Het ontstaan en de ontwikkeling van Raamsdonk tot 1421: verschil tussen versies

Uit Wiki Raamsdonks Historie
Regel 18: Regel 18:


=== St. Elisabethsvloed ===
=== St. Elisabethsvloed ===
[[Raamsdonk]] werd ook getroffen door de [[St. Elisabethsvloed]] van [[Sint-Elisabethsvloed (1421)|1421]], waardoor vele huizen, die rondom de kerk stonden verloren zijn gegaan. Of de kerk behouden bleef, is niet bekend; in elk geval bleef de toren, die uit omstreeks 1300 stamt, staan.
=== Geloof en kerken ===
In de tijd van de hervorming, reeds in 1609, vielen vele inwoners van [[Raamsdonk]] van het [[katholieke geloof]] af. Van degenen, die katholiek bleven, verhuisden er velen. Het aantal [[katholieken]] nam later weer toe, maar zij moesten het zonder [[Lambertuskerk|kerk]], die in [[hervormde]] handen was overgegaan en zou blijven, stellen, en eveneens zonder [[Pastoors van Raamsdonk|pastoor]].
Zij waren toen aangewezen op de parochie van [[Waspik]], tot in het jaar 1787. Met toestemming van de Staten van Holland mochten zij een kerkhuis bouwen. Er werd toen ook weer een pastoor benoemd.
<br><br>
<br><br>
Bron digitalisering en Wiki opmaak: [[Terry van Erp]]
Bron digitalisering en Wiki opmaak: [[Terry van Erp]]
<br>
<br>
[[Categorie:Geschiedenis van Raamsdonk]][[Categorie:Canon van Raamsdonk]]
[[Categorie:Geschiedenis van Raamsdonk]][[Categorie:Canon van Raamsdonk]]

Versie van 1 apr 2024 07:19

Grote of Zuid-Hollandse Waard
Grote of Zuid-Hollandse Waard

Het ontstaan en de ontwikkeling tot 1421

Het ontstaan, de groei en de ontwikkeling van Raamsdonk is niet los te denken van die van de streek tussen Geertruidenberg en Waalwijk, een gedeelte van de Langstraat dus.

Het allereerste begin

In de ijstijd bestond de bodem uitsluitend uit zand. Na geruime tijd zetten de eerste venen zich op deze bodem af, waarna in de loop der eeuwen het hele gebied ten zuiden van de Maasloop zich tot veengebied ging ontwikkelen. Uitgestrekte veenmoerassen met honderden veenstroompjes naar het noorden toe gaven het landschap een woest uiterlijk. Het veen kon in die duizenden jaren tot zo’n vijf meter hoog groeien.

Eerste vermelding

In dit moerassig gebied ontstonden langs en op de hoge zandrug nederzettingen, veendorpen. De oudste ontginningen in de Langstraat vonden vanaf 1000 na Chr. plaats vanaf de zuidoever van de Maasloop. Rond de 12e en 13e eeuw ontstonden langs deze zandrug de dorpen Raamsdonk, Waspik, Capelle en Besoyen. In het onafzienbare moerasgebied moest een onafgebroken strijd gevoerd worden tegen het water.

Omstreeks 1230 werd op de zuidelijke grens tussen Holland en Brabant de “Heidijk” aangelegd, als onderdeel van de bedijking van de Grote of Zuid-Hollandse Waard.

Ambachtsheren

De heerlijkheden

De ramp

Het hoofdmiddel van bestaan in Raamsdonk en de Langstraatse dorpen vormde de turfwinning. Nagenoeg de gehele bevolking leefde van de turfwinning of het vervoer daarvan per schip. De uitmoering van het met dijken omgeven gebied leverde gevaar op, vooral als de turf direct bij de dijken gestoken werd. Daarbij kwam dat als gevolg van onenigheid tussen de graaf van Holland en de hertog van Brabant over het bezit van de streek en de Hoekse en Kabeljauwse twisten, het onderhoud aan de dijken op een laag pitje was komen te staan.

Toen in de nacht van 17 op 18 november 1421 een geweldige storm ons land teisterde, werd de rekening dan ook gepresenteerd. Verschillende dijkdoorbraken veroorzaakten grote overstromingen. De Grote of Zuid-Hollandse Waard werd grotendeels door de vloed verzwolgen.
De Biesbosch met zijn killen en kreken ontstond.

St. Elisabethsvloed

Raamsdonk werd ook getroffen door de St. Elisabethsvloed van 1421, waardoor vele huizen, die rondom de kerk stonden verloren zijn gegaan. Of de kerk behouden bleef, is niet bekend; in elk geval bleef de toren, die uit omstreeks 1300 stamt, staan.

Geloof en kerken

In de tijd van de hervorming, reeds in 1609, vielen vele inwoners van Raamsdonk van het katholieke geloof af. Van degenen, die katholiek bleven, verhuisden er velen. Het aantal katholieken nam later weer toe, maar zij moesten het zonder kerk, die in hervormde handen was overgegaan en zou blijven, stellen, en eveneens zonder pastoor.

Zij waren toen aangewezen op de parochie van Waspik, tot in het jaar 1787. Met toestemming van de Staten van Holland mochten zij een kerkhuis bouwen. Er werd toen ook weer een pastoor benoemd.

Bron digitalisering en Wiki opmaak: Terry van Erp