De eerste Nederlandse persfoto

Uit Wiki Raamsdonks Erfgoed

De eerste Nederlandse persfoto wordt standaard toegeschreven aan een foto in de Katholieke Illustratie van de gevolgen van een brand in Raamsdonk in 1885. Het is, geredeneerd naar de maatstaven van wat we tegenwoordig als nieuws definiëren, een klassieke nieuwsgebeurtenis. Het is echter nog maar de vraag of dit inderdaad de eerste nieuwsfoto is. Wie oude nummers van de Katholieke Illustratie doorbladert, vindt meer foto’s die in aanmerking komen als eerste persfoto. Minstens twee eerder gepubliceerde foto’s kunnen evengoed beschouwd worden als persfoto. Het gaat hierbij vooral om definities. Wat is nieuws? Wat is een persfoto? Of, nog fundamenteler, wat is een foto?

69.003. De brand te Raamsdonk, augustus 1885.
69.003. De brand te Raamsdonk, augustus 1885.

Een persfoto is iets anders dan een illustratie. De Britse oud-fotoredacteur Harold Evans probeert in zijn standaardwerk Pictures on a page een persfoto te omschrijven, en haalt hierbij de fotograaf Henri Cartier-Bresson indirect aan door te zeggen dat een persfoto ‘decisive’ moet zijn. Het beeld moet de nieuwsbehoefte van het publiek stillen en hoeft niet perse te zijn gemaakt door een professionele fotograaf, getuige de foto’s van de eerste man op de maan, die immers door een amateur zijn gemaakt. Uiteindelijk houdt Evans zijn omschrijving simpel. Persfoto’s zijn ‘pictures on a page’. [1] Wilson Hicks, oud-fotoredacteur van Life Magazine, stelt het belang van een tekst bij beelden aan de orde door te zeggen dat persfotografie ‘woorden en beelden’ zijn. De Duitse fotojournalist en historicus Robert Lebeck legt de nadruk op de rol van het publiek, door te stellen dat persfotografie de afbeeldingen op een pagina zijn, gepubliceerd in een medium en die daardoor daadwerkelijk een publiek bereiken. [2] In andere standaardwerken over persfotografie van bijvoorbeeld Howard Chapnick, Vicky Goldberg en Mary Warner Marien wordt persfotografie besproken, maar niet een duidelijke definitie geformuleerd. [3] Grof gezegd stellen allen dat een persfoto een illustratie is van een nieuwsgebeurtenis, gemaakt om te publiceren in een massamedium zoals een krant, tijdschrift of website. Centraal in deze omschrijving staat de subjectieve term ‘nieuwsgebeurtenis’.
Nieuws
Wat voor de één nieuws is, hoeft voor de ander nog geen nieuwswaarde te bevatten. Onder journalisten is de meest gehoorde definitie een uitspraak van de toenmalig uitgever van de New York Sun. Het is geen nieuws wanneer een man door een hond wordt gebeten. Maar het is wel nieuws wanneer een man een hond bijt. Joris Luijendijk geeft een soortgelijke beschrijving in zijn boek Het zijn net mensen, door te zeggen dat nieuws ‘niet gaat over het allerbelangrijkste in de wereld’ maar over datgene ‘wat afwijkt van het alledaagse, de uitzondering op de regel.’ [4] In zijn bestseller laat Luijendijk zien dat nieuws geconstrueerd wordt, hetgeen al jaren in wetenschappelijke studies is na te lezen. Walter Gieber stelde dit bijvoorbeeld vast in zijn artikel News is what newspapermen make it. Hij legt hierin de nadruk op de mensen die beslissen wat nieuws is, de zogenaamde gatekeepers. [5] Een ander klassiek werk over de definitie van nieuws komt van Galtung en Ruge. Zij bespreken twaalf factoren die ervoor zorgen dat een buitenlandse gebeurtenis nieuws wordt. Vier van deze factoren zijn cultureel gebonden en acht niet. [6] Ook in studies over fotografie leggen wetenschappers steeds vaker de nadruk op het subjectieve element in het werk van fotografen. Illustratief is de uitdrukking ‘things as they are’ van de Britse filosoof Sir Francis Bacon. De uitspraak werd het motto van documentaire fotografe Dorothea Lange en werd door Henri Cartier-Bresson gebruikt in zijn boek The Decisive moment. [7] In het boek met de gelijknamige titel dat uitgegeven werd bij het vijftigjarig jubileum van World Press Photo, wordt de uitspraak terecht genuanceerd door te stellen dat ook foto’s geconstrueerd worden door fotografen. Fotografie zou niet de dingen laten zien zoals ze zijn maar het laat de dingen zien zoals ze ooit waren, vastgelegd door de subjectieve ogen van de fotograaf: ‘Photojournalism is a collaborative project, in which photographers, writers, editors and publishers creatively interpret and translate the chaos of life into a product that can be distributed to readers. In the end, the business of representing reality is all about invention [...].’ [8] Door de omschrijvingen van een persfoto en nieuws te combineren, hanteren wij de volgende omschrijving van een persfoto: ‘Een fotografische illustratie van een gebeurtenis die door de fotograaf is beoordeeld als afwijkend van het alledaagse en gemaakt is met het doel om te publiceren in een medium.’

Over de eerste persfoto
Voor zover wij hebben kunnen achterhalen benoemt G.W. Ovink in "Het aanzien van een eeuw" uit 1958 voor het eerst de foto van de brand in Raamsdonk als eerste Nederlandse persfoto. In het standaardwerk "Fotografie in Nederland 1839-1920" uit 1978 wordt bijvoorbeeld verwezen naar Ovinks definitie. [9] Bram Wisman lijkt in zijn persoonlijk geschreven "Argusogen" op zijn beurt weer sterk te leunen op Fotografie in Nederland 1839-1920. [10] Kester verwijst vervolgens weer naar Wisman in Onder vuur: het ontstaan van de Nederlandse fotojournalistiek. [11] In Dutch Eyes, het laatste standaardwerk over de Nederlandse fotografie, is de aandacht voor persfotografie beperkt, maar in een tijdbalk wordt vermeld dat de eerste foto als autotypie is gepubliceerd in Katholieke Illustratie. Vermoedelijk wordt hiermee de foto van de brand in Raamsdonk bedoeld. [12] Zo zien we dat de auteurs vooral naar elkaar verwijzen maar waarschijnlijk lang niet altijd de tijdschriften uit die dagen hebben ingekeken. Het is daarom nog maar de vraag in hoeverre de foto van de versierde St. Ignatiuskerk echt de eerste Nederlandse persfoto is. Geschiedenis wordt immers constant herschreven.

Foto
Maar dan zijn we er nog niet. Want wat is een foto? Uiteraard is dit een proces waarbij een afbeelding wordt gemaakt door de chemische inwerking van licht op een gevoelige plaat. Maar dan zijn we er nog steeds niet, want een persfoto is met name gemaakt om te worden gepubliceerd in een krant of tijdschrift. Sinds het ontstaan van de geïllustreerde pers in de jaren dertig van de 19e eeuw zien we dat bij tekst afbeeldingen werden geplaatst. Dit waren echter niet meteen foto’s maar houtgravures. Kenmerkend voor een zwart-witfoto zijn de grijsnuances tussen de zwarte en witte beeldelementen. Dit weergeven was echter nog niet mogelijk in de begindagen van de geïllustreerde pers. Kranten en tijdschriften werden destijds in hoogdruk (boekdruk) uitgevoerd, waarbij de letters boven de drukvorm uitstaken. Dit leverde een louter zwart-wit beeld op en was dus ongeschikt voor de weergave van foto’s. Om toch afbeeldingen af te kunnen drukken, werden houtgravures gebruikt. De voor de afdruk niet benodigde delen van de op het hout aangebrachte tekening werden met de hand weggesneden, de overgebleven lijnen vormden zo het beeld. Om zwart-witnuances in het beeld te kunnen aanbrengen, bracht men zeer fijne lijnen en puntjes aan. Alles bij elkaar betekende dit een tijdrovende techniek. Voor de dagelijks verschijnende nieuwskranten was zij niet geschikt, voor wekelijks uitkomende geïllustreerde tijdschriften wel. Daarbij werd voortdurend gestreefd naar snellere reproductiemethoden. Rond 1860 was het bijvoorbeeld niet meer nodig een tekening handmatig op het hout aan te brengen. Dit kon voortaan met een lichtgevoelige laag, zodat men ook foto’s als voorbeeld kon gebruiken die de graveur uitsneed in het hout. [13] Hierdoor werd het ook mogelijk om sneller gravures te maken van actuele gebeurtenissen. Grijstinten van een foto zijn in hoogdruk dus niet goed weer te geven, tenzij men het oog weet te bedotten door de grijswaarden van de foto te vertalen naar grotere en kleinere zwarte en witte puntjes. Georg Meisenbach (1841-1912) uit München wordt in het algemeen gezien als de grondlegger van de rastertechniek, die het mogelijk maakt om zwart-witfoto’s tegelijk met tekst te kunnen afdrukken. De oorspronkelijke foto wordt daarbij opnieuw gefotografeerd, alleen bevindt zich tussen de foto en de lichtgevoelige drager een glasplaat waarop zeer fijne zwarte lijnen zijn aangebracht. Door halverwege de belichtingstijd deze glasplaat een kwartslag te draaien wordt het licht door optische en natuurkundige wetten gedwongen tot puntvorming. De grijswaarden van de foto worden daarbij vertaald in grotere en kleinere puntjes waarmee het oog dus wordt bedot. [14]

Autotypie

69.004. Pagina uit KI 19 (1885/1886) met autotypieën de Franse reuzenboom en de brand in Raamsdonk
69.004. Pagina uit KI 19 (1885/1886) met autotypieën de Franse reuzenboom en de brand in Raamsdonk

Dit type afbeelding wordt autotypie genoemd en wordt gemaakt door de in 1882 door Meisenbach gepatenteerde techniek van het rastercliché. In 1883 verscheen in Nederland zonder veel ophef de eerste autotypie op pagina 222-223 in het blad Eigen Haard, dat zich richtte op een vooruitstrevend en protestants-christelijk publiek. [15] Er werd een vergelijking gemaakt tussen de traditionele houtsnede en de nieuwe techniek, waarvoor Meisenbach waarschijnlijk zelf het cliché had geleverd. Beide voorbeelden toonden een zeegezicht. De nieuwswaarde zat in de weergave van de nieuwe techniek, niet in de afgebeelde scènes. Ondanks deze primeur zette Eigen Haard de techniek de daarop volgende jaren nog niet in en bleef men de voorkeur geven aan de houtgravure. Met een oplage van ongeveer 6.000 rond 1880, was investeren in de nieuwe techniek voor het blad vooralsnog een te gewaagde onderneming. Het in 1867 opgerichte en in Den Bosch uitgegeven weekblad Katholieke Illustratie (KI) haalde daarentegen in diezelfde periode een oplage van 25.000 tot 30.000 exemplaren. Qua oplagegrootte kon dit blad zeker een vergelijking doorstaan met zijn buitenlandse voorbeelden, zoals het Franse l’Illustration. [16] De KI diende dankzij haar succes zelf weer als voorbeeld voor andere geïllustreerde tijdschriften in Nederland. [17] Doel van de KI was opvoeding van het katholieke volksdeel door middel van passende artikelen over kunst, poëzie, landen, volkeren én ‘merkwaardige gebeurtenissen en personen’. De tot dan toe on-Nederlandse oplagen toonden het succes van de emancipatie van katholiek Nederland. Door de grootte van zijn achterban konden voldoende middelen worden gegenereerd om in de nieuwe techniek van Meisenbach te investeren. De moderne uitgeverij van Henri Bogaerts werkte al sinds 1871 met technieken om foto’s op houtblokken te reproduceren. Hoewel de KI de techniek van de autotypie wat later en met nog minder ophef introduceerde dan Eigen Haard, werd zij vanaf 1885 wel een vast onderdeel in de productie van het blad, naast de houtgravure. Beide technieken stonden tot omstreeks 1900 nog zij aan zij.

Wie de KI van 1885 doorneemt zal vaak moeite hebben de verschillende reproductietechnieken te herkennen. Houtgravures bevatten soms al in bepaalde delen een patroon van puntjes dat lijkt op het raster van de autotypie. De autotypie heeft echter een nog fijner raster, waardoor de halftonen, die kenmerkend zijn voor een echte fotoafdruk, nog beter worden benaderd. Wel oogt de autotypie-afbeelding op de pagina grijzer dan dat van een houtgravure. In de beschrijvingen van de afbeeldingen in de KI bleef men autotypieën ‘gravures’ noemen, maar gezien de overeenkomsten in grafische bewerkingen tussen de verschillende reproductietechnieken is dit niet zo verwonderlijk. De clichés voor de autotypieën in de KI werden in 1885 overigens nog geleverd door de grote Weense firma Angerer & Göschl. Tussen het maken van een foto en deze als autotypie drukken zat dus altijd nog enige reistijd. [18] Desondanks is het verbazend dat men op die manier nog redelijk snel actuele gebeurtenissen in het blad wist af te beelden.

Raamsdonk
In het overzicht van de ontwikkeling van het geïllustreerde tijdschrift in Nederland benoemt de auteur, bijzonder hoogleraar G.W. Ovink, de eerste persfoto van Nederland. Het is een foto van een brand in Raamsdonk in 1885 en volgens Ovink is het ‘de eerste autotypie [gepubliceerd] naar een fotoreportage in een Nederlands periodiek’ (afbeelding 69.003). [19] De foto is gepubliceerd op pagina 80 van nummer 10 van de 19 e jaargang (1885/1886) van de KI. [20]

De brand vond plaats op 13 augustus 1885 en de foto is ‘een paar dagen’ daarna gemaakt. Sindsdien lijkt deze foto als eerste Nederlandse persfoto te boek te staan (zie kader Over de eerste persfoto). Overigens omvat de ‘fotoreportage’ maar één foto. Opvallend genoeg, maar nooit in de literatuur genoemd, staat op dezelfde pagina boven de foto van Raamsdonk een foto van de Franse reuzenboom die op de Antwerpse wereldtentoonstelling van 1885 was te zien (afbeelding 69.004). Deze tentoonstelling krijgt ook in eerdere nummers veel aandacht met artikelen, gravures en in het zelfde nummer als de brand in Raamsdonk dus ook in een fotografische weergave. Gezien de actualiteit van het gebeuren zou je kunnen beargumenteren dat de foto van de reuzenboom, ondanks zijn illustratieve waarde, daarom ook als persfoto gezien zou kunnen worden. Dat de puinhopen van Raamsdonk desondanks als eerste persfoto te boek staan, wordt ongetwijfeld mede veroorzaakt door het plotselinge karakter van het nieuwsfeit van de brand. Toch was de foto uit Raamsdonk en de Franse reuzenboom niet de eerste autotypie. De primeur lijkt, voor zover kan worden nagegaan, voorbehouden aan een afbeelding van Jezus. In nr. 34, p. 272 van de jaargang 1884/1885 staat ‘HET HOOFD VAN CHRISTUS, NAAR LEONARDO DA VINCI’, zoals deze in de hoofdkerk van Antwerpen aanwezig was. Dit kan echter geen persfoto genoemd worden omdat het meer een illustratie was binnen een beschrijving van de Lijdensweek. [21]
'

St. Ignatiuskerk


69.006. De St. Ignatiuskerk te Amsterdam bij de viering van het derde eeuwfeest der congregatie Prima Primaria, voorjaar 1885
69.006. De St. Ignatiuskerk te Amsterdam bij de viering van het derde eeuwfeest der congregatie Prima Primaria, voorjaar 1885

Volgens ons kan een andere autotypie in de Katholieke Illustratie echter wel als persfoto worden beschouwd. Het is een foto van de versierde St. Ignatiuskerk te Amsterdam bij de viering van het derde eeuwfeest der congregatie, afgebeeld in het voorjaar van 1885 (afbeelding 69.006), een aantal maanden eerder dan de foto van de brand in Raamsdonk. De foto is gepubliceerd op pagina 306 in nummer 38 van de 18e jaargang van de KI uit 1884/1885. Het artikel bij de foto is onder het kopje ‘ONZE GRAVURES’ enkele pagina’s ervóór te vinden. Hierin is sprake dat ‘voor eenige weken’ in verschillende kerken in Nederland het derde eeuwfeest gevierd werd van de canonieke oprichting der Hoofdcongregatie Prima Primaria te Rome. Als beeld van dit heugelijke feit plaatste de KI een afbeelding van de kerk van de Heilige Ignatius te Amsterdam ‘ [...] zooals zij ter gelegenheid van het genoemde eeuwfeest in feestdos gehuld was. Het beeld der Onbevlekte Moedermaagd praalt te midden van licht en bloemen, terwijl de kolommen ter zijde van het versierde altaar de jaartallen 1584 en 1884 dragen.’ Blijkbaar werd het eeuwfeest dus aan het begin van 1885 gevierd en werd de foto in het voorjaar van dat jaar kort na Pasen geplaatst. Het cliché voor de foto was geleverd door de firma Angerer & Göschl uit Wenen.



69.005. Mariafeesten te Roermond, 15 augustus 1885
69.005. Mariafeesten te Roermond, 15 augustus 1885

Ovink noemt weliswaar deze foto als het begin van het gebruik van de autotypietechniek door de KI, maar beschrijft het beeld en de aanleiding verder niet. [22] Hij interpreteert het beeld dus niet als een ‘fotoreportage’. Echter, met deze foto kon elke aanhanger van het katholieke geloof zich een beeld vormen hoe de Jezuïeten hun kerk versierden en lieten pronken naar aanleiding van een voor hen speciale gelegenheid. De foto vormt een weergave van de nieuwswaardige actualiteit die de beoogde doelgroep zeer zal hebben aangesproken. Met onze beschrijving van een persfoto in het achterhoofd concluderen wij daarom dat dit wél een persfoto is. Het is immers een fotografische illustratie die voor de lezers van Katholieke Illustratie wel degelijk afwijkt van het alledaagse en het is gemaakt om te publiceren in het blad. Daarnaast hebben we nog een foto gevonden die in onze terminologie beschouwd kan worden als persfoto. Deze foto is twee nummers voor die van de brand in Raamsdonk geplaatst (afbeelding 69.005). [23] Hij toont een praalwagen met publiek en is gemaakt op zaterdag 15 augustus 1885 ter illustratie van de Mariafeesten te Roermond, die daar gedurende twee maanden plaatsvonden. De aanwezigen, kijkend uit de vensters van de huizen en op straat, lijken speciaal voor de fotograaf te poseren. De gebeurtenis was belangrijk genoeg om vast te leggen, zodat elke katholieke abonnee van de KI kon zien hoe het bij deze belangrijke processie in Limburg toeging.

Definities
Het gaat om definities.

  • Wat is nieuws?
  • Wat is een foto?
  • En wat is een persfoto?

Het anachronistische gevaar ligt op de loer bij het gebruik van de term ‘persfoto’. We passen de term immers toe op een foto die destijds niet als dusdanig benoemd werd. Daarom is het niet verbazingwekkend dat Ovink de foto van de gevolgen van de brand van Raamsdonk uitriep tot eerste persfoto. Het is immers een klassieke persfoto zoals die destijds regelmatig verschenen. Wij stellen echter dat een persfoto een afbeelding is die door de fotograaf beoordeeld is als afwijkend van het alledaagse. Een brand is dat evident. Maar in 1885 was een versierde kerk ook nieuws, zeker voor de lezers van de Katholieke Illustratie. Dat brengt ons tot de overtuiging dat met de kennis van nu, niet de foto van de brand in Raamsdonk de eerste Nederlandse persfoto is, maar de foto van de versierde St. Ignatiuskerk in Amsterdam.


Bron: Nederlands Fotogenootschap nr. 69, winter 2010/2011 [24]
Digitalisering Terry van Erp

  1. Pictures on a page: Photojournalism and picture editing / Harold Evans. – Londen, 1997 ; p. 1
  2. Things as they are / Mary Panzer. – Londen, 2005 ; p. 9
  3. Truth needs no alley: Inside photojournalism /Howard Chapnick. – Columbia, 1994 The power of photography : how photographs changed our lives / Vicky Goldberg. - New York, 1991 Photography : a cultural history / Mary Warner Marien. – Londen, 2002
  4. Het zijn net mensen : beelden uit het Midden-Oosten / Joris Luijendijk. – Amsterdam, 2008 ; p. 44
  5. News is what newspapermen make it / Walter Gieber. In: People, society, and mass communication / Anthony Lewis Dexter and David Manning White. – London, 1964 ; p. 173-182
  6. The Structure of Foreign News / Johan Galtung and Mari Holmboe Ruge. In: News : a reader / Tumber. – Oxford, 1999 ; p. 21-31. - oorspronkelijk gepubliceerd in 1965.
  7. The decisive moment / Henri Cartier-Bresson. - New York, 1952
  8. Things as they are / Mary Panzer. – Londen, 2005 ; p. 10.
  9. Fotografie in Nederland 1839-1920 / Ingeborg Leijerzapf. - ’s-Gravenhage, 1978 ; p. 64
  10. Argusogen : een documentaire over de persfotografie in Nederland / Bram Wisman. – Amsterdam, 1994 ; p. 15
  11. Onder vuur : het ontstaan van de Nederlandse fotojournalistiek / Bernadette Kester. In: Journalistieke cultuur in Nederland / Jo Bardoel [et al.]. – Amsterdam, 2002 ; p. 236–261, aldaar p. 243.
  12. Dutch Eyes : a critical history of photography in the Netherlands / Flip Bool et al. – Zwolle, 2007 ; p. 523
  13. Zomaar een plaatje? De introductie van nieuwe illustratietechnieken in Nederland in de negentiende eeuw / Johan de Zoete. – Maarssen, 1991 ; p. 25-27
  14. Zomaar een plaatje? De introductie van nieuwe illustratietechnieken in Nederland in de negentiende eeuw / Johan de Zoete. – Maarssen, 1991 ; p. 27-29
  15. Het aanzien van een eeuw : de periode 1856-1956 weerspiegeld in 950 illustraties uit de voornaamste Nederlandse familiebladen / Gerrit Willem Ovink. – Haarlem, 1958 ; p. 17-21.
  16. Het aanzien van een eeuw : de periode 1856-1956 weerspiegeld in 950 illustraties uit de voornaamste Nederlandse familiebladen / Gerrit Willem Ovink. – Haarlem, 1958 ; p 30
  17. Het Geïllustreerde Tijdschrift in Nederland : bron van kennis en vermaak, lust voor het oog: bibliografie / Joan Hemels, Renée Vegt. – Amsterdam, 1997 ; deel 1 (1840-1946) ; p. 262-267.
  18. Het aanzien van een eeuw : de periode 1856-1956 weerspiegeld in 950 illustraties uit de voornaamste Nederlandse familiebladen / Gerrit Willem Ovink. – Haarlem, 1958 ; p 28
  19. Het aanzien van een eeuw : de periode 1856-1956 weerspiegeld in 950 illustraties uit de voornaamste Nederlandse familiebladen / Gerrit Willem Ovink. – Haarlem, 1958 ; p 21
  20. KI 19 (1885/1886), nr. 8 ; p. 61. De nummering van de wekelijkse uitgave van de KI begon niet op 1 januari, maar halverwege het jaar, eind juni, begin juli, zonder exacte datum per nummer. 15 augustus 1885 was volgens het bijbehorende artikel een prachtige zomerdag, de daarop volgende zondag was zo niet nog mooier.
  21. De voorpagina van nummer 34 van de KI begint met ‘In de Lijdensweek’, terwijl nummer 35 met ‘Paschen’ begint (Pasen viel in 1885 op 5 april), zodat deze primeur dus in maart van 1885 te plaatsen is.
  22. Het aanzien van een eeuw : de periode 1856-1956 weerspiegeld in 950 illustraties uit de voornaamste Nederlandse familiebladen / Gerrit Willem Ovink. – Haarlem, 1958 ; p. 17
  23. Het aanzien van een eeuw : de periode 1856-1956 weerspiegeld in 950 illustraties uit de voornaamste Nederlandse familiebladen / Gerrit Willem Ovink. – Haarlem, 1958 ; p. 17
  24. Martijn Kleppe en Freek Baars
    Martijn Kleppe werkt aan de Erasmus Universiteit Rotterdam aan een proefschrift over icoonfoto’s. Freek Baars is collectiebeheerder van Spaarnestad Photo.