5 - 10 Regiment Infanterie
Opgericht | 01-10-1947 te Grave |
Onderdeel van | E-Divisie "Drietand" |
Vertrek Indië | 28-01-1948 a/b "Groote Beer" |
Aankomst Indië | 18-02-1948 Sabang 20-02-1948 Belawan/Medan |
Toegevoegd aan | T.T.C. Noord-Sumatra |
Ingedeeld bij | Z-Brigade |
Actiegebied(en) | Tiga Binanga, Lau Balang, Kabandjahe, Tiga Lingga, Sidikaleng, Rantau Prapat |
Commandant | Lt.Kol J.W.G. Cornet 13-10-1947/06-04-1949 Lt.Kol A.F.L. Maris 06-04-1949/16-09-1949 Maj. P.C.A.M. de Kort 16-09-1949/15-11-1949 Maj. W.A. Hoevenaars 15-11-1949/ -01-1950 Maj. W.H. de Bruyn -01-1950/15-05-1950 |
Gerepatrieerd | 19-04-1950 a/b "Tabinta" |
Aankomst | 15-05-1950 aankomst Nederland |
Omgekomen | 13 man |
Het bataljon was gevormd uit dienstplichtigen van de lichting '47. Na aankomst te Belawan werd het bataljon, uitgezonderd de 3e cie[1] die op Sabang was ontscheept, overgebracht naar Brastagi ter aflossing van Inf.IV.KNIL. Het bataljon o.a. gelegerd te Tiga Binanga, Kabandjahe, Lau Balang en Sigarang-garang werd de eerste tijd bijgestaan door een cie[2]. Stoottroepen (ex Inf.IV.KNIL). Op 12 mei 1948 keerde de 3e cie terug en werd gelegerd te Kota Munte. In oktober werden twee cieën tijdelijk gedetacheerd bij 4-2 RI. Eind 1948 nam de onrust geleidelijk toe.
Tijdens de 2e politionele actie bezette het bataljon, verdeeld in vier groepen, de 'Dairi-landen'(operatie "Steenbok"). Op 22 december trok Gevechtsgroep III (3e cie)[3] van Lau Balang op naar Tiga Lingga. Na een zware mars vertraagd door versperringen en beschietingen werd Tiga Lingga twee dagen later bezet. Uitgeweken TNI troepen werden door de Gevechtsgroep II (2e cie) uitgeschakeld. Gevechtsgroep I (1e + 4e cie) trok op 23 december vanuit Kabandjahe op naar Sidikaleng. De gemotoriseerde colonne kwam door een vernielde brug bij Soeka Soemboel tot stilstand. De volgende dag ging de 4e cie te voet verder en bezette Sidikaleng. Op 31 december was de brug over de Lau Renoen gereed en arriveerde ook de gemotoriseerde colonne in Sidikaleng. De gevechtsgroep IV (Ost.cie + inheemse troepen) beveiligde het oude gebied. Op 5 januari 1949 loste een peloton uit Sidikaleng gevechtsgroep III af te Tiga Lingga.
Direct na de 2e politionele actie startte de TNI een felle guerrillastrijd. Sidikaleng, Tiga Lingga en de konvooien werden veelvuldig aangevallen en beschoten.
De post te Tiga Lingga bleek uiteindelijk niet meer te handhaven en werd op 13 mei opgeheven. Ook in het oude gebied verslechterde de situatie snel en werden de posten en konvooien onophoudelijk beschoten. Door de enorme inzet om de konvooien te beveiligen en de wegen open te houden waren er niet voldoende mensen om het bezette gebied grondig te zuiveren. Later vond de bevoorrading veelal plaats door middel van droppings.
In april werd Tiga Binanga overgenomen door het KNIL. Na het 'cease fire' op 15 augustus keerde de rust op de Karo-hoogvlakte en in de Dairilanden terug. Van 30 oktober tot 20 november waren delen van het bataljon gelegerd te Rantau Prapat waar bendes het gebied onveilig maakten.
Op 22 december vond de overdracht plaats van het bataljonsvak.
Het bataljon werd verzameld te Tebing Tinggi en vertrok op 19 maart 1950 naar Batavia.
Geraadpleegde literatuur:
- Herinneringsalbum 5-10 R.I. Achter de Sinabun scheen toch de zon. Woerden, 1950; 208 blz. Herdenkingsboek van 5-10 RI dat op Noord-Sumatra actief was in de jaren 1948-1950. 5-10 RI bestond uit dienstplichtigen en was ingedeeld bij de Z-brigade.
- Compiesboek. Enkele belevenissen uit de Indie-periode, opgetekend door de jongens van 2-V-10 RI. 28 januari 1948 - 15 mei 1950. Z.n. Z.p. Z.j. 273 blz. de 2e compagnie van 5-10 RI bestond uit dienstplichtigen en was ingedeeld bij de Z-brigade op Noord Sumatra
- ↑ Terry van Erp - Een cie staat voor "Compagnie"
- ↑ Terry van Erp - Een cie staat voor "Compagnie"
- ↑ Terry van Erp - Een cie staat voor "Compagnie"