Bandiet

Uit Wiki Raamsdonks Erfgoed
Asalto al coche (De beroving van de koets), door Francisco Goya
Asalto al coche (De beroving van de koets), door Francisco Goya

Herkomst van het woord ‘bandiet’

Verjaeght dit paer bandijten ten paradijze uit!
Het woord ‘bandiet’ betekent boef, slechterik, struikrover, misdadiger of crimineel. Wat is de historische achtergrond van dit woord, dat het Nederlands geleend heeft en oorspronkelijk uit het Italiaans komt?

Bandiet moest verbannen worden

Het Nederlandse woord bandiet is ontleend aan het Italiaanse bandire, dat letterlijk ‘verbannen’ betekent. Via het Frans is het woord in het Nederlands beland. In een recente scriptie van de Nijmeegse historicus Cesare Billoni, “De Rovers uit het Zuiden” (2016, p.13) lezen we:

Tot de late achttiende eeuw stonden struikrovers in Italië vooral bekend als banditi. Deze term stamde al uit de Middeleeuwen en er werden personen mee bedoeld die voor verschillende misdaden verbannen waren uit hun stad of boerengemeenschap. In Italië noemde men dit bandire of mettere al bando, wat beiden letterlijk verbannen betekent. Verbannen personen werden in veel gevallen van hun eigendommen ontdaan en verdwenen uit de samenleving. Uiteraard koos slechts een deel van deze mensen voor het pad van de struikrover, maar in Italië betrof dat nog altijd tamelijk veel personen.

Schrijver-dichter Joost van den Vondel gebruikte in 1657 het woord ‘Godsbandieten’ voor mensen ‘die door God verbannen werden’. In zijn vertolking van Psalm 98 dichtte hij:

“Laet alle Godts bandijten razen, (…) Dat zal hem niet verbazen, Die uit den Cherubijnetroon Elck zwichten heet voor zijn geboôn.”

Ook paste hij bandieten toe op Adam en Eva, in een werk uit 1664, die – zo valt te lezen in het Bijbelboek Genesis – verbannen waren uit het Paradijs:

“Verjaeght de ballingen, verjaeght dit paer bandijten ten paradijze uit!”

Verspreiding vanuit het Nederlands

Vermoedelijk via kolonisatie en de handelsreizen van de VOC is het woord bandiet vanuit het Nederlands ook in diverse andere talen terechtgekomen, zo meldt het boek Nederlandse woorden wereldwijd (2010) van taalkundige Nicoline van der Sijs. De term bandit is via het Nederlands in elk geval in het Zuid-Afrikaans en in het Maleis beland, en wellicht ook in het Engels (via Zuid-Afrika).