Zeventig discipelen

Uit Wiki Raamsdonks Erfgoed
Icoon van de zeventig discipelen

De zeventig discipelen of zeventig apostelen zijn 70 (of 72) vroege leerlingen van Jezus die in Lucas 10:1-24 genoemd worden. Daar worden ze twee aan twee uitgezonden om het evangelie te verkondigen. In het westers christendom worden ze gewoonlijk als leerlingen of discipelen aangeduid, maar in het oosters christendom spreekt men heel nadrukkelijk van apostelen.

Ze hebben een eigen feestdag, de Synaxis van de Zeventig Apostelen, op 4 januari.

Aantal

In de manuscripten van de Alexandrijnse (bijv. Codex Sinaiticus) en de Cesareïsche teksttraditie staat in Lucas het aantal van 70. Dit wordt soms geïnterpreteerd als verwijzing naar de 70 volken (Genesis 10) of naar de 70 vertalers van de Septuagint. In de meeste andere Alexandrijnse en westelijke (Romeinse) teksten staat vooral het getal 72. Volgens een traditie werd de Septuagint door 72 rabbijnen vertaald (6 van iedere stam van de Israëlieten) en was het getal 72 een verwijzing hiernaar.[1]

Volgens sommigen is het getal 72 waarschijnlijk het oorspronkelijk juiste getal omdat dit getal bij het overschrijven vermoedelijk werd gewijzigd in het veel vaker voorkomende symbolische getal 70. De verandering van 72 naar 70 is waarschijnlijker dan omgekeerd.[2]

Naamlijsten

De orthodoxe traditie om de 70 gezondenen een naam te geven, gaat terug op Dorotheus van Tyrus,[3] bisschop en martelaar uit de late 3e eeuw. Zoals vaker in de patristiek is de toewijzing van een lijst aan een vroege martelaar problematisch. De lijst met 70 namen die aan hem wordt toegeschreven, heeft men teruggevonden in een kopie, die dateert uit het begin van de 8ste eeuw. Een vergelijkbare lijst wordt aan Hippolytus van Rome toegeschreven.[4] Daarom spreekt men van Pseudo-Dorotheus of Pseudo-Hippolytus. Ook het Chronicon Paschale, een Oost-Romeinse wereldkroniek (ca. 630), heeft een zodanige lijst.

Invloedrijk in de Oosterse kerk is met name Dimitri van Rostov die een Levens van de Heiligen heeft geschreven (Kiev 1689-1705). Zelf meldt hij dat zijn bron de lijst van (Pseudo-)Dorotheus is, waarin hij echter verbeteringen heeft aangebracht door enkele namen te schrappen, omdat die later afvallig zouden zijn geworden en enkele andere toe te voegen, die ook in het Nieuwe Testament voorkomen en die in zijn traditie als heiligen werden vereerd (Timoteüs, Titus, Epafras, Archippus, Aquila, Olympas, Quadratus en Achaicus).

Toen Eusebius zijn kerkgeschiedenis schreef in de 4e eeuw, meldde hij expliciet dat hij niet van het bestaan van zo'n lijst op de hoogte was.[5]

Lijst van pseudo-Hippolytus

Tegenpaus Hippolytus (Hyppolitus van Rome) was een leerling van Irenaeus, die een leerling was van Polycarpus van Smyrna, die weer een leerling was van de apostel Johannes. De werken van Hippolytus werden vóór hun ontdekking in een klooster op Athos in 1854 als verloren beschouwd.[6] Hoewel zijn belangrijkste werk De weerlegging van alle ketterijen snel werd geaccepteerd (toen de valse toeschrijving aan Origenes was opgelost), worden zijn twee kleine werken, Over Christus' twaalf apostelen nog steeds als dubieus beschouwd, Ze vormen een bijlage van zijn werken in de omvangrijke verzameling geschriften van vroege kerkvaders.[6] Zijn lijst in De zeventig apostelen van Christus luidt:

  1. Jakobus de Rechtvaardige, bisschop van Jeruzalem.
  2. Kleopas, bisschop van Jeruzalem.
  3. Mattias, die de vacante plaats van Judas in het aantal van de twaalf apostelen opvulde.
  4. Thaddeus van Edessa, die de brief aan Augarus heeft overgebracht (Abgar V van Osrhoene).
  5. Ananias uit Damascus, die Paulus doopte en bisschop van Damascus was.
  6. Stefanus (martelaar), de eerste martelaar.
  7. Filippus (evangelist), die de eunuch doopte.
  8. Prochorus de deken, bisschop van Nicomedia, die ook de eerste was die vertrok, geloofde samen met zijn dochters.
  9. Nicanor de Deken stierf toen Stefanus als martelaar omkwam.
  10. Timon de Deken, bisschop van Bosra.
  11. Parmenas, bisschop van Soli (Soloi (Cyprus) of Soloi (Cilicia)).
  12. Nicolas/Nicolaus de Deken, bisschop van Samaria.
  13. Barnabas, bisschop van Milaan.
  14. Marcus (evangelist), bisschop van Alexandrië.
  15. Lucas (evangelist).
  16. Silas, bisschop van Korinthe.
  17. Silvanus van de Zeventig, bisschop van Thessaloniki. Genoemd in 1 Petrus 5:12 en 2 Korintiërs 1:19.
  18. Crescens/Crisces, bisschop van Carchedon in Gallië.
  19. Epenetus van Carthage, bisschop van Carthago.
  20. Andronikus van Pannonia, bisschop van Pannonië.
  21. Ampliatus/Amplias, bisschop van Odyssus.
  22. Urbanus van Macedonië, bisschop van Macedonië.
  23. Stachys de Apostel, bisschop van Byzantion/Constantinopel.
  24. Barnabas, bisschop van Heraclea
  25. Phygellus, bisschop van Efeze. Hij maakte deel uit van de groep van Simon.
  26. Hermogenes. Idem.
  27. Demas, die ook een priester van afgoden werd.
  28. Apelles van Heraklion, bisschop van Smyrna.
  29. Aristobulus van Britannia, bisschop van Britannia.
  30. Narcissus van Athene, bisschop van Athene.
  31. Herodion, bisschop van Tarsus.
  32. Agabus de profeet.
  33. Rufus van Thebe, bisschop van Thebe.
  34. Asyncritus van Hyrcania, bisschop van Hyrcanië.
  35. Phlegon van Marathon, bisschop van Marathon.
  36. Hermas/Hermes van Dalmatia, bisschop van Dalmatia.
  37. Patrobulus, bisschop van Puteoli.
  38. Hermas, bisschop van Philippi.
  39. Paus Linus, bisschop van Rome.
  40. Gaius van Efese, bisschop van Efeze.
  41. Philologus van Sinope, bisschop van Sinope
  42. Olympas/Olympus en
  43. (He)rodion of Patras kwamen beiden om als martelaar te Rome.
  44. Lucius van Cyrene, bisschop van Laodicea in Syria.
  45. Jason van Thessaloniki, bisschop van Tarsus.
  46. Sosipater, bisschop van Iconium.
  47. Tertius van Iconium, bisschop van Iconium.
  48. Erastus van Corinthe, bisschop van Panellas.
  49. Quartus, bisschop van Berytus.
  50. Apollos, bisschop van Caesarea.
  51. Cephas van Iconium.
  52. Sostenes, bisschop van Colophon.
  53. Tychicus, bisschop van Colophon.
  54. Epaphroditus, bisschop van Andriace.
  55. Caesar van Dyrrhachium, bisschop van Dyrrachium.
  56. Markus van Apollonias, neef van Barnabas, bisschop van Apollonias.
  57. Justus, bisschop van Eleutheropolis.
  58. Artemas, bisschop van Lystra.
  59. Clement, bisschop van Sardinia.
  60. Onesiforus, bisschop van Corone.
  61. Tychicus, bisschop van Chalcedon.
  62. Carpus, bisschop van Berytus in Thrace.
  63. Evodus, bisschop van Antioch.
  64. Aristarchus, bisschop van Apamea.
  65. Johannes Marcus/Marcus, die ook Johannes heet, bisschop van Bibloupolis.
  66. Zenas, bisschop van Diospolis.
  67. Philemon, bisschop van Gaza.
  68. Aristarchus.
  69. Pudens.
  70. Trophimus, die martelaar werd met Paulus.

Andere lijsten

Andere lijsten noemen ook:

  1. Achaicus (1 Korintiërs 16:17).
  2. Aquila.
  3. Archippus.
  4. Clement, bisschop van Sardis.
  5. Crispus, bisschop van Chalcedon in Galilea.
  6. Epaphras, bisschop van Andriaca.
  7. Fortunatus.
  8. Jozef van Arimathea.
  9. Onesimus.
  10. Parrobus, bisschop van Pottole.
  11. Simeon, zoon van Cleopas, tweede bisschop van Jerusalem.
  12. Quadratus.
  13. Tabitha, een vrouwelijke discipel, die door Petrus uit de dood werd opgewekt.
  14. Timotheus, bisschop van Efeze.
  15. Titus, bisschop van Kreta.

en

  1. Alphaeus, vader van de apostelen Jacobus en Mattheus.
  2. Apphia, vrouw van de apostel Philemon. Terwijl er bij haar thuis een kerkdienst was, vielen heidenen de groep aan en namen Apphia, Philemon en Archippus mee om te vermoorden. Ze werd martelares en wordt herdacht op 19 februari.
  3. Junia, begeleidde Andronicus en predikte in heel Pannonië. Ze was familie van de apostel Paulus en werd een martelares. Romeinen 16:7.
  4. Zacheüs, werd door de apostel Petrus aangesteld als bisschop van Caesarea. Genoemd in Lucas 19:1–10.