200 jaar koninkrijk
De drie meest bijzondere koningen
In 1813 kwam Willem Frederik Prins van Oranje-Nassau aan op het strand van Scheveningen, nadat hij jarenlang in ballingschap leefde. In de jaren die volgen is langzaamaan ons koninkrijk gesticht met Willem als eerste koning. Verschillende koningen en koningen zijn gepasseerd. Wie waren het meest bijzonder?
Op koningin Wilhelmina, koningin Juliana, koningin Beatrix en koning Willem-Alexander is weinig aan te merken. Zij leefden altijd in de spotlights en werden – door hun ouders en grootouders – opgeleid om de monarchie goed te dienen. Dit geldt niet voor de eerste koningen. Zij moesten het wiel zelf uitvinden. Daarnaast hadden koning Willem I en Willem II veel macht, wat mogelijk tot het verlies van België heeft geleid.
200 jaar koninkrijk
Dit jaar bestaat het Koninkrijk der Nederlanden precies 200 jaar. Willem I nam op 16 maart 1815 de titel ‘koning der Verenigde Nederlanden’ aan. Uit een peiling van Ipsos (in opdracht van de NOS) blijkt dat weinig mensen op de hoogte zijn van de viering van 200 jaar koninkrijk. Slechts 55 procent van de mensen heeft iets gehoord of gezien. Er is twee miljoen euro belastinggeld uitgetrokken voor de festiviteiten, wat 52 procent van de ondervraagden niet goed vindt.
Willem III: de licht ontvlambare koning
Willem III was ongetwijfeld de meest opmerkelijke koning ooit. In het boek ‘Vertel dit toch aan niemand‘ schrijven Dorine Hermans en Daniela Hooghiemstra over het hofleven tussen 1880 en 1890. Ze maakten hiervoor gebruik van brieven van hofdame Henriëtte van de Poll.
Er is nooit vastgesteld wat Willem III mankeerde, maar mogelijk was hij schizofreen. Deze genen had hij mogelijk ook niet van een vreemde; hij was de kleinzoon van tsaar Paul de Krankzinnige. “Die bijnaam zegt al genoeg,” schrijft Dorine Hermans. Ook al had de kroonprins bepaalde genen geërfd van zijn moeder, zijn gedrag is hoogstwaarschijnlijk verergerd door zijn jeugd.
Hermans:
“Zo was de relatie met zijn moeder koel. Anna had een voorkeur voor zijn jongere broer Alexander die zij niet onder stoelen of banken stak.”
In het paleis vonden dagelijks woedeaanvallen plaats, bijvoorbeeld omdat de bouillon te zout was of wanneer het personeel hem niet had gegroet. Aan tafel kon er over weinig zaken gesproken worden.
Zelfs zijn vrouw, Emma, sprak niet aan tafel omdat hij liever niet wilde dat zij zich op de voorgrond zou plaatsen.
Wel waren er drie ‘veilige’ gespreksonderwerpen: de tuinen van het Loo, de watersnood en de jacht.
Overigens namen weinig mensen Willem III serieus, ook de Nederlandse regering niet. “Thorbecke had altijd twee pennen bij zich voor een handtekening omdat Willem III de eerste pen uit drift door de kamer heen slingerde en de tweede pen gebruikte als hij weer kalm was.” Lees hier meer over het bijzondere leven van koning Gorilla.
Willem II: de biseksuele koning
Willem II was een liberale visionair. Naar andere tijdgenoten toe was hij vriendelijk, royaal en open. Hij koos in 1848 voor een herziening van de Nederlandse Grondwet, waardoor niet langer de koning, maar de ministers verantwoordelijk waren voor het beleid. Opmerkelijk is dat er bronnen zijn dat Willem II niet alleen op vrouwen viel, maar ook op mannen. “Dat kon absoluut niet in de negentiende eeuw”, zegt Jeroen van Zanten in zijn boek over koning Willem II.
De koning werd al sinds 1819 gechanteerd om de homoseksuele verhoudingen die hij aanging.
Een kleine groep politici en radicale journalisten waren op de hoogte van de seksuele geaardheid van Willem II en dreigde dit openbaar te maken.
Mogelijk stemde Willem II – mede onder druk van deze chantage – in met de grondwetsherziening van 1848.
We zullen er nooit achterkomen wat de werkelijke reden was van Willem II om in te stemmen: was hij echt liberaal of liet hij zich pushen door de politici en journalisten?
Willem I: de koning die België verloor
Willem I – de allereerste koning van Nederland – was nogal amateuristisch. Dit beschrijft historicus Jeroen Koch in zijn boek. De koning had zijn koningschap te danken aan geluk en schoot militair tekort.
Een ander opmerkelijk detail is dat Willem I alle kerken wilde verenigen in één nationale landskerk onder zijn leiding.
Het liefst schafte hij de rooms-katholieke godsdienst af.
Mogelijk zorgde de rigide taal-, pers- en kerkpolitiek ervoor dat Willem I de Zuidelijke Nederlanden (het huidige België) verloor. Nederland was door de mobilisatie tegen het onafhankelijke België bankroet.
Na het verlies van de Zuidelijke Nederlanden was Willem I nog maar een schim van zichzelf.
Zo schrijft Graaf Mier:
“De koning had tranen in de ogen toen hij het had over de ondankbaarheid van de stad Brussel, na alles wat hij gedaan had voor haar welvaart en verfraaiing. Ik had echt medelijden met hem.
Zijn gezicht was helemaal ingevallen. Niets was er over van die zelfverzekerde man, van die licht spottende verschijning.
Men zag goed dat hij zich vernederd voelde.”
Digitalisering en Wiki opmaak: Terry van Erp