Verhalen van ooggetuigen

Uit Wiki Raamsdonks Erfgoed

Voor velen is oorlog en bevrijding enkel en alleen voor te stellen aan de hand van de vele verhalen, documentaires en films die er over gemaakt zijn. Het gros van de inwoners van de gemeente Geertruidenberg heeft de oorlog niet meegemaakt. Een klein gedeelte wel. Hierbij drie korte stukken met herinneringen over de oorlog, van ooggetuigen uit onze gemeente.

Gezin burgemeester Theo Heere

OVER BURGEMEESTER HEERE

“In de middag van 31 oktober 1944 brak het vuur los, artilleriebeschietingen, fluitende granaten en inslagen. Wij de kelder in, waar al vlug veel mensen bijkwamen van wie de huizen in brand stonden of beschadigd waren. Zo zaten we met ongeveer dertig personen opgepropt in een klein keldertje. Van tijd tot tijd gingen we even vlug naar boven om te kijken hoe de situatie was van het huis boven ons. Dat ging gelukkig goed, maar om ons heen was het een enorme vuurzee.
Opeens ging de kelderdeur open en stond boven aan de trap een militair met een pet met een brede rode band.

Met een zaklamp bescheen hij eerst zichzelf en maakte zich bekend als een hoge officier van de Engelse Intelligence Service. Daarna ging zijn lichtbundel door de kelder totdat hij die op mijn vader gericht, liet stil staan. Daarop zei hij (in het Engels!): ‘U bent de heer Heere, hoe is het met uw vrouw en met uw kinderen?’
En daarna zei hij: ‘U bent uiteraard met onmiddellijke ingang hersteld in uw ambt als burgemeester. Hier zijn daartoe alle voor u bestemde papieren, alsmede een paspoort voor alle gebieden van de wereld die onder geallieerde controle staan. U zult flink aan de slag kunnen, want er is hier veel schade en veel te regelen en te doen.”


HARRY WIETMARSCHEN

In het café van mijn ouders was het tijdens de bezetting een bijzondere klantenkring van Duitsers, Bergenaren en mensen van het verzet. Net als bij anderen was ook bij ons een Duitse soldaat ingekwartierd. Een doodgewone boerenjongen van het Duitse platteland. Hij heeft de radio die wij verstopt hadden niet verraden.
We hadden al vroeg in de gaten dat de bevrijding niet lang meer kon duren. De Duitsers stelden een afweergeschut bij de Dongecentrale. De geallieerden probeerden de centrale te beschieten en zo buiten werking te stellen. Op een avond hoorden we vanuit de schuilkelder een flinke knal. Later bleek dat de Duitsers de Dongebrug hadden opgeblazen, om zo de opmars van de geallieerden te kunnen stoppen. Ook via de radio hoorden ze de berichten dat de bevrijders in aantocht waren in Zuid-Brabant. We hoorden dat de Polen in Breda waren gearriveerd. Het kon dus niet lang meer duren voordat ze Geertruidenberg zouden bereiken. Vele Duitsers hadden de stad Geertruidenberg toen al verlaten.
Ze hebben stellingen opgeworpen bij Raamsdonk, Keizersveer (de Biesbosch) en bij Moerdijk. Bij de rivieren probeerden ze de geallieerden te stoppen.
De eerste Poolse bevrijder die ik zag deelde sigaretten en witbrood uit. Later heeft mijn zus nog kennis gekregen met een Poolse soldaat. Ze gingen samen naar de bevrijdingsfeestjes in onder andere het parochiehuis van Geertruidenberg.

Na de bevrijding werd het in het café van Wietmarschen drukker met bezoeken van de geallieerde soldaten uit Polen, België en Engelse soldaten met rode baretten. Die hadden in Afrika gevochten.

De avondklok was opgeheven en we konden weer uitgaan in Made en Raamsdonksveer. In ’t Veer gingen we dansen op de bevrijdingsfeesten in Huis ten Deijl. Ik kan me ook nog herinneren dat er rode Engelse dubbeldekkers zijn ingezet om het openbaar vervoer op gang te brengen.

JO OLIESLAGERS-ZIJLMANS

Ik werkte als dienster in de boerderij van Van Lankhuijzen aan de Kerklaan. In de boerderij zaten onderduikers, waaronder een echtpaar uit Amsterdam. De vrouw van het echtpaar was een Duitse.
Haar man was in 1940 blind geraakt door de gevechten. De terugtrekkende Duitsers namen op een dag alle koeien van Van Lankhuijzen mee. De Duitse vrouw rende de Duitse soldaten achterna. We dachten dat ze opgepakt zou worden, maar uiteindelijk kwam ze met één koe terug. Zo was er toch melk voor de baby’s en kinderen op de boerderij.

Eind oktober wandelde ik ’s avonds met mijn verloofde langs de Raamsdonkse haven. Op een gegeven moment zagen we Duitsers uit het water komen. Ze waren bepakt en droegen een geweer met zich mee. Kletsnat kwamen ze uit het water en liepen richting Hank en Raamsdonksveer. Na enkele dagen zijn wij met vader naar huis gegaan. Daar lagen kapotte lakens, verscheurd door de Duitsers om er waarschijnlijk verband van te maken. Er lagen ook onderbroeken met grote luizen, achtergelaten door de Duitsers. Ons eigen ondergoed was weg.

Op de grens van Raamsdonk en Waspik was een geallieerd vliegtuig neergestort.
Verzetsmensen hebben de piloot in veiligheid gebracht. De bevolking wilde graag de parachutestof hebben en namen stukken mee naar huis. Achteraf gezien eigenlijk heel onverstandig en gevaarlijk.