Duvenvoorde, Willem van

Uit Wiki Raamsdonks Historie
Versie door Colani (overleg | bijdragen) op 20 sep 2022 om 16:15

Willem van Duvenvoorde, (bijgenaamd Sninrieme) politicus en financier) Geboren ca.1290 ; overleden op 12 augustus 1353 op zijn kasteel te Boutersem, bastaard van Philips van Duvenvoorde ; huwde in 1326 met Heilwich van Vianen, welk huwelijk kinderloos i s gebleven. Willem van Duvenvoorde had meerdere bastaardkinderen, van vóór zijn huwelijk, o.a. Willem van Dongen.

Wie van Duvenvoorde's moeder was, is onbekend. Ofschoon van onwettige geboorte, was zijn afstamming niet zonder betekenis. De Duvenvoorde's waren een jongere linie van het geslacht Wassenaar. Zijn vader was een kleinzoon van Arent I van Duvenvoorde, de zoon van Filips van Wassenaar die in 1258 met het goed Duivenvoorde bij Voorschoten werd beleend. De Duivenvoordes genoten een aanzienlijke maatschappelijke status. De Wassenaars en de jongere linies van dit geslacht hadden onder graaf Floris V (1256 - 1296) een voorname positie in het landsheerlijke bestuur weten te verwerven.

Hun invloed werd weliswaar door de Zeeuw Wolfert van Borselen teruggedrongen, toen die van september. 1297 tot augustus 1299 de feitelijke macht in Holland en Zeeland in handen had, maar herstelde zich onder de eerste Henegouwers. De Wassenaars zelf kregen evenwel onder graaf [[Willem III van Holland-Henegouwen]], die streefde naar een positie onafhankelijk van de oude adel en de steden, minder invloed op het grafelijk bestuur. Juist aan de zijlinies van dit geslacht heeft Willem III regeringszaken toevertrouwd. De familieband der Duivenvoordes is een niet onbelangrijk aspect van het handelen van deze groep in de eerste helft van de 14e eeuw geweest. Sedert 1320 ongeveer vond ,,de Duvenvoordse clan" in Willem van Duvenvoorde onbetwist zijn leider, en behartigde deze aan het grafelijk hof de belangen van zijn verwanten.

Willem van Duvenvoorde is zijn carrière begonnen onder protectie van zijn oom Dirk van de Wale , broer van Filips van Duivenvoorde en vanaf 1308 tot 1316 hofmeester van graaf Willem III in Den Haag. De oorkonde van 10 september 1311,
waarbij Dirk van de Wale met grafelijke instemming hem een derde van de tienden in De Lier hij Monster als erfenis toekende, laat dit vermoeden.
In dit stuk noemt de graaf hem ,, Willem Snicrieme, sinen neve, onsen knape " . Hij blijkt dus reeds zijn entree aan het grafelijk hof te hebberi gemaakt, als Willem Snicrieme. Een snikke was een licht vaartuig. De naam Snicrieme kan daarom duiden op de eerste activiteiten van de jonge Willem van Duvenvoorde. De bijnaam kan ook slaan op een uiterlijke overeenkomst. Hij heeft deze bijnaam evenwel slechts korte tijd behouden. In 1313 wordt hij door de graaf ,,onsen ghetrouwen knape Willaem Snickerieme, zone heren Philips van Duvenvoerde" genoemd. In 1316 heet hij Willaem, heer Philips sone van Duvenvoerde".
De eerste baten, die de dienst van de graaf hem opbracht, kwamen hem in 1313 toe. Op 15 mei 1313 gaf de graaf hem voor bewezen diensten zeven hoeven land bij Nootdorp in leen. Van een gespecialiseerde functie van Willem van Duvenvoorde aan het hof blijkt hier nog niets. Drie jaar later is Willem van Duvenvoorde kamerling van de graaf: begin 1316 schonk Willem III hem, zijn kamerling, een renteleen van 25 pond holl. uit de tienden van Hazerswüude. Tussen mei 1313 en februari 1316 moet hij dus het ambt verkregen hebben, dat hij lange tijd zou bekleden. Benevens kamerling werd Willem van Duvenvoorde op 14 september 1317 ook 's graven zegelbewaarder. Eenmaal in functie, drong Willem van Duvenvoorde andere zegelaars en vooral Jehan Chauffecire na 1325 op de achtergrond.