Kiezersbedrog

Uit Wiki Raamsdonks Erfgoed
De opmaak van dit artikel is nog niet in overeenstemming met de conventies van Wikipedia. Mogelijk is ook de spelling of het taalgebruik niet in orde. Men wordt uitgenodigd deze pagina aan te passen.

Van kiezersbedrog wordt gesproken als een politicus in zijn zittingsperiode impliciet of expliciet gedane beloften tijdens de voorafgaande verkiezingsstrijd niet nakomt. Dit kan zowel de impliciete belofte zijn om in het vertegenwoordigende lichaam plaats te nemen, als meer expliciete beloften over hoe hij zich politiek wenst te gedragen indien hij wordt gekozen.

De term kiezersbedrog wordt bijvoorbeeld gebruikt:

  • als een kandidaat, na te zijn verkozen, de functie van volksvertegenwoordiger weigert te aanvaarden.
  • als iemand met een gekozen functie relatief korte tijd na het aanvaarden van die functie zijn of haar zetel opgeeft om ander werk te gaan doen.
  • als een volksvertegenwoordiger besluiten steunt, die strijdig zijn met zijn of haar voor de verkiezingen ingenomen standpunten en beloften, vooral als die politicus bij de verkiezingen actief stemmen heeft geworven met dat standpunt.
  • als een partij voor de verkiezingen bepaalde standpunten als breekpunt bestempelt, waar absoluut niet over te onderhandelen valt bij coalitiebesprekingen, en deze standpunten actief gebruikt om stemmen te verdienen, maar direct na de verkiezingen deze breekpunten weer laat vallen.

In een vertegenwoordigende democratie wordt van volksvertegenwoordigers verwacht dat ze enerzijds consequent vasthouden aan hun principes en idealen, maar anderzijds snel reageren op veranderende omstandigheden en nieuwe informatie en daarbij bereid zijn om zo nodig compromissen te sluiten om zo veel mogelijk van hun idealen te verwezenlijken. De vraag of een politicus kiezersbedrog pleegt is daarom een politieke vraag.

Er wordt bijvoorbeeld wel van kiezersbedrog gesproken als iemand die vanwege zijn of haar lage positie op de kandidatenlijst nauwelijks kans maakte te worden gekozen, met voorkeurstemmen wordt gekozen en dan weigert de zetel te aanvaarden. Dit verschijnsel treedt nogal eens op bij zogenaamde lijstduwers. In het geval deze kandidaten van tevoren aangeven niet persoonlijk gekozen te willen worden, kan men zich afvragen of de kiezer daarbij werkelijk bedrogen is.

Er kan ook van kiezersbedrog worden gesproken als een partij een coalitie aangaat met een partij, waarvan men voor de verkiezingen suggereerde niet met die partij te willen samenwerken.