Schnelle Abteilung 505

Uit Wiki Raamsdonks Erfgoed

De Snelle Brigade 30 was een Duitse Brigade van de snelle troepen in de Tweede Wereldoorlog.

Brigadegeschiedenis

Op 22 februari 1943 werd in Wehrkreis XIII het Reserve Cycling Regiment 30 gevormd voor gebruik aan het westelijk front. In totaal werden vijf reservewielerafdelingen (5, 7, 13, 17 en 18) toegewezen, die later werden omgedoopt tot snelle afdelingen.

Vanaf mei 1943 heette het Reserve Wielerregiment 30 de “Snelle Brigade 30”. De snelle brigade 30 werd aanvankelijk gevormd als legereenheid in België bij LXVII. Legerkorps en kwam in hetzelfde jaar naar Noordwest-Frankrijk voor het [[7e Legerkorps]. Leger (Wehrmacht)|AOK 7]]. Volgens de schematische oorlogsstructuur op 6 juni 1944 bevond de brigade zich hier in de LXXXIV. Legerkorps in Normandië in Coutances op het Cotentin Schiereiland, met alleen de snelle divisies 513, 517 en 518 in de brigade. De brigade bereikte een sterkte van ongeveer 1.800 man.[1]

Overzicht

1943

  • snelle afdeling 505 (tot 1944)
  • snelle afdeling 507 (tot 1944)
  • snelle afdeling 513
  • snel detachement 517
  • snelle afdeling 518

April 1944[2]

  • snelle afdeling 513 met
    • 1. Compagnie met veertien machinegeweren en drie granaatwerpers
    • 2. Compagnie met zeventien machinegeweren en drie granaatwerpers
    • 3. Compagnie met tweeëntwintig machinegeweren en drie granaatwerpers
  • snelle afdeling 517 met
    • 1e compagnie met achttien machinegeweren en vijf granaatwerpers
    • 2. Compagnie met zeventien machinegeweren en vier granaatwerpers
    • 3. Compagnie met negen machinegeweren, vier granaatwerpers, twee antitankkanonnen en vijf zelfrijdende 4,7 cm PAK's
  • snelle afdeling 518 met
    • 1e compagnie met elf machinegeweren en drie granaatwerpers
    • 2. Compagnie met elf machinegeweren en drie granaatwerpers
    • 3. Compagnie met acht machinegeweren en drie granaatwerpers

Literatuur

  • Georg Tessin: Eenheden en troepen van de Duitse Wehrmacht en Waffen-SS in de Tweede Wereldoorlog 1939–1945. Deel 4. De landmacht 15–30. Biblio-Verlag, Osnabrück 1976, p.

Individueel bewijs

<referenties />