Wreedste executiemethoden uit de geschiedenis
Mensen die ter dood veroordeeld werden, werden meestal opgehangen. Maar voor sommige misdrijven vond men 'gewoon' ophangen niet genoeg. Men haalde soms alles uit de kast om ter dood veroordeelden op een zo gruwelijk mogelijke manier om te brengen. Een aantal van deze executiemethoden waren bijzonder wreed.
De praktijk van het ter dood veroordelen van criminelen en andere sociaal ongewensten is vermoedelijk al zo oud als de mensheid zelf. Zo gaven de oude Assyriërs de voorkeur aan het levend villen, terwijl later in het Midden Oosten vooral dood door steniging werd toepast. In het Britse Rijk van de 19e eeuw koos men liever voor het ‘kanonblazen’, waarbij het slachtoffer aan de mond van een kanon werd vastgebonden en het geschut vervolgens werd afgevuurd.
Gehangen, getrokken en gevierendeeld
Hoe wreed deze methoden ook waren, ze haalden het niet bij de Engelse methode genaamd ‘Hanged, Drawn and Quartered’ [Gehangen, Getrokken en Gevierendeeld]. De slachtoffers – vaak veroordeeld vanwege hoogverraad – werden eerst vastgebonden aan een houten paneel en door een paard door de stad getrokken. Vervolgens ondergingen ze meerdere ophangingen, waarbij de onfortuinlijke lieden iedere keer net voordat ze stikten weer gered werden. De beul bond het naakte slachtoffer daarna vast op een houten rek voor het meest wrede deel van de executie. Hij werd gecastreerd en ontdaan van al zijn ingewanden, die vervolgens voor zijn eigen ogen in brand werden gestoken. Als het slachtoffer na al deze martelingen nog in leven was, werd hij onthoofd. Tot slot hakte de beul het levenloze lichaam in vier stukken, die ieder naar een uithoek van het koninkrijk werden gebracht.
Kruisiging
Een andere pijnlijke manier van executie was de kruisiging, een methode die vooral bekend is uit de Bijbel, waarin Jezus Christus gekruisigd wordt. Ook in andere verhalen speelt kruisiging een rol, zo zouden de rebellen onder leiding van Spartacus gekruisigd zijn en werden veel inwoners van Jeruzalem gekruisigd nadat de Romeinen in het jaar 70 de stad plunderden. Volgens Tacitus was er niet ver buiten de Porta Esquilina in Rome een speciaal veld waar slaven werden gekruisigd.
De straf was niet alleen bedoeld als langzame pijnlijke executie, maar ook als vernedering voor de veroordeelde. Het was gebruikelijk om het slachtoffer eerst te onderwerpen aan een aantal zweepslagen, waarmee de huid van zijn lichaam werd getrokken. Vervolgens moest de veroordeelde zelf het loodzware kruis naar de plek van zijn executie dragen. Eenmaal daar aangekomen werd de naakt aan het kruis werd gehangen. Daarbij werden er spijkers door zijn handen (of polsen) en soms door zijn voeten geslagen om hem aan het kruis te fixeren. In 2018 troffen archeologen in Engeland bewijs aan voor deze praktijk: ze vonden resten van een skelet met een grote spijker door een hielbot. De kruisdood was een wrede langdurige marteling. Vaak kwamen de slachtoffers pas na enkele dagen te overlijden als gevolg van bloedvergiftiging, uitdroging, verstrikking of van de pijn zelf.
De kruisiging als executiemethode is bekend van de Romeinen, maar ook in andere delen van de wereld kwamen vergelijkbare straffen voor. Onder andere in Japan en Birma (nu Myanmar) werd kruisiging nog lang als straf gebruikt.
Koperen Stier
De Koperen- of Messingen Stier was een executiemiddel van de Oude Grieken dat vermoedelijk was bedacht door Perillos van Athene. Hij stelde voor om alle terdoodveroordeelden op te sluiten in een hol beeld van een stier, dat gemaakt was van koper of messing. Vervolgens werd er een vuurtje onder het beeld aangestoken, waardoor het koperen beeld langzaamaan heet werd, tot het metaal begon te gloeien van de hitte. Deze executiemethode was veel wreder dan de brandstapel, omdat de pijn veel langer aanhield. Bovendien was het beeld zo ontworpen dat de angstkreten van het slachtoffer, die langzaam geroosterd werd, voor het publiek vervormd raakten tot het geluid van een echte dolle stier.
Volgens verhalen zou de 'uitvinder' van deze wrede executiemethode zelf het eerste slachtoffer zijn geworden van zijn creatie. Perillos van Athene zou bij de presentatie van zijn uitvinding, door Phalaris, de heersende tiran van de stad Akragas gevraagd zijn om zelf in de stier te kruipen. Daarna zou de tiran de deur in de stier hebben gesloten en het vuur onder de koperen stier hebben ontstoken. Uiteindelijk zou ook de tiran zelf door de koperen stier ter dood zijn gebracht.
Spietsing
Een nog pijnlijkere en langzamere dood onderging iemand die veroordeeld was tot ‘spietsing’, een methode die vooral populair was bij de Roemeense heerser Vlad III, bijgenaamd ‘Vlad the Impaler (Vlad de spietser)’ . Het slachtoffer kreeg hierbij een lange spies ingebracht via het rectum of de vagina, welke vervolgens doorgetrokken werd totdat het boveneinde van de staaf het borstbeen doorboorde of via de mond weer uit het lichaam kwam. Hierna werd het slachtoffer aan een paal bevestigd en op deze manier opgehangen. De bewuste spies was voorzien van een botte punt, zodat deze onderweg geen vitale organen zou doorboren. Slachtoffers konden hierdoor soms nog wel drie dagen in leven blijven terwijl ze vergingen van de pijn.
Hoewel de methode dus vooral bekend is van de Roemeense heerser, werd spietsing al veel langer gebruikt als executiemethode. Zo zou de Egyptische farao Merneptah krijgsgevangenen op deze manier hebben geëxecuteerd na een grote veldslag in zijn vijfde regeringsjaar. Ook op reliëfs uit het Neo-Assyrische rijk zijn taferelen te zien waarop mensen gespiest worden.
De bloedarend
Volgens de legende hadden de Vikingen een verschrikkelijk ritueel om gevangenen aan Odin te offeren: de bloedarend of blóðǫrn. De gevangene werd met zijn gezicht naar de grond gericht vastgepind en vervolgens werden twee achterste ribben uit zijn rug los gesneden. De ribben werden opzij geschoven, de longen werden uit de borstkas gerukt en daarna op de schouders gelegd. Zo leek het alsof de gevangen vleugels had, net als een arend. Met die vleugels kon zijn geest naar de god Odin vliegen. Ondertussen was het slachtoffer al door hevige pijn of verstikking overleden.
Onder historici is discussie over de authenticiteit van de verhalen over deze executiemethode. Velen zijn van mening dat de verhalen over de bloedarend apocrief zijn. Veel verhalen over de vikingen zijn opgetekend door Christelijke monniken en volgens veel historici hebben zij in hun werken de niet-Christelijke vikingen extra wreed afgeschilderd. Daarbij komt de bloedarend in slechts een handvol verhalen voor. Ook wordt er getwijfeld of er wel voldoende kennis van de menselijke anatomie was, om een dergelijk ritueel uit te voeren. Wie de bloedarend goed wil uitvoeren - dat wil zeggen, op zo'n manier dat het slachtoffer pas tegen het einde van het ritueel overlijdt - moet namelijk erg precies tewerk gaan om geen vitale lichaamsdelen of organen te raken, maar ook snel zijn om te voorkomen dat het slachtoffer door bloedverlies snel overlijdt. Volgens een -theoretische- studie uit 2022 was het inderdaad mogelijk om het ritueel redelijk snel uit te voeren. Of het slachtoffer dan daadwerkelijk in leven bleef tot de longen uit het lichaam werden gehaald, is echter de vraag. De onderzoekers vermoeden dat het slachtoffer een dubbele klaplong krijgt op het moment dat de ribbenkast wordt opgengemaakt en zodoende komt te overlijden voordat de ribbenkast volledig open is.
Scaphisme
Veruit de wreedste methode van executeren behoorde echter toe aan de oude Perzen. Zij bedachten namelijk de praktijk genaamd ‘scaphisme’, dat is afgeleid van het Griekse woord voor ‘uitgehold’. Bij deze methode werd het slachtoffer vastgebonden in een overdekte boot, waarbij alleen zijn hoofd en ledematen uitstaken. Vervolgens werden zijn ledematen ingesmeerd met honing en werd het slachtoffer gedwongen om zelf ook grote hoeveelheden honing te eten. Daardoor kreeg hij last van diarree. Als het slachtoffer op de boot gebonden was, en voldoende last kreeg van diarre, werd de boot een vijver op geduwd, waar de geur van honing en uitwerpselen al snel veel insecten aantrok. Deze begonnen na verloop van tijd hun eitjes te leggen in het lichaam van het slachtoffer, met als gevolg dat hij letterlijk uitgehold werd.
Om de lijdensweg te verlengen, werd ervoor gezorgd dat de veroordeelde niet van honger en dorst zou sterven. Hij kreeg regelmatig eten en drinken en werd indien nodig opnieuw ingesmeerd met honing. Zo kregen de insecten lang genoeg de tijd om hun martelende en moordende werk te doen. Na verloop van tijd kon het slachtoffer zelfs last krijgen van verstikkingsverschijnselen doordat bijen, vliegen en mieren doordrongen tot zijn luchtwegen en longen. Volgens de Griekse historiograaf Plutarchus onderging Mithridates, de moordenaar van Cyrus de Jongere, maar liefst 17 dagen van scaphisme voordat hij kwam te overlijden.
Net als bij de bloedarend, zijn er historici die twijfelen aan het waarheidsgehalte van de verhalen. Plutarchus zou zijn verhaal niet uit eerste hand hebben, maar hebben overgenomen van de Griekse historicus Ctesias. Naast deze twee verhalen, zijn er weinig bronnen bekend over deze vorm van executie. Wetend dat historici uit het Oude Griekenland vaak hun verhalen aandikten, is twijfel aan het verhaal daarom op zijn plaats.