Ontdekking van Champagne
Op 31 december om 12 uur ’s nachts wordt het nieuwe jaar ingeluid. Vaak gaat dit gepaard met vuurwerk en Champagne. De Engelsen hebben in de 17e eeuw deze mousserende wijn uitgevonden.
De Romeinen waren de eersten die al in 600 v. Chr. in de regio Noordwest-Frankrijk wijnbouw bedreven. De eerste wijn die in dit gebied geproduceerd werd, was een bleke, roze wijn gemaakt van zwarte druiven en leek in niets op de nu kenmerkende mousserende Champagne.
De regio Champagne
De naam van de regio Champagne stamt van het Latijnse Campania. Hiermee werd door de Romeinen verwezen naar de overeenkomsten tussen het heuvelachtige gebied in Frankrijk en de streek Campania ten zuiden van Rome. De eerste bekende wijngaard in het gebied was eigendom van de heilige bisschop Remigius van Reims (437-533). Reims was de belangrijkste stad in Champagne en vele eeuwen een toonaangevende plaats in Frankrijk.
In 987 werd in de kathedraal van Reims Hugo Capet tot koning van Frankrijk gekroond. Bij het banket wat ter ere hiervan werd gegeven werden lokale wijnen geserveerd. De traditie dat de Franse koning in Reims gekroond werd, bleef de acht eeuwen daarna behouden. De associatie met het Franse hof deed de reputatie van de lokale wijnen stijgen.
Rivaliteit
Tijdens de Middeleeuwen ontstond er rivaliteit tussen de wijnen uit de Champagneregio en wijnen uit Bourgondië. De handelsroute die onder andere Vlamingen gebruikten om naar Bourgondië te reizen, liep dwars door Reims. De mensen in de stad deden er dan ook alles aan om de handelaren te overtuigen om de goedkopere wijn uit Champagne te kopen in plaats van de wijn uit Bourgondië. Als gevolg van deze rivaliteit gingen de mensen in Champagne zich toeleggen op de productie van witte wijn, als tegenhanger van de rode wijn uit Bourgondië. Wijn van witte druiven was echter minder lekker en hierdoor probeerde men ‘witte’ wijn te maken van rode druiven. Als gevolg was de kleur van de wijn vaak niet wit, maar varieerde het van grijs tot roze.
De Franse monnik Dom Pierre Pérignon (1638-1715) zorgde voor een aantal aanzienlijke verbeteringen in het productieproces van de witte wijn. Vanaf 1668 vestigde hij zich in de abdij van Hautvillers in Champagne. Deze abdij had een wijngaard en hier ging hij zich bezighouden met de productie van de witte wijn. Het geheim was om de druiven helemaal intact te houden voordat ze geperst werden. Met deze methode zorgde hij ervoor dat er een heldere witte wijn geproduceerd kon worden uit rode druiven.
Engeland
Engeland was in de 17e eeuw één van de rijkste en machtigste landen ter wereld. Door het klimaat hadden zij echter geen mogelijkheid om zelf wijn te verbouwen. Halverwege de 17e eeuw werden de wijnen uit Champagne populair onder de rijken in Londen. De Engelsen herontdekten het gebruik van kurk als stop op wijnflessen. Dit gebruik was al door de Romeinen geïntroduceerd, maar na de val van het rijk in de vergetelheid geraakt.
Doordat de temperaturen in Champagne in de winter zeer laag konden worden, stopte het proces van fermentatie voordat het werkelijk voltooid was. Dit is het chemische proces waarbij druivensap in een alcoholische drank verandert. Hierdoor blijft er een laagje suiker in de wijn achter. Hierop werd de wijn naar Engeland vervoerd en daar gebotteld. Wanneer de temperatuur steeg, zette het fermentatieproces zich voort. Dit zorgde ervoor dat er, wanneer de wijn ontkurkt werd, door de ontstane kooldioxide bubbels in de wijn ontstonden. In 1662 ontdekte de Engelse wetenschapper Christopher Merret dat elke wijn bubbelend kon worden gemaakt door een klein beetje suiker toe te voegen voordat het gebotteld werd.
Wijn als massaproduct
Filips van Orléans (1674-1723), regent van Frankrijk van 1715 tot 1723, genoot enorm van deze bubbelende versie van Champagne. Hij dronk er veel van, wat ervoor zorgde dat Champagne populair werd bij de hogere klassen in Parijs. Tegen het einde van de 19e eeuw was 90% van de wijn uit Champagne echter nog steeds roze, niet-bubbelende wijn. Pas na de Industriële Revolutie van de 19e eeuw groeide Champagne uit tot het massaproduct dat wij momenteel kennen en associëren met Oud en Nieuw. Tegenwoordig mag alleen mousserende wijn uit deze regio, gemaakt volgens de méthode champenoise, de naam Champagne dragen.
Nieuwe ontwikkelingen
Recent onderzoek van het Centre National de la Recherche (CNRS) en de Universiteit van Montpellier heeft nieuwe dingen aan het licht gebracht over de ontwikkeling van Champagne. Door middel van een analyse van oude druivenpitten die in de loop der tijd zijn opgegraven in de omgeving van Troyes en Reims, in combinatie met historische kennis over de regio, hebben de onderzoekers beter in kaart kunnen brengen wat voor soorten druiven waar en wanneer gebruikt werden tussen de 1e en de 15e eeuw. Uit het onderzoek werd onder andere duidelijk dat vanaf het jaar 1000 de samenstelling van de druivensoorten veranderde waardoor wilde druiven opnieuw hun intrede deden. Dit viel samen met de afnemende macht van de Franse koning, waardoor Frankrijk een gedecentraliseerde staat werd, en het Middeleeuws klimaatoptimum, een periode met bijzonder hoge temperaturen. Volgens de onderzoekers is het waarschijnlijk dat men zich juist in die crisistijd meer ging richten op wilde en lokale gewassen om tot meer plantensoorten te komen die zich aan de omstandigheden kunnen aanpassen.