling posten. Bureau woordvoering kabinetsformatie. Geraadpleegd op 17 december 2021.
- ↑ Portefeuilleverdeling kabinet. Bureau woordvoering kabinetsformatie. Geraadpleegd op 30 december 2021.
- ↑ Met coronacoupe staat Rutte IV op het bordes: 'Dit kabinet staat voor enorme klus'. RTL Nieuws (10 januari 2022). Geraadpleegd op 10 januari 2022.
- ↑ Kabinet-Rutte IV (2022-). www.parlement.com. Geraadpleegd op 28 oktober 2022.
- ↑ Ontslag minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, Koninklijk Huis, 5 september 2022.