4 Compagnie Aan & Afvoer Troepen
Raamsdonkers in dit legeronderdeel: Anton Pruijssers
|
Opgericht |
januari 1945 (in dienst van de geallieerden) februari 1946 (indië-compagnie) |
|
Vertrek Indië |
30-04-1946 a/b "Sibajak" |
|
Aankomst Indië |
30-05-1946 Batavia |
|
Toegevoegd aan |
T.T.C West - Java, T.T.C. Midden - Java |
|
Ingedeeld bij |
B - Divisie, V - Brigade |
|
Actiegebied(en) |
Batavia, Bandoeng, Tjilatjap, Poerwokerto, Semarang, Jogjakarta |
|
Commandant |
Maj. A. Meuwese |
|
Gerepatrieerd |
02-07-1949 a/b "Zuiderkruis" |
|
Aankomst
|
26-07-1949 Rotterdam |
|
Omgekomen |
3 man |
| Bijnaam | C peloton "de witte Buffels" |
De A.A.T viel onder de Verpleging en Transportdienst (V.T.D.). De centrale leiding berustte bij het directoraat van de VTD. De regionale leiding was in handen van de Territoriaal Verpleging en Transportofficier (TVTO). De leiding bij de eenheden berustte bij de verpleging en transportofficier (VTO) van de AAT. 4 AAT, gevormd uit OVW'ers, bestond uit vijf pelotons t.w. 1 stafpeloton, 1 werkplaatspeloton en 3 transportpelotons. In het stafpeloton waren o.a. ondergebracht, de fourier, betaalmeester, koks, motorordonnansen, administratie en het transportbureau, waar de transportofficieren alle transporten regelden en de verantwoording hadden van de B.O.S. Het werkplaatspeloton verzorgde alle reparaties en het onderhoud aan de voertuigen.
De transportpelotons werden voornamelijk ingezet in het 2e lijntransport. Dit hield in, het transport van levensmiddelen, munitie, brandhout, bouwmaterialen, BOS-producten etc. van de Verbruiks en Levensmiddelen magazijnen (V.L.M.n.) naar de aanvullingplaatsen en voor het transport van de troep bij acties en andere verplaatsingen. Dit werk was beslist niet zonder gevaar. Voortdurend was er de dreiging van sluipschutters of voor mijnen en 'trekbommen'.
De OVW'ers van 4 AAT werden na hun opleiding toegevoegd aan de 21st Army Group onder de naam Netherlands Generate Transport Company (Neth.G.T.Coy). Na de opleiding werd 4 AAT ingezet voor de logistieke verzorging van de Engelse troepen.
Na aankomst in Indië werd 4 AAT toegevoegd aan de B - Divisie. Het materiaal dat later uit Nederland werd nagezonden kwam omstreeks eind juni 1946 aan. Jammer genoeg ontbrak er veel gereedschap en reserve onderdelen. Een peloton bestond geheel uit Chevrolet "tippers" (kiepwagens). Deze voertuigen waren niet geschikt voor convooirijden daar zij te weinig snelheid en te weinig laadvermogen hadden. Later zijn deze "tippers" omgeruild voor goede Dodges. Al snel werd 4 AAT ingezet op het traject Batavia - Bandoeng, zonder noemenswaardige ervaring in het rijden in de bergen.
Op 4 juli 1946 vertrok het eerste konvooi geformeerd uit twee pelotons van 4 AAT en een peloton van 7 AAT, geladen met levensmiddelen en benzine naar Tjiandjoer.
Tijdens de 1e politionele actie, op 21 juli 1947, was 4 AAT ingedeeld bij de V - Brigade. Vanuit Bandoeng trok de colonne van de V - Brigade via Soemedang op naar Cheribon. Op 29 juli werd de opmars ingezet naar het zuiden. Over smalle modderwegen, gammele bruggen die ternauwernood het gewicht van de voertuigen konden dragen bereikte men op 2 augustus Poerwokerto. Hierna ging de opmars van de V - Brigade door tot aan Tjilatjap.
Na de 1e politionele actie bleef 4 AAT actief in het Brigadevak. Met de genie had 4 AAT een goede samenwerking en werkten beide aan het herstel van vele bruggen en wegen. In het voorjaar van 1948 was het treinverkeer weer op gang gekomen en nam veel werk van 4 AAT over. Op 25 februari 1948 werden de Staf en het werkplaatspeloton verplaatst naar Banjoemas.
Op 20 maart werd 4 AAT ingedeeld bij de T - Brigade en gelegerd te Semarang en Salatiga (C peloton). Een peloton werd gelegerd te Tjililitan bij Batavia (A peloton). In september werd het A peloton overgebracht naar Semarang.
Tijdens de 2e politionele actie was 4 AAT ingedeeld bij de T - Brigade. Op 19 december verzorgde 4 AAT het transport van het bataljon 1-15 RI van Oengaran naar Kalibanteng, het vliegveld van Semarang. Al snel vertrok ook het bataljon naar Jogjakarta waar het een zware tijd tegemoet ging met het transport van materiaal en levensmiddelen op de route Jogjakarta Semarang.
Op 16 mei werd 4 AAT samengetrokken op Semarang en werd men begin juni overgebracht naar Batavia in afwachting van de repatriëring.
