De elite en de ‘gewone man’
De wereld van de Bijbel was zeker geen wereld van gelijkheid, een samenleving waarin iedereen kansen kreeg en gelijkwaardig was. Integendeel. Er bestonden grote verschillen tussen arm en rijk, tussen edelen en onaanzienlijken, tussen machtigen en weerlozen. In het Oude Testament komen we vaak de oproep tegen om de armen en weerlozen te beschermen en op een eerlijke manier te behandelen. In diverse bijbelboeken is sociale rechtvaardigheid een belangrijk aspect van de ideale samenleving. Toch moeten we de vraag stellen in hoeverre de boeken van het Oude Testament ‘elitair’ zijn, d.w.z. geschreven zijn door en voor een kleine bovenlaag van de bevolking. In dit opzicht is de vraag van belang: wie hebben de boeken van het Oude Testament geschreven en voor wie waren ze bedoeld? (zie: Het ontstaan van de Bijbel)
In het geval van het Nieuwe Testament liggen de zaken anders. De nieuwtestamentische boeken zijn de geschriften van de vroegchristelijke kerk. Tot de vroegchristelijke kerk behoorden zowel arme als rijke mensen, maar veel meer armen dan rijken. Paulus – die onder de nieuwtestamentische auteurs een prominente plaats inneemt – was misschien niet arm en onaanzienlijk, maar zeker ook niet rijk en elitair.
De nieuwtestamentische geschriften zijn meer literatuur ‘van het volk’ dan de oudtestamentische.
Bron: Terry van Erp