Gemeenteraad
De gemeenteraad is een groep van gekozen volksvertegenwoordigers binnen een gemeente. Dit orgaan controleert het dagelijks bestuur (in Nederland: het college van burgemeester en wethouders; in België: het college van burgemeester en schepenen). Een lid van de gemeenteraad wordt gemeenteraadslid genoemd. In Amsterdam en Rotterdam heeft men naast de gemeenteraad ook bestuurscommissies als onderdeel van de volksvertegenwoordiging in de stadsdelen. Antwerpen kent districten met eigen verkozen districtsraden.
Nederland
Nederlandse politiek | ||||
---|---|---|---|---|
Monarchie (lijst) Ministerraad (lijst) Eerste Kamer Decentrale overheden Provincies Kiescolleges Gemeenten Caribisch Nederland Europees Parlement Waterschappen | ||||
|
De kleinste gemeenten in Nederland hebben 9 zetels, de grootste 45. In de Gemeentewet is het aantal raadsleden als volgt vastgesteld:
Inwoners | Leden |
---|---|
tot 3000 | 9 |
3001-6.000 | 11 |
6001-10.000 | 13 |
10.001-15.000 | 15 |
15.001-20.000 | 17 |
20.001-25.000 | 19 |
25.001-30.000 | 21 |
30.001-35.000 | 23 |
35.001-40.000 | 25 |
40.001-45.000 | 27 |
45.001-50.000 | 29 |
50.001-60.000 | 31 |
60.001-70.000 | 33 |
70.001-80.000 | 35 |
80.001-100.000 | 37 |
100.001-200.000 | 39 |
200.001 of meer | 45 |
Tot 1994 was het laagste aantal 7.
Sinds de invoering van de Wet dualisering gemeentebestuur per 7 maart 2002, maken wethouders geen deel meer uit van de gemeenteraad. Daardoor is de huidige situatie (meer) vergelijkbaar met die van de Tweede Kamer (het parlement) op landelijk niveau. Op landelijk niveau kunnen ministers geen deel uitmaken van de volksvertegenwoordiging. De Nederlandse gemeenteraden worden om de vier jaar gekozen. Ze worden bijgestaan door een raadsgriffier. Ook de functie van raadsgriffier is ingevoerd door de Wet dualisering gemeentebestuur. In kleinere gemeenten is de raadsgriffier veelal de enige ambtenaar waarover de gemeenteraad beschikt. In grotere gemeenten is er vaak een griffie, waar meerdere ambtenaren werkzaam zijn onder leiding van de raadsgriffier.
De bedoeling van de Wet dualisering gemeentebestuur was om gemeenteraad en college van burgemeester en wethouders te ontvlechten, dus uit elkaar te halen. Dit gebeurde nadat een staatscommissie onder leiding van Douwe Jan Elzinga de regering had geadviseerd. Voorheen kon de gemeenteraad vooral gezien worden als het algemeen bestuur van de gemeente. Het college van burgemeester en wethouders kon worden gezien als het dagelijks bestuur, dat namens de gemeenteraad de gemeente bestuurde. De Wet dualisering gemeentebestuur bracht zodanige wijzigingen aan in de Gemeentewet dat de gemeenteraad vooral kaderstellende en controlerende taken kreeg. De gemeenteraad stelt sindsdien de kaders vast waarbinnen het college van burgemeester en wethouders de gemeente besturen. De gemeenteraad controleert verder de wijze waarop het college zijn taken verricht. De bedoeling van dit alles is dat de gemeenteraadsleden minder vergaderen en meer tijd hebben om invulling te geven aan hun taken op het gebied van volksvertegenwoordiging.
Door de Wet dualisering gemeentebestuur is het aantal politici dat op gemeentelijk niveau actief is (gemeenteraadsleden plus wethouders) vergroot. Immers, een gemeentebestuur dat voorheen uit 35 raadsleden bestond waarvan er vier wethouder waren, heeft nadien 35 raadsleden plus vier anderen als wethouder. Dat was een onbedoeld neveneffect van de Wet dualisering gemeentebestuur. Door het kabinet-Balkenende III is een wetsvoorstel ingediend om de Gemeente- en Provinciewet te wijzigen en het aantal politici op gemeentelijk niveau weer terug te brengen op het oude peil. Het kabinet-Balkenende IV heeft dit wetsvoorstel echter weer ingetrokken.
Gemeenteraden vergaderen in de regel eenmaal per maand, onder voorzitterschap van de burgemeester. Bij afwezigheid van de voorzitter wordt de raad voorgezeten door een daartoe door de gemeenteraad aangewezen raadslid. Voor de invoering van de Wet dualisering werd de gemeenteraad bij afwezigheid van de burgemeester voorgezeten door de locoburgemeester.
Nog in diverse gemeenten wordt de vergadering aangevangen en afgesloten met het ambtsgebed.
België
In België heeft een gemeenteraad maximaal 55 zetels. Schepenen en burgemeesters maken daar ook deel van uit. De Belgische gemeenteraden worden om de zes jaar gekozen. De laatste maal was in 2018, zie Belgische lokale verkiezingen 2018.
De gemeentekieswet wordt apart geregeld in Vlaanderen, Brussel en Wallonië, maar het aantal gemeenteraadsleden werd nergens gewijzigd en valt nog steeds samen:
inwoners | leden |
---|---|
tot 999 | 7 |
1.000-1.999 | 9 |
2.000-2.999 | 11 |
3.000-3.999 | 13 |
4.000-4.999 | 15 |
5.000-6.999 | 17 |
7.000-8.999 | 19 |
9.000-11.999 | 21 |
12.000-14.999 | 23 |
15.000-19.999 | 25 |
20.000-24.999 | 27 |
25.000-29.999 | 29 |
30.000-34.999 | 31 |
35.000-39.999 | 33 |
40.000-49.999 | 35 |
50.000-59.999 | 37 |
60.000-69.999 | 39 |
70.000-79.999 | 41 |
80.000-89.999 | 43 |
90.000-99.999 | 45 |
100.000-149.999 | 47 |
150.000-199.999 | 49 |
200.000-249.999 | 51 |
250.000-299.999 | 53 |
300.000 of meer | 55 |
Aan het maximum komt in heel België enkel de stad Antwerpen; aan de kleinste categorie komen enkel de faciliteitengemeenten Herstappe en Mesen (deze laatste schommelt echter tussen de kleinste en tweede kleinste categorie).
De gemeenteraad vergadert zo dikwijls als noodzakelijk. Hij moet echter minstens tien keer per jaar vergaderen, wat veelal neerkomt op eenmaal per maand. De voorzitter van de gemeenteraad is bevoegd voor het bijeenroepen van de gemeenteraad en stelt de agenda van de vergadering op. In tegenstelling tot vroeger is de burgemeester niet meer van rechtswege de voorzitter van de gemeenteraad. De voorzitter wordt voorgedragen zonder (geheime) stemming.
De vergaderingen van de gemeenteraad zijn openbaar, behalve als het om persoonlijke aangelegenheden gaat, of als de gemeenteraad met twee derde van de aanwezige leden hiertoe beslist. Het verslag van de openbare zitting van de gemeenteraad is openbaar en eventueel te verkrijgen door gebruik te maken van de wetgeving openbaarheid van bestuur.
Sinds 1 januari 2007 kan elke burger zich via een verzoekschrift ook richten tot de gemeenteraad. Dit was een van de wijzigingen van het gemeentedecreet. In februari 2004 schreef Dirk Holemans hiervoor een voorstel van decreet.[1] Alhoewel de grondwet elke burger dit recht reeds lang toekende in zijn relatie met elke overheid, bleef het tot dan toe onmogelijk voor een burger in Vlaanderen om zich schriftelijk te richten tot de gemeenteraad.
Verkiezingen
De gemeenteraad wordt elke zes jaar op de tweede zondag van oktober verkozen.
- De gemeenteraadsverkiezingen van 9 oktober 1994 voor de legislatuur 1995-2000
- De gemeenteraadsverkiezingen van 8 oktober 2000 voor de legislatuur 2001-2006
- De gemeenteraadsverkiezingen van 8 oktober 2006 voor de legislatuur 2007-2012
- De gemeenteraadsverkiezingen van 14 oktober 2012 voor de legislatuur 2013-2018
- De gemeenteraadsverkiezingen van 14 oktober 2018 voor de huidige legislatuur 2019-2024
Externe link
- ↑ Voorstel van decreet - stuk 2077, bezocht 3 december 2008