De bevrijding in vogelvlucht

Uit Wiki Raamsdonks Historie

Zuid-Nederland wordt tussen september en november 1944 tot aan de grote rivieren bevrijd. Een gangbare opvatting. Maar het is maar welke grote rivieren bedoeld worden. Duizenden Brabanders proeven pas in mei 1945 de vrijheid. Niet door binnentrekkende geallieerde troepen, maar als gevolg van de handtekeningen van de Duitse capitulatie.
Als de geallieerden op 9 november 1944 de operaties in Brabant opschorten, blijven een klein gebied in de Peel, een smalle strook tussen Geertruidenberg en Willemstad en het Land van Heusden en Altena nog maandenlang bezet.

De geallieerde opmars komt bij de Bergsche Maas tot stilstand. Grote delen van de Langstraat blijven in de frontlinie. Dat betekent beschietingen en infiltraties door Duitse troepen. Vanaf het Capelse veer tot aan Geertruidenberg wordt fel gevochten door de terugtrekkende Duitsers, de tankslag op de laatste dagen van oktober 1944 in ons dorpje Raamsdonk is daar een klein voorbeeld van.

Maar ook als de Duitsers weg zijn uit Waspik, Raamsdonk, Geertruidenberg en Willemstad is het daar nog allerminst rustig. De angst voor een mogelijke terugkeer van de bezetter is groot en wordt gevoed door incidenten als de felle strijd om het kleine Duitse bruggenhoofd bij Kapelsche Veer in december 1944 en januari 1945.

Ook direct aan de Bergsche Maas gelegen dorpen als Drongelen, Meeuwen, Eethen en Genderen blijven lijden onder oorlogsgeweld. In Drongelen staat bijna niets meer overeind en de bevolking wordt geëvacueerd. De bewoners van Dussen en Hank moeten ook weg. Hank wordt grotendeels verwoest.

In het Land van Heusden en Altena verdwijnt de hoop op bevrijding als de brug naar Heusden en die van Keizersveer worden opgeblazen. Het gebied raakt daarmee geïsoleerd. De Duitsers verdwijnen overhaast uit de streek, maar er komen nauwelijks geallieerde soldaten.

In november 1944 ligt Hank vanuit de bevrijde zone voortdurend onder Engels artillerievuur. Tijdens een korte wapenstilstand mag de bevolking het dorpje verlaten om elders in bezet gebied ondergebracht te worden. De meeste gaan richting Gorinchem en pas lang nadat het gehele land bevrijd is, kunnen de evacués naar het zwaar gehavende dorpje terugkeren.

Bron: Terry van Erp