Nederlandse kabinetten van 1848 t/m de Tweede Wereldoorlog

Uit Wiki Raamsdonks Erfgoed
Nederlandse politiek
Rijkswapen der Nederlanden.svg
Portaal  Portaalicoon   Politiek
Nederland

Nederlandse kabinetten van 1848 tot en met de Tweede Wereldoorlog. Tussen 1813 (het einde van de Franse bezetting) en 1848 was er geen sprake van kabinetten, maar slechts van individuele ministers direct onder de koning. Alle kabinetten in deze periode waren daarmee conservatief gekleurd.

Kabinetten van 1848 tot 1918

In 1848 wordt een onder leiding van de liberaal Thorbecke ontworpen grondwetswijziging aangenomen die de macht van de koning drastisch terugdringt. Vanaf dat moment ligt de regeringsverantwoordelijkheid bij de ministers.

Kabinet Politieke kleur Aantreden Demissionair Aftreden
Kabinet-Schimmelpenninck Conservatief 25 maart 1848 17 mei 1848 21 november 1848
Kabinet-De Kempenaer-Donker Curtius Gematigd liberaal 21 november 1848 26 september 1849 1 november 1849
Kabinet-Thorbecke I Liberaal 1 november 1849 17 april 1853 19 april 1853
Kabinet-Van Hall-Donker Curtius Conservatief 19 april 1853 24 juni 1856 1 juli 1856
Kabinet-Van der Brugghen Conservatief 1 juli 1856 1 maart 1858 18 maart 1858
Kabinet-Rochussen Conservatief / liberaal 18 maart 1858 8 februari 1860 23 februari 1860
Kabinet-Van Hall-Van Heemstra Conservatief / liberaal 23 februari 1860 24 februari 1861 14 maart 1861
Kabinet-Van Zuylen van Nijevelt-Van Heemstra Conservatief / liberaal 14 maart 1861 17 december 1861 1 februari 1862
Kabinet-Thorbecke II Liberaal 1 februari 1862 24 januari 1866 10 februari 1866
Kabinet-Fransen van de Putte Liberaal 10 februari 1866 19 mei 1866 1 juni 1866
Kabinet-Van Zuylen van Nijevelt Conservatief 1 juni 1866 28 april 1868 4 juni 1868
Kabinet-Van Bosse-Fock Liberaal 4 juni 1868 5 december 1870 4 januari 1871
Kabinet-Thorbecke III Liberaal 4 januari 1871 6 juni 1872 6 juli 1872
Kabinet-De Vries-Fransen van de Putte Liberaal 6 juli 1872 20 juni 1874 27 augustus 1874
Kabinet-Heemskerk-Van Lynden van Sandenburg Conservatief 27 augustus 1874 27 augustus 1877 3 november 1877
Kabinet-Kappeyne van de Coppello Liberaal (vooruitstrevend) 3 november 1877 11 juli 1879 20 augustus 1879
Kabinet-Van Lynden van Sandenburg Liberaal (behoudend) 20 augustus 1879 1 maart 1883 23 april 1883
Kabinet-Heemskerk Azn. Liberaal (behoudend) 23 april 1883 30 maart 1888 21 april 1888
Kabinet-Mackay Christelijk 21 april 1888 9 juli 1891 21 augustus 1891
Kabinet-Van Tienhoven Liberaal 21 augustus 1891 24 april 1894 9 mei 1894
Kabinet-Röell Liberaal (behoudend) 9 mei 1894 28 juni 1897 27 juli 1897
Kabinet-Pierson Liberaal (vooruitstrevend) 27 juli 1897 28 juni 1901 1 augustus 1901
Kabinet-Kuyper Christelijk 1 augustus 1901 3 juli 1905 17 augustus 1905
Kabinet-De Meester Liberaal 17 augustus 1905 21 december 1907 12 februari 1908
Kabinet-Heemskerk Christelijk 12 februari 1908 26 juni 1913 29 augustus 1913
Kabinet-Cort van der Linden Liberaal (vooruitstrevend) 29 augustus 1913 2 juli 1918 9 september 1918

Kabinetten van 1918 tot 1940

Het liberale kabinet-Cort van der Linden, vanuit de oppositie gesteund door de sociaaldemocraten, voert in 1917 het algemeen mannenkiesrecht en de stemplicht in, en verandert het tot dan bestaande districtenstelsel in een stelsel van evenredige vertegenwoordiging. In 1919 wordt het algemeen vrouwenkiesrecht ingevoerd. Vanaf dan is er sprake van een volledige vertegenwoordigende democratie: de leden van de Staten-Generaal worden verkozen door en vertegenwoordigen het gehele Nederlandse volk.

Kabinet Voorzitter Partijen Van Demissionair Tot Dagen
Ruijs de Beerenbrouck I Charles Ruijs de Beerenbrouck RKSP, ARP, CHU 9 september 1918 18 juli 1922 (verkiezingen) 18 september 1922 1470
Ruijs de Beerenbrouck II Charles Ruijs de Beerenbrouck RKSP, ARP, CHU 18 september 1922 1 juli 1925 (verkiezingen) 4 augustus 1925 1051
Colijn I Hendrikus Colijn (ARP) RKSP, ARP, CHU 4 augustus 1925 11 november 1925 8 maart 1926 216
De Geer I Dirk Jan de Geer (CHU) RKSP, ARP, CHU 8 maart 1926 3 juli 1929 (verkiezingen) 10 augustus 1929 1251
Ruijs de Beerenbrouck III Charles Ruijs de Beerenbrouck RKSP, ARP, CHU 10 augustus 1929 15 mei 1933 (verkiezingen) 26 mei 1933 1385
Colijn II Hendrikus Colijn (ARP) RKSP, ARP, CHU, LSP, VDB 26 mei 1933 23 juli 1935 31 juli 1935 796
Colijn III Hendrikus Colijn (ARP) RKSP, ARP, CHU, LSP, VDB 31 juli 1935 25 mei 1937 (verkiezingen) 24 juni 1937 694
Colijn IV Hendrikus Colijn (ARP) RKSP, ARP, CHU 24 juni 1937 29 juni 1939 25 juli 1939 761
Colijn V Hendrikus Colijn ARP, CHU, LSP 25 juli 1939 27 juli 1939 10 augustus 1939 16
De Geer II Dirk Jan de Geer (CHU) RKSP, SDAP, ARP, CHU, VDB 10 augustus 1939 3 september 1940 3 september 1940 390

Kabinetten tijdens de Tweede Wereldoorlog

Zie Londens kabinet voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Op 10 mei 1940 wordt Nederland binnengevallen door nazi-Duitsland. Op 13 mei vertrekt koningin Wilhelmina op uitdrukkelijk verzoek van het kabinet-De Geer vanuit Den Haag naar Zeeland, en als dat niet mogelijk blijkt naar Londen. De ministers volgen haar even later. Na het bombardement op Rotterdam besluit het Nederlandse leger op 15 mei te capituleren. Vanuit Londen worden de overige Koninkrijksdelen (Nederlands-Indië, Suriname en het Gebiedsdeel Curaçao) bestuurd, het verzet in Nederland gesteund, en later de terugkeer en wederopbouw voorbereid. De Geer moet op aandrang van koningin Wilhelmina al na enkele maanden het veld ruimen vanwege zijn defaitistische houding: hij is bereid de Duitse overmacht te erkennen en wil vredesonderhandelingen met de bezetter beginnen. Hij wordt vervangen door de strijdbare minister van Justitie Pieter Gerbrandy.

Kabinet Voorzitter Partij Van Demissionair Tot
Gerbrandy I Pieter Gerbrandy (ARP) RKSP, SDAP, ARP, CHU, VDB 3 september 1940 12 juni 1941 28 juli 1941
Gerbrandy II Pieter Gerbrandy (ARP) RKSP, SDAP, ARP, CHU, LSP, VDB 28 juli 1941 21 januari 1945 23 februari 1945
Gerbrandy III Pieter Gerbrandy (ARP) RKSP, ARP, VDB 23 februari 1945 12 mei 1945 24 juni 1945

Zie ook