Kwartje

Uit Wiki Raamsdonks Erfgoed
25 cent 1941, 26 mm (zink)
25 cent 1948, 19 mm
25 cent 1955, 19 mm
25 cent 2000, 19 mm

Kwartje was de populaire naam van het Nederlandse vijfentwintigcentsstuk, een munt in het muntstelsel uit het koninkrijk. De naam is afkomstig van zijn waarde van een kwart gulden, al heeft de waardeaanduiding altijd 25 cent geluid. De populaire Bargoense naam van de munt was heitje, afkomstig van de letter Hee, de vijfde letter van het Hebreeuwse alfabet (naar de waarde van het kwartje als 5 stuivers).

Geschiedenis

De Muntwet van 1816 regelde een nieuw muntstelsel. In de eerste jaren van dit nieuwe stelsel werd het kwartje gemunt in zilver van laag allooi. Het was voor hedendaagse begrippen vrij groot. Vanaf 1848, onder koning Willem II, werd het kwartje, met het dubbeltje en de stuiver, kleiner van formaat, terwijl het zilvergehalte toenam tot 0,640. Deze omvang zou het kwartje tot aan de afschaffing van de gulden behouden, uitgezonderd tijdens de Duitse bezetting: toen was het zinken kwartje veel groter, om het van de andere zinken munten te kunnen onderscheiden (het kwartje was de hoogste muntwaarde die in zink werd aangemaakt).

Vanaf 1948 gebruikte men nikkel voor de munt. Het nieuwe ontwerp van het kwartje uit 1980 werd ontworpen door Bruno Ninaber van Eyben en de cijfers van het getal 25 zijn speciaal voor deze munt ontworpen door Gerard Unger.

Het kwartje was een vrij ongewone coupure: in de meeste muntstelsels kende en kent men munten van twintig cent. Zo ook bij de euro. De naam kwartje ging dan ook niet over op een van de euromunten. In Nederland wordt de term kwartje nog wel gebruikt voor een bedrag van 25 eurocent in een willekeurige samenstelling van munten.

Ook in België kende men ooit een munt die kwartje genoemd werd: dit was een grote nikkelen munt met een gat erin ter waarde van 25 centiemen. Dit kwartje muntte men in de eerste helft van de twintigste eeuw.

In de Verenigde Staten kent men nog de quarter als munt.

Gezegden

De munt leeft vooral voort in gezegden als:

  • Wie voor een dubbeltje geboren is, wordt nooit een kwartje - Je kunt nooit boven de stand komen waarin je geboren bent. Arm geboren, zal wel arm blijven.
  • Een heitje voor een karweitje - Padvinders gingen daarmee medio twintigste eeuw langs de deuren om klusjes te doen met een kwartje als beloning.
  • Hij vindt altijd wel een kwartje - Hij is een oplichter.
  • Hij wil voor een kwartje naar Amsterdam - Hij is op een koopje uit.
  • Het kwartje is gevallen - Het dringt eindelijk door

Kwartje van Kok

Door de Nederlandse overheid werd in 1991 het kwartje van Kok ingevoerd, een accijnsverhoging op de prijs van autobrandstof.

Zie ook