Langstraat historie

Uit Wiki Raamsdonks Erfgoed

Wanneer we door onze streek wandelen, het gebied in en om de Langstraat en dan toegespitst op de natuurgebieden die voorkomen in Sprang-Capelle tussen Waalwijk, Waspik en Raamsdonk, komt bij ieder van ons wel eens de gedachte boven hoe deze streek er vroeger zou hebben uit gezien. Hoe leefden onze voorouders en wat was hun verbondenheid met de natuur en het landschap? Er is vanouds een verweving geweest tussen de mens en zijn land.

Na de uitgifte van de eerste hoeven “moers” omstreeks 1300, was eeuwen lang de turfwinning de voornaamste bron van inkomsten. Daarna is de hooibouw gekomen en dit hooi was tot in geheel Europa als paardenhooi beroemd. Hierdoor ontstond ook een levendige paardenhandel. Denk verder ook aan de schoenindustrie en leerlooierijen, de schors van de Eik die nodig was om het leer te kunnen looien. Het plaggen steken voor in de potstal, heeft onze heidevelden in stand gehouden, de Elzenheggen leverden geriefhout en mutsaard (hier mustert genoemd) als brandstof voor de bakkers, de grienden leverden ons het materiaal voor de zinkstukken, dit ter bescherming van onze dijken, maar ook de banden voor de manden.

Werkgelegenheid

Veel mensen vonden hun werk met riet snijden, anderen als rietdekkers of met het verzamelen van biezen voor het vlechten van biezenmatten of het matten van stoelen. Verder waren er nog de beroepsvissers die hier hun boterham verdienden en de vele kooikers met hun eendenkooien, jagers en kruidenzoekers. Allemaal beroepen of werkzaamheden die rechtstreeks met het land, het water en zijn plantengroei heeft te maken. Al deze werkzaamheden zorgden voor het in stand houden van het landschap. Denk hierbij aan de Elzenheggen die door het regelmatig afzetten (afhakken) vitaal bleven.

Door de turfwinning, het uitmoeren van sloten of door het graven van turfgaten, ontstonden steeds weer nieuwe watervegetaties. Zo waren alle stadia aanwezig die je kunt bedenken in het proces van verlanding, (van water tot land). Door het maaien van schrale vochtige graslanden, die ook niet werden bemest, ontstonden de blauwgraslanden. Bloemrijke juweeltjes, rijk aan bijzondere en zeldzame planten en dieren. Waren er in begin 1900 nog duizenden hectare blauwgrasland in Nederland, nu begin 2006, zijn er nog maar enkele hectare over.

Halvezolenlijn

In de periode 1886-1890 werd de spoorlijn Lage Zwaluwe - 's-Hertogenbosch aangelegd. Deze spoorlijn, officieel Langstraatspoorlijn genoemd, staat bekend als de halve-zolen lijn, omdat er leer en schoenonderdelen over werden vervoerd. Schoenverkopers gingen met het halve-zolenlijntje naar 's-Hertogenbosch - eigen auto's had men nog niet - en van daar uit verder het land in. In de bagage had men dan de schoenmodellen, die men probeerde aan de man te brengen. Veel delen van de spoorlijn zijn in de vroege jaren '80 van de 20e eeuw afgebroken en vervangen door een fietspad.