Oppervlaktematen uit de bijbel

Uit Wiki Raamsdonks Erfgoed

Voor het opmeten van (kleine) rechthoekige en vierkante vlakken gebruikte men lengtematen. Zo moest bijvoorbeeld het brandofferaltaar in de tabernakel ‘vijf el lang en vijf el breed’ zijn (Exodus 27:1, en moest het borstschild van de priester ‘een span lang en een span breed’ zijn Exodus 28:16.


De grotere oppervlaktematen vormen een lastig probleem. We citeren twee bijbelverzen in vijf verschillende vertalingen. Daaruit moge blijken hoe ingewikkeld het is:

Uit: De Nieuwe Bijbel-vertaling Groot Nieuws Bijbel Willibrord-vertaling NBG-vertaling 1951 Staten-vertaling
1 Samuel 14:14 een terrein half zo groot als een span ossen in één dag kan ploegen. een stuk grond van maar dertig meter in het vierkant het gebied van een halve vore van één morgen land een lengte van ongeveer een halve vore van een juk land de helft eens bunders, zijnde een juk ossen lands
Jesaja 5:10 Een uitgestrekte wijngaard levert amper wijn op,

een berg zaaigoed maar één zak graan.

en uitgestrekte wijngaard

zal slechts één vat wijn opleveren,

een grote hoeveelheid zaaikoren

maar één zak graan.

Een wijngaard van tien morgen

levert slechts één bat op,

en één ezelslast zaad slechts één efa koren.

tien juk wijngaard zullen slechts één bath opleveren en een homer zaaikoren zal slechts een efa opleveren. tien bunderen wijngaards zullen een enig bath geven, en een homer zaads zal een efa geven.

De meest gebruikte maat voor het opmeten van een stuk land was het juk (zie NBG-vertaling 1951). Een juk was het stuk grond dat een span of juk ossen in één dag kon omploegen. Dit kwam neer op ± 2000 m2 (Samuel 14:14).

Bron: Terry van Erp