Wim Kloonen
Wilhelmus "Wim" Kloonen wordt geboren op 25 april 1926 te Raamsdonk (K96) als negende van de veertien kinderen van Simon Kloonen en Christiana van de Boer. Voordat hij tijdens de Duitse bezetting wordt opgeroepen voor de Arbeitseinsatz, de verplichte tewerkstelling, klust Wim bij als mattenmaker en bij de fietsenmaker. In het kader van de verplichte tewerkstelling wordt hij naar kamp Vledder in Drenthe gezonden om daar als grondwerker aan de slag te gaan. Het kamp wordt geleid door de Nederlandse Arbeidsdienst, een op Duitse leest geschoeide werkverschaffingsorganisatie die Nederlandse jongeren moest indoctrineren met nationaalsocialistische denkbeelden.
In de nacht van 7 op 8 september 1944 pleegt een lokale verzetsgroep een overval op dit kamp. Eenentwintig mannen maken van de gelegenheid gebruik om te ontsnappen. Ook Wim besluit aan zijn dwangarbeid te ontkomen en wordt met negen anderen in de bossen tussen Doldersum en Wateren verborgen gehouden. Zijn schuilplaats wordt echter al op 8 september ontdekt door de Sicherheitsdienst (SD). Zeven van de negen voortvluchtigen worden ter plekke gefusilleerd, onder wie Wim.
Hij is 18 jaar geworden en wordt begraven op de rooms-katholieke begraafplaats in Raamsdonksveer.