Hadelinus van Celles
Hadelinus, ook Hadelinus van Celles of Hadelinus van Wezet, (rond 617, Aquitanië - 3 februari 690, Celles) was een leerling van de H. Remaclus, abt en kloosterstichter. Hij wordt vereerd als heilige.
Hadelinus trad in bij de monniken van de abdij van Solignac, waar Remaclus abt was. Met Remaclus trok Hadelinus naar de Ardennen en belandde in de door Remaclus gestichte abdij van Stavelot. Nadat Remaclus bisschop van Maastricht geworden was, volgde Hadelinus zijn eigen weg. Dankzij schenkingen van landerijen door Pepijn van Herstal stichtte hij een klooster in Celles bij Dinant. Hadelinus werd gezien als raadgever voor arm en rijk. Tijdens de middeleeuwen ontstonden verschillende wonderbaarlijke verhalen over Hadelinus. De weerkerende legenden zijn de genezing van de doodzieke echtgenote van de heer van Béon, de genezing van een doofstomme vrouw, het doen ontspringen van een fontein in Franchimont bij Philippeville en het uit de dood opwekken van een vrouw met de naam Guiza.
De kloosterkerk van Celles werd na de dood van Hadelinus omgevormd tot een kapittel. Door problemen met de plaatselijke dorpsheer werden de relieken van Hadelinus 11 oktober 1338 op aanwijzing van de prins-bisschop van Luik overgebracht naar de kerk van Wezet nabij Luik. Dankzij het onderbrengen op tijdelijke vluchtplaatsen voor het geweld van de beeldenstormers, revolutie en de twee wereldoorlogen, zijn de relieken en het reliekschrijn (12e eeuw, met 11e-eeuwse elementen) bewaard gebleven en in de Kapittelkerk van Sint-Martinus en Sint-Hadelinus te Wezet ter verering opgesteld. De abdij in Hastière (ca. 915 gesticht door paltsgraaf Wigerik van Lotharingen) wordt naar Hadelinus vernoemd.
Hadelinus is patroonheilige van Wezet. Het reliekschrijn van Hadelinus wordt op de jaarlijkse Hadelinusprocessie (derde zondag in september) rondgedragen. Zijn gedachtenis wordt gevierd op 3 februari.