Verslag pastoor Leo van Herpt

Uit Wiki Raamsdonks Historie

Anno 1944

Leo van Herpt
Leo van Herpt

Opvolger van Pastoor L. van Heeswijck is L.van Herpt, hij werd door deken J. v.d. Hout plechtig geïnstalleerd als pastoor op 11 augustus 1944.

Getuigen waren de Z.E. Heer Pastoor L. van Dijk uit Eindhoven St. Lambertus en de Weleerwaarde Heer A.J. van Herpt kapelaan in Oss.

Hier volgen de aantekeningen van Pastoor L. van Herpt

Gedurende de maanden augustus—september en oktober werden de Duitse bezetters steeds lastiger, wat zich vooral uitte in het roven van vee, paarden, rijwielen, levensmiddelen enz. Onbeschaamd drongen de plunderaars de huizen binnen en roofden alles wat van hun gading was. Vooral na de luchtlandingen bij Eindhoven, Nijmegen en Arnhem werd de toestand in dit opzicht hier schier ondraaglijk. Doch de naderende bevrijding hield er de moed in. In de maand Oktober werd iedere avond lof gehouden, dat door een zeer groot aantal parochianen werd bijgewoond. Zeer veel werd er in die dagen de rozenkrans gebeden.
Op het feest van Christus Koning deden de kinderen hun eerste H. Communie maar in de namiddag bulderden de kanonnen van zo nabij dat we het namiddag lof hebben afgelast. Op maandag 30 oktober des morgens ongeveer 11.00 uur viel de eerste granaat in de voortuin der pastorie. Nagenoeg alle ruiten in het gehele huis werden vernield en stukken van het ijzeren afsluithek vlogen door de keuken. Verscheidene scherven door dak en muren. De Engelsen waren in aantocht vanuit Waspik. In den voormiddag drongen zijn door tot in Raamsdonk, tot de Schansstraat, maar nadat twee van hun tanks vernietigd waren, trokken zij terug. De slag om Raamsdonk heeft twee dagen geduurd. In de kelders der pastorie waren velen tezamen gestroomd, die daar een veilige schuilplaats dachten te vinden. In den nacht van Maandag op Dinsdag omstreeks half vier liepen enige Duitsers in den tuin der pastorie. lk (de pastoor) verliet den schuilkelder en vroeg hun wat zij kwamen doen en zij moesten in de kerk zijn. "Wat moeten jullie daar doen? "Wij moeten naar boven, naar.de koepel. "Wat moet daar gebeuren? "Wat moet daar dan gebeuren. "Der musten gesprengt werden".

Ik (de pastoor) tracht hen van dat voornemen af te brengen, maar aanvankelijk lukte dit niet. Zij vonden het ook wei jammer, dat de Kerk verwoest zou worden, maar het was nu eenmaal befehl".

En het moest gebeuren want anders kwamen de Engelsen en zouden er een observatiepost van maken. "Zij vroegen is dit huis bewoond" het waren meer dan 50 mensen, waaronder vele vrouwen en kinderen in de kelders. "Der must gerent werden" Alles moest er uit de straat op, twee honderd meter in den omtrek moest alles ontruimd worden. Ik ging Ons-Heer in veiligheid brengen bij de Zusters — maar ook de Zusters moesten eruit. Ik betoogde dat het onmogelijk was al die "invaliden en kranken" in het holst van de nacht te vervoeren. We kregen een uur tijd. Intussen was de hele buurt weg gevlucht. Ik vroeg hen nog, is het dan absoluut noodzakelijk dat jullie dit alles hier aanrichten. Jullie kunnen het toch ook wel anders? Toen zei één van hen "Och dat is ook zoo. Nodig is het eigenlijk niet. lk ben ook Katholiek, ik ben Etsasser. [1] U kunt gerust zijn "es geschiht nicht" Kan ik dan de Zusters waarschuwen dat ze met hun zieken maar in hun kelders blijven? "U kunt gerust zijn daar gebeurt niets". Daarna heb ik de zusters gezegd dat ze maar in hun kelders moesten blijven, en zelf ben ik met mijn assistent, Pater Andreas, weer naar de kelder der pastorie gegaan. Ik had absoluut geen vertrouwen in het woord van die Duitsers en dacht toen: elk ogenblik kan de grote klap komen, er waren immers soldaten in de kerk geweest en ik wist niet wat ze uitgevoerd hadden. Voor mij zelf was ik overtuigd dat de kelder een voldoende veilige schuilplaats was, en zeker de kelder van het klooster, die op een flinke afstand van de kerk ligt. Evenwel de nacht verstreek en de morgen brak aan zonder dat er iets bijzonders gebeurde. Des morgens vonden we in de kerk twee pantservuisten en enige handgranaten, die men er had achter gelaten (van twee kettingen, die gebruikt werden om de geweren te poetsen heb ik er twee rozenkransen laten vervaardigen, een aardig souvenir aan die gedenkwaardige nacht. In den loop van dinsdag 31 Oktober vond onze bevrijding plaats, maar na zeer zware strijd, duizenden granaten zijn er gevallen.

Twaalf pantserwagens lagen stuk geschoten langs de straten, zeven Engelse en vijf Duitse. Vele Duitsers en ook Engelsen zijn daarbij gesneuveld. Van onze parochianen zijn er toen twee omgekomen Alfons Smeur en Francisca van Loon. Tot den grond toe afgebrand zijn op Luiten-Ambacht; de boerderijen van Jan van Strien nr.36, Adrianus Smeur nr. 27, de Kinderen Boons nr 1 7A, Adrianus van Velthoven nr. 20a, het huis van Cornelis van Drunen in de Stationsstraat, in de Bergenstraat het huis van Gerrit de Wijs nr 10 en de boerderijen van Adrianus de Jongh nr 3a en Jan Kamp van Dongen nr.3. En bij het begin van de Nieuwe weg de boerderij van Anselmus Schoenmakers. In de Molenstraat werd verwoest het huis van de Bot en de boerderij van Joachiem Kuijsters aan de Kerklaan nr 1. Bovendien werden zeer vele huizen zwaar beschadigd.

Ook het huis van Jan Pauwels tegenover de pastorie Kerkstraat nr 15a was zo zwaar beschadigt door granaattreffers beschadigt dat het geheel moest worden afgebroken. Evenwel we waren vrij en dat was het voornaamste. Rustige dagen beleefden de mensen zeker nog niet. Van den overkant der Maas kwamen nog vele granaten, zodat velen evacueerden naar veiliger oorden en de kelder der pastorie nog bewoond bleef door ongeveer vijftig personen. Slachtoffers zijn er onder de katholieken niet meer gevallen, maar wel verscheidene onder de protestanten. Door onvoorzichtig spelen met oorlogstuig is nog de 12 jarige schooljongen Joseph Kuijsters om het leven gekomen. Tot aan de Advent hebben we op zondag geen lof gedaan, om de mensen niet nodeloos aan gevaar bloot te stellen door hen op straat te brengen. Daarna is de toestand gaandeweg beter geworden en hebben alle kerkdiensten weer op de gewone wijze plaats gehad.
Het laatst hebben we een veertigtal kelder-logés gehad op 6 januari 1945.

Bron: Historisch dorp Raamsdonk 75 jaar bevrijd
Wiki opmaak: Terry van Erp

  1. Elzas-Lotharingen (Frans: Alsace-Lorraine, Duits: Elsaß-Lothringen) is een gebied in het oosten van Frankrijk dat van 1871 tot 1918 tot het Duitse Keizerrijk behoorde. Van 1940 tot 1945 was het door nazi-Duitsland bezet. Het bestond uit de Elzas en het noorden van Lotharingen, dat zijn de huidige departementen Moselle, Bas-Rhin en Haut-Rhin. De benaming Elzas-Lotharingen is wat verwarrend, omdat het grootste deel van Lotharingen, de Franse departementen Meurthe-et-Moselle, Meuse en Vosges, er vanaf 1871 niet toe behoorde. Alleen het Franse departement Moselle was tussen 1870 en 1919 als "Lothringen" deel van het Duitse Reichsland Elsaß-Lothringen. Daarom duidt de Franse overheid de drie departementen, die nog altijd een bijzonder statuut hebben, liever aan als Alsace-Moselle. Formeel werd het gebruik van de naam "Alsace-Lorraine" in 1920, na de wederinlijving bij Frankrijk, eerst nog verboden.