Kanker je gezond
Uit het voor de Indiëgangers opgerichtte blad Contact de brief van: J.J.M. Knaapen,pr.,redacteur voor geestelijke zaken.
KANKER JE GEZOND!
De brieven die de laatste tijd vanuit Indonesië mijn hoge pastoriekamer binnen komen gedwarreld, en die mij zo'n beetje op de hoogte houden van wat er reilt en zeilt bij jullie, komen meestal erg met elkaar overheen. Gewoonlijk staat er in dat de schrijver het heel goed maakt, maar en dan komt er wat! Klachten over verzorging, kleding en uitrusting en voeding en vooral over de politiek, over de onbegrijpelijketoestand.
Vragen als: Waar moet het naar toe?
Wat heeft het allemaal voor zin?
Waarvoor zijn eigenlijk zoveel jongens gewond en gesneuveld?
Laat ik maar beginnen met te zeggen dat ik op al die vragen ook geen antwoord weet. Ik kan de praatjes uit de kranten wel overschrijven, maar die kan je ook geloven als je wil en het fijne weten die er ook niet van. Geen enkele "gewone man" in Nederland kan daar afdoende antwoord op geven:
Daarom kan ik goed begrijpen hoe moeilijk het nu juist voor jullie is. Och, het is immers heel gemakkelijk om onder tucht te staan en te gehoorzamen, als je precies weet waarom je moet gehoorzamen en als je zelf ziet en begrijpt waarvoor al je werk dient. Maar het wordt pas moeilijk als je er niks meer van begrijpt,als je met de beste wil van de wereld niet meer weet waar het naar toe moet en je tenslotte wel moet gaan twijfelen aan iedereen en aan alles. Uiteindelijk heb je dan toch geen keus en wordje wel gedwongen om de orders uit te voeren, maar dan is het zo heerlijk verleidelijk om vooral iedereen goed te laten merken hoe erg je de pest in hebt en om dan onder elkaar alles maar af te breken en van de hele zaak, regering, politiek en leger incluis, geen spaan meer heel te laten. Als jullie in je brieven aan mij schrijven, dat leger geen leger meer is, maar een grote bende, dan kan ik daaruit wel besluiten dat je onder elkaar nog wel heel andere termen zult gebruiken. Als ik het mis heb, klim dan in je pen en blaf terug!
Begrijp me goed, ik heb niets tegen een potje kankeren op zijn tijd. De eerste soldaat die dat niet doet, moet nog uitgevonden worden en zo nu en dan moet een mens zo'n beetje zijn opgekropte gemoed kunnen spuien. Maar daarboven uit moet toch altijd onaantastbaar de overtuiging blijven bestaan, dat het doen van je plicht iets goeds is, iets wat de moeite waard is gedaan te worden, het beste zelfs wat je kan doen. Het is immers geen kwestie van toeval dat jullie nu im Indië zitten en het is niet alleen maar pech dat je nu zo'n rotte tijd mee moet maken om dat je leven nu zoveel anders verloopt dan je zou willen.
Heel je leven, ook deze periode, heeft de Grote Generaal voor je uitgestippeld en het komt er voor jou maar opaan daar iets goeds van te maken. En dat kan je alleen door je plicht te doen, in de overtuiging dat je dáár alleen iets goeds mee kan doen, al lijkt die plicht nog zo dwaas en onzinnig. Dan weet ik zeker dat het niet aan jou ligt als de goede geest kapot gaat onder het leger, maar dan help je een hoop jongens er bovenop en maakt het voor jezelf en voor anderen een stuk makkelijker.
Sterkte mannen! Zorg er voor dat als jouw kameraden je straks de loopplank af zien tippelen op weg naar moeders pappot, dat dan hun laatste gedachte zal zijn: "tóch 'n fijne vent, dat polderboertje!"
K.
Deze tekst is zo letterlijk overgenomen uit het eerste nummer van het blad CONTACT
Bron: Nederlands Oost Indië door Huub Waas
Digitalisering en Wiki opmaak: Terry van Erp