Raamsdonk door de ogen van de Commissaris van de Koningin

Uit Wiki Raamsdonks Historie
Mr. A.E.J. baron Van Voorst tot Voorst Van 1896 t/m 1925 Commissaris van de Koningin in de provincie Noord-Brabant.
Mr. A.E.J. baron Van Voorst tot Voorst Van 1896 t/m 1925 Commissaris van de Koningin in de provincie Noord-Brabant.

Tussen 1896 en 1925 was Mr. A.E.J. baron Van Voorst tot Voorst Commissaris van de Koningin in Noord-Brabant. Een van zijn taken was het regelmatig bezoeken van alle gemeenten in de provincie.

Van die werkbezoeken hield hij nauwkeurig verslag bij.

Het verslag hieronder:

De 31n Juli 1896 bezocht ik de gemeente Raamsdonk.

Van Geertruidenberg komende, was ik te ± 12½ uur te Raamsdonksveer ten huize van den Burgemeester, Mr Heere; diens uitnodiging om bij hem te ontbijten, had ik aangenomen. Ik vond te zijnen huize, behalve zijne echtgenoote, en hun eenig kind, een doofstom 8jarig dochtertje, den gemeentesecretaris en een wethouder. Onder het ontbijt voerde de harmonie een paar nummers uit.

Na afloop van het ontbijt reden Klasens en de gemeentesecretaris in mijn rijtuig naar het Raadhuis, dat te Raamsdonk staat. Ik volgde met den burgemeester en den Wethouder van Laarhoven in het rijtuig van den burgemeester.

Op het raadhuis te Raamsdonk vond ik de leden van den gemeenteraad; later kwamen nog de pastoors van Raamsdonk en Raamsdonksveer hunne opwachting maken; op de audientie verscheen verder niemand.

Er bestaat veel animositeit tusschen Raamsdonk en Raamsdonksveer; de verhouding tussen Katholiek en niet Katholiek is uitstekend, dankzij den invloed van Mr Heere; terwijl de Protestanten blijkens hun zielental recht hebben op 3 zetels (van de elf) in den Raad, hebben zij er vier.

Mr Heere, die sinds 1870 burgemeester is, schijnt voor die betrekking te willen bedanken. Ik vroeg hem, zowel in een toast te zijnen huize, als later ten aanhoore van zijn geheelen gemeenteraad, dat hij toch niet weg zou gaan; ik wees hem op de ongelukkige toestanden in Friesland, veroorzaakt door het zich verwijderen van de groote grondeigenaren en verdere belanghebbenden uit die provincie. Als hij in Raamsdonk op zijn post bleef, dan zouden we daar geen Friesche toestanden hebben te duchten. Ik geloof, dat ik hem van zijn voornemen, om met 1 januari 1897 heen te gaan, heb teruggebracht.

Den 14 October 1901 kwam ik weer in Raamsdonk; ik had van tevoren Zevenbergen bezocht, en reed van daar over Wagenberg en Made naar Geertruidenberg, alwaar ik een ontbijt besteld had bij Sandbergen, en vandaar over Raamsdonksveer naar Raamsdonk, alwaar ik op het raadhuis den burgemeester aantrof, met de twee wethouders, en den secretaris van Laarhoven, een broeder van den wethouder.

Ik besprak met hen in de eerste plaats de opening van den Maasmond, in verband met de belangen van de Biesboschlanden. De burgemeester vertelde, dat zijn deskundige was de Heer Nuchteren, hoofdopzichter van het Rijksdomein, wonende te Teteringen. Deze kende den Biesbosch als zijn zak, en beweerde, dat de landen niet geholpen kunnen worden dan met een dam van Keizersveer tot voorbij Drimmelen, met een afwateringskanaal daarachter, en een schutsluis te Spijkerboor. Er zou, volgens Nuchteren, geen stoom of andere bemaling noodig zijn onder aan het afvoerkanaal achter den dam; de ebbe zou daar voldoende werken.

Mr Heere deelde mede, dat de hoogtebepaling van den dam, 2,64 + AP in het statenbesluit was aangegeven, omdat het Staatsbesluit van 16 Juli 1805; betrekkelijk vergunningen tot bekading ten zuiden van de Merwede (Bogaard, bl.17) bepaalt, doch bekadingen langs rivieren tot geene grootere hoogte mogen worden aangelegd.

Door de voortdurende verbetering van de zeegaten: de Rotterdamse waterweg, de Noort, de Kil enz, vloeit het water veel gemakkelijke naar binnen; daaraan moet worden toegeschreven, dat bij zware vloeden het water tegenwoordig soms zoo hoog wordt opgestuwd.

B. en W. deelden mij mede, dat de bouw van ijzeren schepen voortdurend vooruitgaat op de twee bestaande werven; jammer, dat de vroegere brug over de Donge, waarvan de peilers zijn blijven staan, den bouw van grotere aken in den weg staan; die peilers moeten nl. dienen in het belang van de defensie, nl om in tijd van oorlog het water op te stuwen door middel van schotbalken; daarom kunnen ze niet worden opgeruimd; schepen breeder dan 9 M kunnen er niet tusschen de peilers door; kan één peiler worden weggebroken, dan was men geholpen. Ik raadde deswege te requestreeren, en bood eventueel mijne tusschenkomst aan.

Aan het Keizersveer wordt nog altijd veergeld geheven; B. en W. achtten dat onbillijk, omdat de tollen op de Rijkswegen zijn afgeschaft. Ze vonden het ongerief, dat ’s avonds nà 9 uur niet meer wordt overgezet, een ongerief, dat vóór de Maasmondwerken niet bestond, al erg genoeg. Ook hierover raadde ik aan om te requestreeren; c.q. zou ik gaarne steunen.

Raamsdonksveer floreert sterk; de bevolking er gaat sterk vooruit; Raamsdonk heeft een boerenbevolking, die blijft wat ze was; ze gaat zeker niet vooruit.

Er zijn vele armen in de gemeente; gelukkig zijn er ook nog al fondsen; de algemeene armen bedeelt jaarlijks voor f 9000; Vincentius voor f 2000; de Hervormde diaconie voor f 3000.

De paardenmarkt in November is zeer belangrijk; de overige markten beteekenen niet veel.

Mr Boudain heeft de regeling van het oude archief eindelijk ten einde gebracht; de catalogus moet nog gedrukt worden, en dan heeft deze zaak eindelijk zijn beslag.

Een polderweg in de Werfkampen werd vóór vele jaren met provinciale subsidie aangelegd; deswege zou de Provinciale Waterstaat op het behoorlijk onderhoud toezicht moeten uitoefenen. Of zij het ook doet?

De papierfabriek aan het Keizersveer is geheel in Engelsche handen; vroeger werd daar de pap gemaakt; deze werd naar Engeland gezonden en daar tot papier verwerkt. Thans wordt veel papier in de fabriek vervaardigd, en gaat alleen de overtollige pap naar Engeland.

De secretaris van Raamsdonk is ongehuwd; hij verbeeldt zich sinds een pr jr, dat hij ziek is en niet loopen kan; hij laat zich met een rijtuig naar het raadhuis rijden; hij gaat zelfs per rijtuig naar de kerk.

Wethouder van Laarhoven maakte een aangenamen indruk. Wethouder Kamp is een echte boer.

Den 28 April 1905 kwam ik weer in Raamsdonk. Vanuit Waalwijk ging ik er per spoor heen; enzelfden dag bezocht ik per rijtuig Waspik en Vrijhoeve-Cappel;, vanwaar ik naar Waalwijk terugreed.

Wrijving bij de laatste raadsverkiezing, doordat om onbekende redenen door de minste soort kiezers een bekend dronkaard candidaat werd gesteld, en deze nog al eenige stemmen kreeg. Men heeft geen reden om te veronderstellen, dat zulks zich in 1905 weer zal herhalen.

In de kom wonen 1500 menschen; aan het Veer 4500. Van de raadsleden wonen er 4 in de kom en 7 aan het Veer.

Procedure contra Mr Rits inzake nalatenschap van Cooth loopt nog altijd; sinds anderhalf jaar heeft men daarvan niets meer gehoord.

In den laatsten tijd wordt er veel per spoor aangevoerd en verzonden; er zal aan het station eene afzonderlijke laad- en losplaats gemaakt worden, in de kosten waarvan door gemeente f 2000 zal moeten worden bijgedragen. Van de haven in het Dorp, en van die aan het Veer wordt vooral gebruik gemaakt van grooten aanvoer; maar de kleinere handelaren prefereren aanvoer per spoor, omdat ze dan niet zoveel tegelijk behoeven te ontvangen en te betalen.

Bij den goeden toestand van den verharden weg in de Werfkampen hebben de boeren groot belang. ook zonder dat de Prov. Waterstaat veel toezicht uitoefent, is die weg steeds in zeer goeden staat.

Gemeente bouwde een ziekenbarak op het terrein van het liefdhuis (zusters van Schijndel), op geruimen afstand van het hoofdgebouw. Lijders aan besmettelijke ziekten worden daarheen vervoerd, en door zusters verpleegd.

Dank de nieuwe bouwverordening mogen in de kom nu geen huizen meer met riet gedekt worden. Bij den laatsten brand (1903) verbrandden 7 huizen; en later nog bij een brand drie boerinstellingen.

Niettegenstaande de ruime bedeelingsfondsen: f 9000 RK armbestuur, f 2000 Vincentius, f 4000 Ned. Herv. diaconie, komt er voortdurend geld te kort. Wel worden er vele armen besteed, maar er blijft toch altijd veel over voor de gewone bedeeling. Spaarzaamheid is niet precies een deugd van de ingezetenen.

Vooral de hoepelmakerij gaat goed, en verschaft aan vele een goed stuk brood; het werk begint omstreeks half October en loopt tot Mei; het wordt binnenshuis verricht. Alle hoepels gaan bijna zonder uitzondering naar eene Belgische fabriek te Everghem.

De papierfabriek vervaardigt thans veel papier (zegels, briefkaarten, enz.) voor het binnenland. In de oude papierfabriek is veel Hollandsch geld verloren; in de tegenwoordige fabriek zit uitsluitend Engelsch kapitaal.

Den invloed van de opening van den Maasmond kan men zeer sterk bemerken, doordat het water bij ebbe 20 c.M. hoger blijft dan vroeger. De polders langs de Donge ondervinden veel waterbezwaar.

Bij hoogen waterstand op de Maas kan de papierfabriek geen goed papier maken; het Maaswater is dan troebel en vuil, daardoor krijgt het papier een verkeerde tint.

Tegen het project van G.S, tot wijziging der gemeentelijke grenzen in verband met de verlegging van den Maasmond zal men zich niet verzetten. Wel zou men liever aan de zijde van Geertruidenberg de Donge als grens hebben zien aangewezen, en in verband daarmede den Carthuizenpolder bij Raamsdonk hebben willen voegen. Maar men durfde daarvan officieel niet te reppen, uit vrees, dat men dan dat deel van Raamsdonk, dat ten zuiden van de Donge ligt, zou verliezen aan Oosterhout.

Aan het Keizersveer wonen ±60 menschen; deze zullen overgaan naar Dussen. De directeur van de Papierfabriek is er tegen, omdat hij tegenwerking vreest van zijne industrie door den burgemeester van Dussen; v. Hansewijk is een landbouwer, die de belangen van de industrie (bij vergunningen voor overwerk enz.) niet voldoende begrijpt; althans, de directeur der fabriek is daar bang voor.

Den 30 Maart 1909 kwam ik weer in Raamsdonk; ik ging er per trein heen; bezocht later nog de gemeente Waspik en keerde vervolgens per spoor van daar naar den Bosch terug.

Ik verleende audientie aan den oud-burgemeester Mr Heere, en aan het Statenlid Simonis. Geen van beide had iets bijzonders te vertellen; alleen hoorde ik van Simonis, dat men het goed scheen getroffen te hebben met den nieuwen burgemeester; hij scheen zich veel moeite te geven.

Wethouder van Laarhoven wordt oud; wethouder Kamp, een echte boer, die er bij zit en zich niet in het gesprek mengt, leek sterk misbruik te maken van sterken drank.

Ik laakte het, dat er op de secretarie zes menschen zaten: de secretaris, de ontvanger, tevens 1ste ambtenaar ter secretarie, de tweede ambtenaar en dan drie volontairs; dat is veel te veel.

Bij raadsverkiezingen spant het nog altijd erg; vooral tegen 1911, als wanneer er twee nieuwe raadsleden bij zullen komen, verwacht men groote moeilijkheden; thans heeft Raamsdonk 4 en Raamsdonksveer 7 leden; moeten de 2 nieuwe leden beiden in Raamsdonksveer wonen! die vraag zal in 1911 uitgevochten moeten worden.

Het proces van Cooth is verloren; de gemeente ontving ± f 21.000 en besteedt de rente voor onderwijs in den landbouw en voor herhalingsonderwijs.

De gemeentedoctor, de Heer Grutteling, wordt oud; hij is protestant; in de laatste jaren vestigden zich nog twee doctoren aan het veer, nl. dr Quirijns en dr Hoijink; de eerste is protestant; de tweede R.C.; beide hopen op de nalatenschap van dr Grutteling. Dr Hoijink kwam uit Asten, en had daar moeielijkheden; daarom ging hij heen.

De burgemeester klaagt over zijne twee veldwachters, zoowel die uit de kom, als die uit het Veer; beide voeren niet veel uit; beide drinken, vooral die van het Veer; toen ik de gemeente verliet had ik de gelegenheid bij het instappen in mijn rijtuig den veldwachter van het Veer een standje te maken, omdat hij zoo naar drank stonk; ik zeide hem, dat het gelukkig voor hem was, dat hij mij niet als burgemeester had, want dat ik het hem dan wel zou leeren.

B. en W. klagen, dat de armenfondsen te ruim zijn, dat er te veel bedeeld wordt; daardoor vestigen zich vele armlastigen uit Kaatsheuvel en Dussen in de gemeente Raamsdonk, en heerscht daar feitelijk woningnood. Ik heb den burgemeester geraden, het reglement voor het bedeelen door het algemeen armbestuur aan eene grondig herziening te onderwerpen.

De industrie gaat over het algemeen goed; de scheepsbouw kan zich nu beter ontwikkelen, sinds in 1908 een peiler uit de oude brug over de Donge door de genie is opgeruimd. De grootste werf, die van Theissing, maakte in de laatste jaren slechte zaken, en wordt op dit oogenblik gereorganiseerd door den Heer Brand uit Dordrecht.

De hoepelmakerijen verdienden in 1908 veel geld; op het moment was er minder vraag naar hoepels, en waren dientengevolge sinds enkele dagen een pr hoepelmakerijen stop gezet. De hoepels van 5 jarig hout gaan naar Gent (Belgie) voor fruitfusten, vooral voor appelvaten; die van vier en driejarig hout gaan naar Belgie voor trasvaten en naar Engeland voor cementvaten; de kleinere banden (die van tweejarig hout). witte of kitteband genaamd dienen voor botervaatjes of luxe artikelen.

B. en W. klaagden bitter over de electrische centrale; die was, om een weddenschap te winnen om 17 fl. champagne, binnen 70 dagen gebouwd; de deugdelijkheid had onder al die haast veel geleden; zoo had men er niet op gerekend, dat er wel eens hoog water was, en had men dientengevolge reeds drie maal geen licht gehad, doordat de boel onder water stond. De gemeente had eene hypothecaire leening bewilligd van 35 mille op gebouw en installatie van de centrale; in plaats daarvan wilde men thans hebben dat gemeente 25 mille aandeelenkapitaal zou nemen; dan kon men eene hypothecaire obligatieleening uitschrijven. Toen B. en W. daar geen ooren naar hadden, had men gedreigd, het bedrijf stop te zetten en de gemeente in het donker te laten, om zoodoende de gemeente te dwingen. Ik heb B. en W. aangeraden zich niet te laten dwingen en om, ten einde op alle gebeurlijkheden voorbereid te zijn, de oude straatlantarens weer in eere te herstellen.

Den 29 April 1912 kwam ik weer in Raamsdonk; tevoren was ik in Waspik geweest; later ging ik nog naar Geertruidenberg. Ik maakte de tocht van uit den Bosch.

Veel moeielijkheden in gemeente; groote rivaliteit tusschen Rooms en Protestant; 13 Raadsleden; 5 zijn Protestant. 4 Raadsleden wonen in de kom; 9 op Raamsdonksveer. Ds Meijsken te Raamsdonksveer drijft vooral tegen de Roomschen; vele slappe Roomschen gaan met de Protestanten mede. Het is heel niet onmogelijk, dat de Protestanten het heft heelemaal in handen krijgen.

Door concurrentie van de doctoren kan de vroedvrouw het niet volhouden,niettegenstaande ze f 450 salaris van de gemeente had; ze heeft Raamsdonk verlaten. Er zijn vier doctoren: Gutteling, van der Wiel, Quirijns en Lips. Alleen Lips is Roomsch. De Protestanten in den Raad hebben doorgedreven, dat de armenpraktijk verdeeld werd tusschen Quirijns f 275 en Lips f 625; zij drijven thans om de f 450 van de vroedvrouw aan Quirijns te geven.

B. en W. betreuren het, dat de Katholieken geen strijdbare voormannen hebben; die er zijn, hebben groote zaken, en kunnen zich voor de gemeente niet beschikbaar stellen. De protestanten beschikken over een groot aantal zeer geschikte krachten.

Protestanten drijven om een eigen veearts te hebben; willen niet bediend worden uit Oosterhout of Capelle. Er is groote kans, dat zij doordrijven, dat veearts de Jong uit Capelle naar Raamsdonk verhuist. Deze is natuurlijk ook weer Protestant; hij neemt de verloskundige praktijk bij het vee niet meer waar.

De Volkshuisvesting laat veel te wenschen over; geraden, ene vereeniging volgens de woningwet daarvoor op te richten. Maar ook daarvoor heeft men weer geen menschen; althans geen katholieken; en aan de protestanten laat men het niet gaarne over.

De gemiddelde verdiensten van de arbeiders in de diverse ondernemingen zijn in Raamsdonk nog al hoog; eene gelukkige omstandigheid is het, dat het werk in de hoepelmakerijen en op de rietgorzen in den winter valt. Arbeiders in de rietgorzen moeten een aak hebben van ±f 700 waarde; op een aak twee arbeiders; deze verdienen ’s winters per hoofd f 12.

Electricteitsfabriek werkt goed; vele aansluitingen; maar geen bedrijfskapitaal. In de fabriek zit thans f 125.000. Wanneer er geen f 30.000 bedrijfskapitaal komt, zal het bedrijf stop moeten gezet worden. Protestanten zouden gaarne zien, dat het zoover kwam; dan konden zij voor een prikje eene mooie zaak. waarin een ton Roomsch kapitaal verloren was overnemen. Gemeente is in electriciteitsfabriek tot nu toe voor geen halve cent geïnteresseerd.

Wethouder de Wit is de groote man voor de stoomzuivelfabriek te Raamsdonk. Aanvankelijk liep de zaak slecht; de directeur deugde niet en is vervangen. Thans marcheert alles veel beter; er worden daags 8000 liter melk verwerkt.

Den 3den Augustus 1917 kwam ik weer in Raamsdonk; later ging ik nog naar ’s Gravenmoer.

Wethouder de Wit was niet verschenen; voor audientie had zich niemand aangemeld; ik was dus voor mijn geheele bezoek aangewezen op den burgemeester en wethouder Simonis.

De indruk dien ik kreeg, was niet onverdeeld gunstig: terwijl Raamsdonk eene welvarende, bloeiende gemeente is, en finantieele redenen het gemeentebestuur niet hoeven te beletten, om noodzakelijke maatregelen te nemen, zoekt men liefst naar allerlei motieven, om daaraan te ontkomen. Het tractement van de veldwachters is beslist onvoldoende, terwijl een gewone arbeider in den Biesbosch wekelijks f 15 maakt, en ’s winters nog veel meer verdient, moeten in deze dure tijden de veldwachters met f 600 rondkomen. Men wil hunne finantieele postitie niet verbeteren, omdat men over één hunner niet tevreden is! De openbare onderwijzers lijden honger; B. en W. erkennen het volmondig; maar het onderwijs kon beter zijn; daarom moet alles blijven zooals het is! Als B. en W. eene goede verstandige leiding gaven, kon er van hen zóó veel ten goede uitgaan!

Verhouding tusschen Raamsdonk en het Veer is vrij goed; rivaliteit tusschen Katholieken en Protestanten is erg; van de 13 Raadsleden wonen er 10 aan het Veer; 5 Raadsleden zijn Protestant.

Woningnood is groot; eene vereeniging tot verbetering de Volkshuisvesting bouwt 8 woningen; twee daarvan werden verhuurd aan niet ingezetenen!

De exploitatie van de electriciteitsfabriek dekt zich; dividend wordt niet verdiend; jaarlijks werden 110.000 kWu afgeleverd; brengen f 18.000 op. licht 0.3 kracht 0.125. Men heeft geen reserve. Kapitaal kan vrijwel als verloren beschouwd worden.

De boterfabriek te Raamsdonk gaat heel goed; wethouder de Wit bemoeit er zich niet meer mede.

Men heeft alle hoop, dat op den duur een vaste brug zal komen aan het Keizersveer. In verband daarmede interesseert men zich sterk voor de locaalspoorwegplannen van Mr A.J.M. Smits.

Men is in onderhandeling met het Ingenieursbureau van Hasselt en de Koning te Nijmegen over het laten maken van een plan met begrooting tot het rioleeren van Raamsdonksveer. Men denkt er hard over, om het Raadhuis van Raamsdonk te verplaatsen naar het Veer.

Den 7den Mei 1921 kwam ik, na Waspik te hebben bezocht, weer in Raamsdonk.

De nieuwe burgemeester, de Heer Moens, is een man van veel initiatief; hij heeft vele groote plannen: hij wil bijv. een Hoogere Burgerschool stichten. Ik heb hem gewaarschuwd, niet verder te willen springen, dan zijn stok reikt; het zou anders kunnen gebeuren, dat hij met zijn gemeenteraad niet meer over weg kan, en dat men hem de gemeente uitkeek.

Om in den woningnood te voorzien werden tot nu toe 100 woningen gebouwd, benevens 8 middenstandswoningen. Thans is men weer met 20 arbeiderswoningen bezig. Bovendien werd voor de bouw van 25 woningen, waarvan 18 middenstandswoningen een Rijkssubsidie gevraagd.

1 Januari 1920 van het oude electriciteitsbedrijf het distributienet overgenomen voor f 79.000. De waarde van dat net, dat 12 jaar dienst had gedaan, was door Prof van Swaay, ig Lulofs en ……. op dat bedrag getaxeerd. Over 1920 verdiende Raamsdonk de rente aflossing en afschrijving en hield bovendien f 700 over. De oude Maatschappij maakte ±f 30.000 voor hare machines en f 20.000 voor de gebouwen. Summa summarum hebben de aandeelhouders in de oude Mpij nooit een cent rente gezien, en krijgen ze, na 12 jr, het grootste gedeelte van hun kapitaal terug.

Op het allerlaatste moment heeft gemeente nog besloten om aan te sluiten aan de waterleiding Mpij West Brabant.

Met de plannen voor de aanleg van een industrieterrein is gemeente zeer ongelukkig gevaren; in het geheel had gemeente daarvoor ±40 H.A. noodig; 26 H.A. waren gedeeltelijk Kroondomein, gedeeltelijk particulier eigendom van H.M. de Koningin, rentmeester de Heer Repelaar van Driel. Deze wilde die terreinen niet beschikbaar stellen, zoodat tenslotte de onteigening langs wettelijken weg moest worden gevraagd en gekregen. Daarover loopt nu nog eene procedure voor de rechtbank te Breda. Gemeente heeft f 70.000 geboden; voor die 26 H.A. is f 120.000 gevraagd. Rechtbank heeft reeds beslist, dat f 79.000 voldoende betaling is; over nevenzaken wordt nog voort geprocedeerd.

Middelerwijl is de goede tijd, om het industrieterrein te exploiteren, voorbij gegaan; de Boerenbond te Eindhoven had 4 H.A. in voorverkoop voor f 10.000 de H.A. Simonis en v. Bavel 3 H.A. in voorverkoop voor f 12.500 de H.A. van Dongen 3 H.A. in voorverkoop voor f 12.500 de H.A. Ruijtenberg 3 H.A. in voorverkoop voor f 12.500 de H.A. Al die contracten zijn moeten ontbonden worden, door tegenstand van Repelaar van Driel. Had de zaak voortgang kunnen hebben, dan had gemeente ongeveer de heele koopsom van de 4 H.A. ±f 180.000 weer teruggehad. De gemeente heeft nu aan die terreinen een strop; gelukkig, dat er verder nog geen kapitaal in gestoken is; voor het opspuiten van grond, voor het bouwen van een binnenhaven, voor het maken van eene beschoeiiing, voor den aanleg van wegen, voor een raccordement enz zou ±f 500,000 moeten worden verwerkt. Thans wordt het land verhuurd, gedeeltelijk als weiland, gedeeltelijk gescheurd, als bietenland. De huurpenningen zijn 2% minder, dan de rente van f 180.000 welke geleend zijn. Voor drie jr was de hoofd. Omslag f 12.000; thans f 80.000 = 4 tot 8%; zal 10% worden!

Gemeente heeft f 450.000 schuld; de distributieschuld zal over 3 jr zijn afgelost; dat geeft dan eenige verademing.

De invoering van de nieuwe lager onderwijswet zal aan gemeente jaarlijks f 20 à 25.000 kosten!

De nieuwe ambachtsschool kost 2 ton; deze wordt betaald door het Rijk; in de exploitatiekosten betaald gemeente f 2500; dat wordt f 4000. De heele exploitatiekosten bedragen f 25.000; een groot deel daarvan moet komen uit den verkoop van gefabriceerde goederen.

van Hasselt en de Koning maakten, in opdracht van den vorigen burgemeester, een plan tot riolering van Raamsdonksveer, en tot inrichting van eenig terrein voor kleinindustrie. Over den prijs schijnt niet te zijn gesproken; de opdracht geschiedde zoogenaamd te goedertrouw. Deswege werd het tegenwoordige Bestuur verrast met een rekening van f 8.200; de helft daarvan moet nog betaald worden. Partieel wordt die riolering te Raamsdonksveer gebouwd.

Den 11den Juli 1924 kwam ik weer in Raamsdonk.

Wethouder de Wit is wegens ziekte afwezig.

Rivaliteit tusschen Raamsdonk en het Veer bestaat niet. Verhouding tusschen Katholieken en Protestanten is heel goed. De protestanten winnen langzaam terrein; van de Raadsleden zijn er 8 Katholiek en 5 Protest. Als het zoo blijft doorgaan, zal Raamsdonk op den duur in meerderheid Protestant worden. Er komen nogal gemengde huwelijken voor; 7 à 8 per jaar. Om gemengde huwelijken tegen te gaan, verzet de R.K. geestelijkheid zich niet tegen muziek en dansen in de herberg bij gelegenheid van de kermis. De kermis wordt nl. alleen gevierd door de Roomschen; de Protestanten komen dan niet uit; bij die gelegenheid gebeuren alle verkeerde dingen dus uitsluitend tusschen Roomschen. De Protestanten moeten niets van de kermis hebben; zij hebben liever een nationaal feest. Bij zoo’n feest krijgt men de vermenging van Roomsch en Protestant, met als eind dikwijls gemengde huwelijken. Om het grooter kwaad te keeren laat de geestelijkheid het kleiner kwaad toe.

Er werden in het geheel 100 arbeiderswoningen en 8 middenstandswoningen gebouwd. Een en ander kost aan gemeente jaarlijks f 11.000. In het laatste jaar kwamen door particulier initiatief 16 arbeiderswoningen tot stand.

Het Veer is thans gedeeltelijk gerioleerd; het plan van v. Hasselt en de Koning waarvoor de gemeente f 8200 betaalde, wordt stuksgewijs uitgevoerd.

Electriciteitsbedrijf gaat goed; leverde in 1923 eene bate op van f 1400, terwijl de stroomprijzen verlaagd werden tot 42 cnt voor licht en tot 25/20/15 cent voor kracht; voor grootafnemers (bijv. scheepswerf Ruijtenberg 10 cnt) gelden speciale tarieven.

Waterleidingbedrijf opent in September aanst. Alle gronden, voor industrieterrein aangekocht, betaald met f 146.000. Sinds werd ontvangen van den Boerenbond f 6000 (voor het laten verbreken van het koopcontract); van het Kroondomein f 3000 voor de vergunning om uit te wegen; van Ruijtenberg f 4.500 voor een klein stukje verkochten grond, terwijl hij nog zoo’n stukje voor f 4.500 in optie heeft. Een eigenlijken strop heeft de gemeente door den aankoop van dien grond niet.

Dit jaar wordt het laatste gedeelte van de distributie schuld (f 8000.-) afgelost.

De uitvoering van de lager onderwijswet 1920 kost jaarlijks aan gemeente f 20.000 à f 25.000.

De plannen voor de ambachtsschool zijn opgeheven; het kwam te duur uit.

Het Raadhuis is veel te klein; beantwoordt niet meer aan de behoefte; men heeft geen geld voor een nieuw, dat eventueel zeker zou verplaatst worden naar het Veer.

In 1923 kostte de werkvoorziening van de werkeloozen f 7500; in 1924 f 3500. Een hooipers, die door de behoeften van het Roergebied druk werkte, gaf aan 20 à 25 werkeloozen geregeld werk.

Volgens B. en W. maken de Heeren Ruijtenberg niet zulke enorme zaken, als B. en W. van Waspik gisteren meende; hun bedrijf is niet behoorlijk ingericht, niet up to date geoutilleerd; daardoor zijn de winsten niet groot; kunnen niet groot zijn.

De handel in hoephout, rietmatten, biezen enz gaat weer goed, en levert menschen weer normale winsten op.

Lees hier in het orgineel wat hij in al die jaren over Raamsdonk te melden had: [1]

Bron: BHIC.nl

Overgenomen van de PDF door Leo Coenders, waarvoor onze dank.

Digitaal aangepast voor Wiki Terry van Erp