Wachtpost Raamsdonk
Wachthuisje 18 langs het 'Halve Zolen pad'
Langs de Halvezolenlijn stonden maar liefst 41 wachtposten op de kruisingen tussen spoor en weg. De wachtposten werden bewoond door personeel van de Nederlandse Spoorwegen (NS). Een spoorwachter moest het spoortraject bewaken en op tijd waarschuwen als er een trein aankwam. Dan werden de spoorbomen met de hand omlaag gedraaid of het verkeer werd met de hand tegengehouden.
De bouw van de spoorwachterswoningen was overal bijna hetzelfde. Ze waren goed herkenbaar aan het overstekend dak en siermetselwerk in de gevels. Als je in een huis van de Nederlandse Spoorwegen woonde waren er regels waar je je aan moest houden. De planten in de tuin mochten bijvoorbeeld niet hoger dan 60 cm zijn. Anders kon je de spoorweg niet goed meer zien. Ook mocht er binnen en buiten niks veranderd worden. Als de chef opzichter van het traject kwam controleren moest alles er piekfijn uit zien. De opzichter controleerde zelfs de dakgoten.
De Langstraatspoorlijn was een spoorlijn van Lage Zwaluwe naar ’s-Hertogenbosch. De totale lengte van de spoorlijn was 46,3 kilometer. De bijnaam Halvezolenlijn komt vanuit de schoenenindustrie. Er werden schoenen en materialen om schoenen te maken over de spoorlijn vervoerd. Een andere uitleg van de naam is dat er maar een enkele spoorlijn aangelegd is terwijl er een dubbele spoorlijn was gepland. Tijdens de aanleg was er wel rekening gehouden met een dubbele spoorlijn. Dat is nog te zien aan de pijlers van de bruggen. De spoorlijn is in fases geopend tussen 1886 en 1890. Tegenwoordig is alleen nog een deel vanuit Lage Zwaluwe naar Oosterhout als goederenspoorlijn in gebruik. Een groot deel van de Halvezolenspoorlijn is rond 2007 omgebouwd tot wandel- en fietspad en heeft een lengte van ongeveer 20 km.
Deze spoorlijn had in de gemeente Geertruidenberg onder andere een station in Geertruidenberg en een wachthuisje in Raamsdonk.
Bron: Terry van Erp