Heden en verleden boteren goed bij Zijlmans
Raamsdonk, 5 mei 2011 - De pen droop al boven de koopakte in de goeie kamer – de notaris, de makelaar en de partijen zaten er klaar voor – toen de oude mevrouw De Bont plots haar stem verhief.
Ze wilde eigenlijk nog een paar duizend gulden méér voor haar oude hoeve dan het overeengekomen bedrag, zo had ze per direct besloten.
Weken van geduldig praten en masseren gingen voorbij, maar toen konden Jan en Ellen Zijlmans dan toch proosten op het wettelijk verworven eigendom aan de oude Langstraat in Raamsdonk. Een trotse kop-hals-rompboerderij uit 1892 met daarnaast, als een veulen bij het moederpaard, het huisje van de knecht.
De kopers, beginnend huisarts en lerares Nederlands, namen snel hun intrek, zij het dan in het dienstverblijf. In hun enthousiasme hadden ze ermee ingestemd dat Marie de Bont nog een wijltje in de boerderij bleef wonen.
Achteraf werd dat heel wijl.
Maar toen werd het paar dan ook een leven lang gelukkig, daar aan de Schansstraat 32. Boeren deden ze niet, slechts de boerderijkat kwam mee in de boedel, maar de oude schuur en de groene bunder rond het huis buitten ze met volle teugen uit. Ellen, 63 jaar inmiddels: "Wij waren zo'n beetje bij de vroege burgers die in oude boerderijen gingen wonen, nog voordat het een hausse werd. De enige luxe in het pand was centrale verwarming. Er moest dus veel gebeuren. Jan deed nogal wat zelf, dus we hebben wel tweeënhalf jaar verbouwd. Gelukkig, achteraf gezien, hebben we toen de meeste oorspronkelijke elementen bewaard. Wel lopen er nu twee ijzeren balken over het plafond door de woonkamer, omdat we daar een dragende kastenwand hebben weggehaald.
Tegenwoordig een doodzonde, maar toen loste je dat gewoon zo op."
Kindervoetjes
De sfeer in de monumentale hoeve heeft er niet onder geleden. Sterker, sinds een jaar of tien mag ze rijksmonument heten. Door noestige, brede deuren betreed je kamers, hoog en koel, afgezet met rauwe plavuizen en pleisterwerk. Eén kant van de keuken bestaat nog uit een houten wand met deurtjes en luikjes. Beschilderd met nep-panelen. ,,Achter zo'n deurtje ging een armetierig trapje naar boven, achter twee andere zat een bedstee. En kijk hier", wijst Ellen Zijlmans naar boven, "zie je die plankjes?"
Ze vertonen het grillige licht- en donkerbruine knobbelpatroon dat je ziet bij wortelnotenhout. Ach ja, op goedkoop hout geverfd' zo deden ze dat honderd jaar geleden! "Kijk nog eens goed!", gebiedt ze. Voetjes, het zijn vóétjes! Al die bonte vlakjes zijn afdrukken van blote kindervoetjes. Kriskras door de natte verf gestapt, gehinkeld misschien zelfs. "Deze plankjes lagen als vloer in een van de kamers. Zo creatief waren mensen vroeger. Geweldig hè?" In de immense schuur is een hele eeuw zichzelf vergeten, al probeert de zon met alle geweld door het gapende pannendak en de gepotdekselde, houten kieren te wurmen.
Het paardenverblijf is nog intact, en rijtjes knoestige palen piekeren zich krom waar toch de koeien zijn gebleven. Twee hele zeilboten hebben de Zijlmansen hier eigenhandig gebouwd, vanwege hun andere passie.
Vlakbij het woonhuis zijn wat kleinere hokken afgeschoten. Een meterslange smalle pijp eindigt met een oude poepdoos: een muurtje, een plank, een gat met een deksel erop – want sanitair, dat kon een boer niet spellen. "Mevrouw had de doos nog in gebruik toen wij kwamen", vertelt de nieuwe boerin. "De buurman voerde kosteloos de poep af, dan had hij gratis mest voor zijn land. Het ding staat nu droog hoor!"
Een schietspijp verderop biedt plaats aan een levensgrote hamstermolen. Een solide constructie, verbonden met een soort van cardan- as. Die arm verdwijnt door een gat in de muur. Huh? Een paard past er niet in Ellen Zijlmans voert ons geamuseerd mee naar het belendende washok, alwaar de as, nu verticaal vertakt, in een houten tonnetje steekt. "Het is een hondenkarnmolen", legt ze uit. "Erfhonden werden vroeger gedwongen erin te lopen. Het draaiende rad dreef een soort klopper aan die de zuivel in het vat tot boter karnde. We vonden het zo leuk dat we het altijd hebben laten staan."
Zoon Jochem probeerde een poos terug de erfbouvier Charlie voor de lol te verleiden om het fabriekje weer in werking te stellen. De huisboef lijkt immers sterk genoeg voor een verdienstelijk botervlootje. "Maar Charlie gromde zo om die flauwekul dat mijn zoon het maar bij één poging heeft gelaten."
Bron: BN de-Stem
Digitalisering en Wiki opmaak: Terry van Erp