600 jaar Sint Elisabethsvloed

Uit Wiki Raamsdonks Erfgoed

De nacht 18 november 1421, e en woeste storm breekt de dijken en veroorzaakt een van de ergste overstromingen uit de vaderlandse geschiedenis, dit was de Sint Elisabethsvloed.
' Mensen stierven, dorpen verdronken, de Biesbosch werd gevormd


Dordrecht in 1420, een studie uit 1565
Dordrecht in 1420, een studie uit 1565

Dit jaar (2021) wordt herdacht dat 600 jaar geleden de Sint-Elisabethsvloed grote delen van Nederland teisterde. Deze watercatastrofe had niet alleen grote emotionele impact, maar veranderde ook het Nederlandse landschap voorgoed. Hoe is deze legendarische watersnoodramp door de eeuwen heen in kaart gebracht? En waarom is deze gebeurtenis nog steeds het herdenken waard?

In de nacht van 18 en 19 november 1421 woedde een hevige noordwesterstorm. In combinatie met hoog water veroorzaakte deze een aaneenschakeling van overstromingen en dijkdoorbraken, vanuit Zuid-Holland tot diep in Gelderland. Het landbouwgebied de Grote of Zuidhollandsche Waard onder Dordrecht liep volledig onder, waarbij een dertigtal dorpen door het water werd verzwolgen. De geschatte aantallen slachtoffers stegen in de jaren erna tot mythische proporties (tot 100.000), nu wordt aangenomen dat zo’n drieduizend mensen het leven lieten.

Eigentijdse kaarten of kaarten van de situatie vóór 1421 bestaan nauwelijks, maar door de tijd heen hebben talrijke kaartenmakers gereconstrueerd hoe het gebied er voor de ramp moet hebben uitgezien. Landmeter N. Diert was met zijn kaart uit 1565 een van de eersten die daartoe een poging deed. Latere cartografen baseerden zich op zijn werk, zoals Jan van Jagen die in 1771 een kaart van de loop van de rivieren de Merwede en de Maas vervaardigde.


Afbeelding: Jan van Jagen, Kaarte vertoonende den loop van de Maaze en Merwede, mitsgaders den grooten Zuidhollandschen Waard, voor de bekende overstrooming van 't jaar 1421: Dordrecht: P. van Braam, 1771.
Afbeelding: Jan van Jagen, Kaarte vertoonende den loop van de Maaze en Merwede, mitsgaders den grooten Zuidhollandschen Waard, voor de bekende overstrooming van 't jaar 1421: Dordrecht: P. van Braam, 1771.

Ook de situatie tijdens de vloed is veelvuldig in kaart gebracht. Neem bijvoorbeeld de kaart door A.A. Beekman uit de Schoolatlas van de geheele aarde (8e druk, 1927). Bij het plaatsje Broek staat de tekst ‘Inbraak 28 Nov. 1421’, gevolgd door een grote pijl richting de ‘Groote Waard’. De andere jaartallen op de kaart geven de tijdstippen van de bedijkingen aan.

Kaart nr. 18. Uit: A.A. Beekman en R. Schuiling, Schoolatlas van de geheele aarde 8e, verb. dr. Zutphen: W.J. Thieme & Cie., 1927.

De tragische maar spectaculaire ramp had een grote indruk achtergelaten én sprak sterk tot de verbeelding. Ruim vijftig jaar na de rampspoed ontstond de behoefte om deze te herdenken. Overlevenden van het verdronken dorp Wieldrecht gaven een schilder (we weten nog steeds niet precies wie) de opdracht een altaarstuk te vervaardigen dat nu in het Rijksmuseum te bewonderen is. Opvallend is het ruimtelijke, cartografische karakter van het schilderij: de voorstelling in vogelvlucht geeft een duidelijk overzicht van de dorpen waar de vloed langs trok, herkenbaar door de markante kerktorens waarop de namen als ‘Dubbelmonde’ en ‘Dordrecht’ zijn geschilderd.


De Sint-Elisabethsvloed, Meester van de Heilige Elisabeth-Panelen, ca. 1490 - ca. 1495 olieverf op paneel, h 127,5cm × b 110,5cm, Rijksmuseum.
De Sint-Elisabethsvloed, Meester van de Heilige Elisabeth-Panelen, ca. 1490 - ca. 1495 olieverf op paneel, h 127,5cm × b 110,5cm, Rijksmuseum.

Eeuwen later maakte graveur Romeyn de Hooghe op vergelijkbare wijze een prent, naar een tekening van Arnold Houbraken. Deze diende als illustratie voor Beschryvinge der stad Dordrecht (1677), dat de geschiedenis van de stad beschrijft. De Sint-Elisabethsvloed kon daar natuurlijk niet bij ontbreken.


Prent van de Sint-Elisabethsvloed in 1421, door Romeyn de Hooghe, naar Arnold Houbraken. Uit: Matthys Balen, Beschryvinge der stad Dordrecht. Dordrecht, Simon onder de Linde, 1677.
Prent van de Sint-Elisabethsvloed in 1421, door Romeyn de Hooghe, naar Arnold Houbraken. Uit: Matthys Balen, Beschryvinge der stad Dordrecht. Dordrecht, Simon onder de Linde, 1677.

De legendanummers verwijzen naar ondergelopen dorpen, de letter A geeft heel duidelijk de plaats aan waar de dijk doorbrak. Opvallend is het wiegje dat De Hooghe etste, drijvend op het wateroppervlak. De legenda (‘B’) licht toe: ‘Het kint in de wiegh ghesalveert’ (het kind in de wieg dat in veiligheid is gebracht). Het verhaal ging dat er tijdens de vloed een baby in een wieg was afgedreven. De kolkende watermassa slokte de wieg bijna op, maar een zwarte kat wist het kleine meisje net op tijd te redden. Toen ze veilig aan land kwam verdween de kat. De legende werd iconisch voor de Sint-Elisabethsvloed en het motief van de wieg duikt tot in de negentiende eeuw op in afbeeldingen (en kaarten) van vloeden en overstromingen.

Wat bleef er van de Grote Waard over ná de Sint-Elisabethsvloed? De oudste bekende kaart van het gebied is een recentelijk ontdekte manuscriptkaart door Cornelis Cornelisz Schilder uit 1540, waarschijnlijk in opdracht van de Rekenkamer van Holland gemaakt. Deze grote manuscriptkaart is gerestaureerd en wordt nu bewaard in het Regionaal Archief Dordrecht.

Het ondergelopen gebied werd een binnenzee die met regelmaat te kampen had met overstromingen. Misschien dat men het daarom het ‘verdronken land’ of de ‘verdronken waard’ bleef noemen. Er ontstond een rivierdelta die eind negentiende eeuw pas definitief bekend kwam te staan als ‘de Biesbosch’. Cartograaf Nicolaes Visscher was in 1682 zijn tijd vooruit en schreef op onderstaande kaart deze naam al in het gebied.


Hollandiae pars meridionalior, vulgo Zuyd-Holland, Amsterdam, Nic. Visscher, ná 1682.
Hollandiae pars meridionalior, vulgo Zuyd-Holland, Amsterdam, Nic. Visscher, ná 1682.

Men had geleerd van de rampspoed en het gebied kwam in het teken te staan van de strijd tegen het water. In de vele waterstaatkundige kaarten die van de omgeving van Dordrecht werden gemaakt bleef het jaartal ‘1421’ als een ankerpunt terugkeren. De vloed bleek niet alleen in het geheugen gegrift, maar ook letterlijk in de kaarten zelf. Neem bijvoorbeeld twee kaarten van de rivier de Merwede door Nicolaas Cruquius uit 1730. Op de ene kaart heet de binnenzee ‘den Bies Bos, het Bergse Veld, ofte (Ao. 1421) Verdronken Waard van Zuid Holland’.

En op de andere kaart staat onder de Oude Wiel, waar de Merwede afsplitst richting de Biesbosch, ‘van ’t jaar 1421’.


Nicolaes Cruquius. Caarte ofte afteeckening van de rivier de Merwede van Gorichem af benedenwaarts etc. ’s-Gravenhage: Staten van Holland, 1730.
Nicolaes Cruquius. Caarte ofte afteeckening van de rivier de Merwede van Gorichem af benedenwaarts etc. ’s-Gravenhage: Staten van Holland, 1730.
Nicolaes Cruquius. Caarte ofte afteeckening van de rivier de Merwede van Gorichem af benedenwaarts etc. ’s-Gravenhage: Staten van Holland, 1730.
Nicolaes Cruquius. Caarte ofte afteeckening van de rivier de Merwede van Gorichem af benedenwaarts etc. ’s-Gravenhage: Staten van Holland, 1730.

En nog steeds worden kaarten gemaakt die de Sint-Elisabethsvloed reconstrueren, inzichtelijk maken en de geschiedenis in herinnering houden. Een meer recent exemplaar is een gedenkkaart uit 1973 die Waterwinningbedrijf Brabantse Biesbosch ter gelegenheid van haar opening liet maken. Dit kleurrijke, monumentale pronkstuk, met goud bedrukt en verrijkt met een uitgebreide sierrand, brengt zes eeuwen Biesbosch in kaart én in beeld. Van de beperkte oplage bezit Allard Pierson een exemplaar.


F.W. Michels, De Biesbosch tussen Nieuwe Merwede, Amer en Land van Heusden & Altena, het grootste deel der gelijknamige zoetwatergetijdendelta, ontstaan na de St. Elizabethsvloed en vervolgens 550 jaar lang in hoge mate door eb en vloed beheerst totdat na de stormramp van 1 februari 1953 het tij er in 1971 definitief drastisch werd beteugeld door de afsluitingen van Volkerak en Haringvliet sinds 1969 en 1970. Rotterdam : N.V. Waterwinningbedrijf Brabantse Biesbosch, 1973.
F.W. Michels, De Biesbosch tussen Nieuwe Merwede, Amer en Land van Heusden & Altena, het grootste deel der gelijknamige zoetwatergetijdendelta, ontstaan na de St. Elizabethsvloed en vervolgens 550 jaar lang in hoge mate door eb en vloed beheerst totdat na de stormramp van 1 februari 1953 het tij er in 1971 definitief drastisch werd beteugeld door de afsluitingen van Volkerak en Haringvliet sinds 1969 en 1970. Rotterdam : N.V. Waterwinningbedrijf Brabantse Biesbosch, 1973.

Het staat als een paal boven water dat de herinnering aan de Sint-Elisabethsvloed nog steeds voortleeft. In 600 jaar tijd heeft de gebeurtenis zich vastgeklonken in het Nederlandse collectieve geheugen, symbool staand voor de eeuwige strijd tegen het water en tekenend voor natuur en het landschap. Uiteenlopende kaarten hebben door de geschiedenis heen de sporen van de beruchte watersnoodramp op tastbare wijze vereeuwigd.
En zolang we de vloed van 1421 blijven herdenken is de gedachte daaraan nog lang niet weggezonken.

Bron digitalisering en Wiki opmaak: Terry van Erp
Geraadpleegde literatuur: Wim van Wijk - Historische atlas van de Biesbosch: zes eeuwen Biesbosch in 79 kaarten.