De Commissaris van de Koningin over Dussen
Tussen 1896 en 1925 was Mr. A.E.J. baron Van Voorst tot Voorst Commissaris van de Koningin in Noord-Brabant. Een van zijn taken was het regelmatig bezoeken van alle gemeenten in de provincie.
Van die werkbezoeken hield hij nauwkeurig verslag bij. Dit had hij in al die jaren over Dussen te melden:
Het verslag hieronder: Nieuwsgierig naar zijn handgeschreven tekst? Lees die dan hier. Bestand:Dussen.cdk1895.pdf
Den 27 November 1894 bezocht ik voor de eerste maal deze gemeente. Den 20 November 1899 ging ik er weer heen. Met een rijtuig van Kommers uit Raamsdonk reed ik van het station te Geertruidenberg over het Keizersveer naar Dussen; later reed ik langs denzelfden weg terug; ik at, - met Klasens en den burgemeester van Geertruidenberg Meyers - in het logement van C.A. Santbergen te Geertruidenberg, en bedankte voor de eer eener serenade, welke de harmonie uit Geertr. zich voorstelde mij te brengen; die heele gemeente was gevlagd!
Van den rijksontvanger Schimmelpenning – de eenige man, die audientie had gevraagd – vernam ik, dat Dussen en Almkerk zeer achteruit gingen. De twee wethouders van Dussen – vooral de wethouder Verschoor – waren volgens hem beneden nul; de opbrengst van zijn kantoor was in vier jaar van f. 70.000 gedaald tot f. 60.000. Het ging den boeren slecht; de gefortuneerden trokken weg, zooals bijv. Arie den Dekker, die van Almkerk naar Andel was gegaan, omdat hij niet langer de hoofdelijke omslag te Almkerk wilde betalen, waarin men hem van f. 600,- tot f. 800,- verhoogd had. Zijne mooie villa liet hij afbreken.
De ongunstige finantieele toestand der maatschappelijk betere klasse, werkte ook weer terug op den toestand van de arbeiders. In Dussen zelf liet hun toestand veel te wenschen over; daarentegen ging het der geringe klasse aan “de Hank, en in den “Mariapolder” goed; die menschen vinden hun bestaan, door te werken in den Biesbosch en door het beroep van visscher uit te oefenen. In tegenstelling met hunne beroepsgenooten van elders nemen de visschers van “de Hank” nooit sterken drank mede, als zij gaan visschen, zelfs niet, wanneer ze eene geheele nacht “drijven” op zalm of op elft.
Ik besprak met B. en W. de waterverversching van Dussen, vooral het gebrek aan goed drinkwater, en de plannen, welke aanhangig waren om daarin verbetering te brengen, door “de Scheisloot” onder beheer en bestuur te brengen, en die daarna uit te diepen, te zuiveren en van sluisjes te voorzien, om het water te behouden.
Ik drong er bij B. en W. op aan, dat zij toch mede zouden helpen, om die zaak tot een goed einde te brengen; dat zij moesten beginnen, om te aanvaarden het betrekkelijk goede, dat te verkrijgen was, dan konden zij later toch nog naar het betere streven. Ik zeide hun, dat zij geen recht hadden om te eischen; dat zij daarom de kans beliepen niets te krijgen, als zij, wat hun onverplicht geboden werd, niet aannamen; dat toch in der tijd het gemeentebestuur van Dussen niet voldoende vigilant was geweest; had dat bestuur destijds op zijn tellen gepast, dan zou het vermoedelijk niet alleen drink- en bevloeiingswater, maar zelfs een schutsluis hebben gekregen; dat echter de kans daarop nu voorgoed verkeken was, en men nu moest nemen en redden, wat nog verkregen en gered kon worden.
Ik drong er bij B. en W. sterkste op aan, dat zij moesten in overleg of in onderhandeling treden met de oevereigenaren langs “de Scheisloot” opdat de in te nemen grond ter beschikking van het Rijk kon worden gesteld. Ik vernam van B. en W. dat zij met ± 40 oevereigenaren te doen hadden; dat er 4 waren, die moeielijkheden maakten of hooge eischen stelden. Een van die vier was Stael uit Breda, de rentmeester van den graaf d’Ursel (eigenaar van het kasteel te Dussen); deze wilde, dat op Rijkskosten ook de Dussensche Gantel zou worden uitgediept.
Onder een stortbui ging ik met B. en W. de Scheisloot in oogenschouw nemen; de toestand is werkelijk zeer bedroevend; op vele plaatsen lijkt het wel een open riool, en dat is het eenige drinkwater, wat de menschen daar kunnen krijgen! De in 1896 ontworpen ligger van de Scheisloot kon niet worden vastgesteld, om de bezwaren, welke Mr Thooft daartegen in bracht; de ligger werd toen zóó gewijzigd, dat eerst voorbij de gronden van Mr. Thooft “de Scheisloot” onder publiekrechtelijk beheer werd gebracht. Ter plaatse overtuigde ik er mij van, dat voorbij Mr Thooft’s gronden geen menschen meer wonen. Komt de zaak tot stand, gelijk ze nu geregeld is, dan zijn allen zoo goed mogelijk geholpen.
Na ons bezoek aan de Scheisloot ontbeet ik met B. en W. op het Raadhuis (een broodje met gerookte zalm en koffie). Vervolgens reed ik met B. en W. langs den Kornschen dijk en den Nieuwendijk naar “de drie sluizen”; ik nam daar die sluizen in oogenschouw, en vernam, dat zij dienden zoo wel tot waterloozing als tot waterinlating en tot scheepvaart, vooral in den bietentijd. De drie sluizen dienen: ééne voor de Alm, ééne voor den Zevenbanschen Gantel, en ééne voor den boezem van den Uppelschen polder. De burgemeester vertelde mij, dat de Rijkswaterstaat – ter voorziening in de afwatering van de Bleek en Oostkil – voornemens was om daar een groot stoomgemaal te stichten omdat men eene electrische bemaling daar ter plaatse niet voldoende achtte.
Na even te zijn doorgereden tot Kille, keerde ik langs den Nieuwendijk en den Buitendijk terug naar de Vierbansche sluis. Ik had een bootje besteld; ik liet mij roeien langs de Oostkil, door de “krommehollen” (in den Steen van Kloosteroord), langs de Aakvlaay naar het Spijkerboor; om het slechte weer en den hevigen wind kon ik niet komen tot aan het Sleurgat (monding van het Spijkerboor op den Amer). Langs de Oostkil roeiden we terug naar “de Hank”. Vandaar wandelde ik naar “Mariapolder” waar ik mijn rijtuig vond.
Heel Dussen, de Hank, Mariapolder enz. was gevlagd. Tegen mijn wensch bracht de harmonie van Dussen, terwijl ik daar op het Raadhuis was, mij eene serenade.
Den 15 Mei 1903 kwam ik weer in Dussen; aan het station Capelle-Nieuwevaart vond ik een rijtuig van Kommers uit Raamsdonk; ik ging over het Capelsche veer naar Dussen; bezocht vervolgens Meeuwen, en keerde toen over het Drongelensche veer terug tot Waalwijk, alwaar ik den trein naar Den Bosch nam.
B. en W. deelden mij mede, dat van de huwelijken er 70% “gedwongen” zijn, en dat er jaarlijks 2 á 3 onwettige geboorten zullen plaats hebben. De gedwongen huwelijken komen zoowel onder de gegoeden als onder de geringe klasse voor. De gegoeden in Dussen trouwen weinig en wonen veel met broers en zusters te samen. Volgens B. en W. zijn zij te lui om te werken; te Mariapolder is dat geheel anders; daar zijn de menschen niet zoo lui, daar werken ze hard, en trouwen op tijd. Te Mariapolder (Hank) wonen ± 1.400 menschen, in Dussen ± 1.700.
B. en W. meenen, dat de algemeene toestand aan de Hank beter is dan te Dussen, omdat daar minder bedeeld wordt: f. 400, tegen f. 1.500 te Dussen; dat kweekt armen in Dussen, die liever bedelen dan werken. Aan de Hank wordt ’s Zondags veel gedronken; als de menschen in den Biesbosch gaan werken, of als ze visschen, dan drinken ze niet. Vrouwen gaan niet mede den Biesbosch in, om te hooien enz.
Aan de papierfabriek aan het Keizersveer (grondgebied van Raamsdonk) werken ± 100 menschen, waaronder ± 30 vrouwen. Het schijnt in die fabriek ongezond werken te zijn; als de menschen er een pr jaren zijn, dan zien ze er uit als lijken. Van die menschen komt het gros uit de Hank, enkele uit Dussen; de mannen maken van f. 1,25 tot f. 1,50 daags, de vrouwen f. 0,75. Die fabriek zal nu een dertig jaren bestaan; zij ging tweemaal in andere handen over, omdat de zaken fout liepen. Nu zou de zaak naar wensch gaan; lompen of stroo wordt nu niet meer in natura aangevoerd en tot papier verwerkt; de grondstof komt nu als “pap” kant en klaar aan de fabriek.
De bevolking van Dussen is 2/3 Katholiek; van de elf raadsleden zijn er drie Protestant, nl. Van Daalen, Van de Koppel , en de wethouder Verschoor; 4 raadsleden wonen in den Polder (Hank) nl. Verhoeven, Leemans, Leendert v.d. Pluym, en v.d. Koppel; de anderen wonen in de kom, of vrijwel over de gemeente verspreid.
In de Commissie tot wering van schoolverzuim zitten uitsluitend menschen uit Dussen; er werden er ook wel uit de Hank benoemd, maar die bedankten. In 1902 hield de Commissie 14 vergaderingen, van welke er 10 werden afgezegd, omdat er niets te behandelen was; 17 echtparen of andere verantwoordelijke personen werden door de Commissie opgeroepen; alle verzuimen betroffen art. 21 der leerplichtwet. Een pr verbalen; kantonrechter te Heusden straft zwaar; schoolverzuim is er nu bijkans niet meer.
Gemeentegeneesheer is de arts Millenaar, geboren te Drongelen, gehuwd met een rijk Haagsch meisje, juffr. Van der Kuylen, eene dochter van een grooten stalhouder te ’s Hage. Ik heb gepleit voor het afschaffen van de gratificatie aan den veldwachter; die moet bij zijn tractement gevoegd. B. en W. waren het met mij eens. De meeste waterleidingen worden ten koste van den Zuid Hollandschen polder geveegd; die polder is zoo rijk, dat de ingelanden per H.A. eene uitkeering krijgen van f. 13. Aan het onderhoud der wegen besteedt die polder jaarlijks ± f. 2.200.
Drie openbare scholen: aan de Hank, te Dussen binnen, en aan de Kornsche straat; aan alle drie wordt herhalingsonderwijs gegeven, resp. aan 10, 7 en 9 jongens. Aan meisjes wordt geen herhalingsonderwijs verstrekt. Twee liefdehuizen met bijzondere scholen van de liefdezusters uit Tilburg; die aan de Hank is gebouwd uit legaat Stael; in 1901 geopend; is nu reeds te klein voor de 80 meisjes, en zal vergroot worden. Burgerlijk armbestuur heeft een jaarlijksch inkomen van f. 600 à f. 700. Armen worden niet direct bedeeld; de beschikbare gelden worden in verhouding tot het zielental uitgekeerd aan de kerkelijke armbesturen.
Een klompenmakersbaas zou voor eenigen tijd gedwongen winkelnering [1] hebben ingevoerd; B. en W. slaagden er in, daaraan een einde te maken. De klompenmakers verdienen f. 6 á f. 7 in de week; het klomphout komt voor een groot deel uit den Biesbosch. Er wordt een vrij beduidende handel in versche visch gedreven op Belgie en Frankrijk. Het raadslid Peter van der Pluym zet jaarlijks wel f. 30.000 om.
Ten slotte heb ik mij bij B. en W. beklaagd over het onvoldoende werk van den secretaris, over de vele rappellen, die wij aan Dussen moesten zenden; en over den meer dan ongepasten toon, welken de Raad of B. en W. soms aansloegen in hunne brieven aan G.S.; ik zeide daarbij, dat ik best begreep, dat de Raad of B. en W. daaraan geen schuld hadden; dat zij de besluiten namen, en de redactie aan den secretaris overlieten; maar dat ze toch moesten zorgen, dat de secretaris geen ongepaste brieven schreef. Mijne opmerking betrof vooral de beantwoording van een brief van G.S., waarbij deze aanmerkingen maakten op de gemeente begrooting 1903.
Ik verleende audientie aan Nefkens, een koopman uit Hank; hij vroeg om een stembureau in Hank; ik verwees hem daarvoor naar den Raad; hij vroeg verder om een “stap” in de Scheisloot, welke op het oogenblik door het Rijk wordt in orde gebracht; hij had daar vroeger een “stap” gehad, die was door het Rijk opgeruimd; hij kreeg er geen voor in de plaats, volgens den Rijksopzichter. B. en W. deelden mij later mede, dat zij meenden, dat hij er wel een van het Rijk zou krijgen; mochten ze zich daarin vergissen, dan zouden ze hem, op kosten van de gemeente, een stap laten maken; eene uitgave van ± f. 5 voor een “stap”, van welke ook vele buren profiteerden, vonden B. en W. voor de gemeente wel gewettigd.
Den 16 April 1907 kwam ik weer in Dussen; vanuit Geertruidenberg reed ik er met een rijtuig van Kommers heen; later keerde ik langs denzelfden weg naar Den Bosch terug. Ik verleende audientie aan Jacob van der Pluym, die veroordeeld was wegens het beplanten van den berm van een openbaren weg en thans terzelfder zake weer was gedagvaard; hem geraden den kantonrechter zoo volledig mogelijk in te lichten. Eene gescheiden vrouw, J.J. van Heeswijk, kwam mij raadplegen over hare vergunning, welke nog stond ten name van haren man.
Het raadslid Van Beurden kwam oppositie voeren tegen de voorgenomen verlaging van een sluis, en in verband daarmede de verbreeding en verharding van een weg, tusschen het Raadhuis en de Kerk; ik heb hem een pr onaangename opmerkingen gemaakt en hem toen weggezonden. B. en W. deelden mij mede, dat men in de gemeente werkte, om de 4 in 1907 aftredende raadsleden te doen vallen; het raadslid Van Beurden werkte in alles tegen den burgemeester; tegen de verbetering van den weg en de verlaging van de sluis had hij voortdurend gekuipt; hij misgunde een bepaalden kastelein, dat deze dan wat open ruimte kreeg voor zijn herberg; hij zou van de Westelaken en Middelkoop hebben aangezet, om in de Staten de zaak tegen te werken.
De beide wethouders én de Burgemeester zijn Roomsch; toen de Protestant Verschoor aftrad, heeft men in zijn plaats den Protestant Van de Koppel (uit Mariapolder) willen hebben, maar deze wenschte zich niet beschikbaar te stellen. Drie Raadsleden zijn Protestant: Van Dalen, Verschuur en v.d. Koppel. Vier Raadsleden wonen in Mariapolder: Van der Pluym, Hermans, Van de Koppel en v. der Pluym (Leendert).
Men is zeer ingenomen met de ontworpen grensscheiding (as van de nieuwe rivier) omdat gemeente dan in het bezit komt van twee goede havens. De gratificatie is bij het tractement van den veldwachter gelegd. De Pastoor van Mariapolder had mij herhaaldelijk geschreven over Heymans, den nachtwaker in dien polder, in verband met de veroordeeling van twee parochianen, Van der Pluym genaamd, door rechtbank en Hof te ’s Bosch. Vooral ook om aan die moeielijkheden een einde te maken, was ik naar Dussen gegaan; de Pastoor gaf zich niet de moeite om op audientie te komen. Hij had juist tegen den Burgemeester gepreekt; ik gaf deze in overweging om zich deswege bij den Bisschop te beklagen, wanneer hij zeker wist, dat de Pastoor hem ten onrechte hard viel.
De Papierfabriek blijft druk werken en goed betalen; de pap wordt uit Zweden en Noorwegen aangevoerd, en is daar uit hout bereid. De directie is zeer streng op het moreel der werklieden; bij dronkenschap of wat ook, gaan de werklieden voorgoed de poort uit; aan onze arbeidswetgeving stoort men zich niet sterk; herhaalde verbalen en zware boeten; de mannen verdienen tot f. 15, de vrouwen tot f. 8,- in de week; het gemiddelde loon der vrouwen bedraagt f. 5 á f. 6.
De gemeentebode is afslager aan den botermijn; het boorsel is voor hem; mijn beteekent niet veel meer; afslager verdient met dat boorsel geen f. 25 per jaar. De vischhandel van v.d. Pluym blijft steeds zeer belangrijk; v.d. Pluym woont in Mariapolder; zijn handelszaak is echter in Geertruidenberg gevestigd; daar heeft hij vischkarren enz. Zijne verzendingen van visch geschieden per spoor vanuit Geertruidenberg.
De moraliteit blijft achteruit gaan; veel drankgebruik vooral in stille gelegenheden, huizen zonder vergunning, zonder verlof; daarom heeft de politie ook geen macht door sluitingsuur enz. In Mariapolder veel drankmisbruik. 80% gedwongen huwelijken; in alle standen; de meisjes, die naar de papierfabriek gaan, zijn moreel niet slechter, dan de andere meisjes in de gemeente.
Er wordt weinig nieuw gebouwd in Dussen; eene arbeiderswoning volgens de bouwverordening kost minstens (met den ondergrond) f. 1.400; dat is te duur in verhouding tot de huurprijs, f. 1,- in de week. In de woning van den voormaligen burgemeester Stael huizen thans drie arbeidersgezinnen!
Aan B. en W. sterk aangeraden, om te Hank een stembureau te vestigen bij verkiezingen; men scheen daar geen ooren naar te hebben. Toen ik om 12.30 het Raadhuis verliet, bleek het mij, dat er een keurig dejeuner voor mij klaar stond; ik had geen tijd, om daarvan gebruik te maken!
Den 2 April 1910 kwam ik weer in Dussen; ik reed vanuit Waalwijk eerst naar Drongelen, dan naar Meeuwen en eindelijk naar Dussen, vanwaar ik via het Capelsche veer naar Waalwijk terug reed. Hoewel ik er eerst om twee uur aankwam, stond er weer een ontbijt klaar, waaraan ik ditmaal niet kon ontkomen. Als ik weer naar Dussen ga, zal ik dus moeten berichten, dat ik er niet kan dejeuneeren!
Werk ter secretarie laat te wenschen over; zulks aan B. en W. meegedeeld, en hen tevens gezegd, dat ik geloofde, dat secretaris het werk niet af kon; dat de achterstand dus niet aan hem te wijten was, en dat men hem hulp moest geven. Geen gedwongen winkelnering voor de klompenmakers. Er is geen coöperatieve roomboterfabriek. Den Dekker zette er eene aan den Nieuwendijk; naar het schijnt maakt die slechte zaken. Er is geen straatverlichting in Dussen; B. en W. trokken er op de begrooting f. 400 voor uit; dit bedrag werd door den Raad geschrapt.
De Dusse werd tot nu toe slecht onderhouden; er was geen keur; thans is er eene vastgesteld, en hoopt men, dat het in de toekomst beter zal gaan. Voor de Scheisloot is er eene keur; die is vrijwel in orde. Aan de Hank gaat het den menschen nog steeds beter dan te Dussen.
In den hooitijd gaan er enkele vrouwen mede in Den Biesbosch werken; sinds de keeten daarop ingericht zijn is daar geen bezwaar meer tegen. Vier á vijf verbalen per jaar volgens de leerplichtwet. Er is nog geen stembureau aan de Hank; men heeft er geen locaal; als de nieuwe school klaar is zal er een stembureau komen; daar heeft men dan voldoende localiteit voor het stembureau.
De pastoor aan den Mariapolder is nog steeds lastig, nog steeds in de oppositie; als veldwachter een verbaal maakt, betaalt pastoor de opgelegde boete. Kapelaan van Dussen ook al een lastige drijver; hij weigerde met Paschen aan wethouder Van Hansewijk de absolutie omdat deze had medegewerkt tot de benoeming van een Protestantschen onderwijzer aan den Mariapolder, terwijl er geen Katholieke sollicitanten waren. Volgens dezen Eerwaarde had gemeente dan maar liever de Rijkssubsidie voor het onderwijs moeten verliezen! Op het kasteel te Dussen wonen 23 Fransche Carmelitessen, twee buitenzusters, benevens eene Hollandsche zuster om den Rector te bedienen.
Vroeger kostte eene arbeiders woning f. 400 à f. 500; sinds de bouwverordening f. 800. Waterverversching laat nog steeds te wenschen over; in de laatste drie maanden kon slechts eenmaal water worden ingelaten. In het gasthuis kunnen 20 verpleegden geplaatst worden; voor eene vrouw wordt f. 100 betaald, voor een man f. 120; de pastoor heeft vrijwel voldoende fondsen om de verzorging van die verpleegden te kunnen bekostigen.
Den 7 Augustus 1915 kwam ik weer in Dussen; ik reed er per auto heen vanuit Den Bosch; later nog naar Herpt. Woningtoestanden ellendig; sterk aangedrongen dat eene vereeniging met Rijksvoorschot goede woningen bouwt; daar zijn er veel te weinig. Verhouding tot geestelijkheid, ook tot pastoor Mariapolder tegenwoordig goed; deze laatste wordt om zijne werkzaamheid zelfs geprezen. De slechte verstandhouding vroeger schijnt veel gelegen te hebben aan het heftig karakter van den vorigen burgemeester (Van Hansewijk). Aangedrongen, dat burgemeester hulp krijgt op de secretarie.
Scheisloot en Dusse moeten door gemeente onderhouden; daarvoor is geen keur noodig, die is er niet, en komt er ook niet. Moraliteit der bevolking vrij goed; drankgebruik neemt af; bij de Protestanten zijn schier alle huwelijken gedwongen; bij de Katholieken is de toestand veel beter. Voor waterverversching hoopt men thans op een inlaatsluis te Wijk; dan worden tevens de polders geholpen aan drinkwater in de slooten. Veel uitwonende eigenaren; schier alle boeren, zoowel groote als kleine wonen gehuurd. 1/3 van de bevolking is Protestant; 3 Protestantsche raadsleden; beide wethouders zijn Roomsch.
Den 11 Augustus 1919 bezocht ik per auto vanuit Waalwijk de gemeenten Dussen, Rijswijk en Heusden. Er is nog groot gebrek aan woningen; er is juist eene vereeniging in de maak, tot verbetering van de volkshuisvesting; deze zal in den Mariapolder tien dubbele woningen stichten. Sterk aangedrongen om verbetering te zoeken door behulp van de bepalingen der landarbeiders-wet.
De raadsverkiezing bracht 4 nieuwe leden in den Raad; deze is thans saamgesteld uit 7 Roomschen, 1 antirevolutionair en 3 Christelijk Historischen. Een Raadslid is arbeider. De burgemeester heeft thans 2 ambtenaren ter secretarie; een gediplomeerde op f. 1.100, en een niet gediplomeerde op f. 800. Hoofdelijke omslag bedraagt thans f. 17.000. Het Rijk zal thans de waterverversching afdoende in orde maken voor f. 50.000, waarvan gemeente 20% moet betalen.
Gemiddelde loonen f. 2. Geen armoede. Kerkelijke armbesturen hebben nogal fondsen; Burgerlijk armbestuur slechts f. 550; bedeelt niet zelf; stelt dat bedrag ter beschikking van kerkelijke armbesturen. De klompenmakerij gaat nóg goed; moet echter weer concureeren met import in Holland van Belgische klompen. De papierfabriek heeft lang stil gelegen; is thans eene Nederlandsche onderneming geworden. De Amsterdamsche Bank verschafte het benoodigde kapitaal. Directeur is Van Dongen uit Raamsdonk; onder-directeur Van Suylekom uit Dussen. Te Nieuwendijk is, mede door Dussen, eene coöperatieve roomboterfabriek opgericht; in het geheel wordt daar de melk van 1.200 koeien verwerkt.
Twee lantaarns voorzien thans in de straatverlichting; men wacht op de elektriciteit. Pastoor Van Dooren van Mariapolder is voor 14 dagen begraven; hij werd door B. en W. sterk geprezen; hij schijnt veel goeds tot stand te hebben gebracht. Ook de verhouding tot de geestelijkheid te Dussen is thans gelukkig goed. Geen misbruik van drank dat naam heeft. De gronden van den graaf d’Ursel, 110 H.A. werden geveild; konden gemiddeld f. 2.000 per H.A. doen; werden niet gegund. Veel boomgaarden; pas werden op 1 dag het fruit van ± 84 H.A. boomgaard geveild. Te Dussen werd een tuinbouwcursus gegeven door een practicus en een theoreticus; slechts door 17 leerlingen gevolgd.
Den 8 Augustus 1923 bezocht ik Dussen en Almkerk. Als steeds maakte burgemeester Snijders mij ook nu weer een gunstigen indruk. De Raad bestaat thans uit 7 Roomsch Katholieken, 3 leden zijn Christelijk Historisch, 1 is antirevolutionair. De waarnemend wethouder Middelkoop is Christ. Historisch; waarschijnlijk wordt hij definitief tot wethouder benoemd.
In den Mariapolder is nog echte woningnood; er is niet veel aan te doen, omdat de menschen niet meer huur willen betalen dan f. 0,80 tot hoogstens f. 1,50. Voor woningbouw stelde gemeente terrein beschikbaar, daar werden – buiten eenig verband met de gemeente – zeven woningen gebouwd. Met Rijkspremie kwamen een kleine twintig woningen tot stand.
Het electriciteitsbedrijf valt tegen; de raming der bouwkosten was f. 80.000; de bouw kostte f. 110.000. Ook de exploitatie valt tegen; in het eerste bedrijfsjaar (1922) ruim f. 8.000 te kort; over 1923 zal het zeker f. 7.000 bedragen. De berekeningen van de PNEM waren veel te rooskleurig; door de daling van de kolenprijzen is de gevorderde garantie voor stroomafname – f. 2,50 per inwoner – onbillijk hoog.
De vleeschkeuring is kostbaar, lastig en niet noodig. De warenkeuringsdienst voldoet in eene behoefte. Ter uitvoering van de onderwijswet 1920 moest gemeente eene openbare school met woonhuis bouwen; kosten: f. 50.000.
De waterververschingsquaestie – Scheisloot en Dusse – is thans tot een goed einde gebracht. Het werk kostte f. 58.000,- waarin het Rijk 90% betaalt. Alles is nu sinds einde 1922 in werking en voldoet uitstekend. Men verlangt thans niet meer naar een inlaatkanaal voor versch water te Wijk, dat dan dwars door het land van Heusden en Altena zou loopen. Wel zou men gaarne zien, dat het peil van het water in het Noorder afwateringskanaal 15 c.M. verlaagd werd. Volgens B. en W. heerschte er vroeger in Dussen niet zooveel typhus als men meende; de toenmalige dokter, de Heer Millenaar, zou wat vlug geweest zijn om ernstige koortsgevallen typhus te noemen.
De industrie, zoowel de papierfabriek als de klompenmakerij, gaat vrij goed. Geen werkeloosheid, dat naam heeft; geen armoede. Autobusdienst werd opgericht door burgemeester Snijders en vier anderen; voldoet aan eene groote behoefte; kan zich tot nu toe juist bedruipen.
Bron: BHIC
Wiki opmaak: Terry van Erp
- ↑ Terry van Erp Vooral in de negentiende eeuw moesten arbeiders in bepaalde bedrijfstakken een deel van het loon besteden bij de werkgever of door de werkgever aangewezen winkelbedrijven. Dit werd bijvoorbeeld gerealiseerd door het loon uit te betalen in bonnen die alleen in bepaalde winkels konden worden besteed. De prijzen waren daar hoger dan in andere winkels.