Geld in het Nieuwe Testament
Uit Wiki Raamsdonks Erfgoed
In het Nieuwe Testament komen wij verschillende soorten munten tegen. Het meest wordt de denarie genoemd. In de Statenvertaling wordt denarie telkens vertaald met ‘penning’, in de NBG-vertaling 1951 met ‘schelling’. In De Nieuwe Bijbelvertaling (NBV) wordt bijna overal het woord denarie gebruikt (zie ook: Penning, schelling, denarie: over de vertaalkeuze). Ook de andere termen voor muntgeld in het Nieuwe Testament worden in de diverse vertalingen heel verschillend vertaald. We noemen hier een rijtje munten met hun vertaling in de NBV:
denarion | denarie | 1 Matteüs 18:28; 20:2; 22:19; Marcus 6:37; 14:5; Lucas 7:41; 10:35; 20:24; Johannes 6:7; 12:5 |
drachma | drachme | 1 Lucas 15:8, 19:13, 19:24 |
didrachma | dubbeldrachme | Matteüs 17:24 |
quadrans | quadrans | Marcus 12:42 |
stater | vierdrachmenstuk | Matteüs 17:27 |
argurion | zilverstuk | 1 Matteüs 26:15; 27:3 |
talent | talent | 1 Matteüs 18:24; 25:15 |
Sommige termen zijn niet precies vertaald, maar omgezet naar hun waarde:
lepton | cent, muntje | 1 Lucas 12:59; 21:2 |
quadrans | cent | Matteüs 5:26 |
as | bijna (zo goed als) niets | 1 Lucas 12:6; Matteüs 10:29 |
mina | 100 drachme (10 mina) |
Bron: Terry van Erp