Parochie Onze Lieve Vrouw Hemelvaart te Raamsdonksveer
Het kerkgebouw van Onze Lieve Vrouw Hemelvaart staat, met goedkeuring van het Bisdom Breda, sinds voorjaar 2022 te koop. Het gebouw biedt plaats aan 1.100 zielen, maar de kerkbanken worden tegenwoordig door nog maar 40 trouwe kerkgangers bezet. De kosten zijn door de Sint Elisabethparochie, waarvan Raamsdonksveer sinds 1 januari 2012 een van de zes parochiekernen is, niet meer op te brengen. Volgens ingewijden is er een kandidaat-koper van buiten de gemeente. Deze projectontwikkelaar/groep wil de kerk ombouwen tot een appartementencomplex. Gezien de woningnood een prima plan, maar laat het beeldbepalende kerkelijke gebouw aan de buitenkant daarbij wel in takt. Een voorbeeld van hoe het niet moet is de voormalige St. Theodorus-school, waarvan de voorgevel een mooi front voor het appartementencomplex zou zijn geweest. De verantwoording ligt bij de gemeente, want onder druk van de landelijke erfgoedbewakers van de Stichting Cuypersgenootschap werd de OLV Hemelvaart uiteindelijk toch een gemeentelijk monument. Eerder weigerde het gemeentebestuur namelijk de kerk een beschermde status te geven.
Na een bezwaar heeft het college van B&W zich, zoals journalist Paul de Schipper het mooi zegt, ‘bekeerd’, en is de kerk sinds 2013 in ambtenarentaal een ‘beschermde beeldbepalende zaak’. Een gemeentelijk monument met een bijzondere geschiedenis.
Op 19 september is het 180 jaar geleden dat Petrus Arnoldus de Bont werd benoemd tot eerste pastoor van een nieuwe parochie. Na 20 jaar lang diverse pogingen te hebben ondernomen, waarbij de gelovigen naar de kerk in Raamsdonk of Geertruidenberg moesten, was er eindelijk een zelfstandige parochie in Raamsdonksveer. Eind 1843 bedroeg het aantal zielen van de nieuwe parochie ca. 1.400. De Bont werd een rijkstoelage van 400 gulden per jaar toegekend. Het bisdom, toen nog ’s-Hertogenbosch, keurde de oprichting van een nieuwe kerk goed, maar subsidie van de bouw ervan werd echter geweigerd. Gelukkig bleek Theodora Maria Sprangers, weduwe van Simon van Son, bereid haar huis (als pastorie) met schuur (na aanpassing de kerk) voor een vriendelijke bedrag af te staan. De nieuwe schuurkerk, die op het Smidseind, aan de achterzijde van De Witte Leeuw stond, werd op 3 december 1843 ingezegend en Maria in hare hemelvaart als patrones gekozen. Pastoor De Bont werd al snel opgevolgd door H.C. Wijten, de aangewezen pastoor om de parochie van Raamsdonksveer een wat waardiger Godshuis te geven. Toch zou hij zijn parochianen nog zo’n tien jaar naar de voormalige schaapsstal van de schuurkerk op het Smidseind leiden. Uiteindelijk kon pas in 1862 worden gestart met de bouw van een nieuwe kerk aan de Grote Kerkstraat. Men had de in Roermond wonende architect Carl Weber uitgekozen. Deze Duitse architect was vooral werkzaam in Nederland en heeft in ons land in totaal 33 kerken gebouwd. Daaronder de in 1862 gebouwde en in 1963 afgebroken Gertrudiskerk in Geertruidenberg en de in 1888/89 gebouwde St. Bavokerk in Raamsdonk, een Rijksmonument. Voor de OLV Hemelvaartkerk had hij een gotieke kruiskerk ontworpen met een toren.
Omdat daardoor de kosten te hoog zouden zijn, verdween de toren uit het plan. Op 29 juli 1862 werd de bouw van de kerk aangenomen voor een bedrag van bijna 33.000 gulden door aannemer W. Tielens uit Utrecht. Op 4 juni 1864 werd de eerste mis in de nieuwe kerk opgedragen. In verband met ziekte werd in 1873 aan pastoor Wijten een plaatsvervanger toegewezen in de persoon van kapelaan Haest uit Waspik; deze werd, na het overlijden van pastoor Wijten, op 11 april 1875 benoemd tot nieuwe pastoor van de parochie. Haest kwam plotseling te overlijden op 29 juli 1890 is was de eerste pastoor die in Raamsdonksveer begraven werd. Pastoor J. van Bussel werd op 4 augustus 1890 benoemd en enkele weken later geïnstalleerd. De parochiekerk was inmiddels te klein geworden, maar een geheel nieuwe kerk bouwen was niet verantwoord. Niettemin werd bouwmeester dr. Pierre Cuypers uitgenodigd een plan te ontwerpen, dat na enige tijd werd toegestuurd aan pastoor Van Bussel. Deze was laaiend enthousiast en hij wist het kerkbestuur te overtuigen akkoord te gaan met het majestueuze ontwerp, compleet met een prachtige toren. Onder één voorwaarde: de pastoor moest dan wel een inzameling houden. In het voorjaar van 1892 werd de verbouwing en begroting van de kerk aangenomen voor een bedrag van ca. 90.000 gulden. Nog datzelfde jaar werd het eerste deel voltooid en in gebruik genomen en op 18 juni 1893 het tweede gedeelte. Pastoor Van Bussel werd per 1 juli 1917 opgevolgd door H.J. Berkelmans, een gemoedelijke en goedhartige pastoor. Tijdens zijn pastoraat werd de kerk verder voltooid en een kerkorgel geplaatst. Vanwege zijn vele lichaamskwalen was de pastoor genoodzaakt in 1936 zijn emiraat aan te vragen. Hij overleed op 26 juli 1937 en werd op het kerkhof in Raamsdonksveer naast pastoor Haest begraven. Zijn opvolger was pastoor Johannes Bekkers.
In mei 1940 werd de prachtige toren door Duitse militairen beschoten en beleefde de pastoor angstige uren; door zijn grote inzet en vrijgevigheid werd de toren weer in zijn volle glorie hersteld. Op dinsdag 31 oktober 1944 werd de toren echter door een aantal Duitse militairen opgeblazen. Wat restte van het fraaie kerkgebouw, waarvan de toren het landschap van de westelijke Langstraat beheerste, was een enorme puinhoop. Slechts het mooie met goud beklede Mariabeeld bleef als een wonder gespaard en stond rechtop op de puinhopen. Bij de bouw van de huidige kerk werd het beeld geplaatst in het baldakijn boven het voorportaal aan het kerkplein. Besloten werd direct te beginnen met het puin ruimen en werd van het overgebleven deel van de kerk een noodkerk gemaakt. Weliswaar een sober gebouw, dat tot december 1957 als parochiekerk in gebruik is geweest. Ook werd direct een begin gemaakt met fondswerving, waaraan door praktisch alle parochianen naar vermogen werd bijgedragen.
Op 15 augustus 1956 heeft pastoor Bekkers de eerste steen gelegd voor het nieuwe Godshuis in Raamsdonksveer. In december 1957 werd de nieuwe parochiekerk door Mgr. J. Baeten, Bisschop van Breda, geconsacreerd en in gebruik genomen. Als opvolger van pastoor Bekkers werd per 1 oktober 1962 A. Douenberg als pastoor benoemd. Tot zijn opvolger werd kapelaan W. van Gool door Bisschop van Breda H. Ernst op 1 januari 1974 benoemd als nieuwe pastoor. Op 1 februari 1979 werd A. van der Werf uit Oosterhout als pastoraal werker in de parochie aangesteld en op 13 augustus 1988 door Bisschop Ernst tot diaken gewijd. De parochie had toen ongeveer 8.200 ingeschreven katholieken en was toen een van de grootste parochies van het bisdom Breda.
In 2002 werd een InterParochiële Vereniging (IPV) regio Dongemond opgericht. De IPV droeg zorg voor het pastoraal team en stimuleerde samenwerking tussen de zes regionale parochies. De aanleiding om van onderlinge samenwerking naar de vorming van één parochie over te gaan, was een beleidsinitiatief van het bisdom Breda in 2007. De op dat moment 103 parochies in het bisdom zouden moeten worden samengevoegd tot 21 nieuwe samenwerkingsverbanden met elk één pastoraal team, bestaande uit een priester, een diaken en twee pastoraal werkers.
Hieruit volgde per 1 januari 2012 de oprichting van de Sint Elisabethparochie. Hiermee hielden de zes voormalige parochies (Dussen, Hank, Woudrichem, Geertruidenberg, Raamsdonk en Raamsdonksveer) op te bestaan; ze zijn parochiekernen geworden van de nieuwe parochie.
Door Jan Hoek
- Bron: Gedenkboekje tgv. 150 jarig bestaan parochie OLV Hemelvaart 1843 - 1993; WebsiteSint Elisabethparochie