Geldzuivering

Uit Wiki Raamsdonks Historie
Bankbiljet 10 gulden. Lieftinck Tientje 7 mei 1945
Bankbiljet 10 gulden. Lieftinck Tientje 7 mei 1945
Pieter (Piet) Lieftinck (Muiderberg, 30 september 1902 – Den Haag, 9 juni 1989)
Pieter (Piet) Lieftinck (Muiderberg, 30 september 1902 – Den Haag, 9 juni 1989)

In Nederland vond de geldzuivering, waarvoor de Gutt-operatie model stond, plaats in 1945. Tijdens een voorbereidingsfase in juli en augustus 1945 werd de coupure van ƒ 100 reeds buiten omloop gesteld en werd de minister van financiën, Pieter Lieftinck, gemachtigd de geldzuivering bij ministeriële beschikking te regelen. De Beschikking Geldzuivering 1945 werd op 12 september afgekondigd en uitgevoerd in drie fasen. In de eerste fase werd ieder aangespoord zoveel mogelijk chartaal geld om te zetten in giraal geld en vanaf 19 september had men gelegenheid per hoofd van de bevolking ƒ 10 aan oud geld om te wisselen tegen een zelfde bedrag in nieuwe muntbiljetten van 1 en 2 ½ gulden, het zgn. tientje van Lieftinck, ter bekostiging van de normale huishoudelijke uitgaven gedurende in inleveringsweek. De tweede fase bestond uit die inleveringsweek, aanvangend op 26 september.

Alle bank- en girorekeningen werden geblokkeerd en alle oude geld diende bij banken en belastingkantoren te worden ingeleverd.

De derde fase ving aan op 3 oktober met een gedeeltelijke deblokkering van de rekeningen en het in circulatie brengen van nieuwe munt- en bankbiljetten, waaronder een noodbiljet van ƒ 10, dat wel het Lieftincktientje werd genoemd. Verdere deblokkering volgde naarmate het onderzoek naar de herkomst der gelden vorderde en zou pas in 1952 zijn voltooid.

Bankbiljet 10 gulden. Lieftinck Tientje 7 mei 1945
Bankbiljet 10 gulden. Lieftinck Tientje 7 mei 1945

Vanaf 6 Juli 1945 vond de grote geldzuivering plaats. De biljetten van 100 gulden werden ongeldig verklaard. Men moest ze inleveren op de bank waar ze op een geblokkeerde rekening werden gezet. De bezitter moest aantonen dat het geld eerlijk was verdiend. Zo niet volgde bestraffing. Op 26 September werd alle papiergeld ongeldig verklaard. Het geld moest op de bank worden ingeleverd en ook hier gold hetzelfde als voor de 100 gulden biljetten. Alle rekeningen werden geblokkeerd. Lonen werden in de week van 26 September tot 2 October niet uitbetaald en iedere inwoner kreeg 10 gulden voor de eerste betalingen. Door deze maatregel kreeg men grip op de hele financiele wereld. Vanaf 3 October 1945 werd het geblokkeerde geld geleidelijk vrijgegeven. Het banktbiljet groot 10 gulden van 7 Mei 1945 werd Lieftinck tientje genoemd naar de naam van Minister Lieftinck.

Terry van Erp

Zie ook: Nederlandsche Bank
Geraadpleegde literatuur:

  • (P. Lieftinck), Witboek betreffende de maatregelen tot zuivering van het geldwezen in Nederland ('s-Gravenhage 1946).