Filippa van Egmont
Filippa van Egmont | ||
---|---|---|
1467-1547 | ||
Sarcofaag in de Église des Cordeliers te Nancy, ontworpen door Ligier Richier | ||
Sarcofaag in de Église des Cordeliers te Nancy, ontworpen door Ligier Richier
| ||
Hertogin van Lotharingen | ||
Periode | 1 september 1485 - 10 december 1508 | |
Geboren | Grave | |
Vader | Adolf van Egmont | |
Moeder | Catharina van Bourbon |
Filippa van Egmont (Grave, 9 november 1467 - Pont-à-Mousson, 28 februari 1547) was de dochter van Adolf van Egmont en Catharina van Bourbon.
Familie
Filippa was de tweelingzuster van Karel van Gelre en zij werden geboren te Grave in Noord-Brabant. Hun moeder was de dochter van Karel I van Bourbon en Agnes van Bourgondië.
Filippa's grootouders van vaderszijde waren Arnold van Egmont, de hertog van Gelre en Katharina van Kleef. Katharina was de dochter van graaf Adolf IV van Kleef-Mark en zijn tweede vrouw, Maria van Bourgondië.
Van moederszijde was zij een nicht van Peter II van Bourbon die getrouwd was met Anna van Frankrijk. Tot die tak van de familie behoorde ook Louise van Savoye, de moeder van de latere koning Frans I van Frankrijk.
Haar tante was Maria van Egmont-Gelre, koningin en regentes van Schotland.
Levensloop
Om de banden tussen het koninkrijk Frankrijk en het hertogdom Lotharingen te versterken werd Filippa gekozen als bruid van René II van Lotharingen (1451-1508). Het huwelijk werd voltrokken op 1 september 1485 in Orléans.
Na de dood van haar man probeerde Filippa het bestuur van het hertogdom over te laten gaan op haar zoon Anton van Lotharingen die toen 19 jaar oud was. Er werd echter besloten dat hij niet oud genoeg was om alleen te kunnen regeren.
Op 13 juni 1509 verwierf zij de heerlijkheid Mayenne van haar schoonzus Margaretha van Vaudémont, hertogin van Alençon. Zij trok zich op 15 december 1519 terug in het clarissenklooster in Pont-à-Mousson en verbleef daar tot haar dood.
Haar tweelingbroer Karel van Gelre overleed op 30 juni 1538 zonder nakomelingen. Filippa maakte vervolgens aanspraak op de hertogdommen Gelre en Gulik maar keizer Karel V eiste deze op. Ze dirigeerde de claim op de twee hertogdommen naar haar zoon Anton die ze toevoegde aan zijn wapenschild.
Tijdens haar verblijf in het klooster verordende zij een groots altaarstuk voor de kloostergemeenschap. Filippa overleed op 28 februari 1547 op 79-jarige leeftijd. Ze overleefde tien van haar twaalf kinderen en maakte de geboorte mee van enkele van haar kleinkinderen waaronder de kinderen van Frans I van Lotharingen en haar achterkleindochter Maria I Stuart, koningin van Schotland.
Nageslacht
Filippa en René kregen de volgende kinderen:
- Karel (17 augustus 1486 -) overleed op jonge leeftijd
- Frans (5 juli 1487 -) overleed kort na zijn geboorte
- Anton (4 juni 1489 - 14 juni 1544) hertog van Lotharingen
- Anna (19 december 1490 - 1491)
- Nicolaas (9 april 1493 -) overleed op jonge leeftijd
- Isabella (2 november 1494 - 1508)
- Claude (20 oktober 1496 - 12 april 1550) graaf en hertog van Guise en Aumale, baron en markies van Elbeuf, heer van Joinville
- Jan (9 april 1498 - 18 mei 1550) kardinaal, bisschop van de drie bisdommen Metz, Toul en Verdun
- Lodewijk (1500 - 1528) bisschop van Verdun, graaf van Vaudémont
- Claude (24 november 1502 -) overleed op jonge leeftijd
- Catharina (24 november 1502 -) overleed op jonge leeftijd
- Frans (1506 - 24 februari 1525) gedood tijdens de slag bij Pavia