Majesteit
Majesteit is:
Achtergrond
"Majesteit" stamt als begrip uit het Romeinse recht en is afgeleid van het Latijnse maiestas. De majesteit of majestas van de Romeinse Republiek was de volheid van haar macht en aanzien. Die majesteit werd geschonden wanneer iemand zich minachtend over de republiek en haar instellingen uitliet. Ook handelingen als feestvieren na een nederlaag van het Romeinse leger, het hinderen van een hoge gezagsdrager of het spotten met de religieuze ceremoniën van de staat werden gezien als majesteitsschennis.
Gebruik van de term
Wanneer men spreekt over "de" majesteit van een bepaalde staat, wordt de abstracte hoogste rechtsmacht en onschendbaarheid van die staat bedoeld. Wie een ambassade overvalt, pleegt daarmee een aanslag op de majesteit van een land.
De titel Majesteit is in Nederland geen predicaat en is relatief nieuw. In de middeleeuwen hadden koningen de titel "Heer" of "Sire" en was alleen de keizer van het Heilige Roomse Rijk van de Duitse Natie een Majesteit. Later kwam de titel "Hoogheid" in zwang voor de koningen, Deze laatsten gingen zich steeds vaker "Majesteit" noemen en in de late 18e eeuw werd deze titel of aanspreekvorm gemeengoed onder de koningen.
De pausen waren zuinig met het gebruik van "Majesteit" als aanhef van een brief. Dat de paus koning Stadhouder Willem III in een brief als Majesteit aansprak terwijl de pausen deze titel nooit bij Jacobus II of zijn voorgangers hadden gebruikt baarde in 1688 groot opzien in diplomatiek Europa.
De koning van Schotland is de enige Europese koning die de titel nooit heeft gedragen. Toen Elizabeth II het Schotse parlement opende, werd zij door de voorzitter aangesproken als de "Queen of Scots" en werd de aanduiding Majesteit achterwege gelaten.
- Een eigenschap die in de christelijke religie aan het opperwezen wordt toegeschreven. Zo spreekt de Katholieke Kerk in haar catechismus over " Vader, onmetelijk in majesteit...". De formule gaat terug op de zogenaamde Geloofsbelijdenis van Athanasius, een van de kerkvaders.
Varianten
- Keizerlijke Majesteit; keizers waaronder de Keizer van Japan
- Keizerlijke en Koninklijke Majesteit; gebruikelijk in de dubbelmonarchie Oostenrijk-Hongarije
Er zijn plaatselijke gebruiken en de Pausen hebben in de 16e eeuw bepaalde Europese vorsten een bijzondere titel verleend. Deze keert terug in de aanspreekvorm en zo werden de opvolgers van de "Katholieke koningen" Katholieke Majesteiten. De "Apostolische Koning" werd Apostolische Majesteit.
- Katholieke Majesteit; de koningen van Spanje.
De huidige koning verkoos in 1975 alleen "Zijne Majesteit de Koning van Spanje" te zijn. Hij heeft desondanks zijn aanspraken op de oude titels van de Spaanse kroon, waaronder deze, niet opgegeven[1].
- Apostolische Majesteit; de koningen van Hongarije
- Christelijke Majesteit; de koningen van Frankrijk
- Zeer Getrouwe Majesteit; de koningen van Portugal
Namen van marineschepen
In Nederland, het Verenigd Koninkrijk, Canada, Australië, Denemarken, Noorwegen, Zweden, Thailand, Maleisië en andere monarchieën hebben namen van marineschepen een voorvoegsel dat verwijst naar de vorst, zie Zijner Majesteits. Dit is een traditie; het wordt meestal niet gedaan bij andere objecten van de staat.
Noten
- ↑ Almanach de Gotha [2000] Blz. 336.
Zie ook
- Majesteitsschennis
- Privilège du blanc, een privilege van katholieke koninginnen en Groothertoginnen.
- Verdediger van het Geloof, een Pauselijke eretitel die aan Hendrik VIII werd verleend en door al zijn opvolgers wordt gedragen.