Engelram I van Coucy
Engelram I van Coucy | ||
---|---|---|
1042 -1116 | ||
Heren van Coucy | ||
Periode | 1080-1116 | |
Voorganger | Drogo van Boves | |
Opvolger | Thomas I | |
Graaf van Amiens | ||
Periode | 1085-1116 | |
Voorganger | Simon | |
Opvolger | Thomas | |
Vader | Drogo van Boves |
Engelram I (Frans: Enguerrand) (1042-1116), zoon van "Drogo van Boves", werd heer van Coucy op het einde van de elfde eeuw. Hij voegde er de domeinen van Marle en La Fère toe, door zijn huwelijk met Adela van Marle (rond 1069[1]).
Engelram I wordt door abt Guibert de Nogent “bezeten van vrouwen” genoemd. Gescheiden van zijn eerste echtgenote, Adela van Marle, wegens overspel harerzijds, slaagde Engelram erin om Sibylle van Château-Porcien, echtgenote van de afwezige graaf Godfried van Namen, te schaken en ze, met behulp van zijn neef, de bisschop van Laon, ook te huwen. Dat de dame, zo vermeldt Guibert, “losbandig” en bovendien zwanger van weer een andere edelman was, deed er niet toe.
Engelram nam deel aan de Eerste Kruistocht onder Pieter de Kluizenaar en maakte naam als ridder in een schermutseling met de moslims. Met vijf andere ridders was hij, bewapend, maar niet in een maliënkolder gekleed, uitgereden. De zes ridders waren niet aan hun schilden of mantels herkenbaar en toen zij een groep islamitische strijders in het oog kregen, improviseerde Engelram een herkenningsteken door zijn rode, met eekhoornbont afgezette mantel, uit te trekken en in zes stukken te scheuren. De moslims werden verslagen en de trotse Engelram verving zijn oude wapen door “zes banden vair van eekhoorn en keel”.
Overigens moet worden opgemerkt dat deze heraldische legende, want een bevestiging van dit verhaal is niet te vinden, ook over Engelrams zoon Thomas wordt verteld.
Bronnen
- (Engels) Memoirs and [1] from the Internet Medieval Sourcebook. English translation by C.C. Swinton Bland of The Autobiography of Guibert, Abbot of Nogent-sous-Coucy (London: George Routledge: New York: E.P. Dutton, 1925)
- (Engels) The Revolt in Laon from the Internet Medieval Sourcebook.
- (Engels) On the First Crusade, includes Guibert's version of Pope Urbans speech and impressions of Peter the Hermit.
- (Engels) The Deeds of God through the Franks, e-text from Project Gutenburg. Translated by Robert Levine 1997.
- Guibert de Nogent: «De vita sua sive monodiarum suarum libri tres» (autobiographie) 1155
- André Duchessne « Histoire généalogique des maisons de Guines, d’Ardes de Gand et de Coucy» Paris 1631
- (fr) Dom Michel Toussaints Chrétien Duplessis « Histoire de la ville et dese seigneurs de Coucy « Paris 1728
- Paul J. Archambault (1995). A Monk's Confession: The Memoirs of Guibert of Nogent. ISBN 0-271-01481-4
- John Benton, ed. (1970). Self and Society in Medieval France: The Memoirs of Abbot Guibert of Nogent. A revised edition of the 1925 C.C. Swinton Bland edition, includes introduction and latest research. ISBN 0-8020-6550-3 (1984 reprint, University of Toronto Press).
- Robert Levine (1997). The Deeds of God through the Franks : A Translation of Guibert de Nogent's `Gesta Dei per Francos' . ISBN 0-85115-693-2
Voetnoten
- ↑ (fr) E. de l'Epinois (1859). Histoire de la Ville et des Sires de Coucy. Paris.