Omstreden predikanten van de Zwaluwen, Made en Raamsdonk

Uit Wiki Raamsdonks Historie
Versie door Colani (overleg | bijdragen) op 3 apr 2022 om 21:37
Portret uit 1520 van Martin Luther als augustijner monnik door Lucas Cranach. De eerste predikanten van de Zwaluwen, Made en Raamsdonk staan nog met één been in het katholieke geloof. (bron: Rijksmuseum, RP-P-1919-1988)
Portret uit 1520 van Martin Luther als augustijner monnik door Lucas Cranach. De eerste predikanten van de Zwaluwen, Made en Raamsdonk staan nog met één been in het katholieke geloof. (bron: Rijksmuseum, RP-P-1919-1988)

Portret uit 1520 van Martin Luther als augustijner monnik door Lucas Cranach.

De eerste predikanten van de Zwaluwen, Made en Raamsdonk staan nog met één been in het katholieke geloof.

(bron: Rijksmuseum, RP-P-1919-1988)

Inleiding[bewerken| brontekst bewerken][bewerken| brontekst bewerken][bewerken| brontekst bewerken][bewerken| brontekst bewerken][bewerken| brontekst bewerken][bewerken| brontekst bewerken][bewerken| brontekst bewerken][bewerken| brontekst bewerken][bewerken| brontekst bewerken][bewerken| brontekst bewerken][bewerken| brontekst bewerken]

Het is dit jaar 500 jaar geleden dat de augustijner monnik Maarten Luther 95 stellingen publiceerde waarin hij zijn kritiek op de rooms-katholieke kerk verwoordde. Daarmee werd door Luther de reformatie in Duitsland ingezet, later gevolgd door Huldrych (Ulrich) Zwingli in Zwitserland en de Fransman Johannes Calvijn vanuit Genève. 1 Tijdens het bewind van Keizer Karel V, die landsheer was van de Nederlandse gewesten, drong het protestantisme door in de Nederlanden. Duitse kooplieden brachten de leer van Luther in de handelsstad Antwerpen. Er waren daar veel drukkers die al in 1518 lutherse geschriften uitgaven. Boekverkopers zorgden voor de verspreiding ervan. Veel aanhang hebben de lutheranen in de Nederlanden nooit gekregen. Het anabaptisme (wederdoperij) kreeg aanvankelijk meer volgelingen, maar het calvinisme, dat omstreeks 1550 in de Zuidelijke Nederlanden doordrong, groeide uiteindelijk uit tot de belangrijkste hervormingsbeweging in de Nederlanden. 2 Ook aan het huidige Noordwest-Brabant dat toen deels tot de provincie Holland behoorde ging de hervormingsbeweging niet ongemerkt voorbij. In dit artikel zullen we in het kader van het Lutherjaar 2017 aandacht besteden aan een aantal omstreden predikanten die in de Zwaluwen, Made en Raamsdonk tijdens de reformatie actief waren.
De calvinisten waren felle tegenstanders van Karel V en diens zoon en opvolger Filips II, die in de Nederlanden het katholicisme als enige godsdienst wilden handhaven. Zij waren dan ook de drijvende kracht achter de Beeldenstorm die op 10 augustus 1566 in Steenvoorde losbrak en op 22 augustus Breda bereikte. 3 Als reactie daarop greep Filips II hard in en zond begin 1567 Fernando Álvarez de Toledo, hertog van Alva, met Spaanse troepen naar de Nederlanden. De opstandelingen vluchtten naar het buitenland. Willem van Oranje vertrok van Breda naar zijn Nassause stamslot te Dillenburg in Duitsland en de nog maar net in Breda aangetreden, uit het Vlaamse Eeklo afkomstige predikant Johannes Lippius week uit naar het in Duitsland gelegen Wezel. 4 Ook vluchtten veel opstandelingen naar Engeland en maakten van daaruit de Noordzee onveilig. In 1572 veroverden de watergeuzen Den Briel en kort daarna kwamen de stadsbesturen van veel Hollandse steden in handen van de calvinisten. 5 De reformatie, die aanvankelijk vanuit het zuiden was ingezet kon zich nu vanuit Holland en Zeeland voortzetten.
1    �Naamsvarianten: in het Duits: Martin Luther en in het Frans: Jehan Cauvin.
2    �Adang & Vercauteren, Mensen en Machten, 143; Wessels, De reformatie in West-Brabant, 1525-1648, 99.
3    �Schöffer & van der Wee, De lage landen, 104-105. https://erfgoed.breda.nl/erfgoed/archief/de-beeldenstorm/.
4    �Schöffer & van der Wee, De lage landen, 109. Van Dooren, Classicale Acta, XXI en XXX; http://www.dbnl.org/tekst/molh003nieu03_01/
molh003nieu03_01_1236.php.
5    �Adang & Vercauteren, Mensen en Machten, 149-151.

Voor de reformatie van het huidige West-Brabant was daarbij een belangrijke rol weggelegd voor Dordrecht. 6 In 1573 werd daar de Classis Dordrecht opgericht, een regionale vergadering van afgevaardigden van de aangesloten protestantse kerken die onder meer toezicht hield op de predikanten. Tot de Classis Dordrecht behoorden kerkgemeenten in het zuidelijk deel van Holland en het deel van het Hertogdom Brabant dat vanuit Den Haag bestuurd werd. De classis was opgedeeld in ringen. De ring Overwater omvatte de Hollandse dorpen en steden Klundert, Zevenbergen, Geertruidenberg, Hooge en Lage Zwaluwe, Made, Raamsdonk, Waspik ’s Gravenmoer, Capelle, Dussen, Besoyen en Sprang en het Brabantse deel van de classis. 7 De genoemde Hollandse dorpen en steden maken pas sinds het begin van de negentiende eeuw deel uit van Brabant.
Bij de Pacificatie van Gent in 1576 was besloten dat tegen de rooms-katholieken geen acties ondernomen zouden worden behalve in Holland en Zeeland, waar het openbaar belijden van deze godsdienst verboden was. 8 De Hollandse vestingsteden Klundert en Geertruidenberg waren al vroeg stevig in Staats-protestantse handen. Klundert kreeg zijn eerste predikant in 1576 en Geertruidenberg al in 1574. 9 Een plan uit 1578 van de Classis Dordrecht om een aantal van de andere hierboven genoemde Hollands-Brabantse plaatsen van predikanten te voorzien mislukte. Deze plattelandsdorpen waren militair gezien nog te onveilig om er predikanten naar toe te sturen. 10 Wat dat voor het verloop van de reformatie in die dorpen betekende zullen we in dit artikel nader onderzoeken aan de hand van het door ons eerder in het jaarboek 57 geschreven artikel met als titel ‘Zwaluwse predikanten of pastoors tijdens de reformatie’ en het vervolgonderzoek dat we na het verschijnen van dat artikel deden. 11 We keken daarbij onder andere naar de invloed van het dorpsbestuur, de prins van Oranje als heer van de Zwaluwen en de Classis Dordrecht, waaronder de Zwaluwen vielen, op de benoeming van de Zwaluwse predikanten. Dit nader onderzoek leverde ook meer inzicht op met betrekking tot de herkomst en achtergrond van de buiten de classis om benoemde pastoor/predikant Gosewinus Johannes die veelvuldig in ons vorige artikel ter sprake komt. Daarna gaan we in op de positie van de niet door de classis erkende predikanten in de Hollands-Brabantse dorpen Made en Raamsdonk die net als de Zwaluwen onder de Classis Dordrecht ressorteerden. 12
|
Reformatie in de Zwaluwen

In 1589 deelde de deken van Breda, L. de Smidt, aan het hoofdaltaar van de Onze Lieve Vrouwe Kerk te Breda de heilige oliën uit aan onder anderen de pastoor van Zwaluwe Petrus Michielsz. 13 Deze drie oliën gebruikte de pastoor in zijn parochie voor het toedienen van sacramenten. Drie jaar later, in 1592, betaalde de rentmeester van de Zwaluwen Joan van de Corput namens de curatoren van het sterfhuis van prins Willem van Oranje (Willem I was in 1584 vermoord) een jaarlijkse gage van 36 gulden 14 aan predikant Peter Michielsz. Willem was heer van de heerlijkheid Hooge en Lage Zwaluwe geweest en bezat daar het recht om de geestelijke voor te dragen voor benoeming, het zogenaamde collatierecht. Dat loon had Peter Michielsz. eerder ook als pastoor ontvangen, maar toen had hij bovendien nog inkomsten uit misintenties, dopen, huwelijken et cetera. Omdat deze extra inkomsten als gevolg van de reformatie grotendeels waren weggevallen, vroeg het dorpsbestuur aan rentmeester Van
de Corput om salarisverhoging voor de predikant. De gage werd verhoogd van 36 naar 110 gulden. 15 Dit werd door het dorpsbestuur nog aangevuld tot 220 gulden. Bovendien huurden de dorpsbestuurders voor de predikant een weiland, voor 10 à 12 gulden per jaar, waarop hij zijn koeien weidde. 16
Uit het voorgaande kunnen we opmaken dat de reformatie in de Zwaluwen begon in de periode 1589-1592 en dat Peter Michielsz. de laatste pastoor en eerste predikant van de Zwaluwen was. Hij was mogelijk nog door prins Willem van Oranje of de curatoren van het sterfhuis van de prins voor benoeming als pastoor van de Zwaluwen aan de bisschop voorgedragen, maar omstreeks 1590 overgegaan naar de nieuwe religie. 

Kerk te Hooge Zwaluwe, afgebeeld op een kopie van een kaart uit 1560. Afbeelding is een detail van deze manuscriptkaart. In 1641 kreeg Hooge en Lage Zwaluwe een nieuw Nederlands Hervormd kerkgebouw. De oude van oorsprong rooms-katholieke kerk bevond zich toentertijd in zo’n vervallen staat dat in 1639 tot afbraak besloten was. De kerk stond in Hooge Zwaluwe waar in die tijd ook de gemeenteleden uit Lage Zwaluwe te kerk gingen. Het kaartje laat zien dat de oude katholieke kerk op dezelfde plaats stond als de huidige protestantse kerk. Of de oude kerk er ook uitzag zoals op het kaartje werd afgebeeld is onzeker. Dit soort afbeeldingen op oude manuscriptkaarten zijn niet altijd waarheidsgetrouw. (bron: NA, Kaartcollectie Binnenland Hingman, VTH-1896B)
Kerk te Hooge Zwaluwe, afgebeeld op een kopie van een kaart uit 1560. Afbeelding is een detail van deze manuscriptkaart. In 1641 kreeg Hooge en Lage Zwaluwe een nieuw Nederlands Hervormd kerkgebouw. De oude van oorsprong rooms-katholieke kerk bevond zich toentertijd in zo’n vervallen staat dat in 1639 tot afbraak besloten was. De kerk stond in Hooge Zwaluwe waar in die tijd ook de gemeenteleden uit Lage Zwaluwe te kerk gingen. Het kaartje laat zien dat de oude katholieke kerk op dezelfde plaats stond als de huidige protestantse kerk. Of de oude kerk er ook uitzag zoals op het kaartje werd afgebeeld is onzeker. Dit soort afbeeldingen op oude manuscriptkaarten zijn niet altijd waarheidsgetrouw. (bron: NA, Kaartcollectie Binnenland Hingman, VTH-1896B)

6    �Wessels, De reformatie in West-Brabant, 99.
7    �Roelevink, Classicale Acta, XIV.
8    �Artikel 4 van de pacificatie van Gent, zie: http://pacificatielezingen.org/orignele-tekst-pacificatie/ en https://historiek.net/pacificatie-van-gent-
1576/69134/.
9    �Van Dooren, Classicale Acta, XXII. Alleen in de periode 1589-1593 was Geertruidenberg in Spaanse handen. Zie ook: https://nl.wikipedia.
org/wiki/Beleg_van_Geertruidenberg_(1593).
10    �Wessels, De reformatie in West-Brabant, 111. Ook was volgens Wessels het aantal beschikbare predikanten te klein.
11    �Herben & Peele, Zwaluwse predikanten of pastoors tijdens de reformatie, 115-131. Zie ook het in hetzelfde jaar verschenen artikel: Hamoen, Gosuinus
Johannis, een verlopen monnik in Veen, 62-76. De titel van dit artikel suggereert dat het gaat over Gosewinus Johannes als pastoor/predikant van Veen,
maar ook Hamoen schreef aan de hand van de acta van de Classis Dordrecht over Gosewinus Johannes als pastoor/predikant van de Zwaluwen.
12    �In die tijd vormden Made en Drimmelen één kerkelijke gemeente. Dat gold ook voor Hooge en Lage Zwaluwe.
13    �Juten, Pastoor Gobbincx, 17.
14    �Vaak wordt in de documenten als munteenheid het pond Hollands gebruikt, maar die munteenheid kwam overeen met de gulden, een zil-
veren munt ter waarde van twintig stuivers die in de zestiende eeuw door Karel V was geïntroduceerd. Daarom zullen we in dit artikel de
gulden als munteenheid gebruiken. Zie: http://www.dwc.knaw.nl/biografie/christiaan-huygensweb/eenheden/geld-en-munten/
15    �Herben & Peele, Zwaluwse predikanten of pastoors tijdens de reformatie, 116-117.
16    �NA, Archief van de ontvangers van het Geestelijk Kantoor van Delft, inv.nr. 613.

Peter Michielsz. is vermoedelijk begin 1604 uit Hooge Zwaluwe vertrokken of daar overleden, want in april van dat jaar ging de schout van Lage Zwaluwe op zoek naar een nieuwe predikant. Gosewinus Johannes (Gooswijn Jansz.) hield in juni 1604 een proefpreek en kort daarna arriveerde hij met vrouw en kinderen in Hooge Zwaluwe. 17

De dorpsbestuurders (wethouders) hadden hem als predikant aangenomen, zonder medeweten en toestemming van de Classis Dordrecht waaronder de Zwaluwen toen ressorteerden. Wel was dit gebeurd met medeweten van prins Maurits, want via zijn rentmeester ontving Gosewinus net als zijn voorganger Peter Michielsz. de jaarlijkse toelage van 110 gulden. 18 Prins Maurits had in 1601, na het overlijden van de nog in functie zijnde curator Pijll van het sterfhuis van prins Willem, de administratie van de nog onverdeelde boedel uit de nalatenschap van zijn vader grotendeels naar zich toegetrokken. 19
Tijdens de vergadering van de gedeputeerden van de Classis Dordrecht op 12 november 1604 meldde de predikant van Rotterdam dat hij had gehoord dat Gosewinus Johannes in de voormiddag aan de Brabantse kant de mis deed en in de namiddag op het Hollandse Zwaluwe kwam preken en dopen op sijn geussche en dat de monnik ongehuwd was en samenwoonde met een begijn. Om die reden wilde de classis dat de raden van de prins Gosewinus uit Zwaluwe zouden doen verwijderen, maar omdat deze met goedkeuring van Maurits benoemd was, moest de classis hem eerst verhoren om aan te tonen dat hij ongeschikt was voor het ambt van predikant. De ondervraging vond plaats op 10 januari 1607 en werd al uitvoerig beschreven in ons eerder artikel in jaarboek 57. 20 De resultaten van het nader onderzoek naar aanleiding van een aantal door Gosewinus afgelegde verklaringen, zullen we in de volgende paragraaf samenvatten.
|

Omstreden-predikanten-Raamsdonk-06.jpg
Omstreden-predikanten-Raamsdonk-06.jpg

Nieuwe informatie over de levensloop van Gosewinus Johannes Gosewinus verklaarde tijdens zijn verhoor (door de Classis Dordrecht) dat hij geprofest was in het klooster Porta Coeli (Caeli) van de orde der Benedictijnen (Wilhelmietenklooster) te ‘s-Hertogenbosch. 21
Het archief van dit klooster, dat ook wel het klooster Baseldonk werd genoemd, is nu deels in het bezit van het Wilhelmietenmuseum te Huijbergen. 22 Toen de archivaris van dat museum, broeder Adri Franken, onze artikelen over deze tweede predikant van de Zwaluwen op de website van de protestantse gemeente van Hooge Zwaluwe las, besloot hij om in zijn archief te gaan zoeken naar de naam Gosewinus Johannes. 23 Hij vond daarin inderdaad een frater genaamd Gosewino en nodigde ons uit om naar het museum in Huijbergen te komen. Daar toonde hij ons een oud kasboek van het klooster Baseldonk met een aantal uitgavenposten waarin Gosewinus genoemd wordt.
Op 1 januari 1590 betaalde het klooster twee gulden voor de sargie pro f(rater) Gosewino.
Sargie of sarge is een wollen stof waarvan het habijt van de fraters werd gemaakt. Volgens Adri Franken kunnen we uit deze post opmaken dat Gosewinus in januari 1590 intrad bij het Wilhelmietenklooster.
Verder vertelde hij ons dat de mannen die bij het klooster Baseldonk intraden, meestal afkomstig waren uit gegoede families. Zij hadden als vooropleiding de Latijnse school gevolgd en waren 20 tot 25 jaar oud. Dat laatste klopt met Gosewinus’ verklaringen bij de classis, waaruit we in ons eerder artikel in De Oranjeboom concludeerden dat hij omstreeks 1570 geboren moet zijn. 24 In mei 1591 werd er volgens het kasboek anderhalve stuiver uitgegeven om lakens te stoppen in f(rater) Goosewins covel. Een covel is een overkleed dat deel uitmaakte van de dagelijkse kleding van de fraters en deze uitgavenpost betreft dus een reparatie van zijn kloosterkleding.
Op 3 juli 1591 werd negen gulden gegeven aan Lijnken van Brueghel in volder betalinghe van d’laken van die professie f(rat)ris Gosewini et Henrici den rest noch van d’laken te betalen van die cledinghe f(rat)ris Henrici Kesselij. Uit deze uitgavenpost kunnen we opmaken dat frater Gosewinus samen met frater Henricus Kesselij in juli 1591 professie deed, dat wil zeggen dat zij de gelofte van gehoorzaamheid, kuisheid en armoede aflegden.
Dat gebeurde meestal ongeveer een jaar na het intreden, op het eind van het noviciaat, dat gold als een soort proeftijd.
In november 1591 werd Gosewinus voor het laatst in het kasboek genoemd.