Watersnood in de Langstraat
Waternood in den nacht van den 29sten op den 30sten December 1880
Berigten omtrent de Overstrooming
Deze grote overstroming was het gevolg van een dijkdoorbraak even ten oosten van Nieuwkuijk. De locale dijken waren in deze tijd, kort voor de start van de Maasmondwerken (1883), er bar slecht aan toe. Zwak, te laag, slecht beschermd tegen afkalving, onderloops, volledig verzadigd met water en instabiel. Zeker bij ijsvorming op de rivier ontstonden maar al te makkelijk gevaarlijke situaties, met soms - zoals in dit geval - desastreuze gevolgen.
Provinciale Noordbrabantsche en 's Hertogenbossche Courant
7 Januari 1881
De dijk onder Waalwijk is ongedeerd; echter is er veel water in den polder, uit de bovenstreken. Ook kan dit wegens den hoogen stand van het buitenwater nog niet gelost worden. De straatweg staat op verscheiden punten, vooral tusschen Besooyen en Waalwijk, onder water, of liever onder 't ijs. De overlaat van Baardwijk werkt 24 c.M over de volle breedte; er is veel drijfijs. De overtocht geschiedt per sloep en per aak. De straatweg bij Drunen is vol ijs. Drunen is thans vol menschen, het stadhuis is opgepropt. Men roemt de loffelijke hulpvaardigheid der inwoners. De landerijen staan blank en alles is vol ijs. Hier en elders is veel verlies nan aardappelen, die in de kuilen waren. Nieuwkuijk is van deze zijde niet dichter dan 10 min. gaans te naderen. Dan verder gaande, worden de wegen onder ijs of stroom, en zeer gevaarlijk wegens de diepe gaten. Het zand van de doorbraak is zelfs tot hier gespoeld. De kerktoren is inmiddels van stroom en golfslag vrijgemaakt. Een dam of kade over den straatweg wordt daarheen aangelegd. Vele velden zijn bedorven door de uitgestrekte verzanding en veel wielen of gaten. Overigens is aan deze (west) zijde niet veel geleden. Oostwaarts van de kerk is een en al verwoesting. Wegens de opening der sluizen en hulpgaten is er een voortdurend sterke stroom, hoewel de Beersche overlaten niet meer werken. Hierdoor ontstaat in de bovenpolders val en weinig werking van de Baardwdjksche Overlaat. De doorbraak is van deze zijde enkel langs den dijk te naderen. Thans zijn er veel schepen en sloepen, ook zeilschepen, in dienst. Zij zijn in geheel ter beschikking van den burgemeester en de ambtenaren van den Waterstaat, Hoofd- en Subcommissie enz. In de doorbraak is nog veel stroom, de waterstand is 4.50 M. + A. P. (approximatief, volgens een hulp-peilschaal); de diepte 50 voet. De Zomerkade begint bloot te komen; de Ringkade is aangevangen. Er zijn steenen aangekomen. De grond wordt van den dijk (binnen de beringing) afgegraven. De grond is echter hard bevroren. Tenten en barak zijn opgeslagen; 80 man zijn aan 't werk onder toezicht van den adviseur-ingenieur Bleckmann. (dezelfde die, daags voor de doorbraak, de bewoners geruststelde, waarop deze gingen slapen.) Hieromtrent heerscht groote misnoegdheid. Er wordt enkel van de westzijde gewerkt. Profn. Steuerwald en Henket, uit Delft, bezochten met veeL studenten van de Polytechnische School de doorbraak enz. Nieuwkuijk is ook van deze zijde zeer gevaarlijk te naderen. Tusschen Nieuwkuijk en Vlijmen zijn groote gaten in den straatweg. De Konijnenberg en het dorp Nieuwkuijk zijn heden gephotographeerd en goed gelukt. Dekens zijn overal genoegzaam aanwezig, ook levensmiddelen. Er is behoefte aan brandstof en tabak, en langzamerhand aan schoenen of klompen, aan zeep, aan vaatwerk, kindergoed, doeken enz. Het detachement is zeer verspreid, wegens de groote uitgestrektheid. Vlijmen gelijkt op een haven vol booten; de Aardappelendijk is weder bloot. De overtocht naar 's-Hertogenbosch duurt 5 kwartier en is zeer koud. Veel ijs op 't Bossche veld. Dommel voert veel ijs aan. Morgen wellicht dicht gevroren. De heneden-dorpen hebben hoog water (nu vallend), doch over 't algemeen weinig schade, tenzij aan veldvruchten. Ook behoefte aan levensmiddelen. De brievenposterij gaat vrij geregeld. Van zieken wordt niet gehoord. Dit is een opmerkelijk verschijnsel, vooral bij het aanvankelijk slechte weder en het slechte drinkwater. Van huizen te Nieuwkuijk zijn meest de nieuwe verwoest; eenige oude (hechte) zijn staande gebleven. Het water heeft alzoo ongevraagd protest tegen de hedendaagsche bouwwijze aangeteekend. Maar op welken wijze! Hoofdzakelijk zijn die gevallen ten noorden van den straatweg. Het water heeft, als 't ware, op den vlakken straatweg nieuwe krachten verzameld. Nu de gevaren voor verdere menschenlevens geweken zijn. doen zich de nood en de behoeften meer eu meer gevoelen. Circa 200 ongelukkigen worden hier liefderijk verpleegd en verzorgd. Ook het vee van die noeste arbeiders en kleine boeren, wellicht het eenige wat zij konden redden, is behoorlijk gestald. Waalwijk heeft reeds veel gedaan en betrekkelijk misschien wel het meeste. Reeds van af den eersten dag der ramp werd vanwege het gemeentebestuur en de commissie alsmede door liefdadige particulieren voorzien in de eerste behoeften zoowel der bewoners van het land van Heusden en Altena als die van Nieuwkuijk, Elshout, enz. Men ging met booten naar de overstroomde dorpen. De ongelukkigen, die overkwamen, werden dadelijk menschlievend opgenomen in een onbewoond huis van den Heer J.A. van Dongen, bereidwillig daartoe afgestaan. Een ieder beijverde zich om daar in die woning der armoede hulp en troost aan te brengen. De commissie heeft thans hare werkzaamheden, die vele zijn, verdeeld, zoodat onder-afdeelingen zijn gevormd, wier taak is aangewezen. Veel, zeer veel moet gedaan worden en veel is noodig. De ruime bijdragen der gemeentenaren kunnen niet voldoende helpen. Reeds heeft de hoofd-commissie uit 's-Bosch bijgepast, maar dagelijks wordt zooveel verbruikt, dat geregelde en voortdurend hulp van die zijde noodig is. Terwijl wij bovenstaande regels schrijven, komt ons onder de oogen een ingezonden stuk in Het Nieuws van den Dag, dato 7 dezer. Men is het er hier volstrekt niet mede eens, en algemeen meent men, dat de schrijver zonder den minsten grond, ja tegen beter weten in, dit artikel in de wereld gezonden heeft. Gedrukt, ter nedergeslagen door de ellende en de armoede, die men dagelijks aanschouwt, ziet men ieder zich om het zeerst beijveren het lot zijner getroffen evenmenschen zooveel mogelijk te verzachten, waarbij alle nevengedachten zoover vreemd zijn, dat de meest bevooroordeelde het dwaze zijner vooroordeelen moet beseffen, ziende hoe bij zulk eene ramp allen elkander als ware broeders en zusters helpen. De commissie is herhaalde malen in het land van Heusden en Altena geweest. Dat Nieuwkuijk het meest de belangstelling trok, laat zich begrijpen en zal dit niet alleen het geval zijn geweest van uit Baardwijk en Waalwijk, maar waarschijnlijk zal geheel Nederland, de ramp besprekende, het oog hebben gehad op Nieuwkuijk. De enkele omstandigheid, dat de doorbraak aldaar plaats had, sluit dit voldoende in, terwijl de berichten van verwoestingen en gevaren wel in staat waren een oogenblik Nieuwkuvk als de plaats te doen beschouwen waar, voor andere, dadelijke hulp en onderstand dringend vereischt werden. Kan dit misschien de drijfveer van den schrijver geweest zijn, dan twijfelen wij geenszins of de lezing van het hovenstaande naast betere inlichtingen omtrent wat hier geschied is, zullen hem van zijne verkeerde meening terugbrengen. Dat thans de handen ineen geslagen worden en alle partijschappen nu meer dan ooit vergeten worden is zeker zaak.
De Tijd, 5 februari 1881
Met de omringing van de doorbraak te Nieuwkuijk wordt de meest mogelijke spoed gemaakt en het werk vordert dan ook zichtbaar, niettegenstaande het loshakken van het ijzerharde, bevroren zand veel moeite veroorzaakt. Het terrein, waar het ongeval heeft plaats gehad, en dat, voor zoo ver noodig, door militairen wordt afgezet, gelijkt een uitgestrekt mierennest: zoo is bet overdekt met werklieden, karren, kruiwagens enz. alles nacht en dag in volle beweging. Als er geen al te schielijke was komt in het Bossche veld, zal het den actieven aannemer ongetwijfeld gelukken, het gevaar voor een nieuwe doorbraak daar ter plaatse af te weren. Den straatweg van Drunen volgende, wordt men de eerste geduchte sporen van de overstrooming vooral gewaar, als men de kerk nadert, die schijnbaar weinig geleden heeft, hoewel de fondamenten voor een gedeelte zijn ondermijnd. Men is ijverig bezig de diepte, die naast de kerk ontstaan is, met het al te overvloedige zand, dat den geheelen omtrek bedekt, te dempen. De straatweg, van de kerk te Nieuwkuijk tot ongeveer een kwartier afstands in de richting van Vlijmen, is nog voor voertuigen onbruikbaar. Zij is nog gedeeltelijk met een op sommige plaatsen zeer dikke zandlaag bedekt, terwijl op eene plaats door een primitief bruggetje de overtocht voor voetgangers wordt mogelijk gemaakt. De overige gaten in dien weg zijn reeds gedempt en binnen een paar dagen zal hij wel niet in orde, maar toch te berijden zijn. De Baardwijksche Overlaat werkt over eene lengte van nagenoeg tien minuten gaans en was gisteren aan beide zijden met ijs bedekt, terwijl van tijd tot tijd een schol zich in beweging en op den weg vastzette, waardoor de overtocht zoo lang gestremd was tot een paar arbeiders, door den waterstaat alhier gestatiorineerd, het beletsel hadden opgeruimd. Met een paar goede hooge waterlaarzen kon men de Overlaat droogvoets doorwaden; buitendien kon men den overkant bereiken, door zich voor 35 ct een staanplaats te veroveren op een boerenkar, bespannen met een onvervalschten rossinante, of door gebruik te maken van een der twee bootjes, die de vele nieuwsgierigen overbrachten met eene snelheid, alsof een slak tot voorrijder diende.
Zand in overvloed
Ten gevolge van deze dijkdoorbraak werden grote hoeveelheden zand door de wild kolkende waterstroom meegevoerd. Dit zand kwam tot rust op diverse landerijen in het getroffen gebied. Een extra schadepost die de getroffenen voor lief moesten nemen. Tot in 1886. De aanleg van het Halve Zolen lijntje, traject Drunen - Vlijmen, maakte gebruik van het talrijke, immer nog daarliggende zand. We lezen in de Rapportage over de aanleg het volgende:
Met het ophoogen van het stationsemplacement Drunen is men bezig. Het zand waarmede bij de dijkdoorbraak van den nacht van den 29sten op den 30sten December 1880, verschillende landerijen in de gemeente Nieuwkuijk bedekt werden, werd, na door de betrokken eigenaren op hoopen te zijn gebracht, zooveel mogelijk benuttigd tot vorming van de aardebaan.