Travaillisme
Travaillisme | ||||
---|---|---|---|---|
Politiek spectrum | ||||
Links | ||||
|
Travaillisme is een politieke stroming die opkomt voor de rechten en de materiële belangen van arbeiders.[1][2] Het woord wordt hoofdzakelijk gebruikt in verwijzing naar de Britse Labourpartij.
Principes
De principes van de Labourpartij situeerden zich niet alleen voor de binnenlandse politiek aan de linkerkant van het politieke schaakbord, maar ook voor de internationale politiek. Zo was de partij vroeger dan andere socialistische partijen overtuigd dat de kolonies de onafhankelijkheid moesten verwerven. Dit gold in de eerste plaats voor Indië.
Op het einde van de twintigste eeuw realiseerde Labour een evolutie naar het centrum van de politiek, onder impuls van een nieuwe generatie, geleid door Tony Blair. Men sprak toen van New Labour als van een neotravaillisme.
Etymologie
Het woord is afkomstig uit het Frans en is afgeleid van het werkwoord travailler of werken.
Het travaillisme werd voornamelijk vernoemd als de sociale en politieke doctrine van de Labourpartij in Groot-Brittannië.
Worden in het Frans (en bij afleiding in het Nederlands) onder meer als 'Parti travailliste' genoemd:
Na de Tweede Wereldoorlog oefende Labour invloed uit op Europese politieke partijen die voorbeeld namen aan het travaillisme. Dit gold voor:
- De Mouvement républicain populaire (MRP), christendemocratische partij in Frankrijk.
- De Partij van de Arbeid (PvdA) in Nederland.
- De linkervleugel van de Christelijke Volkspartij in België, nadat de oprichting van de travaillistische Union Démocratique Belge een grote mislukking was gebleken.
- De Sozialdemokratische Partei Deutschlands (SDP), na zijn ommezwaai van socialisme naar sociaaldemocratie op het congres van Bad Godesberg in 1959.
Ideologie
Het Britse travaillisme wilde de politieke uitdrukking zijn van de arbeidersbeweging, los van levensbeschouwelijke scheidingslijnen.[3] De politieke partij werkte nauw samen met de Britse vakbonden en was er zelfs lange tijd een emanatie van. Voor een deel is ze dit nog steeds. Ook al was ze niet aan een godsdienst gebonden, onderging ze invloeden van het sociaal-katholicisme en van de Quakers.
Partijen die zich travaillistisch noemden waren reformistisch en wilden zich onderscheiden van het meer doctinaire en agnostische tot atheïstische, soms revolutionaire, socialisme.
Bibliografie
- Georges FISHER, Le parti travailliste et la décolonisation de l’Inde, Parijs, Ed. François Maspero. « Bibliothèque soclaliste », 1966.
- HANCKÉ Lode, Travaillisme? De toekomst der arbeidersbewegingen in België, 1968.
- Gerd-Rainer HOM & Emmanuel GERARD (ed.), Left catholicism. Catholics and society in Western Europe at the point of Liberation, 1943-1955, Leuven, Kadoc, 2001.
Zie ook
- (fr) Betekenis travaillisme; CNRTL
- (fr) Travaillisme; Universalis
- ↑ De betekenis benadert het dichtst die van socialisme.Betekenis 'travaillisme'; Het Vlaams woordenboek
- ↑ Rem op het "Travaillisme"; Algemeen Handelsblad; 8 juni 1965
- ↑ Karel VAN NIEUWENHUYSE, De klauw van de papieren leeuw: Een politieke geschiedenis van de krant De Standaard[dode link] (p.164), Acco, Leuven, 2005, ISBN 90 334 5648 6