Verslag Dingeman van Amelsvoort: verschil tussen versies

Uit Wiki Raamsdonks Historie
(Nieuwe pagina aangemaakt met 'Jan van Amelsvoort was tijdens de oorlog slager en had zijn winkel op D69, nu Kerkstraat 27. Zoon Dingeman vertelt in onderstaande verhaal onder andere over de angst van de Raamsdonkers toen de Duitsers uit tactisch oogpunt dreigden de toren van de St. Bavokerk te laten springen. Slechts nu, zoals hij zelf later in het parochieblaadje schrijft, langdurig en jengelen en soebatten, van pastoor Leonardus van Herpt, zeggen de uit de Elzas...')
 
kGeen bewerkingssamenvatting
 
(12 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 1: Regel 1:
Jan van Amelsvoort was tijdens de oorlog slager en had zijn winkel op D69, nu [[Kerkstraat 27]]. Zoon Dingeman vertelt in onderstaande verhaal onder andere over de angst van de Raamsdonkers toen de Duitsers uit tactisch oogpunt dreigden de toren van de [[St. Bavokerk]] te laten springen. Slechts nu, zoals hij zelf later in het parochieblaadje schrijft, langdurig en jengelen en soebatten, van pastoor [[Leo van Herpt|Leonardus van Herpt]], zeggen de uit de Elzas afkomstige bezetters uiteindelijk 'Sie konnen ruhig sein, es geschekt nicht". De Elzassers hielden hun woord en de volgende morgen zonder de kerk op te blazen vertrokken.  
[[Jan van Amelsvoort & Dien van Strien|Jan van Amelsvoort]] was tijdens de oorlog [[:Categorie:Slager|slager]] en had zijn winkel op D69, nu [[Kerkstraat 27]]. Zoon Dingeman vertelt in onderstaande verhaal onder andere over de angst van de Raamsdonkers toen de Duitsers uit tactisch oogpunt dreigden de toren van de [[St. Bavokerk]] te laten springen. Slechts nu, zoals hij zelf later in het parochieblaadje schrijft, langdurig en jengelen en soebatten, van pastoor [[Leo van Herpt|Leonardus van Herpt]], zeggen de uit de Elzas afkomstige bezetters uiteindelijk ''''''Sie können ruhig sein, es gescheht nicht'''''". <ref> [[Terry van Erp]] - Je kunt kalm zijn, het zal niet gebeuren</ref>  De Elzassers hielden hun woord en de volgende morgen zonder de kerk op te blazen vertrokken.  
Het vermoeden van de Duitsers dat de Britten de toren als observatiepost zouden gaan gebruiken, werd al snel bevestigd. [[Leo van Herpt|Van Herpt]] zegt daarover in het parochieblaadje: 'Nauwelijks bij de kerk aangekomen was het eerste wat de bevrijders deden, naar boven rennen om vanaf het hoogste punt de omgeving te verkennen. In de daarop volgende maanden werd de bewuste kerktoren inderdaad gebruikt als observatiepost voor de beschietingen van de overzijde van de Maas.  
Het vermoeden van de Duitsers dat de Britten de toren als observatiepost zouden gaan gebruiken, werd al snel bevestigd. [[Leo van Herpt|Van Herpt]] zegt daarover in het parochieblaadje: 'Nauwelijks bij de kerk aangekomen was het eerste wat de bevrijders deden, naar boven rennen om vanaf het hoogste punt de omgeving te verkennen. In de daarop volgende maanden werd de bewuste kerktoren inderdaad gebruikt als observatiepost voor de beschietingen van de overzijde van [[Bergsche Maas|de Maas]]. <ref> [[Terry van Erp]] - Dit was voornamelijk de (reeds gesprongen) brug van [[Keizersveer]]</ref> 


"Op zondagavond 29 oktober 1944 hoorden we al in de verte gerommel van zwaar geschut. Wij gingen naar bed en vlak daarna werd er op de deur gebonsd. Daar stonden Duitse soldaten die van mijn vader eisten dat hij het fornuis aanmaakte en zorgde voor hete koffie. Die Duitsers bleven de hele nacht en ons moeder Dien zei doodsbang tegen ons dat we in bed moesten blijven. Toen we de volgende morgen opstonden, waren de Duitsers verdwenen. Bij onze buurman Jantje Vissers hadden we een soort schuilkelder gemaakt van planken en daaroverheen balen stro en zand.  
"Op zondagavond 29 oktober 1944 hoorden we al in de verte gerommel van zwaar geschut. Wij gingen naar bed en vlak daarna werd er op de deur gebonsd. Daar stonden Duitse soldaten die van mijn vader eisten dat hij het fornuis aanmaakte en zorgde voor hete koffie. Die Duitsers bleven de hele nacht en ons moeder [[Jan van Amelsvoort & Dien van Strien|Dien]] zei doodsbang tegen ons dat we in bed moesten blijven. Toen we de volgende morgen opstonden, waren de Duitsers verdwenen. Bij onze buurman [[Jantje Vissers & Sientje Kanters|Jantje Vissers]] hadden we een soort schuilkelder gemaakt van planken en daaroverheen balen stro en zand.  
In de kelder van Vissers, die schoenmaker was, had hij zijn stikmachines en dergelijke verstopt en mijn vader snijmachines en andere waardevol materiaal uit de slagerij. Iedereen was bang dat de Duitsers de spullen in beslag zouden nemen. Om ongeveer tien uur viel de eerstegranaat, tegen het hek van de pastorie.  
In de kelder van [[Jantje Vissers & Sientje Kanters|Vissers]], die [[:Categorie:Schoenmaker|schoenmaker]] was, had hij zijn stikmachines en dergelijke verstopt en mijn vader snijmachines en andere waardevol materiaal uit de slagerij. Iedereen was bang dat de Duitsers de spullen in beslag zouden nemen. Om ongeveer tien uur viel de eerste granaat, tegen het hek van de [[pastorie]].
Een zoon van Kees Schoenmakers reed daar net met een bakwagen brood.
Vlakbij hem viel een granaat die zijn kar volkomen vernielde. Wonder boven wonder mankeerde de jongen zelf helemaal niets. De Engelsen vielen de Duitsers aan de openden het vuur richting centrum van ons dorp. Met name de [[:Categorie:Bergenstraat|Bergenstraat]] en de [[:Categorie:Kerkstraat|Kerkstraat]] kregen het tijdens die aanvallen zwaar te verduren; zeker tien granaten ontploften in de buurt van ons huis.
 
De dakpannen klapten kapot door de luchtdruk, maar wonderlijk genoeg was bij geen enkel huis een granaat ingeslagen. Om een uur of een kwamen de Duitsers bij ons de winkel en tot onze grote verbazing zeiden ze: 'Hollander, de Tommy's zijn hier, proficiat, jullie zijn bevrijd' Daarna trokken ze weer verder.
 
Ons gezin mocht bij [[Rien van Dongen weduwnaar van Johanna Proost|Rien van Dongen]] in de kelder slapen en daarom vertrokken we een uur of drie naar de Schoolstraat. De hele vloer van de bedekt met bedden. Om ongeveer vijf uur 's morgens werd kelder was door het kelderraam geroepen dat we moesten maken dat we wegkwamen, omdat de Duitsers van plan waren onze [[St. Bavokerk|kerk]] op te blazen. De paniek die toen ontstond is niet te beschrijven; overal mensen met koffers die liepen te schreeuwen en gillen. We gingen met een hele optocht richting boer [[de Bont]] op [[het Broek]]; daar konden we echter niet schuilen omdat zijn kelder propvol aardappelen lag. Toen we langs [[Pietje Vissers]] liepen, riep hij dat we wel bij hen in de kelder konden schuilen.
 
Wij met z'n negenen, het huishouden van [[Rien van Dongen weduwnaar van Johanna Proost|Rien van Dongen]] met twaalf mensen en verder de gezinnen van [[Piet de Wijs]], [[Kelleke Verhagen & Jaant Priest|Kelleke Verhagen]], [[Vissers]], [[De Bont]] en smid [[Jan van Onzenoort & Cor Havermans|Jan van Onzenoort]]. We zaten met wel 35 à 40 personen opgepropt in de kelder. Het was een heel gevaarlijke kelder, want overal om ons heen brandden huizen en boerderijen af. Een paar honderd meter bij onze schuilkelder vandaan vloog bij [[De Bont]] een hooischelf in brand.
 
[[Koosje van Dongen]] was van angst in een pekelbak gekropen.
 
We deden niets dan bidden en [[Pietje Vissers]], een hele fijne christelijk een zalige mens zei: 'Het einde nadert, zullen we ons voorbereiden op dood: Mooie woorden, maar dat is verschrikkelijk om mee te maken.
 
De volgende morgen kwamen de Schotten de Duitse soldaten die zich verborgen hadden in de kelder van [[Brouwerij "De Wereld"|brouwerij de Wereld]], ophalen.
 
Die gaven zich zonder problemen over.
 
Onze kerk was gelukkig overeind gebleven , maar de pastoor deed die woensdag de mis in het kapelletje achter de kerk, omdat de kerk zelf nog vol lag met granaten en springstof. De [[Leo van Herpt|pastoor]] had de Duitsers gesmeekt de kerk niet op te blazen, omdat ze zelf toch ook katholiek waren.
 
De Elzassers zegden dat uiteindelijk toe en ze hebben woord gehouden.
 
Daarom prijkt de fraaie koepel van de [[St. Bavokerk|St. Bavo]] nog steeds in Raarnsdonk."
<br><br>
<br><br>
Bron: [[Historisch dorp Raamsdonk 75 jaar bevrijd]]
<br>
Wiki opmaak: [[Terry van Erp]]
Wiki opmaak: [[Terry van Erp]]
<br>
<br>
[[Categorie:Getuigenverslagen]]
[[Categorie:Getuigenverslagen]]

Huidige versie van 25 nov 2023 om 07:56

Jan van Amelsvoort was tijdens de oorlog slager en had zijn winkel op D69, nu Kerkstraat 27. Zoon Dingeman vertelt in onderstaande verhaal onder andere over de angst van de Raamsdonkers toen de Duitsers uit tactisch oogpunt dreigden de toren van de St. Bavokerk te laten springen. Slechts nu, zoals hij zelf later in het parochieblaadje schrijft, langdurig en jengelen en soebatten, van pastoor Leonardus van Herpt, zeggen de uit de Elzas afkomstige bezetters uiteindelijk 'Sie können ruhig sein, es gescheht nicht". [1] De Elzassers hielden hun woord en de volgende morgen zonder de kerk op te blazen vertrokken. Het vermoeden van de Duitsers dat de Britten de toren als observatiepost zouden gaan gebruiken, werd al snel bevestigd. Van Herpt zegt daarover in het parochieblaadje: 'Nauwelijks bij de kerk aangekomen was het eerste wat de bevrijders deden, naar boven rennen om vanaf het hoogste punt de omgeving te verkennen. In de daarop volgende maanden werd de bewuste kerktoren inderdaad gebruikt als observatiepost voor de beschietingen van de overzijde van de Maas. [2]

"Op zondagavond 29 oktober 1944 hoorden we al in de verte gerommel van zwaar geschut. Wij gingen naar bed en vlak daarna werd er op de deur gebonsd. Daar stonden Duitse soldaten die van mijn vader eisten dat hij het fornuis aanmaakte en zorgde voor hete koffie. Die Duitsers bleven de hele nacht en ons moeder Dien zei doodsbang tegen ons dat we in bed moesten blijven. Toen we de volgende morgen opstonden, waren de Duitsers verdwenen. Bij onze buurman Jantje Vissers hadden we een soort schuilkelder gemaakt van planken en daaroverheen balen stro en zand. In de kelder van Vissers, die schoenmaker was, had hij zijn stikmachines en dergelijke verstopt en mijn vader snijmachines en andere waardevol materiaal uit de slagerij. Iedereen was bang dat de Duitsers de spullen in beslag zouden nemen. Om ongeveer tien uur viel de eerste granaat, tegen het hek van de pastorie. Een zoon van Kees Schoenmakers reed daar net met een bakwagen brood. Vlakbij hem viel een granaat die zijn kar volkomen vernielde. Wonder boven wonder mankeerde de jongen zelf helemaal niets. De Engelsen vielen de Duitsers aan de openden het vuur richting centrum van ons dorp. Met name de Bergenstraat en de Kerkstraat kregen het tijdens die aanvallen zwaar te verduren; zeker tien granaten ontploften in de buurt van ons huis.

De dakpannen klapten kapot door de luchtdruk, maar wonderlijk genoeg was bij geen enkel huis een granaat ingeslagen. Om een uur of een kwamen de Duitsers bij ons de winkel en tot onze grote verbazing zeiden ze: 'Hollander, de Tommy's zijn hier, proficiat, jullie zijn bevrijd' Daarna trokken ze weer verder.

Ons gezin mocht bij Rien van Dongen in de kelder slapen en daarom vertrokken we een uur of drie naar de Schoolstraat. De hele vloer van de bedekt met bedden. Om ongeveer vijf uur 's morgens werd kelder was door het kelderraam geroepen dat we moesten maken dat we wegkwamen, omdat de Duitsers van plan waren onze kerk op te blazen. De paniek die toen ontstond is niet te beschrijven; overal mensen met koffers die liepen te schreeuwen en gillen. We gingen met een hele optocht richting boer de Bont op het Broek; daar konden we echter niet schuilen omdat zijn kelder propvol aardappelen lag. Toen we langs Pietje Vissers liepen, riep hij dat we wel bij hen in de kelder konden schuilen.

Wij met z'n negenen, het huishouden van Rien van Dongen met twaalf mensen en verder de gezinnen van Piet de Wijs, Kelleke Verhagen, Vissers, De Bont en smid Jan van Onzenoort. We zaten met wel 35 à 40 personen opgepropt in de kelder. Het was een heel gevaarlijke kelder, want overal om ons heen brandden huizen en boerderijen af. Een paar honderd meter bij onze schuilkelder vandaan vloog bij De Bont een hooischelf in brand.

Koosje van Dongen was van angst in een pekelbak gekropen.

We deden niets dan bidden en Pietje Vissers, een hele fijne christelijk een zalige mens zei: 'Het einde nadert, zullen we ons voorbereiden op dood: Mooie woorden, maar dat is verschrikkelijk om mee te maken.

De volgende morgen kwamen de Schotten de Duitse soldaten die zich verborgen hadden in de kelder van brouwerij de Wereld, ophalen.

Die gaven zich zonder problemen over.

Onze kerk was gelukkig overeind gebleven , maar de pastoor deed die woensdag de mis in het kapelletje achter de kerk, omdat de kerk zelf nog vol lag met granaten en springstof. De pastoor had de Duitsers gesmeekt de kerk niet op te blazen, omdat ze zelf toch ook katholiek waren.

De Elzassers zegden dat uiteindelijk toe en ze hebben woord gehouden.

Daarom prijkt de fraaie koepel van de St. Bavo nog steeds in Raarnsdonk."

Bron: Historisch dorp Raamsdonk 75 jaar bevrijd
Wiki opmaak: Terry van Erp

  1. Terry van Erp - Je kunt kalm zijn, het zal niet gebeuren
  2. Terry van Erp - Dit was voornamelijk de (reeds gesprongen) brug van Keizersveer