Bellarminus de Jonghe

Uit Wiki Raamsdonks Erfgoed

Bellarminus wordt geboren op 28 december 1916 in Raamsdonk. Hij tekent voor militaire dienst bij het KNIL en vertrekt naar Nederlands-Indië, waar hij als cavalerist wordt aangesteld in het Javaanse Bandoeng.

Op 8 december 1941, een dag na de aanval op Pearl Harbor, verklaart de Nederlandse regering vanuit Londen Japan de oorlog. De Japanners grijpen dit aan om Nederlands-Indië direct binnen te vallen. Vanwege zijn natuurlijke oliebronnen en geostrategische ligging is de verovering van de Nederlandse kolonie voor de Japanners een van de belangrijkste doelen om Oost-Azië te overheersen. De Japanse veldtocht waarin de belangrijkste strategische punten worden ingenomen, zou uiteindelijk drie maanden in beslag nemen en eindigen met de capitulatie van het KNIL op 8 maart 1942. Diezelfde dag wordt ook Bellarminus in de garnizoensstad Tjimahi krijgsgevangen genomen en samen met duizenden andere Nederlandse militairen wordt afgevoerd naar de kampen. Later wordt hij naar het vasteland van Zuidoost-Azië getransporteerd, waar hij als dwangarbeider wordt ingezet bij de aanleg van de Birma-spoorlijn. Daar komt hij uiteindelijk terecht in het Thaise kamp Rintin, op 181 kilometer van het oostelijke einde van de spoorlijn.

Rintin staat wegens het hoge sterftecijfer bekend als ‘dodenkamp’; het ligt twintig kilometer ten noorden van Hellfire Pass en is een van de beruchtste kampen langs het spoor door de zeer slechte leefomstandigheden die er heersen en de lange dagen van extreem zwaar werk die de gevangenen er moeten maken. Werkdagen van meer dan tien uur komen steeds vaker voor. Ondertussen ontbeert het de gevangenen aan vrijwel alles. De voeding schiet schromelijk tekort, er zijn geen medicijnen voorhanden en de hygiëne is er zeer slecht. Gevangenen op doortocht naar andere kampen zorgen voor de regelmatige uitbraak van ziektes.

Bellarminus bezwijkt in het kamp op 21 maart 1943 aan ziekte en de geleden ontberingen. Hij is 26 jaar geworden en rust nu op de oorlogsbegraafplaats van Kanchanaburi in Thailand.
Op 20 augustus 2005 is achter het monument een namenwand onthuld. Op deze wand staan de namen van de krijgsgevangenen van het KNIL die omkwamen bij de aanleg van de Birma Siam Spoorweg, zo ook die van Bellarminus de Jonghe. [1]

  1. Terry van Erp - Arnhem, BIRMA-SIAM en Pakan Baroe Spoorwegen monument Velperweg 147, 6824MB, Arnhem, Gelderland.

    In totaal heeft de spoorweg het leven van bijna 100.000 mensen gekost. Vanaf het begin van de werkzaamheden in 1942 tot aan de bevrijding in augustus 1945 stierven per dag gemiddeld 75 arbeiders. Niet voor niets zegt men dat elke dwarsligger van deze 415 kilometer lange spoorweg een dode symboliseert.

    Het aantal Nederlandse oorlogsslachtoffers op de erevelden bedraagt:
    Thanbyuzayat 621
    Kanchanaburi 1896
    Chungkai 313

    Op 20 augustus 2005 is achter het monument een namenwand onthuld. Op deze wand staan de namen van de krijgsgevangenen van het KNIL die omkwamen bij de aanleg van de Birma Siam Spoorweg. 14-03-1943 t/m 03-04-1943