Het Turfschip van Breda

Uit Wiki Raamsdonks Erfgoed

Het Turfschip van Breda – Het Nederlandse Paard van Troje

‘De verrassing van Breda’

Turfschip van Breda, 1590, Jan Frederik Christiaan Reckleben, naar Valentijn Bing, 1855 (Rijksmuseum)

Op 4 maart 1590 weten de Nederlandse opstandelingen met een list Breda te veroveren op de Spanjaarden. De list met het turfschip is ook wel bekend als de ‘verrassing van Breda’. Het is een van de bekendste voorvallen uit de Tachtigjarige Oorlog. De overwinning was symbolisch van groot belang.

Voorspel

Het lossen van het schip aan de noordzijde van het kasteel (prent van Jan Luyken)

In 1581 ondertekenden de noordelijke gewesten van de Nederlanden het Plakkaat van Verlatinghe. Met dit document, ook wel de Akte van Afzwering genoemd, kwamen de gewesten voor het eerst expliciet in opstand tegen de Spaanse] koning Filips II. Deze liet dit uiteraard niet op zich zitten. Opstandelingenleider Willem van Oranje werd vogelvrij verklaard en de Spanjaarden namen snel enkele steden in bezit.

Een van die steden was Breda, een stad met een sterke historische band met de familie Nassau. Willem van Oranje werd in 1544 bijvoorbeeld voor het eerst heer van de stad. En in de Grote Kerk in Breda werden voor de Reformatie verschillende Nassaus begraven. Normaal gesproken zou Willem van Oranje, in 1584 vermoord door Balthasar Gerards, ook in de kerk begraven zijn. Doordat de Spanjaarden de stad in bezit hadden genomen, week men echter uit naar Delft. Leden van het Nederlandse koningshuis worden daar nog altijd begraven.

De inname van Breda in vier scènes

Herovering van Breda

Het plan om Breda te heroveren is terug te voeren op Willem van Oranje. Niet lang voor zijn dood wees die er al op dat de stad mogelijk veroverd kon worden door soldaten het Kasteel van Breda binnen te smokkelen, door ze in een schip te verbergen. Zijn zoon, stadhouder Maurits, die in 1590 van Johan van Oldenbarnevelt het bevel over alle Staatse troepen had verkregen, zou het plan van zijn vader uiteindelijk laten uitvoeren.

Stadhouder Maurits van Oranje

De stadhouder benaderde een schipper die geregeld turf naar het kasteel vervoerde om deel te nemen aan de list. Van Oldenbarnevelt wees hierna Charles de Héraugières, een edelman uit Kamerrijk, aan om zich met 75 man te verbergen op het schip. Aanvankelijk moest de actie eind februari uitgevoerd worden, maar doordat turfschipper Adriaen van Bergen zich versliep ging dit plan niet door. Enkele dagen later trok de schipper zich helemaal terug, maar twee van zijn neven wilden zijn plaats wel innemen.

Op 3 maart arriveerde het schip, met onder het turf de soldaten, bij het Kasteel van Breda. Volgens de overlevering was een van de soldaten, luitenant Matthijs Helt, verkouden en zo bang dat hij met zijn kriebelhoest de actie zou verraden, dat hij zijn maten vroeg hem dan maar te doden. Die deden dat echter niet (Helt sneuvelde uiteindelijk in 1597 bij Venlo). ’s Nachts verlieten de soldaten het schip om vervolgens het kasteel in te nemen. De Spaanse schildwachten werden overmeesterd en via de buitenpoort liet men hierna het leger van de prins binnen. En zo werd Breda veroverd. Om plundering te voorkomen betaalden de stadsbestuurders de overwinnaars 16.000 gulden, twee maanden soldij voor alle soldaten. Ook verleenden ze Maurits toestemming om zoveel troepen in de stad te vestigen als hij nodig vond.

‘Hollandse Odysseus’

Het verhaal van de verovering van Breda doet sterk denken aan de geschiedenis van het Paard van Troje. Hierin speelde de held Odysseus een hoofdrol. Met een list maakte hij een einde aan de tien jaar durende Trojaanse oorlog. En net als in Breda werden de soldaten de stad in gesmokkeld. Stadhouder Maurits is om die reden in de historiografie vaak gepresenteerd als de ‘Hollandse Odysseus’.

De Amsterdamse dichter Johannes Nomsz (1738-1803) schreef in 1789 een heldendicht op prins Maurits en liet de list met Turfschip van Breda uiteraard niet onbenoemd.

“Held Maurits […] toonde bij Breda, in ’t winnen van die stad, dat hy Farneze in list geenszins te wyken had.”

Breda in 1653 volgens Willem en Joan Blaeu

Meer successen

Met de inname van Breda was de reputatie van stadhouder Maurits definitief gevestigd. En hij veroverde hierna meer steden. In 1591 onder meer Zutphen, Deventer, Delfzijl en Nijmegen. In de jaren hierna volgden steden als Coevorden, Geertruidenberg, Groningen, Oldenzaal en Grave.

Charles de Héraugières werd voor de verovering van Breda beloond met het gouverneurschap van de stad. De Spanjaarden probeerden de stad korte tijd later weer te heroveren, maar die aanval werd afgeslagen. Na het Beleg van Breda (1624-1625) kwam de stad toch weer in Spaanse handen. Pas in 1637 wist stadhouder [[Frederik Hendrik] de stad te heroveren.

Bronnen



Bron digitalisering en Wiki opmaak: Terry van Erp