Sociaal-economische ontwikkelingen

Uit Wiki Raamsdonks Historie

Gevolgen inundaties

Toen begin 1672 de oorlogsdreiging toenam, werd er in de maanden april en mei onderzoek gedaan naar de mogelijkheden tot het onderwater zetten ofwel inunderen van de Holland-Utrechtse laagvlakte. [1] Op 8 juni werd door de Staten van Holland de opdracht gegeven te beginnen met de inundaties. [2]

De overlast van dit water was gigantisch. Vooral in het middengebied van de linie was er veel wateroverlast. Zo vielen er soms gaten in de Prinsendijk en andere keerkaden. Er was zowel voor de inwoners van de Republiek als voor de Fransen steeds meer sprake van wateroverlast. Het wapen dat de Republiek had ingezet om zichzelf te beschermen tegen de bezetter, werd door de Fransen ook tegen hen gebruikt. De Fransen lieten dijken doorgraven en lieten via de zeedijk bij Naarden meer zeewater binnenstromen. Zij probeerden op deze manier ‘Holland te verdrinken’. [3]
De boeren in de Republiek werden door de langdurige inundaties zwaar getroffen. De tot moeras geworden weilanden en akkers konden voorlopig niet meer gebruikt worden voor veeteelt of landbouw. [4] Het maakte dus niet uit of er nou wel of geen gewassen op het land stonden, wel of geen vee, de inundaties moesten doorgezet worden ter verdediging van Holland. Dit had grote gevolgen voor de boeren, die hun waren en inkomsten verloren, maar ook voor het volk, die hierdoor gekort werden in hun levensmiddelen.

Maar de wateroverlast was niet het enige gevolg van de inundaties. De waterlinie had ervoor gezorgd dat de Republiek verdeeld was geraakt in een bezet en een vrij deel. [5] Het gebied langs de linie werd een strijd- en plundergebied, wat eveneens grote gevolgen had voor de omwonenden. [6]
Toen de Franse veldheer Luxembourg eind december 1672 met zijn regiment over de bevroren waterlinie naar Holland probeerde te trekken, mislukte dit, maar dit had wel zijn beruchte strooptocht langs de plaatsen Zwammerdam en Bodegraven tot gevolg. De bevolking moest het daar ontgelden. Hij liet de plaatsen achter in een vlammenzee. [7]


Aan het eind van 1673 vond de Berenning van Naarden plaats, waarmee de aftocht van de vijand werd ingeluid. Eind december was het veilig genoeg om de inundaties te beëindigen. [8] Holland was beschermd gebleven, maar tegen welke prijs? Het land eromheen had zo’n anderhalf jaar onder water gestaan en het zoute water dat vanuit de Zuiderzee was komen stromen, had vooral in het noorden veel schade aan de vruchtbaarheid van het land aangericht.
Het zou nog jaren duren voordat de landerijen weer zo vruchtbaar waren als voorheen. De veestapel was eveneens vrijwel geheel verdwenen. [9]

Belegering en verovering van Naarden door Willem van Oranje op 12 september 1673 Romeyn de Hooghe. Collectie Rijksmuseum Amsterdam, objectnummer RP-P-OB-79.278
Belegering en verovering van Naarden door Willem van Oranje op 12 september 1673 Romeyn de Hooghe. Collectie Rijksmuseum Amsterdam, objectnummer RP-P-OB-79.278

Economisch verval

De belangen van de burgers van het gewest Holland waren voornamelijk economisch en handelstechnisch van aard. Zij handelden over de hele wereld en deze handelsbetrekkingen moesten dan ook beschermd en verdedigd worden. Om die reden moest er in de buitenlandse politiek volgens hen dan ook naar vrede en behoud van de status quo gestreefd worden. [10] Tot 1660 liepen bijna alle landen in Europa in economisch opzicht achter op de Republiek. Door de economische bloei die de Republiek doormaakte verwierven zij een leidende rol in de internationale handel. Zij beschikten over de grootste handelsvloot, de laagste vrachtprijzen, de laagste belastingen en een enorm assortiment hoogwaardige handelswaren. [11] De Republiek was dankzij handel en scheepvaart tot grote welvaart gekomen. Zij waren de voornaamste vervoerders van Franse, Duitse en Engelse goederen. [12]

Na de vrede van Munster, die in 1648 in de Republiek een einde maakte aan de Tachtigjarige Oorlog, veranderde de positie van Engeland en Frankrijk echter. Zij gingen over op een nieuwe economische politiek die de belangen van de eigen nijverheid en handel moest beschermen en bevorderen. [13] Rond 1660 begon de economisch vooraanstaande positie van de Republiek in het gedrang te komen. Deze commerciële belangen moesten met een consequente politiek ondersteund worden, maar de rivaliteit van Engeland en veroveringsdrang van Frankrijk dwongen de Republiek steeds verder mee te gaan in verdragen en compromissen. [14] De Engelse Akte van Navigatie van 1651 verbood buitenlandse schepen goederen aan te voeren die niet uit het eigen land afkomstig waren. De Franse minister van financiën Colbert legde de Republiek forse invoerrechten op en probeerde af te dwingen dat het transport van goederen van en naar Frankrijk voortaan alleen nog door Franse zeelieden werd gedaan. [15] Langzaam duwden Engeland en Frankrijk de Republiek naar de rand van de afgrond. [16]


Na het Rampjaar en het daaropvolgende vertrek van de Fransen was er weinig meer van de welvaart over. De dure oorlog had de staatskas leeggetrokken. Mensen waren op de drift geraakt, de economie was ineengestort en het land moest weer worden opgebouwd. De producenten van luxeproducten merkten dat er geen vraag meer was naar hun producten. Zo werden de eens zo beroemde Nederlandse schilders, zoals bijvoorbeeld Johannes Vermeer, in armoede oud. De schade aan de steden en dorpen in de ontruimde gebieden was immens. Utrecht, Gelderland en Overijssel hadden te maken met grootschalige ontvolking. In de stad Kampen zouden nog tot in de negentiende eeuw bouwvallen uit deze tijd te zien zijn. Dorpen als Nigtevecht, Breukelen en tientallen andere dorpen langs de oevers van de waterlinie hadden voortdurend blootgestaan aan de Franse furie. Het platteland van de Republiek was geplunderd en verbrand achtergelaten. Vooral de rijken waren na het vertrek van de Fransen in de gelegenheid hun leven weer op te pakken, zij hadden daartoe immers de reserves. [17]

Vluchtelingen

Toen de Fransen het land binnendrongen begon het volk zich te verplaatsen door het land. Dorpen en steden stroomden leeg. Een deel van de vluchtelingen nam de boot. Vanuit Harderwijk, Kampen en andere plaatsen die zich aan de Zuiderzee bevonden staken vluchtelingen over naar Hoorn, Monnickendam en Edam. Bewoners die zich niet in de buurt van het water bevonden namen de zandwegen naar het westen. [18] Deze mensen werden door de angst voor de bezetter van huis en haard verjaagd.

Tijdens het Rampjaar bevond het land zich veelal in chaos en verwarring. De bevolking die nu leefde in de Frans-bezette gebieden voelden zich volledig in de steek gelaten door hun eigen bestuurders. Veel van de boeren die moesten dienen in het Staatse leger vluchtten bij de aanblik van de vijand. Vanuit het bezette deel van het land kwam een grote stroom vluchtelingen op naar het westen. Hun gruwelijke verhalen over de bezetters gooiden nog meer kolen op het vuur van de paniek die alom heerste. [19] De vluchtelingen kwamen vooral uit het zuidoosten. Hier liepen de strategische valleien van de Maas en de Rijn doorheen, waarlangs de Fransen zouden oprukken.

Twee weken na de brandramp van Zwammerdam en Bodegraven in 1673, trokken angstige burgers nog steeds weg uit het onverdedigbare Den Haag. Ook was er nog steeds een massale trek van het platteland naar de steden. In Delft, Leiden, Rotterdam en Amsterdam was er nauwelijks nog plek voor alle vluchtelingen. Buiten de wallen van Amsterdam ontstonden lange rijen van vluchtelingen, die enkel door een klein deurtje in de hoofdpoort werden binnengelaten. Overal in het westen waren vluchtelingen die geen slaapplaats meer konden vinden. [20] Na het vertrek van de vijandige troepen uit de Republiek begon men langzaam weer terug te trekken naar huis. Duizenden vluchtelingen moesten terugkeren naar wat er nog over was na de plunderingen en brandstichtingen van de Fransen. [21]

Maar ook na het Rampjaar kreeg de Republiek te maken met vluchtelingen. In 1685 wordt het edict van Nantes herroepen en bestijgt de katholieke Jacobus II de troon in Engeland. In het Edict van Nantes werd de veiligheid van de protestante minderheid in Frankrijk gewaarborgd en werden de protestanten in Frankrijk getolereerd. De herroeping van dit edict maakte Frankrijk tot een zuiver katholieke staat. Dit, in samenhang met d troonsbestijging van een katholieke koning in Engeland, deed mensen vrezen voor een katholieke hegemonie in Europa. Hierdoor trok een grote stroom protestante vluchtelingen naar de Nederlanden, Zwitserland, Brandenburg en andere protestante gebieden. [22]

  1. Frans van Bork en Bernt Feis, Stille wateren diepe gronden, Stiltegebieden en Oude Hollandse Waterlinie (Woerden, 2021), 10.
  2. Petra Dreiskämper, ‘Redeloos, radeloos, reddeloos’: De geschiedenis van het rampjaar 1672 (Hilversum: Verloren, 1998), 45.
  3. Frans van Bork en Bernt Feis, Stille wateren diepe gronden, Stiltegebieden en Oude Hollandse Waterlinie (Woerden, 2021), 14-5.
  4. Luc Panhuysen, Rampjaar 1672: Hoe de Republiek aan de ondergang ontsnapte (Olympus 2021), Hoofdstuk 22 ‘De oorlog gaat door’, p. 1/23
  5. Luc Panhuysen, Rampjaar 1672: Hoe de Republiek aan de ondergang ontsnapte (Olympus 2021), Hoofdstuk 9 ‘Men zegt…’, p. 17/33
  6. Frans van Bork en Bernt Feis, Stille wateren diepe gronden, Stiltegebieden en Oude Hollandse Waterlinie (Woerden, 2021), 16.
  7. Olaf van Nimwegen, De veertigjarige oorlog 1672-1712: De strijd van de Nederlanders tegen de Zonnekoning (Amsterdam: Prometheus, 2020), 127.
  8. Frans van Bork en Bernt Feis, Stille wateren diepe gronden, Stiltegebieden en Oude Hollandse Waterlinie (Woerden, 2021), 17.
  9. Luc Panhuysen, Rampjaar 1672: Hoe de Republiek aan de ondergang ontsnapte (Olympus 2021), Hoofdstuk 22 ‘De oorlog gaat door’, p. 1/23
  10. Petra Dreiskämper, ‘Redeloos, radeloos, reddeloos’: De geschiedenis van het rampjaar 1672 (Hilversum: Verloren, 1998), 29.
  11. Petra Dreiskämper, ‘Redeloos, radeloos, reddeloos’: De geschiedenis van het rampjaar 1672 (Hilversum: Verloren, 1998), 29.
  12. J.C.H. Blom en E. Lamberts, eds., Geschiedenis van de Nederlanden (Amsterdam: Prometheus-Bert Bakker, 2014), 194.
  13. J.C.H. Blom en E. Lamberts, eds., Geschiedenis van de Nederlanden (Amsterdam: Prometheus-Bert Bakker, 2014), 194.
  14. Petra Dreiskämper, ‘Redeloos, radeloos, reddeloos’: De geschiedenis van het rampjaar 1672 (Hilversum: Verloren, 1998), 29.
  15. J.C.H. Blom en E. Lamberts, eds., Geschiedenis van de Nederlanden (Amsterdam: Prometheus-Bert Bakker, 2014), 195-6.
  16. Friso Wielenga, Geschiedenis van Nederland: Van Opstand tot heden (Amsterdam: Boom, 2012), 112.
  17. Luc Panhuysen, Rampjaar 1672: Hoe de Republiek aan de ondergang ontsnapte (Olympus 2021), Hoofdstuk 22 ‘De oorlog gaat door’, p. 2/23, 5/23, Hoofdstuk 23 ‘Bouwvrouwe’, p. 1/22
  18. Luc Panhuysen, Rampjaar 1672: Hoe de Republiek aan de ondergang ontsnapte (Olympus 2021), Hoofdstuk 6 ‘Vlucht’, p. 22/33
  19. Petra Dreiskämper, ‘Redeloos, radeloos, reddeloos’: De geschiedenis van het rampjaar 1672 (Hilversum: Verloren, 1998), 56.
  20. Luc Panhuysen, Rampjaar 1672: Hoe de Republiek aan de ondergang ontsnapte (Olympus 2021), Hoofdstuk 13 ‘De Fransen breken door’, p. 11/19, Hoofdstuk 6 ‘Vlucht’, p. 23/33, 24/33
  21. Luc Panhuysen, Rampjaar 1672: Hoe de Republiek aan de ondergang ontsnapte (Olympus 2021), Hoofdstuk 22 ‘De oorlog gaat door’, p. 2/23
  22. J.C.H. Blom en E. Lamberts, eds., Geschiedenis van de Nederlanden (Amsterdam: Prometheus-Bert Bakker, 2014), 202.