Frederik Maria Alphonsus Josephus Ridder de van der Schueren
F.M.A.J. (Frits) Ridder de van der Schueren.
- Geboren 24 januari 1878 te 's-Hertogenbosch
- Overleden 26 januari 1965 te Oosterhout, 87 jaar
- Begraven 29 januari 1965 te Zevenaar, is bijgezet in familiegraf.
- Burgemeester van Raamsdonk in de periode 1908 – 1918.
Ridder de van der Schueren studeerde af in de wijsgerige pedagogiek met als hoofdbijvakken psychologie en filosofie.
Na enige jaren werkzaam te zijn geweest op de afdeling beroepenstudie en -voorlichting op het ministerie van Sociale Zaken, en een hbo-opleiding voor jeugdconsulenten te hebben voltooid, was hij als zodanig jarenlang werkzaam op verschillende arbeidsbureaus.
Later stapte hij over naar het onderwijs en was eveneens jarenlang stafdocent aan de Hogeschool Haarlem in de vakken maatschappijleer, filosofie, psychologie en arbeidsmarktbeleid.
Intussen verdiepte hij zich in de theologie door grondige zelfstudie.
Deze persoonlijke ontwikkeling leidde uiteindelijk tot het boek ‘Zonder God geen mens’, waarin hij – vast gelovend in de goddelijke schepping – de grote overeenkomst wil aantonen tussen de mens en God.
Op initiatief van de burgemeester F.M.A.J. ridder de van der Schueren werd in december 1915 de Woningbouwvereeniging Volksbelang opgericht.
Bron: Terry van Erp
Meer info: De van der Schueren
Samenvatting van zijn boek: [1]
- ↑ We leven thans (meer dan ooit) in een tijd van enorme geestelijke verwarring, maatschappelijke ontreddering en zedelijke verwildering. De vrucht van onze manier van leven. Gedreven door een ideologisch denken, dat alle delen van de wereld heeft besmet, wordt de eeuwige waarheid geweld aangedaan, en vervagen vaste waarden en normen. Dit ook méde onder invloed van de enorme technische ontwikkelingen, die de menselijke vooruitgang in een stroomversnelling hebben gebracht, waardoor alles mogelijk schijnt te zijn en niets meer onbereikbaar. Wat de mensheid een gevoel geeft van verregaande onafhankelijkheid. Alles is in verhoogd tempo veranderd. Niets schijnt meer vast te liggen. Oude zekerheden maken plaats voor een gevoel van onveiligheid en ongeborgenheid. Het hele maatschappelijke bestel verliest zijn vastheid. Losbandigheid, zedenbederf, geweld, terreur en moord vieren hoogtij. De ongelukkige jeugd zoekt bevrijding uit het hier en nu met drank, drugs en seks. God lijkt dood en de mensheid op drift! Maar God is niet dood! Hij leeft! En staat als een rots in de branding van alle onzekerheid!
