Noord-Brabant een gewest in opkomst

Uit Wiki Raamsdonks Historie
Dr. H. van Velthoven - Noord-Brabant, een gewest in opkomst
Dr. H. van Velthoven - Noord-Brabant, een gewest in opkomst
  • Uitgever Drukkerij Henri Bergmans N.V.  te Tilburg
  • Jaar van uitgave 1949
  • Auteur  Dr. H van Velthoven
  • Pagina's 393
  • Foto's: J. F. M. Roovers
  • Band : Firma H . van Rijmenam, naar ontwerk van F. van Uden
  • Typografische verzorging: Drukkerij Henri Bergmans N.V., Tilburg

Inleiding

De provincie Noord-Brabant, in haar tegenwoordige omgrenzing van 1815 daterend, is 5089 km 2 groot, wat ongeveer 15% van Nederland's oppervlakte vormt, terwijl het aantal bewoners nagenoeg 14 millioen bedraagt of bijna 13% van de Nederlandse bevolking. Na Zuid- en Noord-Holland is Noord-Brabant de volkrijkste van de Nederlandse provincies.
In het westen en noorden heeft Noord-Brabant natuurlijke grenzen: de getijdenstromen Wester- en Ooster- Schelde, Eendracht, Volkerak en Hollandsch Diep met de rivieren Nieuwe-Merwede~Boven-Merwede en Maas scheiden Noord-Brabant van Zeeland, Zuid-Holland, Gelderland en Limburg. In het oosten en zuiden zijn brede grensstroken aanwezig: de Peelrug met zijn eertijds ontoegankelijke veenmoerassen en uitgestrekte heidevelden was vele eeuwen lang een ernstig verkeersobstakel. terwijl de brede Maas-Schelde" rug in het zuiden, rijk aan heidevelden, een moeilijk te passeren grenszone vormde. In de moderne tijd werd het isolement van Noord-Brabant, zowel door de vergraving der veengronden en de ontginning der heidevelden, als door de wegen- en bruggenbouw, voor een goed deel opgeheven.
Dit betekent echter niet, dat aan de verschillen tussen de Noord-brabantse bevolking en die van de aangrenzende landschappen een einde kwam. De gevolgen van de sterke isolatie in het verleden en van veel andere factoren, die deze verschillen veroorzaken, werken nog steeds door. De bevolking van Noord-Brabant heeft iets geheel eigens, al bestaan er ook aanmerkelijke verschillen tussen de bewoners van de onderscheidene delen onderling. Op beide zal bij de beschrijving van de provincie meerdere malen de aandacht worden gevestigd.
Noord-Brabant ligt ten zuiden van de meest wezenlijke grenszone, welke in Nederland aanwezig is: de centrale rivierlaagte (de Betuwe), die reeds vóór de aanvang van onze geschiedenis "de lage landen bij de zee" in een noordelijk en een zuidelijk deel scheidde.

Het anthropologisch onderzoek van de Nederlandse bevolking wees uit, dat de Keltische inslag in het zu'laen aanzienlijk groter is dan in het noorden, waar de Germaanse raskenmerken meer overheersen.
Hierop was de centrale rivierlaagte van beslissende betekenis. Toen de Germanen, afdelingen van het Noordse ras, vanuit het noorden het latere Nederland bereikten, werd een deel van de Kelten (Galliërs), behorend tot het Alpine ras, over de rivieren gedreven; in elk geval vestigden zich minder Germanen in het zuiden van ons land dan in het noorden. Dit rasverschil vormt een der grondslagen van de onderscheiding in een noordelijke en in een zuidelijke afdeling van het Nederlandse volk.
Daarbij voegen zich godsdienstige, politieke en sociaal-economische motieven. die een eigen sfeer scheppen, welke aanleiding werd tot de in het Nederlandse volk sterk levende gedachte van Nederland bezuiden en benoorden de Moerdijk. Door een langdurige oorlog tegen de Habsburgers, verbonden met een felle godsdienststrijd, de Tachtigjarige Oorlog. werden de zeventien Nederlandse gewesten, zich uitstrekkend van Duinkerken tot de Dollart, in twee delen gescheiden, waarbij de grote rivieren een wezenlijk strategische betekenis hadden. Ten noorden er van ontstond de Republiek der Verenigde Nederlanden, die ten zuiden slechts gebieden bezat, welke als stootblok tegen een opdringende militaire macht uit het zuiden fungeerden . Het waren de Generaliteitslanden: Staats Vlaanderen, Staats Brabant en Staats Limburg, katholieke landen, welke hoofdzakelijk van landbouw en industrie moesten bestaan en geen kans kregen zich naar eigen aard en vermogen te ontwikkelen.
Pas in de loop van de 19e eeuw begon de snelle groei van de in de Franse tijd geboren provincie Noord-Brabant. De katholieken gebruikten hun moeilijk verworven vrijheid voor de totstandkoming van een goed functionnerende kerkelijke verzorging, terwijl geleidelijk het katholiek onderwijs overal doordrong en de standen op katholieke grondslag werden georganiseerd. De katholieke gemeenschap in deze provincie min of meer gaaf aanwezig, schiep er een eigen sfeer, welke in menig opzicht sterk verschilt van die in de noordelijke gewesten, waar deze gemeenschap sedert de reformatie niet meer bestaat.
Ondanks deze verschillen ontwikkelde zich een ,gevoel van verbondenheid met het noorden, dat door de eeuwen heen aanwezig gebleven is, hoewel het vaak op een harde proef werd gesteld. Godsdienstvervolging noch achteruitzetting of de toepassing van een landsvreemde welvaartspolitiek vermochten dit gevoel aan het wankelen te brengen: steeds bleef Noord-Brabant een door diepe overtuiging Nederlands gewest. Geen provincie bracht daarvoor groter offers, nergens ging dit met meer leed gepaard. Vooral het gezamenlijk doorstane lijden in de barre oorlogstijd bracht de delen nader tot elkaar en gaf aan het begrip vaderland een diepere inhoud.


Literatuur:

  • W. A. Bachiene, Vaderlandsche Geograp'hie of Nieuwe Tegenwoordige Staat enz. (IV 1791);
  • P. E. de la Court, De Peel en de bedenkingen over denzelven (1841);
  • P. Geyl, Geschiedenis van de Nederlandse stam (2 dln. 1930~'34);
  • H. Emmer Jr., De grenzen van Nederland van de Wielingen tot aan den Rijn ( 1937);
  • A. J. P. van den Broek, La population des Pays Bas (La Néerlande. Etudes générales sur la géographie des Pays Bas ( 1938);
  • A. C. J de Vrankrijker, De grenzen van Nederland (1946).

Bron: Bestand:Noord-Brabant een gewest in opkomst.pdf