De Kerstvloed van 1717

Uit Wiki Raamsdonks Historie

Tragedie en heldenmoed

Ontroerend, tragisch, hartverscheurend… Er zijn tal van verhalen en ooggetuigenverslagen over de Kerstvloed opgetekend. Op kerstnacht 1717 trof een noordwesterstorm het kustgebied van Nederland, Duitsland en Scandinavië en verdronken duizenden mensen en dieren in de enorme overstroming die later de Kerstvloed zou worden genoemd. Op deze pagina belicht ik de gevolgen van deze natuurramp voor de bewoners van Nederland. De strijd tegen water komt heel dichtbij door de emoties en het persoonlijk drama in museale voorwerpen en ooggetuigenverslagen.

Gods oordeel?

‘Op Midwinterdagh des morgens om drie uijren heeft God de Heer ons alhijr besogtht met een overgrootewatervloet,’ beschreef de dominee van Leens sober de Kerstvloed. Zestig huizen werden verzwolgen in Leens en 182 mensen en ruim vijfhonderd paarden en koeien verdronken. In de hele provincie verdronken meer dan tweeduizend mensen en tienduizenden dieren. Berustend werd aanvaard dat God in de ‘roede sijner verbolgentheid’ ervoor had gekozen om een enorme vloed te sturen.

Dat was niet de conclusie die Thomas van Seeratt trok. Van Seeratt was een jaar eerder als commies-provinciaal aangesteld, hoofd van het Groninger dijkwezen. De oud-West-Indiëvaarder trok erop uit en constateerde met schrik dat het er belabberd voorstond met de zeedijken. De grond die nodig was voor het bedijken werd door dijkplichtigen namelijk aan de binnenkant van de dijk weggegraven. Hij trok aan de bel bij de Gedeputeerde Staten van Groningen, maar kreeg nog geen gehoor.

Waarschuwingen worden waarheid

Op 24 december was Van Seeratt op inspectietocht geweest en had bezorgd geconstateerd dat er een springvloed aankwam. Zodra het licht was de volgende dag zond hij boodschappers uit om de toestand te inspecteren. Ze kwamen terug, achterna gezeten door een vloedgolf van een meter hoog. De kustgebieden waren in de kerstnacht overspoeld, maar ook de stad Groningen hield geen droge voeten. Van Seeratts waarschuwingen waren op een tragische manier bewaarheid geworden.

Van Seeratt werd aangesteld als hoofd van de reddingsoperaties en kreeg toestemming om alle schepen in de stad te vorderen. Omdat er werd geplunderd besloot hij om de schippers paspoorten te geven waarop het reisdoel en de meegebrachte eetwaren waren gedrukt. Er werd eten en drinken gebracht en zout om de verdronken beesten te pekelen. Honderden mensen werden ondergebracht bij burgers in de stad. Geredde dieren werden ook naar de stad gebracht en al snel moest er worden uitgezeild om hooi uit ondergelopen gebieden te halen voor de dieren. De strenge winter die vrij plots erna intrad maakte de operaties niet gemakkelijker zodat er begin januari zelfs sleden moesten worden gebruikt in plaats van schepen.

In januari werd de balans opgemaakt en begon het herstel en de verbetering van de dijken. De Oude Dijk zat vol gaten en kolken en er stond Van Seeratt een fiks karwei te wachten. De Middendijk werd aangelegd, maar er was geharrewar over de kosten. De stad Groningen wilde de kosten niet uit de centrale provinciekas betalen wat de Ommelanden wel wilden. De provincie Friesland bemiddelde. Bewoners van niet-getroffen landstreken moesten ook meehelpen, maar niet zonder protest. In de Boerenopstand van 1718 werd het huis van de adellijke jonker Lewe in Aduard aangevallen omdat deze zich expliciet achter Van Seeratt had gesteld.



Bron Terry van Erp

Geraadpleegde literatuur: Boek: Auteur: Piet H. Nienhuis - Kerstvloed 1717 een pelgrimstocht