Geallieerde jachtvliegtuigen 1940-1945

Uit Wiki Raamsdonks Historie
Versie door Colani (overleg | bijdragen) op 14 apr 2024 om 17:59 (Nieuwe pagina aangemaakt met ' Als je kijkt naar de grafiek van neergestorte geallieerde jagers, zie je dat er na de meidagen van 1940 eigenlijk nauwelijks crashes plaatsvonden gedurende de eerste helft van de oorlog. Hun strijd speelde zich elders af. Pas toen er jagers kwamen die in staat waren de bommenwerpers op hun lange tocht naar Duitsland te escorteren, nam ook het aantal crashes toe. Maar de echte piek ontstond pas vanaf september 1944, Market Garden. Bij deze strijd en vooral daa...')
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Als je kijkt naar de grafiek van neergestorte geallieerde jagers, zie je dat er na de meidagen van 1940 eigenlijk nauwelijks crashes plaatsvonden gedurende de eerste helft van de oorlog. Hun strijd speelde zich elders af. Pas toen er jagers kwamen die in staat waren de bommenwerpers op hun lange tocht naar Duitsland te escorteren, nam ook het aantal crashes toe.

Maar de echte piek ontstond pas vanaf september 1944, Market Garden. Bij deze strijd en vooral daarna, bij de bevrijding van Brabant, gingen de jachtvliegtuigen een steeds belangrijkere rol spelen.

Met de ingebruikname van de bestaande militaire vliegvelden door de geallieerden en de inrichting van tijdelijke airstrips, neemt het aantal hier gestationeerde jachtsquadrons en dus ook het aantal vliegtuigen en vliegbewegingen fors toe en daarmee de kans op crashes. De strijd met de vijand, ongelukken en soms ook domme pech eisen dan ook in toenemende mate hun tol.

De belangrijkste typen jagers die in Noord-Brabant zijn neergestort, waren:

Supermarine Spitfire

(RAF, 120 crashes)

Deze jager heeft een legendarische, bijna mythische status gekregen. Het was dé jager van de Britten; het vliegtuig dat hun thuisfront beschermde en de Battle of Britain won, toen Hitler in 1940 al het grootste deel van Europa had ingenomen en zijn blik op Engeland richtte. Het was een snel en wendbaar toestel, dat continu werd verbeterd en vele varianten had.

Het werd voor allerlei doelen benut, zoals fotografische verkenning op grote hoogte. Dat heeft onder andere geresulteerd in indrukwekkende luchtfoto’s van Market Garden. De Spitfire werd voor het eerst in 1936 ingezet, had twee kanonnen en vier Browning machinegeweren – maar sommige varianten hadden er wel acht. Er zijn er uiteindelijk ruim 20.000 van gebouwd.

Met zijn topsnelheid van maar liefst 590 kilometer per uur stak deze jager de Duitse concurrentie naar de kroon. Toen de Britten er een internationaal snelheidsrecord mee wilden neerzetten, wisten ze er ruim 650 kilometer per uur uit te persen. Toch bleek dat niet genoeg; de Duitsers schoten in hun Messerschmitts voorbij met wel 750 kilometer per uur. De Britten bleven echter alles in het werk stellen om deze formidabele Duitse concurrent het hoofd te bieden. Door de vleugels te kortwieken, maakten ze de Spitfire nog sneller en bestuurbaarder op lagere hoogtes.

Hawker Typhoon

(RAF, 96 crashes)

De ‘Tiffy’, zoals deze jager liefkozend werd genoemd, was het Britse antwoord op een steeds sneller wordende vijand. Er zijn er ruim 3.300 van gebouwd. De jager begon deel te nemen aan de luchtoorlog in 1941 en was toen hard nodig; de Luftwaffe was dat jaar immers met de superjager Focke Wulf 190 voor de dag gekomen. Op dat moment was de Typhoon de enige die deze snelheidsduivel op lagere hoogtes een beetje kon bijhouden; iets wat zelfs de legendarische Spitfire moeite kostte. De Typhoon werd overigens niet alleen ingezet om vijandelijke jagers te onderscheppen. Later in de oorlog werd het toestel ook geschikt gemaakt voor het bestoken van gronddoelen, eerst met bommen en uiteindelijk zelfs met raketten. Die vuurkracht heeft een plaats als Dinteloord aan den lijve moeten ondervinden.

De Havilland Mosquito

(RAF, 24 crashes)

De Mosquito was een bijzonder toestel. Om te beginnen had dit jachtvliegtuig twee motoren en twee zitplaatsen, terwijl eenmotorige eenmansjachtvliegtuigen het luchtruim domineerden. De verklaring is simpel. Van oorsprong was de Mosquito bedoeld als bommenwerper, maar al snel bleek dat het toestel in de rol van jachtvliegtuig, vooral als nachtjager, pas echt tot bloei kwam.

Sterker nog: het zou een van de beste worden. Bijzonder aan dit jachtvliegtuig was het materiaal waarmee het was gebouwd. De buitenkant was van triplex, het frame van hout. In totaal zijn er 24 Mosquito’s neergestort in Brabant tijdens de oorlog en bijna de helft daarvan, 11 toestellen, in maart en april 1945.

Veel van die crashes vonden plaats op en nabij de bekende vliegvelden van Eindhoven, Gilze-Rijen en Volkel. In het najaar van ’44 waren deze weer in geallieerde handen gekomen en ingericht als standplaats voor Britse en Amerikaanse jachtvliegtuigen. Een van de gevolgen was een piek in het aantal crashes van geallieerde jachtvliegtuigen in Brabant van september ’44 tot mei ‘45.

Hawker Tempest

(RAF, 22 crashes)

Kenmerkend voor de ‘Hawker’ jachtvliegtuigen van de Britse luchtmacht was hun grootte en hun vuurkracht, twee eigenschappen die in de loop van de oorlog steeds belangrijker werden gevonden voor vliegtuigen, naast snelheid en wendbaarheid.

De Tempest was bijna twee keer zo zwaar als een Spitfire. Hij werd pas laat in de oorlog, in 1944, geïntroduceerd en in Brabant zijn ze dan ook alleen in dat jaar en in 1945 neergestort. Het toestel was gebaseerd op de Hawker Typhoon. Het kon iets hoger dan zijn voorganger, met een plafond van ruim 11 kilometer, maar het grootste verschil was dat het deze hoogte in een veel kortere tijd kon bereiken. De ‘klimsnelheid’ was beter.

Maar ook op lage hoogte was het de snelste in zijn klasse, wat verklaart waarom de Tempest zo vaak werd ingezet ter onderschepping van de beruchte V1-raketten, de vliegende bommen van de Duitsers. Vergeleken met andere RAF-jagers zijn er uiteindelijk maar weinig Tempests gebouwd: iets meer dan 1.700.

North American P-51 Mustang

(RAF en USAAF, 22 crashes)

De P-51 Mustang is een Amerikaans jachtvliegtuig, dat ook door de Britten veel is ingezet. De betekenis van dit vliegtuig voor de luchtoorlog boven Europa is enorm. Nog tijdens de Korea Oorlog heeft het zijn diensten bewezen.

Met een topsnelheid van ruim 700 km per uur was het toestel ongeveer net zo snel als de P-47 Thunderbolt. Waar de Mustang zich wel duidelijk mee onderscheidde, was zijn - vooral voor een jachtvliegtuig - flinke actieradius van ruim 2.000 kilometer.

Gecombineerd met zijn lage brandstofverbruik maakte dit het toestel uitermate geschikt voor het begeleiden van bommenwerpers. Ook werd de Mustang als jachtbommenwerper ingezet. In het najaar van 1944, na Operatie Market Garden en de bevrijding van het zuiden van Nederland, kwam vliegveld Eindhoven weer in geallieerde handen en werd het volop gebruikt om jachtvliegtuigen te stationeren. Daarom zijn op en rondom dit vliegveld sindsdien bijna uitsluitend geallieerde jachtvliegtuigen verongelukt, onder andere enkele Mustangs die werden gebruikt door de Canadezen.

Republic P-47 Thunderbolt

(USAAF, 13 crashes)

Geen enkel Amerikaans jachtvliegtuig is in zulke grote hoeveelheden geproduceerd als de Thunderbolt: bijna 16.000 exemplaren. De eerste verschenen in april 1943 in het Europese luchtruim. Het toestel wordt wel beschouwd als een van de beste geallieerde antwoorden op de gevreesde Focke-Wulf 190, het hypermoderne jachtvliegtuig dat in 1941 door de Luftwaffe was geïntroduceerd.

De Thunderbolt was met een topsnelheid van 700 kilometer per uur ongeveer net zo snel. Een groot pluspunt van het toestel was daarnaast zijn wendbaarheid, maar vooral zijn betrouwbaarheid op grote hoogte, met een ‘plafond’ van ruim twaalf kilometer. In dat opzicht overtrof het Amerikaanse toestel de Duitse concurrent pas écht.

Ook qua vuurkracht deed de Thunderbolt zijn naam eer aan. Het beschoot vijanden met .50-kaliber machinegeweren, kon een bommenvracht van ruim 1.000 kilo vervoeren en gronddoelen zelfs met raketten bestoken. De impact van een schietende Thunderbolt werd door een luitenant-generaal van de Amerikaanse luchtmacht ooit vergeleken met een vrachtwagen van vijf ton die met zo’n 95 kilometer per uur tegen een stenen muur knalt.

In juli 1943 escorteerden deze jachtvliegtuigen een aanvalsvloot van B-17 bommenwerpers richting de vliegtuigfabrieken van het Duitse Kassel. Een van die Thunderbolts stortte neer in Herpen. De piloot overleefde de crash en werd gered door de lokale bevolking, maar belandde als een gevolg van zijn verwondingen alsnog in krijgsgevangenschap.

Bron digitalisering en Wiki opmaak: Terry van Erp