Allerheiligen en Allerzielen
Herkomst en achtergrond van de christelijke feestdagen
In de katholieke kerk wordt jaarlijks op 1 november Allerheiligen gevierd. Op die dag worden alle heiligen herdacht. Een dag later is het Allerzielen en komt men samen om alle overledenen te herdenken.
Allerheiligen was oorspronkelijk een dag waarop alle martelaren van de kerk werden herdacht. Het feest wordt al sinds de vierde of vijfde eeuw gevierd. Aanvankelijk vond het feest jaarlijks plaats op 13 mei. In 844 verving paus Gregorius IV die datum door 1 november, volgens de regel van Benedictus de begindag van de winterperiode. Binnen de katholieke kerk is Allerheiligen een zogeheten hoogfeest.
Allerheiligenvloed van 1570
In Nederland is Allerheiligen, anders dan in veel andere Europese landen, geen nationale feestdag. Binnen de katholieke kerk is het wel een verplichte feestdag. In 1967 verleende de paus echter ontheffing en hoefde de dag in Nederland niet meer als zondag gevierd te worden. De daadwerkelijk viering werd hierna vaak verplaatst naar de eerste zondag na Allerheiligen. In de protestantse kerk worden Allerheiligen en Allerzielen niet gevierd.
Allerheiligenvloed
In geschiedenisboeken vinden we Allerheiligen terug in de naam van enkele grote overstromingen, waarvan die in 1170 en 1570 vermoedelijk het bekendst zijn. Met name de laatste overstroming was rampzalig. Een groot aantal dijken aan de Hollandse kust begaf het toen en de gehele kust van Vlaanderen naar Groningen tot aan Noordwest-Duitsland toe werd overstroomd. Deze overstroming vond plaats tijdens de Tachtigjarige Oorlog. In een brief aan koning Filips II schreef de hertog van Alva dat maar liefst vijfzesde deel van Holland onder water stond.
Allerheiligenmarkt
In Winschoten wordt al ruim tweehonderd jaar op (of rond) de feestdag van de heiligen een Allerheiligenmarkt gehouden. De eerste editie vond vermoedelijk plaats in 1817. Pas vanaf 1835 kreeg hij echter enige betekenis. De markt, vaak ook Adrillen genoemd, trekt jaarlijks ruim dertigduizend bezoekers uit (Oost-)Groningen en Duitsland.
Allerzielen
Allerzielen valt ieder jaar op 2 november, dus een dag na Allerheiligen, en is de dag waarop gebeden wordt voor alle gestorvenen. Het woord is afgeleid van ‘gedachtenis aller zielen’. De viering voert terug op de oude overtuiging dat de mens bestaat uit een lichaam en een ziel. Na een overlijden scheidt de ziel zich van het lichaam om terug te keren naar God. Voordat veel zielen daadwerkelijk in Gods nabijheid kunnen verkeren, moeten deze eerst echter gelouterd worden in het Vagevuur. Speciaal wordt tijdens Allerzielen dan ook gebeden voor gestorvenen die nog nog niet voor altijd bij God verblijven.
Het christelijke feest dateert oorspronkelijk uit de tiende eeuw, toen de heilige abt Odilo van Cluny (ca. 961-1049) gelovigen in Bourgondië opdroeg om op de dag na Allerheiligen alle overleden gelovigen te herdenken (988). Hij baseerde zich daarbij weer op een oude monastieke traditie in Spanje. Pas sinds de veertiende eeuw werd Allerzielen algemeen gevierd binnen de katholieke kerk. Hierbij speelden de pestepidemieën die Europa teisterden een grote rol. In de katholieke encyclopedie van de KRO-NCRV lezen we daarover:
“Daarbij stierven ontelbare mensen wier lichamen in massagraven terechtkwamen, vaak zonder dat er voor hen een mis werd opgedragen. Om te voorkomen dat deze anonieme pestslachtoffers ook na hun dood naast het heil zouden grijpen, werden zij op Allerzielen alsnog in het gebed van de hele Kerk meegenomen.”
Tijdens Allerzielen gaan veel gelovigen naar het kerkhof om hun geliefden te gedenken. Soms worden graven versierd met (witte) bloemen.
Bron: Terry van Erp