4 - 7 Regiment Infanterie
Opgericht |
13-01-1947 te Oirschot |
Onderdeel van |
D-Divisie "Palmboom" |
Vertrek Indië | 15-02-1947 a/b "Kota Baroe" |
Aankomst Indië | 19-03-1947 Palembang |
Toegevoegd aan | T.T.C. Zuid-Sumatra |
Ingedeeld bij | 5e Infanterie Brigade |
Actiegebied(en) | Palembang, Tandjoeng Radja, Betoeng, Tandjoeng Karang, Kota Boemi |
Commandant | Lt.Kol A. van Laer 13-01-1947/23-03-1950 |
Gerepatrieerd | 22-02-1950 a/b "Volendam" |
Aankomst |
23-03-1950 aankomst Rotterdam |
Omgekomen |
21 man |
Het bataljon was gevormd uit dienstplichtigen van de lichting '46 en was een bewakingsbataljon van de D-divisie. Ondanks de korte opleiding en lichte bewapening werd het ingezet als een normale infanterie eenheid.
Na aankomst op Zuid-Sumatra werd het bataljon verspreid in en om Palembang en o.a. gelegerd te Kenten (de Golfclub), Pampongan, Tiga Iller en het hospitaal "Charitas". De eerste tijd werd het bataljon bijgestaan door de daar gelegerde OVW'ers van 4(8)-RS. Na 17 juli was het bataljon geheel gelegerd te Palembang.
Tijdens de 1e politionele actie, op 21 juli 1947, werd het bataljon ingezet bij de beveiliging van Palembang.
Na de 1e politionele actie bleef het bataljon te Palembang en belast met diverse bewakingstaken. Tevens werd er menige patrouille gelopen in de omliggende kampongs.
Medio december verliet het bataljon Palembang en werd het overgebracht naar het district Kommering-Ogan ten zuid-oosten van Palembang tussen de rivieren de Kommering en de Ogan met o.a. posten te Tandjoeng Radja, Moeara Koeang, Goenoeng Batoe, Moeara Merandjat en Tandjong Loeboek. In dit gebied was de TNI zeer actief.
Op 15 december werd een patrouille (7 man) van de 4e cie vermist. Hierop volgde een grootscheepse zoekactie, zonder enig resultaat. Bij één van deze zoekacties kwam op 25 december een groep van dertig man bij Tjampang Tiga onder hevig vijandelijk vuur te liggen. Volledig afgesneden en geïsoleerd werd de groep door de lucht voorzien van voedsel en munitie. Pas op 2 januari 1948 werd de groep door een eenheid van het KNIL ontzet. Voordat het KNIL op 16 januari 1948 weer vertrok werd het gehele gebied grondig gezuiverd.
Na het 'Renville akkoord en de daaruit voortkomende wapenstilstand brak er een periode van betrekkelijke rust aan. In augustus echter namen de bestandsschendingen toe waardoor er meer en langer patrouille gelopen moest worden. Meerdaagse patrouilles van zeven tot tien dagen waren geen uitzondering.
Aan de 2e politionele actie, op 18 december 1948, nam het bataljon niet actief deel. In januari 1949 werd het gebied uitgebreid met een detachement te Betoeng, ongeveer 40 km ten westen aan de andere zijde van de rivier de Kommering.
Op 20 mei werd het bataljon verplaatst naar de 'Lampongs' in de zuidpunt van Sumatra met o.a. posten te Goenoeng Sugie, Kota Boemi, Tandjoeng Karang en het pas door het KNIL bezette Loeboek Keliat. Samen met het KNIL werd het nieuwe gebied gezuiverd. Na het 'Cease fire' in augustus werd er alleen nog wacht gelopen rond het eigen kampement. In december werd het bataljon geconcentreerd te Tandjoeng Karang.
Op 13 januari 1950 ging het bataljon via Pantjang per LST naar Palembang. Enkele dagen later, op 18 januari, vertrok het naar Batavia in afwachting van de repatriëring.