Etalagester

Een bouwend bestaan - Sjef Verschure 40 jaar ondernemer

Uit Wiki Raamsdonks Erfgoed
Versie door Colani (overleg | bijdragen) op 6 aug 2024 om 08:48
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)

Het ontstaan van de naam Verschure

Verre voorouders

Een bouwend bestaan - Sjef Verschure 40 jaar ondernemer
Een bouwend bestaan - Sjef Verschure 40 jaar ondernemer

De voorouders in de rechte lijn van alle Verschurens (of hoe ze die naam ook schrijven) woonden sinds 1599 in Waspik.* [1]

De alleroudste Verschure schreef zijn naam wel wat anders dan wij plegen te doen. Zijn naam was voluit Adriaen Stevens Verschuerincx. Adriaen kwam in 1599 naar Waspik, alwaar hij schoolmeester was. Vanaf 1609 clandestien, omdat er voor een katholiek geen andere mogelijkheid was. In die jaren was hij ook koster, hetgeen toen gebruikelijk was. Na 1607 had hij een herberg en was hij onder andere nog even heemraad (een soort wethouder). Vrijwel zeker in 1602 trouwde hij met Janneke Jans (die familie ging overigens later Zijlmans heten). In 1625 zat hij in Geertruidenberg in de gevangenis en datzelfde jaar stierf hij ook (waarschijnlijk in gevangenschap).

Zijn zoon Wouter Adriaens Verschuerrink (zo schreef hij tenminste zijn naam) trouwde rond 1640 met Aeltie Peeters. Daar liggen ook de eerste lijnen naar Raamsdonk want Aeltie kwam uit Hendrik Luitenambacht.

Van Wouter zijn drie kinderen bekend, waarvan Peter de volgende in de rij van voorvaderen werd. Peter Wouters Verschuren trouwde rond 1670 met Janneke Willems Boumans. Dit echtpaar kreeg verscheidene kinderen waarvan er vier in de oudste Waspikse doopboeken zijn terug te vinden. Jan, de voorvader van Sjef, staat er nog niet in, dus die zal kort voor 1674 geboren zijn, want in 1674 beginnen namelijk de doopboeken in Waspik.

Buitenechtelijk kind

Deze Jan Verschuren zorgde voor nogal wat problemen. In 1696 kreeg hij een buitenechtelijk kind bij een protestantse vrouw uit Almkerk. Dat was zo ongeveer de grootste blunder die Jan had kunnen verzinnen. Met die vrouw, Sijke Stoffellen Elant, is hij niet getrouwd.
In Waspik zag hij het leven niet meer zitten en trok naar Rotterdam, waar hij drie keer trouwde. Hij stelde het daar erg goed, want ondanks het feit dat zijn ouders hem in 1718 onterfden, behoudens zijn legitieme portie, kocht Jan in 1719 in Rotterdam

een huys en de erve staende opt styger ontrent de Hoenderbrug alhier genaemt het Gulden Vlies voor de somme van sevenhondert Caroliguldens van twintich stuyvers het stuck’.

Dat het hem in Rotterdam wel goed ging was ook te merken aan het feit dat hij verder als monsieur Jan door het leven ging.

Wat gebeurde er inmiddels met het buitenechtelijk kind? Dat kind, eveneens een Jan Verschuren, werd bij zijn opa en oma, Peter en Jenneke, in Waspik opgevoed en werd bij testament in de erfenis bedacht als was het een zoon van zijn grootouders. Die jongen was de voorvader van Sjef, want in 1732 trouwde hij met Maria Nouwens en kreeg een talrijk nageslacht. Het oudste kind uit dit huwelijk heette naar goed gebruik weer Jan en werd de volgende in de rechte lijn.

Zijn ouders Jan en Maria verklaarden in een testament in 1747 onder andere dat ze zich verplichtten hun kinderen te laeten leeren leesen en schrijven’. Dat is echter bij deze Jan jammerlijk mislukt, want hij was de enige in de rij van voorvaderen die zijn handtekening zette met een alleszins stevig kruisje.

Jan, Huib en Piet

Janoom, hij heeft de broers en zus van vader Jan grootgebracht.
Janoom, hij heeft de broers en zus van vader Jan grootgebracht.
3 mei 1936 - Huwelijk van Jan Verschure & Marie Boons
3 mei 1936 - Huwelijk van Jan Verschure & Marie Boons

Maar al kon Jan Verschure dan niet schrijven, trouwen deed hij wel. Margo Verstegen was de gelukkige en het heugelijke feit vond plaats in 1768. De kinderen van Jan en Margo verlieten Waspik voor een deel, om elders hun brood te gaan verdienen. De oudste op één na heette Huib Verschure (de oudste ging uiteraard als Jan door het leven). Huib is in dit geheel van belang. Hij trouwde met Adriana Mutsaers. Hun zoon Jan Verschure werd als tweede kind uit dit huwelijk geboren in 1799.
Het was waarschijnlijk niet de schoonste jongeling uit het voorgeslacht, want toen hij in 1818 gekeurd werd voor de Nationale Militie, schreef men er als uiterlijk kenmerk bij dat Jan er ’pokdalig’ uitzag. In dienst hoefde hij niet, maar trouwen deed hij wel. Zijn vrouw heette Petronella de Nijs.

Uit dit huwelijk werd de overgrootvader van Sjef geboren: Huib.

Huib trouwde in 1859 in Raamsdonk met Lucia Vorstenbosch. Van zijn ouders erfde hij:

´het huis en erf met tuin staande en gelegen te Waspik aan Beneden Kerk gekadastreerd sectie F nommer 138 - 139 tezamen waardig geschat zevenhonderd gulden.’


In dat huis werd in 1867 zijn zoon Piet geboren en die bleef er na zijn huwelijk met Mieke Kamp in 1899 ook wonen. Ze kregen er 12 kinderen waarvan er tien in leven zijn gebleven. De vader van Sjef was een van die kinderen. Door het te vroege overlijden van Piet en Mieke werd dat grote gezin opgevoed door Janoom, de ongetrouwde broer van Piet. Vanaf die tijd beperken we ons tot de rechte lijn van Sjef Verschure.

De Molenstraat

Molenstraat 51 Kortgevelboerderij. Gebouwd in ca. 1930. collectie BHIC, nr. PNB001053486
Molenstraat 51 Kortgevelboerderij. Gebouwd in ca. 1930. collectie BHIC, nr. PNB001053486
Jan Verschure & Marie Boons
Jan Verschure & Marie Boons

Na een redelijk lange verkeringstijd op de Schans in Raamsdonk, trouwde Jan Verschure op 3 mei 1936 met Marie Boons. Voor het zover was, moesten nogal wat hobbels genomen worden.Oma Boons had liever "nen dikken boer” gezien, maar nadat Jan een zwart pak met een daarbij passende hoge hoed had aangeschaft, stond niets de trouwerij nog in de weg. Zij gaven elkaar het ja-woord in de kerk van St. Bavo in Raamsdonk.

Ome Sjef en tante Sie verzorgden de getuigenis en Tonia de Groot toverde een feestelijke maaltijd op tafel. In de Molenstraat op nummer 51 werd een prachtige, ruime boerderij betrokken.
Maar al na zeven weken, op 1 juli 1936, gooide een kolossale brand letterlijk en figuurlijk roet in het eten. Twee boerderijen, ook die van buurman A. van Dongen, brandden tot de grond af. Ook drie andere huizen gingen in de vlammen op.
Het kostte de nodige moeite om een eenvoudige wederopbouw gefinancierd te krijgen. De firma Fitters plaatste een nieuwbouw voor 4.300 gulden. Een aantal schuiven ter afscheiding tussen koestal en dorsvloer kon het echtpaar zich niet veroorloven (40 gulden).
Tien jaar later kwamen die er toch, maar ze kostten toen een veelvoud.

De boerderij stond maar amper overeind, of de oorlog brak uit. Vijf jaren van onzekerheid braken aan. Behalve het verhaal van de slacht in de paardenstal, terwijl de Duitsers op de dorsvloer liepen te spieden, heeft vader Verschure nooit veel verteld over de oorlogstijd. De herinneringen waren natuurlijk wrang en de uren in de kelder te somber om daar breed over te gaan verhalen. Wel is bekend dat, toen de tankslag op het eind van de oorlog te hevig werd, hals over kop de wijk genomen moest worden naar de Schans. Enkele broers van Sjef typeren het nog steeds als wat overdreven attent van vader Verschure om de granaten voor een tweede keer te trotseren om uit de spekkuip in de Molenstraat de laatste (en vergeten) telg alsnog op te halen.
Broer Jan denkt daar overigens anders over.

Na 1945 brak een tijd aan van hard werken. Vader zagen ze ’s zomers bijna nooit. Samen met Nol Hooijmaijers, de knecht, trok hij er voor dag en dauw al op uit: eerst melken aan de dijk, in de Oostpolder, Buitendijks of het Kanaal en daarna het land bewerken in het Overdiep. Ruilverkaveling was nog een vreemd begrip en op een veldfiets of met paard en wagen gingen elke dag wel enkele uren reizend verloren.
Ook ’s winters was er naast de zorg voor het vee nog genoeg te klussen: tuig repareren, spijkers recht slaan, stalletjes bijbouwen en carboleumen. Terwijl vader Verschure z’n boerderij en veestapel uitbouwde, had moeder haar handen vol aan de steeds groeiende kroost. Zuster Heikant kwam, onder supervisie van dokter Lips, elk jaar een tijdje op bezoek en uit die grote tas van haar werd telkens weer de volgende baby getoverd.
Dat de knieén en heupen moeder Verschure toen al in haar ijver danig belemmerden, maakte het er allemaal niet gemakkelijker op. Een gelukkige bijkomstigheid was in die tijd wel, dat de middenstand aan huis bezorgde: Kees van den Berg op de klompen, uitgerust met beenkappen, en later Huub Kuijsters kwamen om de week het boekje ophalen en de levensmiddelen bezorgen.

Aan de sigarenlucht kon je ruiken dat de boekhouder, de heer Hollebrands weer eens langs geweest was. Eens per jaar, tegen Pasen, werden er weer enkele van de kinderen Verschure in het nieuw gestoken door ’meneer Peek’ (en Cloppenburg).

In alle drukte was er het wekelijkse rustpunt: de zondag. Als misdienaar of koorknaap maakten de kinderen zich verdienstelijk tijdens de kerkdiensten, waar vader en moeder hun gescheiden plaatsen hadden. Later is moeder Verschure vanuit het midden, naast Pit van Strien naar voren verhuisd, maar vader Verschure had zijn plekkie in de buurt van de laatste bank.

Jan Verschure ontvangt de felicitatie van de burgemeester van Hedel, voor zijn zestigste bezoek, op 3 november 1980
Jan Verschure ontvangt de felicitatie van de burgemeester van Hedel, voor zijn zestigste bezoek, op 3 november 1980

Intussen hadden de jongelui de kriebels gekregen en in een goed jaar vlogen er vijf kinderen uit:

Piet Verschure trok naar Goirle, Riet Verschure en Sjef Verschure startten in de Molenstraat. De ruilverkaveling bracht daarna weer de nodige veranderingen met zich mee. Kees Verschure kreeg de kans om op een modern bedrijf in de Flevopolder aan de slag te gaan en Marius Verschure en Jan Kuijsters begonnen een veeteeltbedrijf in ’t Overdiep.
Henk Verschure zag het wel zitten om met Kees mee te gaan naar de Flevopolder en vanaf dat moment waren de oudjes weer samen. Ook zij moesten weer verhuizen.

De Kerkstraat

Doordat Marius naar ’t Overdiep ging en de boerderij in de Luitenambachtstraat verkocht zou worden, moesten ook vader en moeder naar een andere stulp uitzien. Broer Sjef had vlakbij de kerk het huis van Jan van de Westen gekocht en dit bood uitkomst.
Een mooi huis en vooral voor moeder was het een voordeel dat enkele aanpassingen aangebracht waren. Bovendien kwam Thea Reuvers als gezinshulp opdagen. Vader leerde de plaatselijke winkels nu ook eens van binnen kennen en ontwikkelde zich tot een zeer prijsbewust consument. Er zal echter meer hobbyisme van hem afgestraald hebben, als hij in alle vroegte met Piet de Bont weer ’een beestje’ af ging leveren bij slager Dingeman, of als ie met een pak stro achter op de fiets ging zorgen dat hij in Hedel, waar de jaarlijkse paardenmarkt gehouden werd, best voor de dag kon komen.

Moeder vond veel voldoening in de nodige kaart-uurtjes met onder andere juffrouw Hommel, vrouw Bink, mevrouw Schoenmakers en Sjaan Snijders.

Voor beiden waren dat vaste punten in hun weekpatroon waarin zij zich prima konden vinden.

De veranderingen in de maatschappij en het kerkelijk leven zijn van grote invloed geweest op het huishouden. De oorlog, het dorpsleven, de normen en waarden, het geloof en de invloed van de kerk, hebben een stempel gedrukt op de gang van zaken binnen het gezin. Op de ontwikkeling van het karakter en de vorming van het geweten van hun kinderen zijn deze elementen zeker van invloed geweest.

Het siert beide ouders, dat de kinderen daarvan in die tijd weinig of niets hebben gemerkt. Sterker nog: het was gezellig en dat alles normaal verliep, leek vanzelfsprekend.
Zo vanzelfsprekend was dat echter niet: er zijn grote offers gebracht.

Pas de laatste jaren realiseren de kinderen zich steeds meer en steeds beter, wat een immense opgave het geweest moet zijn, om de touwtjes aan elkaar te knopen met acht kinderen op een rij.

Gouden bruiloft, paar Jan Verschure & Marie Boons op weg naar de kerk na een rondrit door het dorp
Gouden bruiloft, paar Jan Verschure & Marie Boons op weg naar de kerk na een rondrit door het dorp

Een grote gelijkenis

Vooral de rol van moeder Verschure heeft op het leven van de kinderen een geweldige, niet te beschrijven impact gehad. Ze hebben haar niet anders gekend dan met een handicap, maar ze was bevoorrecht en gezegend met een sterk karakter en een krachtdadig doorzettingsvermogen. Naarmate de kinderen ouder werden, hebben ze daar steeds meer weet van en groeit met stijgende verbazing de bewondering en de verwondering, het respect en de waardering.

Vader Verschure was streng en rechtvaardig, had minder zorgen over de financién en de opgroeiende kinderen, maar heeft door zijn instelling en werkhouding, meer dan indruk op hen gemaakt. Veel verhalen en anekdoten zijn daar over aan te halen.

Naast hard werken, wat was die man sterk, kon hij met humor best wat relativeren.

Vele gezinsleden hebben verschillende karaktertrekken van beide ouders in hun pakket en die zijn ook goed herkenbaar. Voor één geldt dat zeer sterk. Zoals beide ouders het van nature in de hand (in de vingers) hadden om vakbekwaam, ieder op zijn of haar terrein, zaken op de rails te zetten, blijkt Sjef in zijn carriére daar een grote gelijkenis mee te vertonen.

Daarnaast heeft hij het eigenzinnige, het stellige, het ongeduldige en het ondernemende niet van een vreemde. Met een aantal andere karaktertrekken zal de lezer in een later stadium nog kennis maken.

Dankbaar terug kijken

Op 3 mei 1986 waren ze 50 jaar getrouwd. Dit feest werd groots gevierd in Café - Restaurant "De Koppelpaarden” in Raamsdonk.
Nadat zij zoveel meegemaakt hadden was het voor beiden fantastisch om hun 50-jarig huwelijk op deze wijze te mogen vieren.

Het gouden paar Jan Verschure & Marie Boons voor hun huis aan de Kerkstraat
Het gouden paar Jan Verschure & Marie Boons voor hun huis aan de Kerkstraat 17

Jan Verschure overleed op 27 oktober 1990. Hij werd 86 jaar. Marie Boons overleed op 26 november 1991 in de leeftijd van 82 jaar.

Lijfspreuk vader:
Van hard werken heb ik er nog weinig dood zien gaan.

Vast gezegde van moeder:
Daar is de tas, briefke zit erin.
Opschieten, gauw terug en netjes en beleefd zijn tegen de mensen.

Nog steeds wordt ter nagedachtenis aan de ouders, jaarlijks zo rond hun verjaardag, een familiedag georganiseerd om de herinnering aan vader Jan en moeder Marie en aan hun eigen jeugd levendig te houden.

Na het overlijden van moeder kregen ze van broer Piet de volgende herinnering aangereikt:

vader en moeder

nu het rouwrumoer rond jullie is verstomd '

nu voel ik

dat jullie mij bezig houden

regelmatig kom ik jullie tegen

als herinnering

aan jullie bezorgdheid

jullie vastberadenheid

jullie doorzettingsvermogen

'

gelukkig heeft hij

alleen jullie lichamen weggenomen

niet wie jullie waren

niet wat jullie zeiden

'

in het geloof

en de hoop

dat jullie krijgen

wat jullie verdienen

ga ik verder op mijn weg

naar jullie voorbeeld

Het gezin van Jan Verschure & Marie Boons bij de koperen bruiloft op 3 november 1948
Het gezin van Jan Verschure & Marie Boons bij de koperen bruiloft op 3 november 1948

De Kinderen

De kinderen van vader Jan Verschure en moeder Marie Verschure — Boons zijn allemaal geboren in een tijd dat het ouderlijk gezag wet was, met name in de boerengezinnen. Zo was het ook in huize Verschure. Er werd niet met harde hand geregeerd, maar de deugd van gehoorzaamheid aan de ouders stond hoog in het vaandel. Vader Jan was een eenvoudige, hardwerkende, vrome boer. (Hij hield van een kort gebed en een groot stuk worst.)

Het motto: s avonds een man, ’s morgens een man, was regel.

De kroost moest aanpakken. De jongens achter (in de stal en op het land), de meisjes voor (het huishouden) en achter. Het boerenvak werd hen door vader Jan met de paplepel ingegeven.

Toch kozen ze allemaal hun eigen richting. We laten de kinderen nu even een voor een de revue passeren.

Piet

Broer Piet, geboren op 11 maart 1937, had een behoorlijke uitzonderingspositie, door de omstandigheden in het leven geroepen. Na het behalen van zijn rijbewijs was hij de vaste chauffeur voor moeder Marie, die helaas al vroeg slecht ter been was.

Piet zocht zijn toekomst in het onderwijs. Hij leerde de kinderen de kunst van het lezen en schrijven. Tegenwoordig kijkt hij met voldoening terug op zijn levenswerk in het onderwijs en in de ouderenzorg.

Het is overigens niet zo dat hij thans op zijn lauweren rust. Ondanks het feit dat zijn gezondheid enigszins te wensen overlaat, zet hij zich in voor de gemeenschap en in de parochie is hij voorganger. Hij is de oudste van het gezin en dat draagt hij ook uit zonder op zijn strepen te staan. Tot op vandaag vervult hij die rol met verve.
Zie: Piet Verschure & Corrie Kuijsters

Kees

Bij de geboorte van Kees op 30 maart 1938 kwamen de tantes en de buurvrouwen de familie opzoeken om de ouders te feliciteren, maar bovenal om de baby te bewonderen.
De 0000’s en aaaa’s waren niet van de lucht. In heel Raamsdonk en omstreken was er geen mooiere baby, maar hij was wel heel klein.
Vader Jan hoorde dit allemaal aan en monkelend zei hij:

’Dat geeft niet. We houden hem toch zelf’'''.

Als jongeman had Kees al een vaste stelregel: zoek een vrouw van het zand en een paard van de klei. Het was waarschijnlijk daarom dat hij als enige een brommer had om een vrouw te zoeken. Hij ging er in ieder geval de kermissen mee af. Zo kon het gebeuren dat hij op de Dongense kermis Fien ontmoette. Het was direct raak met die twee.

Ze sjeesden overal naar toe met hun brommer. Fien hield Kees altijd stevig vast. Daar had ze geen aansporing voor nodig. Hij trok ver van huis naar het land van belofte en bouwde een mooi bedrijf op in Swifterbant. Daarnaast zette hij zich enthousiast in voor kerk en samenleving.
Dat doet hij overigens nog. Besturen en vergaderen is hem niet vreemd. Hij zingt al jaren mee in het Cecilia-koor en ook leidt hij kerkdiensten.
Zie: Cees Verschure & Fien van Bracht

Maris

Maris, geboren op | juni 1939, was feitelijk voor boer ’gemaakt’. Het werk in de stal en op het land was hem aangeboren. Het ging hem spelenderwijs af. Ook als de arbeid zwaar was, werkte hij vol overgave.

Dat was en is zijn instelling. Dezelfde ambitie had hij ook bij sport, in zijn geval de paardensport. Zijn inzet dwong respect af bij zijn sportvrienden. Hij bracht het zelfs tot commandant van de rijvereniging van Raamsdonk.

Daarnaast had hij ook nog oog voor het vrouwelijk geslacht. Wat is het dan gemakkelijk als je de ware liefde dicht bij huis vindt.
Het gezegde ’vrij je buurmans kind, dan weet je wat je vindt” was op hem van toepassing.

Diny moest de liefde van Maris delen met zijn liefde voor de paardensport. De verstandhouding met zijn paard was zo goed, dat hij na een bruiloft het paard alleen naar huis liet gaan.

Aanvankelijk ”boerde” hij in de Luyten Ambachtstraat, maar zijn ambities gingen verder.
Hij stichtte een mooi bedrijf in het Overdiep. Momenteel woont hij in Waspik en toont zijn vaardigheden van allerlei kunstige producten waar hij onder andere zijn kleinkindern blij mee maakt.
Zie: Marius Verschure & Diny de Groot

Sjef
Sjef Verschure
Sjef Verschure

Op de vierde, Sjef geboren op 29 november 1940, komen we later terug.
Zie: Sjef Verschure & Joke Kamp

Riet

Na vier jongens eindelijk dan een meisje. De vijfde in de rij werd geboren en wel op 7 februari 1942. Het was daarom dat de trotse vader Jan vol blijdschap aan een ieder die het wilde horen, verkondigde dat er een dochter was geboren. Zij werd Riet genoemd.
Ook zij werd al op jonge leeftijd aan het werk gezet. Dit vond zijn oorzaak in het al eerder genoemde feit dat moeder Marie zeer slecht ter been was.

Naast het huishoudelijk werk stak ze ook haar handen uit de mouwen op het bedrijf, zoals het hoorde in die tijd op het boerenbedrijf.

Tijd voor hobby’s was er niet zoveel, eigenlijk helemaal niet. Maar om zo af en toe naar de jongens te lonken, daar maakte ze nog wel tijd voor. Het was heel handig van haar om zogenaamd te vergeten "het klein deurke’ af te sluiten, zodat haar vriend Jan, die dat heel toevallig bemerkte, stilletjes kon binnensluipen.

Op jonge leeftijd was ze al medeverantwoordelijk voor het reilen en zeilen van het huishouden en dat heeft een heel positieve invloed op haar verdere levenshouding gehad. Ze heeft geleerd om alles eerst goed te bekijken en niet meer risico’s te nemen dan ze kan overzien. Ze huldigt het principe: de eieren van vandaag zijn me liever dan de kip van morgen”. Ze is en blijft altijd een bezige bij. Ze freubelt en frutselt en heeft altijd wel iets onder handen. De laatste jaren heeft zij zich ontwikkeld tot computerdocente.

Zie: Jan Kuijsters & Riet Verschure

Jan

Jan, de zesde Verschure, geboren op 24 juni 1943, stond zeer hoog genoteerd in het amateurvoetbal. Hij speelde in het eerste elftal van Raamsdonk, samen met doelman Sjef, die hem nogal eens de bal toespeelde. Hij was zeer balvast en wist op die manier ook menig doelpunt mee te pikken. Al met al waren de Verschure’s goed vertegenwoordigd in de sport.

Jan koos de kant van het onderwijs. Dat was een schot in de roos. Eerst de opleiding en later de praktijk van het onderwijs gingen hem met groot gemak af. In de loop der jaren klom hij zo geruisloos op van leraar tot directeur van basisschool De Ark in Veghel. Bij zijn afscheid werden niet alleen zijn kennis en liefde voor het vak geroemd, maar ook zijn eenvoud. In deze beschrijving dient zeker zijn niet aflatende inzet voor het onderwijs, de opvoeding en de opvang van kinderen van buitenlanders vermeld te worden.
Amper uit het arbeidsproces toog hij op de fiets naar Rome. Voorwaar een prestatie van formaat.
Zie: Jan Verschure & Gonny Kessels

Annie

Nummer zeven, geboren op 25 december 1944, werd Annie. De blijdschap in huize Verschure was uiteraard weer groot. Ook zij kreeg al heel vroeg instructies om zowel in het huishouden als achter de arbeid te leren. Alhoewel ze soms zelf de indruk had de tweede viool te moeten spelen, was daar in de praktijk van alledag absoluut geen sprake van. Voor wat voor werk ze ook kwam te staan, ze pakte het met verve aan en ging geen karwei uit de weg. Ook anderen was ze ten dienste en niet onopvallend. Bij de familie de Jong in Raamsdonksveer en bij Rie en Jeanne Snijders deed ze meer dan huishoudelijk werk. Vele jaren later had ze met deze mensen blijvende vriendschappen en dat zegt veel over hun relatie.

Ook in haar leven is de liefde gekomen. Met een donkerharige jongeman uit Waspik bleek het goed te klikken en de vriendschap werd serieus. Al rap deed Harry zijn intrede.

Dat ons An ook nog sportief was bleek later. Ze is gaan tennissen, wandelen en fietsen.
Nadat ze zich vaardig en constructief van haar opvoedkundige taak had gekweten, heeft ze zich ook nog een aantal jaren dienstbaar gemaakt naar anderen. Niet alleen bij ouderen werkte ze in vele gezinnen, waar ze haar graag zagen komen. Ze had en heeft een groot ”oor” en een goed ontwikkeld inlevingsvermogen. Dat ze ook nog oor en oog heeft voor mooie koorzang en klassieke muziek is niet alleen Harry zijn verdienste.

Nu ook voor Harry de tijd van meer vrije tijd met rasse schreden nadert, zullen ze ongetwijfeld meer nog dan de laatste jaren met hun caravan vele rustige, rustieke en aardige plekjes gaan ontdekken en veroveren.
Zie: Harrie van Eersel & Annie Verschure

Henk

De jongste van de club, Henk, zag het levenslicht op 19 december 1946. Hij deed in sportiviteit niet onder voor zijn broers. Hij was ook lid van de rijvereniging. Al was hij niet zo’n fervent ruiter als Maris, hij was toch graag bij de club.

Henk heeft heel wat afgezworven voordat hij zijn stekkie gevonden had. Raamsdonk, Swifterbant, Raamsdonk, Raamsdonksveer. Uiteindelijk toch Raamsdonk. Tijdens zijn loopbaan ontwikkelde hij zich door hard werken en een prima inzicht tot een gewild uitvoerder. Helaas kwam er een kink in die mooie kabel door een noodlottig ongeval. Henk is geen man van veel woorden. Waarmee niet gezegd wordt dat hij een zwijgzame figuur is. Een man die weinig spreekt is verstandig.

Zijn grote hobby is rijden met een Fries paard voor zijn sjees. Friezen zijn dappere paarden met hun hoofd fier geheven op een stevige hals.

Momenteel zoekt hij met een vijftal collega-menners aansluiting bij de plaatselijke rijvereniging. Daarnaast heeft Henk een zeer levendige handel in tweedehands spullen, met een netwerk aan relaties op dat gebied.

Dat hij handig is en van vele markten thuis blijkt onder andere uit zijn bekwaamheid in het glas-in-lood produceren.
Zie: Henk Verschure & Joke de Groot

Zes broers en twee zussen keurig op volgorde.
Zes broers en twee zussen keurig op volgorde.

De kinderjaren van Sjef

Knap verwend
Sjef werd geboren in Raamsdonk op 29 november 1940, ongeveer een half jaar na het uitbreken van de oorlog. Hij werd genoemd naar zijn oom Sjef Boons. Dat was de grootste vriend van vader Jan. In de nieuwe wereldburger zou de naam van Sjef Boons voortleven nadat hij op 7 juni 1939 jammerlijk was verongelukt. Zijn grote liefhebberij, de paardensport, werd zijn dood. Na een trap van zijn paard overleed hij in het ziekenhuis van Raamsdonksveer.[2]

Mede door de goede naam van de te vroeg overleden Sjef Boons werd Sjefke knap verwend. Hij mocht duidelijk wat meer en er werd, met name door vader, meestal lachend gereageerd op zijn ondeugende gedrag.

Toen al wist hij dat gewiekst aan te pakken en uit te buiten.

Na een ongeluk op Koninginnedag in 1948 belandde de kleine Sjef in het ziekenhuis.
Hij kwam bij Huib Kuijsters via de stoep bij de voordeur het erf af rijden en botste frontaal tegen de auto van Jan van Oort. In het ziekenhuis, waar een beenbreuk boven de knie werd geconstateerd, wist hij alle zusters naar zijn hand te zetten en enthousiast te laten reageren. Met een gipsen rekverband en een zak zand aan zijn been moest Sjef daar een zestal weken verblijven.

Met broers en zussen in 1947
Altijd actief

Sjef bezocht de kleuterschool in Raamsdonk, in de volksmond ook wel de bewaarschool genoemd. Het was het laatste gebouw naast de kerk. Toen waren het nog strenge nonnen die voor de klas stonden. Om er te komen liep hij dagelijks hand in hand met zijn oudere broers door de Brak (nu Raadhuisstraat).
Op de lagere school, in het huidige Leo-gebouw, kon Sjef het onderwijs naar behoren volgen. In de tweede klas kwam hij bij meester Bergé te zitten. Als je geluk had ging de man een paar jaar mee de hogere klassen in en had je een aantal jaren lang les van dezelfde onderwijzer. Dat was vertrouwd. In die jaren had geluksvogel Sjef af en toe een dag vrij van school. Hij was namelijk voor ooms en tantes een vaste bruidsjonker en dat stond hem wel aan.

Parmantig op de foto: Bruidsjonker Sjef en bruidsmeisje Mini Leijten

Voordat de lessen begonnen moesten de kinderen zich op het schoolplein verzamelen. Netjes in de rij, klas voor klas en dan naar binnen. In de pauzes werd ‘bok gesprongen’ en als er iemand afviel, moest hij achter aansluiten. Het gebeurde wel dat er zeven man gebukt stond. Dan was het uiteraard zaak om zo ver mogelik te springen. Het gebeurde wel dat Sjef over vier man heen sprong en zodoende regelmatig het eindpunt bereikte. In de hoogste klas van de lagere school waren knikkeren, tollen, hoepelen, hinkstap (op één been een voorwerp in een uitgetekend vak plaatsen) de favoriete bezigheden.

Sjef - Jan - Riet

Op straat was voetballen echter de hoofdzaak. Met een kapotte broek en een geschaafde knie kwam Sjef vaak thuis. Achter het ouderlijk huis was een kleine boomgaard.

Appels plukken of van de boom afschudden hoorde toen ook al bij de bezigheden van Sjef.

De zes jongens Verschure sliepen thuis op één kamer. Het traditionele kussengevecht ontbrak ook hier niet. Dat was beneden in de huiskamer goed te horen. Het was soms een dolle boel. Tot dat vader Verschure twee treden van de trap had beklommen. Die kraakten nogal. Meer was niet nodig om te zorgen dat de jongens doodstil in bed lagen.

Ook het zogenaamde ’spookspel’ was favoriet.

Met een sprei om het lichaam en dan de open zolder op. Dat gaf nog wel eens problemen, met name als de knecht, Nol Hooijmaaijers, wakker werd. De jongens waren dan veel banger van Nol dan van de ’spoken’.

Sjef zijn eerste schoolfoto
Geen zin in boerenwerk
Trots toont Sjef zijn pony en de nieuwe aanwinst

In het werk op de boerderij zag Sjef geen brood, het lag duidelijk buiten zijn belangstelling.

Hij werkte alleen mee met agrarische activiteiten omdat het moest. Sjef had een gruwelijke hekel aan 'het bruijn' tussen zijn vingers. Het uit zichzelf meehelpen stond op een zeer laag pitje....

Er was echter één uitzondering: zijn zorg voor de pony en het plezier dat hij daar aan beleefde. Dat trouwe kleine beestje bracht iedere morgen en avond de melk van de koeien weer thuis. In de tussentijd liep die pony achter in de wei aan de Molenstraat. Als Sjef het dier ging halen, ging hij er gestrekt bovenop liggen en binnen de kortste keren stond het kleine paardje met zijn berijder aan het hek. Het naar huis halen van de pony was een leuk werkje en dat liet hij zich niet graag afnemen. Hij vond dat namelijk een prettig tijdverdrijf. Sjef rekende dat niet onder de afdeling werken.

Met dat beestje reed hij ook wedstrijden en die leverden veel successen op. Menige eerste prijs bracht hij als ponyruiter mee naar huis.

Wat wel onder echt werken viel, was het melken. Dat deed hij liever niet. Een klassieker was het verhaal van vader Jan dat hij al terugkwam van het melken in de wei voordat zijn helpers, Sjef en Jan, gearriveerd waren.

We luisteren even naar de lezing van Sjef:

We hadden ons verslapen en Jan van Dongen, die aan de Maas woonde en ons met de pont moest overzetten, gaf al aan dat er weinig meer te melken was. Om vader te ontwijken werd toch besloten om de overkant maar op te zoeken. Daar hebben we achter een boom eerst vader naar de overkant laten gaan en thuis de bui maar op ons af laten komen

Vader Verschure was ’s morgens al gegaan. Toen zijn zonen Jan en Sjef bij Janus Pruijssers op de pont moesten wachten, zagen ze dat er een ronde kabelkast met een nieuwe kabel voor de pont lag. Zij besloten ermee te gaan spelen en plots rolde de kabelkast de Maas in. Beide jongens hebben nog nooit zo goed aardappels geraapt. Tegen de avond gingen ze naar huis en gelukkig zagen zij de rol boven het water uitkomen.
Er was kort overleg tussen Janus en vader Verschure over wat er gebeurd was. Daarna moesten de zonen het thuis wel even uitleggen. Vader Verschure had zich al afgevraagd waarom beide jongens die middag zo stil waren.

Vrije tijd

Het was ook de tijd dat Sjef bevriend was met Rinus Vissers en Cor Romme. ’s Winters werd met deze vrienden veel gekaart. De moeder van Rinus en ook vader Romme speelden meestal mee. Als moeder Kee Romme koffie kwam inschenken, ging ze als laatste achter zoon Cor staan om te zeggen wat hij moest doen. Zij had immers de kaarten van de anderen gezien en tipte haar zoon.

Thuis was het altijd druk en de familie zat meestal met een grote groep aan tafel. Een ander tafereel dat de nodige indruk maakte was de wekelijkse badscéne op zaterdag.
Twee stoelen en daar een grote teil tussen. En hup, daar ging iedereen in. Als het water te koud was, werd er een keteltje kokend water bij gedaan. Wie eerst was, had het beste water. Dan de pyjama aan, gezellig wat kaarten, dammen of sjoelen en op tijd naar bed.

Eens per jaar werd de Efteling (Anton Pieck) bezocht. Met open wagen en een paard ervoor. Als proviand werden boterhammen, een kan thee en snoep meegenomen. Van dat laatste niet al te veel overigens. In Kaatsheuvel aangekomen ging de familie het Sprookjesbos in en kreeg het paard wat te eten. Vervolgens moest het dier geduldig wachten totdat het gezin rond vier uur weer huiswaarts keerde.

Trots op het eerste werkstuk

Na de lagere school ging Sjef op de fiets naar de LTS in Geertruidenberg. Die was toen nog in de oude kazerne gevestigd. Zijn leven werd al een beetje anders. Eerst was het na school direct melken, maar nu eerst huiswerk maken.

Sjef en Piet van Mook boven in en Jan van Seters onder op de muurplaat

Timmeren was op school al een geliefd vak, evenals bouwtekenen en daar kon hij dan ook heel goed in mee. In de andere vakken was hij geen ster. Hij had geen zitvlees en was ongeduldig. Nog nooit heeft hij een boek in de vorm van een roman of detective uitgelezen. Duits is de enige buitenlandse taal die hij een beetje beheerst en op school had hij er ook maar een klein zesje voor. Drie jaar lang deed hij zijn best en als het dan ouderavond was en de werkstukken getoond mochten worden, dan was Sjef trots.


De zelfgemaakte werkstukken mochten, tegen een geringe betaling, mee naar huis genomen worden. Een raampje met diverse spijltjes was het eerste dat mee naar huis ging. Later heeft Sjef dit ingebouwd in het waterpomphuisje in de tuin aan de Langebroekstraat waar het nu nog in zit.

De eerste vakantie: Limburg
Nol — Jan — Thijs — Rinus — Sjef

De eerste keer dat Sjef op vakantie ging was hij 15 jaar. Op de fiets voor een reis naar Zuid-Limburg samen met Rinus Vissers, Nol Hooymayers, Thijs Leijten en Jan van Strien. Met een zogenaamde ’verkennerstent’, geleend van meester Bergé, werd bij boer Chang achter het huis de tent opgezet en van daaruit werden tripjes gemaakt naar de bezienswaardigheden, zoals het drielandenpunt en het Steinerbos. ’s Avonds gingen ze natuurlijk de kroeg in.

Het ’Festa de Glama’ werd ook met een bezoek vereerd. Daar was muziek en werd gezongen op een groot plein in Geleen. Er werd stevig bier gedronken. Ook werd de straatversiering alvast afgebroken en mee de tent in genomen. Jan van Strien had van moeder Verschure de opdracht meegekregen om goed op Sjef te passen, maar op een avond was hij zelf zo in de olie dat de anderen hem de pyjamabroek moesten aantrekken.

Het naar huis fietsen ging zo hard dat de jongens in een mum van tijd voorbij Eindhoven waren. Er werd gestopt om wat te eten: gehaktballen en frikandellen uit de muur. Daar heeft het gezelschap zich zo tegoed aan gedaan dat ze daarna bijna niet meer konden fietsen. Het tweede gedeelte van de thuisreis duurde daarom extreem lang.

Al was het niet allemaal rozengeur en maneschijn, toch zijn uit die periode mooie herinneringen overgebleven en ook vriendschappen die tegen de tijd bestand bleken te zijn.

Zondag
Drie keer naar de kerk op zondag en dan even rust

De kinderen van vader Jan Verschure werden erg katholiek opgevoed en waren trouwe kerkbezoekers. Sjef was zelfs een aantal jaren misdienaar. In het leren van Latijn was Sjef echter niet zo’n held. Iedere morgen om zeven uur moest het gezin naar de kerk.

Pastoor van Herpt deed de mis of kapelaan Knaapen. ’s Zondags gingen ze zelfs drie keer naar de kerk: eerst om acht uur naar een gelezen mis, daarna om tien uur naar de Hoogmis en om half drie naar het Lof. Het misdienaar zijn vond Sjef best leuk. Hij mocht altijd voorin de kerk kaarsjes aansteken en af en toe proefde hij even stiekem van de wijn op de momenten dat de pastoor er niet was.

Als de kerkelijke plichten achter de rug waren, kon de zondagmiddag met wat luchtiger zaken worden ingevuld. Sjef ging dan onder andere biljarten bij Kees van Iersel in Waspik. Daar ontmoette hij ook zijn eerste vriendinnetje, Marja Koetsmans. Over zijn eerste stappen op het pad van de liefde zullen we hier echter niet verder uitweiden.

Toen hij naar de LTS ging is hij gestopt als misdienaar. We hebben al gezien dat het werk op de boerderij niet zijn favoriete bezigheid was. Hij zocht zijn toekomst ergens anders en vond die in de bouw.

Een Bouwend Bestaan

Van leerling-timmerman naar zelfstandig ondernemer

Startklaar om aan een zware klus te beginnen

De boerenzoon ging in augustus 1955, op vijftienjarige leeftijd, aan de slag bij aannemer Savelkouls in Waspik. Savelkouls was een bouwbedrijf met vijftien personeelsleden.

De entree ging niet echt geruisloos. Nadat Sjef als aspirant-werknemer zijn kist met gereedschap van de fiets had gehaald, liet hij die bij het naar binnen lopen uit zijn handen vallen. Het voltallig aanwezige personeel lachte hem hartelijk uit en met een hoofd als een : biet grabbelde hij al het gereedschap weer bij eltklaar om aan een zware klus te beginnen.

Het was geen flitsende binnenkomer bij zijn eerste werkgever en hij had het zich ook wel wat anders voorgesteld. Als leerling-timmerman kreeg Sjef onder leiding van Wim Savelkouls al vrij snel grip op het beroep van timmerman. Dat kwam voor een belangrijk deel ook door zijn goede resultaten op de avondschool waar hij de lessen trouw volgde.

Vader Verschure had achter de rug van Sjef om de boodschap bij Wout Savelkouls afgegeven, dat een goed loon verdienen niet het allerbelangrijkste was. Sjef moest eerst maar eens een goed vak leren. Voor een loon van fl 7,50 per week diende 52½ uur gewerkt te worden.

Apetrots fietste Sjef op de zaterdagmiddag na zijn eerste werkweek naar huis en gaf zijn eerste, zelf verdiende geld af aan zijn moeder.

Ondanks de goede resultaten hield Sjef na twee jaar avondschool het studeren voor gezien en ging hij in de avonduren beunhazen of overwerken bij Savelkouls.

Het weekloon was in die tijd opgelopen naar fl 10,-

Laat je niet kisten
Bij Savelkouls werd mij geleerd hoe je een doodskist moest maken. Maar hoe een dode gekist werd, moest je zelf ervaren. Met baas Wim ging ik er op een dag op uit om een dode op te meten. De oude man lag helemaal doorgezakt in een bedstee. Later bij het in de kist leggen, bleek dat hij er niet in kon. Zijn knieën kwamen boven de kist uit. Wat nu”, zei ik. Geen probleem jongen. We draaien hem even om. Kijk jij maar even de andere kant op”. Ik hoorde een klap en jawel hoor. Een mep met de houten hamer op zijn achterwerk en toen paste hij er precies in!

Allerlei klusjes werden gedaan. Voor boer Pruyssers, die tegenover het bedrijf woonde, moest een karrenwiel gemaakt worden, waarvan alleen het beslag en het binnenwerk nog aanwezig waren. Alle spijlen van het wiel waren verrot. Sjef had beloofd dit in de avonduren te maken. Na een week was de opdracht vervuld. Veertig overuren stak hij in het karwei en kreeg daarvoor vier harde guldens uitbetaald. Ook die werden netjes thuis afgegeven.

Sjef had in de gaten dat de beloning niet helemaal in overeenstemming was met de energie die het werk vergde en hij vroeg aan Savelkouls om opslag. Hij motiveerde dat door te stellen dat hij al aardig kon timmeren. De vraag om opslag werd gehonoreerd. Wat er echter toen gebeurde, grenst bijna aan het ongelooflijke. Toen Sjef thuiskwam met zijn weekloon én de opslag van fl 2,50 erbij en dit vervolgens heel blij aan zijn moeder gaf, moest hij nadat vader van de gang van zaken hoorde, terstond de verhoging gaan terugbrengen. Vader Jan vond dat hij niet om opslag had behoren te vragen. Dat was een ontzettende domper, maar vaders wil was nu eenmaal wet!

Met lood in de schoenen ging Sjef terug naar Waspik. Het was inmiddels zaterdagavond en Wout Savelkouls stond net op het punt om weg te gaan. Wout vroeg verbaasd waarom dat geld terug moest. Sjef legde uit dat hij van zijn vader had begrepen dat ’als een baas zelf niet ziet dat je wat meer behoort te verdienen, hij dat geld maar moet houden’. Vijf weken later zat er een verhoging van fl. 5,- in zijn loonzakje.

Een feestelijk moment: voor de eerste keer het hoogste punt bereikt. Alle medewerkers gingen ervoor op de foto samen met baas Wim
Specialiteiten

Na enkele jaren ging Sjef met collega-bouwvakkers Cor Ripzaad, Jan de Wit, Jantje Timmers en Frias van de Plas op pad en ze bouwden in Loon op Zand een bungalow. Sjef maakte daar een waar kunstwerkje in de vorm van een hardhouten trap met een zogenaamde S-leuning.
Ook het maken van klankborden, geluidschelpen die in kerken boven de preekstoel geplaatst worden, behoorde tot zijn specialiteiten.
Sjef kwam er al vroeg achter dat hij het maken van klankborden beter kon aannemen dan ze in overuren maken. Aannemen leverde meer op. De eerste tekenen van ondernemerschap waren zichtbaar. Het maken van deze klankborden was een kunst op zich. Eerst moest een zogenaamde uitslag worden gemaakt, vervolgens moest het model met de lintzaag gezaagd en verzendklaar worden gemaakt. Het was veelal zo dat Sjef, samen met Jos Smits, op zondagavond naar Duitsland vertrok om zo’n bord daar in een of andere kerk te plaatsen. Het was een week lang flink doorwerken om op zaterdag weer thuis te zijn.

De pastoor kwam regelmatig een kijkje nemen bij het plaatsen van een klankbord. Wim Savelkouls kijkt lachend toe. Cor Ripzaad en Sjef hebben alle aandacht voor het werk

Tien jaar voor dezelfde baas werken was in die tijd heel gewoon. Ook Sjef overkwam dat want hij vond het bij Savelkouls goed werken. Omdat er zoveel goede vakmensen waren, heeft hij daar een perfecte leerschool gehad. Met name het afwisselende werk sprak hem aan. De ene dag een kleine verbouwing, de andere dag bijspringen in de nieuwbouw. Er werd ervaring opgedaan met machinaal timmerwerk zoals het werken met de vaste boorkopmachine, waarmee het hout voor een raam of kozijn voorzien kon worden van een zogenaamde ’pen-en-gatverbinding’. Een en ander gebeurde nog op de ouderwetse manier: met machines die nog met drijfriemen werden aangedreven. Een apparaat als zo’n frees was overigens levensgevaarlijk, omdat daar regelmatig een beitel uit vloog.

Over ‘gapen’ gesproken...
Een goede opperman moet niet alleen voor specie en stenen zorgen, maar ook af en toe een emmer water onder bij de ladder zetten. De metselaar laat vanaf het steiger weten dat hij hem zelf wel even komt ophalen. Tijdens het afdalen komt er een mooie dame langs waarmee alle aandacht van de bouw wordt weggetrokken. Bij het bereiken van de laatste sport van de ladder had de metselaar de ogen nog steeds op de dame gericht en stapte vervolgens midden in de emmer!

Huizen aannemen in de avonduren

De opgedane ervaring gaf Sjef zodanig veel vertrouwen dat hij ’s avonds hier en daar zelf grote verbouwingen ging doen. Jos Boons in de Werfkampseweg, Adrie Gamers, Kees van Strien (de melkrijder) en Nico van Strien behoorden tot zijn eerste klanten.

Op een gegeven moment was het zo dat hij met twee woonhuizen tegelijk bezig was: een voor Piet van Oort en een voor Justje Pruyssers. Justje was opperman en die zou wel maken dat de mannen vooruit konden. Metselaar Frans Pruyssers werd toegevoegd als *medewerker/compagnon’.

Nog steeds wordt gesproken over het volgende succesverhaal:

Eerste huis uit de beunhaastijd, Schansstraat 53a, Raamsdonk

‘De mannen hadden het hele huis opgetrokken. Er werd toen nog een houten balklaag toegepast om door te kunnen bouwen. Dat was heel gemakkelijk. Op een zaterdagmorgen waren we om half zes begonnen. Er moesten nog drie topgevels en een beer van een schoorsteen worden gemaakt. De stenen had Justje allemaal al naar boven gedragen, want een bouwlift was er toen niet. ’ Avonds om half tien was de klus geklaard en konden wij de week erop aan het dak beginnen’.

VEVO B.V. in bedrijf

Nadat Sjef in de jaren zestig in de avonduren diverse klussen gerealiseerd had, belandde hij in 1965 tijdens het bouwen van de woningen Schansstraat 53a en Raadhuisstraat 5 in Raamsdonk in een totaal nieuwe fase. Jan van Oort kwam op het idee dat Sjef beter kon stoppen met grote klussen in de avonduren en overdag te gaan bouwen. Met vader Jan en broer Piet ging Sjef naar het kantoor van Jan van Oort en de geboorte van VEVO B.V., een samenvoeging van de eerste letters van de namen Verschure en Van Oort, werd voorbereid. We kunnen nu zeggen dat dit geleid heeft tot een geslaagde bevalling.

Het eerste logo. De moeite waard om mee voor de dag te komen

Door de samenwerking met Van Oort, die in het bezit was van de benodigde papieren van vakbekwaamheid, kon het bedrijf worden ingeschreven. De Kamer van Koophandel Midden-Brabant verleende op 4 augustus 1965 toestemming aan beide heren, zodat het bedrijf definitief van start kon gaan.

De financiéle basis voor het Aannemingsbedrijf VEVO B.V. bestond uit fl 15.000,— gespaard overwerkgeld en fl 2.500,- die Sjef van thuis had meegekregen. Het vestigingsadres was Molenstraat 51 in Raamsdonk.

Bij Antoon Kerst in Waspik werd een VW pick-up busje gekocht. Een vlakbank en een zaagmachine, gekocht bij machinehandel van Raay in ’s-Hertogenbosch, werden geplaatst in de loods bij Marcel de Bont en een tweedehands bouwkeet fungeerde als opslag en kantoor. Frans Pruijssers kwam al vrij snel in dienst. Aanvankelijk was Sjaak Berende administrateur en die werd na verloop van tijd in die functie opgevolgd door André Kamp.

Eerste activiteiten
Wat kan administratie toch eenvoudig zijn. Hier de kosten voor een muurtje op een bierviltje

Bij Ancelmus Schoenmakers moest een garage gebouwd worden. De aanneemsom bedroeg fl 2.700,- en dat was feitelijk het begin van de activiteiten als zelfstandig ondernemer. Daarna volgde de woning van J. Schoenmakers. Deze werd onderhands aangenomen. Op de eerste de beste openbare aanbesteding die hierna volgde op de panden van Koos van Dongen en Jan Smeur was VEVO B.V. de laagste inschrijver.

Daarmee kwam de nieuwbakken aannemer er meteen achter dat in de bouwwereld met regels en afspraken werd gewerkt, getuige het volgende verhaal van Sjef:

‘Het was op een afgesproken dag om elf uur inschrijving van vier boerderijen. Ik had met collega Jan van de Avoird afgesproken dat ik niet zou rekenen naar de boerderij/woonhuis van Piet van Beek en van de Familie Honcoop. Daar tegenover stond dat hij niet zou rekenen naar de woning van Koos van Dongen en Jan Smeur. Deze boerderijen stonden korter bij de al eerder aangenomen boerderij van Jan Schoenmakers.

Bij De Koppelpaarden van Kees Nieuwenhuizen aangekomen, zat architect Jan Loonen samen met alle opdrachtgevers al te wachten. Om klokslag elf uur sommeerde Jan van Oort, onder het motto tijd is tijd’, architect Loonen om de enveloppen te openen. Loonen sputterde nog wat tegen en probeerde tijd te rekken, want het bleek dat hij mét aannemer Van Bokhoven een prijs had laten maken voor alle vier de woonhuizen.

Van Bokhoven was te laat en na opening van de enveloppen kwam VEVO B.V. als laagste uit de bus. Ook Van de Avoird had ‘zijn’ twee woningen. ’

Wie door de gemeente loopt of rijdt treft vaak het kenmerk van VEVO aan

Een zeer persoonlijke noot moet hier al vermeld worden. Praktisch vanaf het begin kreeg elk huis dat door VEVO B.V. gebouwd werd een soort vingerafdruk van het bedrijf mee. In de topgevel aan de voorzijde werd steeds een speciaal vierkant blokje gemetseld. Op de voorkant van dit boek bent u deze ´´handtekening” van Sjef al tegengekomen.

Metaalmoeheid
Bij de familie Knipscheer in Moerdijk begaf de kraan het

In Moerdijk waren we een boerderij aan het bouwen en daarbij gebruikten we een kraan, een tweedehands Cadillon die al de nodige jaren dienst had gedaan. Op een dag zakte de kraan in elkaar. Gelukkig geen persoonlijk letsel. Onderzoek wees uit dat er door weersinvloeden, met name zeelucht, sprake was van metaalmoeheid, waardoor de kraan het begeven had.

Grondwerker Nol: Ik heb nooit geweten dat metaal moe kon worden!”

Eerst verdienen, dan uitgeven

Toen in 1967 in Raamsdonk negen boerderijen publiekelijk werden verkocht door SBL (Stichting Beheer Landbouwgronden) had Sjef zijn interesse uitgesproken voor een boerderij in de Molenstraat. Notaris Schaap werd gevraagd hoe de volgorde bij de verkoping zou zijn en deze vertelde dat de boerderij in de Molenstraat als laatste zou worden geveild. Dat was een groot risico en daarom had Sjef uit voorzorg op drie andere boerderijen al een inzet gedaan.

Volledigheidshalve moet hier wel vermeld worden dat dit inzetten niet alleen uit bedrijfsmotieven gedaan werd, maar ook voor ’’de kick” en het innen van het strijkgeld. Veertien dagen later was de tweede koopdag. Toen werden de panden die te koop waren aangeboden ’afgeslagen’. Na afloop was Sjef de bezitter van Lange Broekstraat 3, voor een bedrag van fl 17.000,-. De koop bestond uit 1850 m* grond en twee huizen: een woonhuis en een koetshuis.

Het huis stond met de schuur naar de straat. Het koetshuis net andersom. Met een plat-dak-doorloop waren deze twee aan elkaar verbonden. Het koetshuis diende om te koken, te bakken en de was te doen. Achterin was een stal, waar voorheen het jongvee stond. De voedergoot is nu nog steeds te zien. Het koetshuis werd gesloopt en met man en macht werd verbouwd om van de schuur een machinale werkplaats te maken en van het woonhuis werd de keuken bewoonbaar gemaakt. Over de rest is 17 jaar gedaan!

(U leest het goed: zeventien jaar).

Lange Broekstraat 3 vanuit de tuin gezien

De inrichting van het huis was heel eenvoudig. Er waren vier grote kamers met een brede gang in het midden. In het achterste gedeelte werd het magazijn geplaatst, in het voorste gedeelte het kantoor. Tussenin lagen de keuken en kamer. Ieder jaar werd er wel iets aan het huis verbouwd. Deze werkzaamheden werden meestal in de winterperiode gedaan.

De ouders van Sjef waren zeer content met de aankoop van het huis, Langebroekstraat 3

Het motto bij al het ondernemen was steeds: eerst verdienen en dan pas uitgeven. Nooit heeft Sjef een lening afgesloten. De overweging die daarbij speelde was heel simpel en had een prettige bijkomstigheid: dan hoef je ook niet af te lossen.

Muntenvondst
Burgemeester R.J. Schaeffer en de wethouders Jan van Strien en Dirk Verbrugge nemen de munten in ontvangst
Piet Heijne (rechts), de vinder van de munten, bekijkt de vondst samen met Jan Lankhaar

Op 30 december 1980, tijdens graafwerkzaamheden voor de aanleg van riolering, werd in de nabijheid van de fundering van het pand Lange Broekstraat 3 door Piet Heijne, destijds werknemer van VEVO B.V., een stenen pot gevonden waarin, naar later bleek, 2.300 oude munten zaten.

De vondst betrof zilveren munten uit de zestiende tot het begin van de negentiende eeuw. De totale waarde bedroeg dertigduizend gulden.

Op 19 juli 1990 zijn, in het kader van 25 jaar ondernemerschap, door Sjef 25 munten aan de gemeente Raamsdonk geschonken. Piet Heijne had, als vinder, recht op de helft van de vondst. Hij heeft zijn aandeel destijds via een veiling verkocht. De andere helft is nog in het bezit van Sjef.

Boerderijen

VEVO B.V. legde zich jarenlang toe op boerderijbouw. Dat leverde een aantal bouwwerken op die meer dan de moeite waard zijn. Boerderijbouw was een goed lonende activiteit. In een vrij korte tijd kon een hoop grof materiaal worden verwerkt. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om beton, metselblokken, gordingen op houten spanten en daar golfplaten bovenop met hier en daar een aantal lichtplaten erin. Dat was omzet en het arbeidsloon was betrekkelijk laag. Het buitenmetselwerk van het bedrijfsgedeelte was meestal van een goedkope gevelsteen. Aan het huis werd over het algemeen een duurdere steen gebruikt. Als het over de boerderij ging, had VEVO B.V. met de boer te maken.

Ging het over het huis dan kwam dikwijls de vrouw op de proppen en dan kwamen er vaak vragen over de indeling van het huis en de afwerking en die waren soms niet zo vlot op te lossen. Sjef, die van opschieten houdt, verwachtte meestal een snelle beslissing, maar zijn geduld werd nogal eens op de proef gesteld.

In de beginperiode (1967) werden onder andere drie boerderijen in Dussen gebouwd: voor Willem van Bracht, Arnold van de Pluijm en Bertus van Velthoven. Zeeuwse heiers kwamen daar om de lange, houten palen de grond in te heien. Die houten palen verdwenen in zijn geheel onder het grondwaterpeil. Daar bovenop kwamen betonnen opzetters. Die zijn namelijk niet aan verrotting onderhevig als ze boven het grondwater uit komen.

Deze heiers hadden geregeld werkoverleg, maar Sjef dacht aanvankelijk dat ze volop ruzie hadden, zo gingen ze tegen elkaar tekeer!

Elke dag gingen Sjef en zijn werknemers met het VW-busje op pad, compleet met een zwaar beladen imperiaal er bovenop. Op die imperiaal lagen bijvoorbeeld zoveel mogelijk steigerplanken. Hiermee werd eerst de fundering gemaakt: drie planken tegen elkaar, een klamp erover en zo ontstonden er prachtige schotten van 60 cm. breed. Na het storten werden de planken gesloopt en konden ze weer als steigerplank gebruikt worden. Alle spullen werden steevast de avond ervoor geladen. Steigerpalen van zeven meter lengte bovenop het busje was heel gewoon. Daarnaast moesten er ook nog een man of zes meerijden.

In de tijd dat die boerderijen gebouwd werden, kreeg men ook voor het eerst te maken met houten spanten. Dat waren delen van 2 x 10 cm die, op elkaar gelijmd, soms wel een breedte van 70 cm hadden. Bovenin het spant was dat meestal de helft minder. Nadat de mestkelders waren gemetseld, werd boven de grond beton gestort. Dat gebeurde in een stalen schoen. Daar werd vervolgens het spant ingezet. Op één dag werden zes spanten geplaatst en zowel onder als in de nok voorzien van gordingen. Definitief afschoren zou worden gedaan als de kraan, die nodig was om alles overeind te zetten, weg was. Zover kwam het voorlopig echter niet. ’s Nachts waaide het hard en dat gaf de andere morgen een triest beeld te zien. Alles wat zo provisorisch was opgezet, lag weer tegen de grond. Dat was een groot probleem, want het project was nog niet verzekerd.

Alles wat in de grond zat hoefde je niet te verzekeren, daarboven wel. Het verzekeringskantoor waar de verzekeringen voor VEVO B.V. liepen, had de aanmelding nog niet binnengekregen. Daardoor was deze bouw eigenlijk nog niet tegen brand- en stormschade verzekerd. Gelukkig kon later aan de hand van de poststempel worden aangetoond dat het met de verzekering toch in orde was.

Twee dagen later kwam de expert om de schade op te nemen en mochten er drie nieuwe spanten besteld worden. Overigens werden de omgewaaide (en afgekeurde) spanten aan de Lange Broekstraat gebruikt om een zolder in de schuur te leggen. Deze zolder heeft lang als opbergruimte voor isolatiemateriaal en hang- en sluitwerk dienst gedaan.

In een zelfgemaakte keetwagen werd de schafttijd doorgebracht
Open begroting

Sjef leerde al vlug dat het nodige overleg tijdens de bouw onvermijdelijk was. Toen in 1970 het woonhuis voor Piet en Leentje van Strien gebouwd werd, kwam Leentje hem regelmatig om uitleg vragen. Ze wilde het naadje van de kous weten. Door de manier van omgaan met opdrachtgevers werd in de loop van de jaren een vertrouwensband opgebouwd. Voor de verhouding met de opdrachtgever was zoiets goed. Daardoor kwam het regelmatig voor dat VEVO B.V. bij een klant kon gaan bouwen na het opstellen van een open begroting. Die klanten lieten niet iemand anders een offerte maken. Die mensen moesten er dan ook vanuit kunnen gaan dat hun vertrouwen niet beschaamd werd en dat er op de eerste plaats goed werk geleverd werd tegen een concurrerende prijs.

Hoezo inspraak? ? ?

VEVO Beheer was het moederbedrijf waaronder VEVO B.V. viel. De slogan van VEVO Beheer was:

Vertrouwen, Ervaring, Vooruitstrevend, Overleg mogelijk.

Dit laatste is echter aanvankelijk maar zeer beperkt toegepast. Het was in de meeste gevallen zo dat er werd uitgevoerd wat Sjef voor had. Pas in de loop van de jaren kwam echt overleg op gang met bijvoorbeeld personeel, vertegenwoordigers en opdrachtgevers. Al doende werd duidelijk dat door overleg mensen zich ook medeverantwoordelijk gaan voelen en dat komt het bedrijf ten goede.

Met zuinigheid en vlijt

VEVO B.V. groeide voorspoedig. Met weinig hulpmateriaal, een enorme inzet, maar vooral zuinigheid kwam er weer een werk tot stand. Menig stellat en bekistingschot werden bij de diverse werkzaamheden meerdere keren gebruikt.

Het zal duidelijk zijn dat elk aangenomen bouwwerk veel voorbereiding met zich meebracht. Neem nou een project uit de beginperiode van het bedrijf. De opdrachtgever wilde aan de Oude Maas een pand laten verbouwen tot een restaurant. Architect was Van Oostrum uit Rotterdam. Vrijwel elke bouwbespreking, die altijd in Rotterdam werd gehouden, duurde tot wel twee uur ’s nachts. Voordat Sjef dan in bed lag was het drie uur. Het spreekt voor zich dat hij niet zo blij was als om zes uur ’s morgens toch de wekker ging. Het project lag Sjef persoonlijk na aan het hart lag. Het ging namelijk om een pand dat oorspronkelijk van zijn schoonouders was en waar Joke was opgegroeid.

Het ouder huis van Joke Kamp voor de verbouwing

De verbouwing werd gemaakt in regie, dat wil zeggen dat er in daggeld gewerkt werd.

De kosten hingen dus af van het aantal gewerkte uren.

De spanten van het koetshuis van de Lange Broekstraat werden ’s nachts richting Oude Maas vervoerd, ondanks de nodige obstakels en bruggen. De verbouwing groeide uit tot een schitterend geheel. Zo kwam er bijvoorbeeld een mooi toiletgebouw dat werd gemaakt in dezelfde stijl als het koetshuis, kompleet met Oudhollandse pannen.

De bouw verliep goed, maar met de betaling ging het minder vlot. De eerste factuur werd prompt betaald, de tweede duurde wat langer en daarna stagneerden de betalingen. Voordat men het in de gaten had was de totale vordering al opgelopen tot fl 75.000.-. Er werd onderhandeld hoe het nu verder moest en een oplossing bleek niet eenvoudig. Uiteindelijk betaalde de vrouw van de opdrachtgever de rekening. Zij was blijkbaar goed bij kas. Aanvankelijk was het niet de bedoeling dat zij zou bijspringen, maar Sjef was er blij mee, voor een beginnend bedrijf als VEVO B.V. was het een hele opluchting dat de gehele rekening betaald werd.

Vrouwen hebben overigens dikwijls een belangrijke rol gespeeld in de opdrachten voor het bouwen. Heel vaak hadden ze met hun gemoedelijkheid en specifieke kijk op zaken een belangrijke inbreng bij het maken van plannen en op de definitieve afwerking. Het was zeker niet zo dat als het over bouwen ging alleen de man de broek aan had. De invloed van de vrouw was zelfs vaak van doorslaggevend belang.

Omdat er steeds meer woningen werden gebouwd en het bedrijf een meer professionele uitstraling wilde hebben, werd ook het briefhoofd en reclamelogo aangepast

Pannen leggen of liggen...

”Als er pannen gelegd moesten worden, draaiden we drie pakken gelijk naar boven.

Een aantal werknemers zat op de steiger en zo konden ze elkaar de pannen aangeven om ze op het dak te leggen. Ook een heel jonge timmerman zou deel uitmaken van de keten. Via de ladder klom hij naar boven om pannen te gaan leggen. Op de steiger aangekomen ging hij boven op het pak pannen liggen. Van pannen leggen kon zo niet veel komen”.

Probleem
Berisping van het NVOB

Er was volop werk voor VEVO B.V. maar na een jaar of vijf kwam er een groot probleem om de hoek kijken: de vestigingsvergunning.

Het ondernemen, liever gezegd het oprichten van een onderneming, is op zich al geen sinecure. In Nederland is een beginnend ondernemer aan een groot aantal regels en wetten gebonden. Eén van die wetten is de Vestigingswet Bedrijven. Sjef bezocht in 1966 de avondschool teneinde de benodigde papieren voor vestiging te halen, maar stopte daar al gauw mee. Vervolgens werd (met hetzelfde doel) op zaterdag een school in Bergen op Zoom bezocht, samen met Gerard van Oort, maar ook dat viel niet mee. Als thuis zijn werknemers met diverse werkzaamheden bezig waren, zat de ’student’ met zijn gedachten bij het werk en niet bij zijn opleiding.

Door het plotselinge overlijden van Jan van Oort in 1970 viel de persoonsgebonden toestemming van de Kamer van Koophandel om een bedrijf te voeren weg. Wel kon nog gewerkt worden met een tijdelijke ontheffing. Door de wijziging van rechtspersoon (de firma werd op 27 december 1971 een besloten vennootschap), kwam de ontheffing echter te vervallen en diende bij de Sociaal Economische Raad (SER) een nieuwe ontheffing te worden aangevraagd. Op deze aanvraag werd opnieuw een tijdelijke vergunning verstrekt. Deze keer tot 1 juni 1974. Gelukkig voor Sjef kwam hij na die datum bij de Kamer van Koophandel een tijd lang in het vergeetboek terecht.

Goedkeuring Kamer van Koophandel en Sociaal Economische Raad

Na acht jaar (in februari 1982) kwam men erachter dat er iets met de vergunning niet klopte. Dat gebeurde bij een controle van het handelsregister van de Kamer van Koophandel. Een aantal collega bouwbedrijven had het onder de aandacht gebracht door regelmatig aan de bel te trekken. Toen daar echt was doorgedrongen dat de benodig de papieren om een onderneming te leiden niet aanwezig waren, moest er naar een oplossing gezocht worden. Sjef wendde zich tot de heer Streefland, van Instituut Streefland uit Helvoirt voor advies en ondersteuning.

Er kon eventueel een vrijstelling gegeven worden, maar ook bestond er een mogelijkheid om een ´verlicht´ examen af te leggen.
Op de eerste mogelijkheid werd ingespeeld. Er werd geprobeerd om vrijstelling te krijgen op grond van de rumme ervaring van Sjef, zowel bij Savelkouls in Waspik als bij VEVO B.V., waar hij inmiddels achttien jaar de leiding had.

De Sociaal Economische Raad oordeelde op 24 mei 1983 echter anders, wees de ruime ervaring af, maar stelde Sjef wel in de gelegenheid om een zogenaamde ’eenvoudige vakbekwaamheidsproef” af te leggen. Deze proef bestond uit negen vakken en was louter theoretisch. Het was dus leren geblazen en daar was weinig tijd voor. Dat bleek ook wel uit het resultaat van het examen: een dikke onvoldoende. Met name de bedrijfsadministratie bleek een onderdeel dat erg moeilijk was.

Op 2 maart 1984 ontving Sjef het bericht dat hij een herkansing kreeg. Na betaling van fl 300,- aan het Algemeen Verbond Bouwbedrijf ontving Sjef opnieuw een oproep en het was nu alles of niets! Via een gepensioneerde leraar van de HTS in Breda, die in Teteringen woonde, werd hij bijgeschoold. Dat werd een drukke tijd want ondertussen ging het bouwen gewoon door. In die tijd werden opgeleverd: de bungalow van Bart Verkooyen met daar achter een grote koelcel voor het opslaan van appels en ander fruit, de woning van Tom en Adje Smits in Waspik en ook de uitbreiding van de boerderij van Wout Wagemakers uit Hank.

Een doorsnee rapport van de student

De bijscholing bleek resultaat af te werpen en doorzettingsvermogen deed de rest.

Willen is kunnen, dat bleek ook nu weer en zonder ook maar é¢én onvoldoende slaagde Sjef voor de vakbekwaamheidproef. Toch duurde het nog tot | maart 1985 vooraleer de Sociaal Economische Raad aan de besloten vennootschap VEVO een permanente vergunning gaf. Vanaf dat moment kon VEVO B.V. dus weer werken met de papieren die voor een dergelijk bedrijf vereist zijn.

Bij Antoon van de Pluijm waren we bezig met het bouwen van een nieuw huis. Op een dag reed ik er naar toe en zat onder het rijden in het dashboardkastje de sleutel te zoeken van de keet. Het regende en de weg was nat. Ik raakte van de weg, stuurde te snel terug en in een mum van tijd lag ik met mijn auto aan de andere kant van de weg in de sloot, met de neus in de richting waar ik vandaan kwam. Eenmaal door het raam er uit geklommen, kon ik ter plekke een tractor aanhouden die mijn auto uit de sloot trok. Vervolgens kon ik de reis naar Hank voortzetten. Daar aangekomen moest ik eerst de achterbak uitruimen. Alles lag door elkaar: gereedschap, spijkers, schroeven en wat er verder nog aan materiaal in zat. Nadat alles was opgeruimd en de auto afgespoeld, ging ik aan de slag net alsof er niets gebeurd was’.

Ontspanning die ook nog wat oplevert
Rasechte opperman Cobus van de Pas geniet met volle teugen naast baas Sjef

In een onderneming moet natuurlijk gewerkt worden. Dat moest echter wel in een nette omgeving gebeuren. Daarom moest er regelmatig opgeruimd worden. Zaterdag was de ’opruimdag’. Er was een vaste ploeg die duidelijk wist wat er verwacht werd.

Naast het werken was er gelukkig ook af en toe tijd voor ontspanning. Zo ging Sjef regelmatig met het personeel een biertje drinken. Op die manier werd een relatie opgebouwd met Harrie en Corrie Lambregts van café-restaurant De Witte Leeuw in Raamsdonksveer. Dat mes sneed aan twee kanten. Het leverde niet alleen inkomsten op voor de Witte Leeuw. Toen het café-restaurant verbouwd moest worden, was de aannemer meteen in beeld. Nico Meeuwen had een tekening gemaakt, een bouwvergunning werd afgegeven en VEVO B.V. kreeg de opdracht.

Nadat er overeenstemming was over de prijs werd voortvarend aan de verbouwing begonnen.

Grote bewondering had Harrie Lambregts voor Henk Pruijssers, die bij gebrek aan een bouwlift, keer op keer via de ladder een stapel stenen op zijn schouder omhoog bracht. Vierentwintig stenen per stapel was niet mis. Zo ging het ook met de specie, die in een speciale bak naar boven werd gebracht. Zesenveertig kilo per keer ging op die manier de ladder op. De verbouwingsklus werd in 1970 met succes geklaard.

Niet alleen eigen werk boeide Sjef. Ook projecten van anderen bezocht hij met veel interesse.

Later werd, onder leiding van architect Frans de Beer, aan de achterzijde van het bestaande pand een grote zaal aangebouwd en er kwam een nieuwe ingang aan de zijkant.

Speciaal aan deze verbouwing was het opvijzelen van de fundering, bij het voormalige woonhuis van de familie De Bruin aan de achterkant van de Witte Leeuw. Dit pand was al enkele jaren eigendom van Harrie en Corrie Lambregts. Ook bijzonder aan de nieuwe zaal was de punt in het midden van de zaal. Want de afzuiging zat in de top van de punt.

Voorwaar geen eenvoudige klus om te maken en af te werken. Toen de bouw klaar was, werd het interieur van het café in de werkplaats op maat gemaakt. Koeling en kranen werden door de brouwerij aangebracht. Alles zeer naar wens van de opdrachtgever. Gedurende een aantal jaren is VEVO B.V. daarom ook huisaannemer van De Witte Leeuw geweest.

Lijst van projecten, die in de jaren zeventig en tachtig gerealiseerd zijn
1973




1985



11 woningen

eigen beheer

Hank





2 woningen

Heemraadsingel

Raamsdonk





bungalow

B. Stieber

Raamsdonksveer





garage

van Zwol

Raamsdonksveer





bungalow

H. van Polanen

Waspik





bungalow

Mozartlaan

Waspik





bungalow

Hr. Robben

Geertruidenberg





bungalow

van den Hurk

Raamsdonksveer





8 woningen

Vijfhoevenlaan

Raamsdonksveer












1974







gymzaal

S.K.O.R.

Raamsdonksveer





2 woningen

eigen beheer

Oosterhout





2 woningen

eigen beheer

Waspik





1 woning

Avontuur

Raamsdonksveer





bungalow

van Strien

Raamsdonk





1 woning

Vink

Raamsdonk












1975







boerderij

W. Wagenmakers

Hank





2 woningen

eigen beheer

Raamsdonksveer





bungalow

Verkooijen

Dussen





woning - boerderij

M. Verschure

Waspik





woning

T. Smits

Waspik





bungalow

R. Hiussh

Raamsdonk





woning - boerderij

J. Kuijsters

Waspik












1976







12 woningen

Rentmeesterstraat

Raamsdonk





3 bungalows

B. de Waard

Raamsdonk





verbouwing school

school bestuur

Hank





verbouwing levensschool

gemeente Raamsdonk

Raamsdonksveer





1 woning

Godschalk

Raamsdonksveer





1 woning

Vermeulen

Raamsdonksveer





opslag verbouwing

Julianalaan

gemeente Raamsdonk





bungalow

Kuijsten

Dussen





aankoop werkplaats

Schansstraat 43

Raamsdonk





uitbreiding garage

C. den Boer

Raamsdonk





verbouwing boerderij

Rodenburg

Raamsdonk





bungalow

van Wezel

Hank












1977







3 bungalows
Verboom
Hank




gevel
Koningstraat
gemeente Raamsdonk




bungalow + boerderij
Romme
Lage Zwaluwe




woning + boerderij
Knipscheer
Moerdijk




8 woningen
Rentmeesterstraat
Raamsdonk




9 woningen
Kanselierstraat
Raamsdonk











1978






woning + boerderij
Rombouts
Moerdijk




woning + boerderij van Oirschot
Moerdijk




verbouwing
Soeters
Dussen




verbouwing
W. BV
Waspik




Pastorie verbouwing
Kerk bestuur
Raamsdonk




woning
eigen beheer
Sprang-Capelle




stal
Timmermans
Raamsdonk











1979






woning
Kloonen
Hank




woning verbouwing
Vissers
Raamsdonk




schuur
van Wezel
Hank




woning
de Kort
Hank




17 woningen
eigen beheer
Raamsdonk




woning verbouwing
N. Staal
Geertruidenberg




Varia van de jaren zeventig
Inschrijving van de gymzaal in Raamsdonksveer van architect De Valk uit Rosmalen

De zeventiger jaren waren goede jaren voor het bedrijf en de list van de gerealiseerde werken is lang. Zo werden in de nieuwe wijk in Raamsdonk (dorp) vijftig woningen gebouwd, onder architectuur van Toon van Schendel uit Hank. VEVO B.V. was voortvarend in de ’systeembouw’. Projecten werden heel planmatig opgezet en met behulp van een kraan werd het meeste zware sjouwwerk verlicht.

In 1973 werd een project in eigen beheer in Hank gedaan: de bouw van elf woningen. Het was een project dat eigenlijk uitgevoerd werd door neef Piet Verschure, een echt meewerkend voorman, die de gehele dag net zo hard sjouwde als de anderen. Het was ook het eerste werk waar Sjef niet iedere dag kwam kijken. Op zich was dat al een hele prestatie. Meestal kwam Sjef er toch nog wel drie keer per week om te kijken of iets te brengen.

Bij de openbare aanbesteding van de gymzaal van basisschool De Vonder in Raamsdonksveer, op uitnodiging van de Gemeente Raamsdonk, meldden zich elf inschrijvers. VEVO B.V. kwam, bij het openen van de enveloppen, als laagste uit de bus en kreeg het werk gegund. Het was het eerste werk van Sjef waar bouwvergaderingen werden gehouden. Dit leidde er toe dat de overall verwisseld moest worden voor een kostuum om aan het directieberaad deel te nemen.

In het topjaar 1976 waren er 28 mensen in vaste dienst die het voor elkaar kregen om met vijftien woningen tegelijk bezig te zijn. Handmatig werd de loonadministratie bijgehouden.
De kantoorwerkzaamheden weden gedaan door C. Meulman die na zijn reguliere werktijd bij Hollandia Keizersveer voor VEVO B.V. de administratie kwam bijwerken.
Ook de invulling van de Kuiperspolder in Raamsdonk mag hier niet ontbreken. In dit uitbreidingsplan werden door VEVO B.V. vijfendertig woningen gebouwd. En omdat het allemaal vlak bij huis was, is er weinig reistijd verloren gegaan. Tijd verspillen kwam in het woordenboek van de onderneming niet voor. Daarom moesten er ook geen overbodige dingen ondernomen worden.

Winkelen of boodschappen doen bij de groothandel heeft Sjef nauwelijks gedaan. Dat was verloren tijd, volgens hem.

Vertegenwoordigers kwamen destijds nog aan huis en als Sjef niet thuis was, dan zorgde vrouw Joke wel voor de koffie. Als na verloop van tijd Sjef dan thuiskwam, kon hij eventueel zijn bestellingen plaatsen. Dat ging vlotter dan winkelen.

Arbitrage

VEVO B.V. kende in die tijd ook enkele arbitragezaken. De eerste, overigens slechte, arbitragezaak was in 1977 en had betrekking op de bouw van twaalf woningen in de Rentmeesterstraat in Raamsdonk. Achteraf is toegegeven dat de kwaliteit van het geleverde inderdaad niet goed was. De voorzitter van het NVOB (Nederlands Verbond Ondernemers Bouwnijverheid) Van Eijkelenburg kwam hoogst persoonlijk een kijkje nemen en sommeerde het bedrijf een vijftal punten terstond te verbeteren. Vijf andere punten die in de arbitrage werden meegenomen, wees hij echter af. Nadien is het bedrijf beter op de afwerking gaan letten en werd ook steeds getracht om zo min mogelijk opleveringspunten te hebben. Uiteraard was dat positief voor zowel de aannemer als voor de klanten. Ook dit is een gegeven wat hier best vermeld mag worden. Natuurlijk is niet alles wat in het verleden gebeurde goed geweest, maar het feit dat men in de leiding van het bedrijf van de fouten geleerd heeft, tekent de professionele houding waarop zaken werden aangepakt.

Ter gelegenheid van het 12½ jarig bestaan van VEVO B.V. werd tijdens de carnavalsoptocht getoond hoe het bedrijf erbij stond. Menige autobezitter die met open ramen aan de kant stond, werd nog lang aan VEVO herinnerd door een hoeveelheid zaagsel dat binnenwaaide.
Foutje, bedankt

VEVO B.V. zorgde eigenhandig voor de gehele complete nieuwbouw. Alleen het installatiewerk werd uitbesteed. Kopers hebben altijd veel inspraak gehad. Aanvankelijk was het allemaal heel simpel. Afspraken en berekeningen met klanten werden even genoteerd op de achterkant van een sigarendoos. Afspraken over meer- en minderwerk vereisten echter een accurate administratie. Dat bleek van tijd tot tijd ook wel. Als het meerdere woningen betrof, dan werden ze genummerd, maar niet altijd even duidelijk voor iedereen. Door een combinatie van die onduidelijkheid en de slordige notitie van het meerwerk gebeurde het wel eens, dat de tegelzetter de verkeerde tegels in een huis had staan.

Die waren dan per vergissing bij de buurman tegen de muur gezet.

Voor het afvoeren van hulpmaterialen was een uniek vervoermiddel beschikbaar

Tijd is geld...
Op de vraag van Jan Lankhaar of de kar goed vast aan de auto zat, antwoordde Sjef: "Natuurlijk manneke, ik kan nog wel wat”. In de bocht van de Schansstraat nr. 19, bij Willeke Thijssen, ging de auto rechtsaf en de kar rechtdoor!

Tijd is geld, maar haastige spoed ............

Bijzondere woningen
Altijd doorgaan was het motto
Altijd doorgaan was het motto

Speciale woningen zijn de afgelopen 40 jaar regelmatig de revue gepasseerd. In de categorie ’bijzondere woningen’ past ook het huis van de familie Vermeulen, ’’De Bossen” in Raamsdonksveer, gebouwd in 1976 onder architectuur van Frans de Beer. Het huis is geheel opgetrokken uit betonstenen (MBI). Zowel binnen als buiten is geen haakse hoek te ontdekken. Alles kwam uit op 45 graden.

Tijdens de bouw werd door het zeer slechte weer enorm afgezien, dag in dag uit. Als er vier lagen gemetseld waren moest er worden gestopt. Het gemetselde werd dan afgedekt. De dag erna konden de voegen uitgekrabd worden. Met twee keer zoveel uren als begroot, kwam er toch een einde aan deze moeilijke klus.

In die tijd werkte VEVO B.V. met vaste onderaannemers. Schilder was Cor Heesters uit Geertruidenberg. Wim Jacobs uit Dongen was de loodgieter en Van de Eijnde de elektricien. Piet van de Sar zorgde voor het staalwerk. Door het werken met vaste onderaannemers wist je als aannemer ook precies, wat je aan die bedrijven had en wat voor kwaliteit je mocht verwachten.

Het verwerven van grond liep in eerste instantie via de gemeente. De grond werd met een zogenaamde ABC-akte gepasseerd bij notaris Schaap. Deze akte voorkomt, dat dubbele overdrachtsbelasting moest worden betaald. Na het overlijden van notaris Schaap werden de akten door Mr. Hielkema opgemaakt.

Getracht werd eerst de kavels te verkopen, voordat definitief de grond werd aangekocht. Het risico was dan al uiteraard een stuk kleiner.

Destijds was Tom Smits als metselaar in dienst van VEVO B.V. Daarnaast stond hij als voetballer onder contract bij NAC Breda. Tom kon tot drie uur metselen, om vier uur moest hij trainen. Hiermee was hij de eerste werknemer by VEVO B.V. die flexibele arbeidsuren had.

Carnaval vieren werd nooit vergeten

Overal zaken doen....

”Toen ik voorzitter was van de Stichting Raamsdonkse Karnaval (SRK) oftewel Den Haaykant, was er op maandag de boerenbruiloft bij de Koppelpaarden. Ook de burgemeester kwam daar naar toe. Daar wist ik tijdens de koffietafel 12 premie A-woningen te bemachtigen en moest ik de woensdag na carnaval op het gemeentehuis komen.

Daar kreeg ik te horen waar die gebouwd konden worden. ”

Jeugdopleiding
Mari van den Broek als jeugdige werknemer bij VEVO B.V.
De ’jeugd’ bouwde drie bungalows in Hank. Hier de woning van de familie Van Wezel

VEVO B.V. heeft altijd voldoende jeugdig personeel in dienst gehad. Deels om het algemene uurloon laag te houden, maar vooral voor de opleiding. Ergens was het riskant om de jonge mannen op te leiden. Als ze, na hun theoretische opleiding de praktijkbeginselen onder de knie hadden, bestond de kans dat ze ontslag namen en gingen pendelen naar de ’grote bouw’ in de Randstad (Hollandse Beton Groep, DURA etc.) waar meer te verdienen was.

Het merendeel van die jonge werknemers wist Verschure echter van die stap te weerhouden door op hen in te praten en voor te houden dat zelfstandig werken voordelen heeft en dat ook zij in staat werden gesteld zelf weer nieuwe leerlingen mee op te leiden.

De bouw van drie bungalows in Hank 1977 is voor een groot gedeelte gebouwd door de *jeugd’. Henk de Jong, Mari van Stokkum en Mari van Kaam uit Made. Henk was op jeugdige leeftijd al een goede metselaar. Later kwam daar Mari van den Broek uit Raamsdonk nog bij.

Henry Blom maakt een proefwerkstuk op het dak

De meeste mannen nam VEVO B.V. direct in vaste dienst en gaf hen de gelegenheid om één dag in de week naar school te gaan. In de loop der jaren is dat veranderd. De aankomende bouwvakker ging na de LTS naar het leerlingwezen, onder toezicht van de SSPB (Stichting Samenwerkingsverband Praktijkopleiding Bouwnijverheid). De leerling ging eerst zes weken naar school en werd daarna geplaatst in diverse bedrijven.
Daar kreeg hij een contract voor maximaal vier jaar.

In de opleiding werden diverse proefstukken en toetsen gemaakt, zoals deur- en raam-hangen, kapuitslag, kozijn machinaal maken en in elkaar zetten, een spant en zelfs een trap maken.

Tijdens de opleiding van de leerling-bouwvakkers kreeg VEVO B.V. regelmatig bezoek van de docent, veelal de heer van Oosterhout, om de begeleiding zo optimaal mogelijk te laten verlopen.

Als na vier jaar de leerling besloot te blijven dan had het bedrijf daar een goede kracht aan. In 1999 is Sjef toegetreden tot het SBH bestuur (Stichting Bouwopleiding ’s-Hertogenbosch) als afgevaardigde van het toenmalige NVOB Brabant Noord. Omdat het NVOB De Langstraat loopt van Vlijmen tot Geertruidenberg en een gedeelte van het Land van Heusden en Altena, zijn er in het bestuur drie mensen aangewezen om de verschillende opleidingsinstituten te vertegenwoordigen. Een voor het SSPB Breda, een tweede voor de Regionale Opleidingcommissie Tilburg en ten slotte een voor SBH Den Bosch.

Niets te zoeken... ´´Jongens. Kom overdag niet naar de werkplaats toe! Ge het daar niks te zoeken!”

Een prachtige twee-onder-één-kap
De nieuwe aanwinst: Schansstraat 43
De werkplaats

Openbare verkopingen waren gelegenheden waar Sjef graag heenging. En niet alleen om te kijken. Hij hield er wel van om te bieden. Soms liep dat echter anders dan gepland. Zo werd in 1976 het pand met toebehoren aan de Schansstraat 43 in Raamsdonk tijdens zo’n openbare verkoping feitelijk ’per ongeluk’ verkregen. De bedoeling van Sjef was om te bieden voor het strijkkgeld, een vergoeding, die bij een verkoping bij afslag wordt toegekend aan degene, die op de eerste koopdag bij opbod het hoogste bod heeft gedaan.

Veertien dagen later, bij de afslag, belde de notaris naar Sjef ’of hij maar even wilde langskomen om het een en ander te tekenen’. Er was weinig tijd om lang over de ontstane situatie na te denken. Als oplossing werd gekozen om het pand grondig op te knappen. Dat was ook wel nodig want er was sprake van enorm veel achterstallig onderhoud. Na die grondige opknapbeurt ontstond er echter een ideale ruimte voor VEVO B.V. De werkplaats, zoals de locatie nog steeds genoemd wordt, is nog steeds in gebruik en bestaat uit vierhonderd vierkante meter werkplaats, tweehonderd vierkante meter opslag en honderd vierkante meter magazijnruimte.

De gehele verbouwing werd in de avonduren tot stand gebracht. Soms waren er wel twaalf mensen aan het werk. Het bijbehorende huis werd grondig opgeknapt en, nadat het klaar was, jarenlang bewoond door Frie en Corry Donks. De machines werden overgeplaatst vanuit de werkplaats in de Lange Broekstraat en er werden ook enkele machines bijgekocht. Binnen een week na de verhuizing was men al kozijnen aan het maken. Sjef was alleen vergeten om een vergunning aan te vragen. Toch mocht het bedrijf daar gewoon doordraaien.

Voor het maken van kozijnen onder KOMO keur werden alle aanvragen ingediend en verkregen. Doordat op de woningbouw werd overgeschakeld, en de premie A- woningen onder het keurmerk Garantie Instituut Woningbouw (GIW) gebouwd werden, lag de nadruk op machinale houtbewerking. Grote hoeveelheden kozijnen werden in de werkplaats gemaakt. Ook voor derden zijn in de afgelopen jaren duizenden kozijnen gefabriceerd.

Café-restaurant ”De Koppelpaarden
De Koppelpaarden
Ontvangst bij 'De Koppelpaarden'
Zoon Jan Verschure feliciteert burgemeester Schouten

Na de aankoop van De Koppelpaarden op 8 oktober 1979 werd een houtloods bijgebouwd. Er moest nog wel het nodige gedaan worden om te voorkomen, dat er bezwaar gemaakt zou worden tegen de machinale werkplaats van VEVO B.V. Klachten zouden kunnen worden ingebracht op grond van de hinderwetvergunning. Omdat nu echter zowel de Schansstraat 41 als 43 waren aangekocht, was de kans op klachten over en weer vrijwel nihil.

Het pand Schansstraat 41, bouwjaar 1860, is eigenlijk een ’kortgevelboerderij’ met een behoorlijk cultuurhistorische waarde. Het pand is opgetrokken uit baksteen, heeft een prachtige kroonlijst bovenin en ook een zadeldak met wolfeind. Een mooie bijzonderheid vormen verder de getoogde ramen met omlijsting.

Het was relatief gezien een dure aankoop, maar er waren mogelijkheden om het gebouw toch rendabel te maken. Het totaal uitgeleefde café moest fors verbouwd worden.

Voor het eerst werd gewerkt met ingehuurd personeel en er werd vaak en uitvoerig overleg gepleegd met specialisten van de Brand bierbrouwerij om aan alle benodigde vergunningen van een horecabedrijf te kunnen voldoen. Toen de verbouwing bijna klaar was moest er nog een huurder komen. De brouwerij had aanvankelijk een Zwitserse kok op het oog. Deze man had de benodigde papieren, maar op het laatste moment liep het door onbekende oorzaken toch nog mis. Piet Hofkens, huidige uitbater, was daarna een serieuze kandidaat en op 11 april 1980 werd De Koppelpaarden geopend door de toenmalige burgemeester Schouten. Een druk bezochte receptie met een feestavond volgde.
Raamsdonk was een café-restaurant met een feestzaal rijker.

In 1996 is het pand vanwege het cultuurhistorisch belang als rijksmonument opgenomen. Daardoor is de kans alleen maar vergroot dat het pand tot in lengte van jaren als cultureel erfgoed bewaard blijft.

(Van een onzer verslaggeefsters)
RAAMSDONK 12 april 1980 - Het pand Schansstraat 41 in Raamsdonk is in de afgelopen maanden totaal gerestaureerd. Het pand, beter bekend als café Koppelpaarden, heeft daardoor een aanmerkelijke gedaanteverwisseling ondergaan.
Met name de voorgevel is de trots van de huidige eigenaar, de heer J. Verschure. Boven op deze gevel bevinden zich twee engeltjes die het pand, met de fraai bewerkte dakgoot, een heel apart karakter geven. Voor de heer Verschure was dit aanleiding bij de rijksdienst voor Monumentenzorg een aanvraag in te dienen het pand, dat naar zijn schatting zo’n 150 jaar oud is, op de Monumentenlijst te plaatsen.
Monumentenzorg had hier wel oren naar. Vooral toen men de foto’s onder ogen kreeg die de heer Verschure had gemaakt van de engeltjes raakte men in vervoering. De heer Verschure kreeg dan ook alle mogelijke medewerking om de engeltjes, die deerlijk waren gehavend, te restaureren.
Over het plaatsen van het pand op de monumentenlijst heeft Monumentenzorg.nog geen beslissing genomen. De ‘aanvraag wordt momenteel nog bekeken, maar de heer Verschure heeft goede hoop. ,,Het zal nog wel even duren voordat ik wat hoor, maar onwillig stond men zeker niet tegenover mijn verzoek’’.
Een halfjaar geleden kwam de heer Verschure, die een machinale timmerwerkplaats naast het café runt, in het bezit van café Koppelpaarden. ,.Na het overlijden van de toenmalige eigenaar zag ik mijn kans een hinderwetvergunning voor mijn timmerwerkplaats te verwerven, Mijn buurman had die namelijk steeds tegengehouden. Toen het café eenmaal in mijn bezit was wilde ik er echter toch ook wel wat mee doen’’. En dat was het begin van een grootscheepse verbouw en restauratie. Veel in het ietwat vervallen pand werd vervangen of gewoon gesloopt, zoals bijvoorbeeld het toneel achter in de grote zaal. Veel oorspronkelijke dingen werden daarnaast ook behouden, zoais de vioer van de grote zaal, die grondig werd geschuurd en opnieuw behandeld, en de engeltjes op de voorgevel.
Het kostte de heer Verschure, met de nodige hulp, drie maanden om het café om te toveren in een gezellig café-restaurant. De officiéle heropening vindt op vrijdag 11 april plaats en zal, naar alle waarschijnlijkheid, worden verricht door burgemeester J. Schouten van Raamsdonk.
Het café, dat zo z'n speciale plaatsje in de Raamsdonkse gemeenschap heeft, is echter, zij het dan officieus, al vanaf carnaval geopend.

De jaren tachtig

Niet alleen de woningmarkt zakte in!
Met behulp van twee torenkranen werd alles weer in rechtop gezet.
Opening buurthuis ’De Schelf’.
Wethouder Christiaan Kuyten moest een overall aantrekken om de handeling te verrichten
Na betaling van een proces-verbaal ging alles weer in een hoog tempo verder

Het begin van de tachtiger jaren zijn de slechtste jaren in het verhaal.

Woningen met een waarde van fl 250.000,- gingen bij verkoop een jaar later voor fl 180.000,- van de hand.

De woningbouwmarkt stortte dan ook finaal in en ook voor VEVO B.V. was het onvermijdelijk om goede werknemers te moeten ontslaan: één van de slechtste ervaringen in de historie van het bouwbedrijf. VEVO B.V. werd behoorlijk op de proef gesteld.

Bij het werken van acht premiewoningen aan de Schapendonk in Raamsdonksveer in 1985 werd te voortvarend gebouwd. Met de veiligheid werd het niet zo nauw genomen.

Bij het uitkatten van de kraan (waarbij het getransporteerde materiaal steeds verder van de machinist in zijn cabine, naar de juiste plek gebracht wordt) werd het gewicht dat er in hing te zwaar en de kraan bezweek.

Het werk werd stilgelegd en de arbeidsinspectie kwam er aan te pas. Na intensief beraad en op aandringen van Sjef, werd de kraan ter plekke gekeurd in plaats van in een garage.

Het overige werk kon doorgaan en na twee dagen was de keuring gedaan en werd alles weer goedgekeurd vrijgegeven.


De bouw van buurthuis ’De Schelf’ in Raamsdonksveer verkreeg VEVO B.V. via een openbare aanbesteding. In deze moeilijke tijd moest noodgedwongen met weinig personeel worden gewerkt.

Bovendien was het slecht weer. Er werd menig muurtje gemetseld door een zeil te spannen tegen de regen. Sjef zelf was om zes uur ’s ochtends aanwezig om de specie te draaien en ervoor te zorgen dat de metselaars om zeven uur al aan de gang konden.

VEVO BV. wordt Aannemingsbedrijf JJ. Verschure B.V.

Op diverse plaatsen werd de nieuwe naam gepresenteerd

In 1988 was VEVO B.V. feitelijk ten dode opgeschreven. Dat was echter geen reden om bij de pakken te gaan neerzitten. Er werd een nieuw bedrijf ingeschreven bij de Kamer van Koophandel: Aannemingsbedrif J. J. Verschure B.V.

Bij VEVO B.V. werd een taxatie verricht op het aanwezige materieel. Voor de taxatieprijs werd dit materiaal door J. J. Verschure B.V. overgenomen.

De reclameborden werden vervangen en zoon Jan werd directeur/eigenaar. Jan zat toen nog op de Middelbare Technische School in Breda. In hetzelfde jaar slaagde hij en Sjef heeft toen sterk overwogen om Jan eerst een paar jaar bij een ander bedrijf te laten werken om ervaring op te doen. Maar er was behoefte aan een jonge kracht en Jan kwam thuis in de zaak.

Een beslissing waarvan Sjef nu zegt dat hij wellicht anders had gemoeten.

Het zogenaamde uitvoerderoverleg met de directie werd te weinig gedaan. Er was maar één wet en die was van de directeur (en hier is niet zoon Jan bedoeld). Sjef duldde nauwelijks ook inspraak.

Wat hier duidelijk mee te maken had, is de geslotenheid van de Verschures. Wat het hoofd van het gezin betreft: deze was de baas.
Zoals hij beveelt, zo moet het gebeuren.
Daarnaast was en is er nog steeds te weinig communicatie. De vader van Sjef, Sjef zelf en zoon Jan zijn wellicht wat introvert, praten minder. In deze cirkel zouden ook mijn broers en hun zoons kunnen horen’, aldus Sjef.

Opgaande lijn

Na een moeilijke tijd kreeg het bedrijf de opgaande lijn weer te pakken. Aan het eind van 1988 werden tien woningen aan de Vondellaan in Raamsdonksveer opgeleverd. Het bijzondere van deze woningen was, dat ze aaneengesloten de hoek van de straat om gingen.
Architect/ontwerper was Toon van Schendel. De gemeente Raamsdonk leverde de grond en Aannemingsbedrijf J. J. Verschure B.V. was de bouwer. Deze woningen werden zeer snel verkocht.

In het zaaltje aan de Lange Broekstraat werden onder andere bijeenkomsten voor kopers gehouden. Op dezelfde plaats kwam ook Sint Nicolaas jaarlijks bij de kinderen van het personeel op bezoek
Schoonmoeder Marie Kamp laat zien hoe je een biertje moet schenken

In het pand Lange Broekstraat was destijds een zaaltje gecreéerd. Hier werden de kopers geinformeerd en werd veelal een korte film getoond over de bouw en vooral de betekenis van het G.I.W. (Garantie Instituut Woningbouw).

Alle kopers van een woning aan de Vondellaan werden daar bijvoorbeeld uitgenodigd. Heel toepasselijk was dat de bewoners van kavel spontaan naast die van kavel 2 gingen zitten en daarnaast weer de kopers van nummer 3. Voor Sjef een bijzondere ervaring. Normaal gesproken komen de kopers elkaar tegen ’op de bouw’ als de woning al in een vergevorderd stadium is.

Dergelijke bijeenkomsten zijn ook bedoeld om eventuele wijzigingen door te geven. Sjef heeft het altijd heel belangrijk gevonden dat mensen veranderingen konden aanbrengen die ze wensten. Voor tevreden klanten was dat van groot belang.
Nadat de pannen op het dak lagen, werd voor de kopers aan de Vondellaan een tweede avond belegd. Het was toen al duidelijk dat er een bepaalde band ontstond. Niet alleen met de kopers maar ook met de aannemer. Uit dit project zijn naderhand diverse projecten voortgekomen omdat de kopers uitermate tevreden waren over de werkzaamheden en de manier waarop zaken werden afgehandeld.

De kost gaat voor de baat uit...


Verandering naar de wens van nieuwe bewoners heeft bij Sjef altijd hoog in het vaandel gestaan. Dat het niet altijd even makkelijk was spreekt voor zich. Bij het bouwplan Vondellaan in Raamsdonksveer zat in deze woningen een aansluiting voor een open haard. Makelaar Van Dongen had de woningen verkocht inclusief open haard. Dan valt het niet meer mee om dat nog terug te draaien en dat moet je ook niet willen. Het vele meerwerk compenseerde ruimschoots de kosten van de open haard.

Afbouwen

Zoon Jan gaf een eigen invulling aan het leiden van het bouwbedrijf. Hij besloot om zijn huis aan de Lange Broekstraat te verbouwen en aan de voorzijde, op de plaats van de oude werkplaats, een kantoor te maken.

Bijna opleveringsklaar. 10 Woningen aan de Vondellaan in Raamsdonksveer
Drie adressen waar het bedrijf in Raamsdonk kantoor hield. Begonnen in een houten keet in de Molenstraat, daarna Lange Broekstraat en toen Griffiershof, een kantoor dat aan de verwachtingen voldeed. Tenslotte weer terug naar de Lange Broekstraat, waar het verbouwde kantoor alles overtreft

Het verloop van deze verbouwing geeft duidelijk aan dat er vooruitgang is geboekt en geeft ook aan dat er steeds een enorme dosis energie aan de dag gelegd moest worden om het een en ander geregeld te krijgen. Steeds stond vooruitgang en verbetering voorop.

Even een kijkje binnen aan de Griffiershof in Raamsdonk
Niet groot, maar wel een praktisch kantoor

Door de verhuizing naar de Lange Broekstraat kwam het pand Griffiershof leeg te staan.
Het was de tijd dat dochter Marja, van beroep kapster, het plan opvatte om voor zichzelf te beginnen. Na een redelijk ingrijpende verbouwing werd het voormalig kantoorpand van het aannemersbedrijf omgetoverd tot kapsalon.

Het pand aan de Lange Broekstraat werd ingrijpend verbouwd en wat destijds in zeventien jaar gerealiseerd was, werd in een paar weken drastisch veranderd

Meer en meer nam Sjef afstand van het bouwbedrijf om zijn eigen activiteiten te ontwikkelen. Hij trok zich steeds vaker terug in ’zijn’ tuinhuis om zich met zijn hobby, glas-in-lood, bezig te houden. Toch werd met een schuin oog gekeken naar de activiteiten van de kinderen en met name het bouwbedrijf. Van tijd tot tijd werd Sjef nog betrokken bij de werkzaamheden. Het plan Oostpolder in Raamsdonksveer, een project van Planoform uit Best, was een klus waarbij Jan de onderhandelingen heeft gevoerd en ook ervoor gezorgd heeft, dat uiteindelijk het plan tot een goed einde is gebracht.
Bouwtechnisch een grote klus, financieel geen succes.

Nadat Marja wegens gezondheidsredenen haar kapsalon had moeten opgeven, besloot Sjef het pand Griffiershof te verkopen/verhuren.
Toen dit niet lukte nam Sjef de beslissing om met ’zijn’ Verschure Beheer B.V., alsook VEVO Beheer B.V. te verhuizen van het tuinhuis naar de oorspronkelijke huisvesting.

Om een aantal redenen is Sjef sinds enige jaren weer wat dichter bij het aannemersbedrijf betrokken. Wat zijn activiteiten betreft valt daarbij te denken aan bijvoorbeeld contact met crediteuren, maar aan de andere kant ook de inkomsten zien binnen te krijgen van minder goede betalers. Bij zijn werkterrein hoort ook het verbeteren (proberen althans) van de calculatie en slechte klussen trachten op te lossen. Toch is hij met een zekere afbouw bezig.

Eigenlijk zonde om te slopen, dit hoekpand in Kaatsheuvel

Sinds een half jaar haalt hij ’s morgens alleen nog maar de post om deze te verdelen waar hij thuis hoort. Houdt debiteuren en crediteuren goed in de gaten, maar ook acquisitie (verwerven van werk) heeft zijn aandacht. En dit laatste heeft dan weer betrekking op de projectontwikkeling. Dat werpt ook wel zijn vruchten af. Zo is het HOED-project (huisartsen onder één dak) in Dongen in augustus 2005 opgeleverd en de bouw van een kantoor voor de Riethorst in Raamsdonksveer recentelijk opgestart.



Dat is een project voor Woningbouwstichting Geertruidenberg. Voor diezelfde opdrachtgever zijn een tweetal panden in Kaatsheuvel aangekocht waarvoor de plannen nog in het stadium, van de tekentafel van de architect zijn.

Griffiershof
Mevrouw Schapers en architect Frans de Beer geven elkaar een stevige handdruk en dan kan het echte werk beginnen in de Griffiershof

De realisatie van de Griffiershof was een heel bijzonder project, temeer omdat aannemersbedrijf Schapers B.V. de verkopende partij was. Het ging hier immers om een wegenbouwer die zelf een bouwbedrijf (Oome B.V.) in het concern had zitten. Toch kreeg Sjef de voorkeur om dit nieuwe project te maken. Het bestond uit tien woningen en een kantoor.

Het ging niet om een gewone fundering. Hier werd de diepte opgezocht

De familie deed vervolgens een ware ’aanslag’ op de te bouwen panden. Dochter Marja ging er een woning bouwen en zoon Jan hield de grootste kavel om er ook een huis op te zetten. Zelf hield Sjef een huis dat hij ging verhuren.

Een mooi hofje met rechts de woning van de familie Van Dorst

Hans van Dorst kwam er in wonen en vestigde zijn fysiotherapiepraktijk aan huis.

De andere kant van de straat met links de woning van Hanno en Jolanda van Strien

Hanno van Strien, Kees van Amersfoort, Lies van Mierlo en Benno Gruyters, echte Raamsdonkse mensen, kochten een kavel grond en konden zodoende in Raamsdonk blijven wonen.

Opening Griffiershof. Reden genoeg voor wat feestelijk vertoon
Opening Griffiershof. Reden genoeg voor wat feestelijk vertoon

Bij het verdelen van de kavels bleef er echter een onrendabel stuk grond over. De oplossingsvaardigheid van Sjef is in dit soort gevallen altijd groot geweest en hij besloot om op dit stuk grond een kantoor te realiseren en vervolgens hier zelf naar toe te verhuizen.

Het kantoor aan huis in de Lange Broekstraat werd overgebracht naar Griffiershof 2. Niemand in het dorp Raamsdonk begreep aanvankelijk wat het voor een gebouwtje was.

Pas toen het bedrijf erin zat, was het duidelijk. De bouw ging heel ’netjes’. Zo netjes zelfs dat de parkeerplaats, aan de voorzijde van het pand, voor het eerst onder normale werktijd werd uitgevoerd.
Tot die tijd was het ’normaal’ dat het straatwerk ’s avonds of ’s zaterdags werd gelegd. De vaste stratenmakers hielden daar rekening mee.

Toenmalig burgemeester Schouten was er trots op dat er in Raamsdonk een dergelijk hofje kwam. Toen het project klaar was, kwam hij dan ook graag naar de Griffiershof voor de opening.


Achter de Hoeven in Raamsdonksveer
Prachtige woningen Achter de Hoeven
Prachtige woningen Achter de Hoeven

Vanuit de gemeentelijke overheid werd de wens uitgesproken om de krachten van alle individuele aannemers te bundelen in één orgaan. Dit resulteerde in de oprichting van de RAC, de Raamsdonkse Aannemers Combinatie. De RAC is een samenwerkingsverband tussen acht aannemersbedrijven uit Raamsdonk en Raamsdonksveer onder voorzitterschap van Sjef Verschure. Het was hierbij essentieel dat er én aanspreekpunt was voor externe partijen. Doel van de samenwerking was om de plaatselijke werkgelegenheid in stand te houden.

Als vertegenwoordiger van de RAC ontving Sjef de felicitaties van wethouder John Smits

Op maandag 24 februari 1997 werd aan de Academielaan in Raamsdonksveer, de eerste paal geslagen voor de uitbreiding van het woongebied Achter de Hoeven te Raamsdonksveer, het eerste project van de RAC.

Nadat klokkenluider Bos er in de bouwwereld mede voor gezorgd had dat er een einde kwam aan prijsafspraken, staat de RAC op een laag pitje. Er is onderling geen formeel contact meer.

Een kijkje vanuit de Lage Weg op de Sluisakker
Sluisakker

We belanden nu bij het grootste project in het bestaan van Verschure. Het bestaat uit 52 woningen in diverse uitvoeringen. Het is een project waaraan veel mensen in het bedrijf met een heel goed gevoel naar kijken. Zo zou elk project moeten gaan.

Het ouderlijk huis van de familie Snijders

Op 29 november 1991 werd bij notaris E.M. Jansen in Oosterhout de akte gepasseerd voor de aankoop. Allereerst werd het voormalige Snijders terrein aangekocht, een opslagplaats van kolen. Het ouderlijk huis van familie Snijders werd gesloopt en er werd nieuwbouw gepleegd. De aanwezige loods werd verhuurd aan Van den Noort uit Raamsdonk voor opslag van hooi en stro. Het kantoorgedeelte werd verbouwd als bungalow en verhuurd. Op de rest van de gronden, met dat van de familie Van Leeuwen, is het plan Sluisakker ontwikkeld.



Slopen en nieuw bouwen, daar is altijd interesse voor geweest
Een deel van de oude situatie bij het project Sluisakker

De bouw verliep vlot met een gemiddelde van zeven tot acht woningen per jaar.


In het begin zag het er nog niet al te best uit. Met de gemeente Raamsdonk werd de afspraak gemaakt, dat de riolering in het Kuiperspolderke moest worden verzwaard en aangesloten op de Oude Melkhaven. Dat was een tegenvaller waar geen rekening mee was gehouden. Inmiddels was Frans de Beer druk bezig met het uittekenen van het door Sjef Verschure zelf ontworpen nieuwe huis. Toen de bouwvergunning was afgegeven, zijn er in de avonduren nog heel wat uurtjes gemaakt om het geheel tot stand te brengen.
Half april 1994 was de verhuizing.

Een groot gedeelte van de Sluisakker heeft gestalte gekregen. Rechts achter, de loods die nog gesloopt moest worden om de laatste nieuwbouw te realiseren. Rechts is de aanbouw in volle gang
Temidden van een zware delegatie van de gemeente is de Sluisakker geopend. Van links naar rechts Harrie Neve, Sjef Verschure, Joop Heesters en Arnold Strijtveen
Heel geconcentreerd wordt het keperlood aangebracht

In 1998 was de wijk klaar. Als blijk van waardering voor de gemeente heeft Sjef de wijk Sluisakker een zogenaamde klokkenstoel geschonken. De klokkenstoel is geinspireerd op een exemplaar dat in de gemeente Moerdijk staat. Het bestaat uit een houten frame op dikke spanten met een leien dak. Het is een werkstuk uit eigen werkplaats. Het dak is door Sjef Verschure zelf gemaakt.


Er hangt één klok in, die bij bijzondere gelegenheden, zoals wijkfestiviteiten, wordt geluid.

Frie Donks in actie
Na de aanbieding van de klokkenstoel aan de gemeente is er nog even overleg met wethouder Lida Verschuren

Nu, in 2005, is Sjef bezig om het project op het voormalige Snijders terrein (Sluisakker) af te ronden. De bedoeling is dat er een zestal woningen gebouwd gaat worden.

Overigens komt er uit de grond nog steeds puin en kool-as naar boven. Dit wordt afgegraven en keurig afgevoerd, zodat men in staat is om de toekomstige bewoners een schone grondverklaring te bezorgen.

Starters

Raamsdonk is in de loop der jaren, mede door de bouwinspanningen van Verschure, behoorlijk uitgebreid. Het is nu nog de bedoeling om achter het WoonZorgComplex (WOZOCO) een project te realiseren voor starters, jonge mensen die in hun eigen dorp willen wonen. Met de gemeente is een principe-akkoord bereikt om in 2004 te starten.
Tot op heden is echter, mede vanwege andere prioriteiten vanuit de gemeente, nog geen formele goedkeuring afgegeven. Dat schiet dus nog niet erg op voor de starters.

Beeldbepalend

In april 2001 is door Verschure beheer B.V., in overleg met de gemeente Werkendam en de dorpsraad van Dussen een mooi plan ontwikkeld voor het centrum van Dussen. Op de plaats van de leegstaande PlusKlus bouwmarkt werden vier appartementen, een penthouse, een ruimte voor een RABO bank kantoor en een fysiotherapiepraktijk geprojecteerd. Dat plan is inmiddels gerealiseerd en daarmee is aan Dussen een mooie invulling van het centrum gegeven.

Dat is dan ook gelijk een mooie kant van projectontwikkeling als het om een wat grotere omvang gaat. Het bepaalt de uitstraling mee van een wijk of straat. Veel meer dan het bouwen van afzonderlijke woningen. Dat brengt ook een grotere verantwoordelijkheid met zich mee, omdat zo’n project het beeld van een dorp of wijk meebepaalt.

Tegelijkertijd geeft het echter ook een grotere voldoening als een project tot een goed einde gebracht wordt en met waardering wordt ontvangen. Dat is een goede drijfveer om er mee door te gaan.

Logo Verschure Beheer BV

In onderstaande gallerij staat een kleine greep uit een groot scala van woningen die in de loop van de jaren gerealiseerd zijn. Verschillende typen huizen kregen gestalte in diverse soorten en maten. De foto’s geven een beeld van de grote variatie, van vrijstaande woningen, twee-onder-een-kap en rijtjeswoningen tot appartementen.


We laten de beelden maar spreken want veel commentaar is overbodig.

Personeel

In de afgelopen veertig jaar heeft het bouwbedrijf met goede medewerkers mogen samenwerken. Het is overbodig te zeggen dat zonder hen nooit een goed functionerend bedrijf had kunnen ontstaan. Op het gevaar af dat in de reeks namen misschien wel toegewijde mensen vergeten worden, volgen hier toch de namen van enkele ’monumenten’ uit het personeelsbestand van VEVO B.V.

Rook Loonen

Rook is bij VEVO begonnen in 1965. Hij is bijna 25 jaar in dienst van VEVO geweest. Hij kwam op latere leeftijd de bouw in als opperman, maar werkte zich al snel op tot allround metselaar. Hij had zijn eigen werkstijl en was een goed collega.

Frie Donks
Frie Donks in zijn vertrouwde omgeving aan de Schansstraat 43

Frie kwam in de vakantie van 1967, samen met zijn moeder, vragen of er werk was als timmerman. Op 7 augustus 1967 trad hij in dienst. Al gauw bleek dat zijn interesse uit ging naar machinaal timmerwerk en hij bouwde in een snel tempo zijn vaardigheid op met de machines voor houtbewerking. Dat deed hij in eerste instantie in de oude werkplaats, maar vanaf 1977 vanuit de Schansstraat 43. Een aantal jaren heeft hij in de nabij gelegen woning gewoond.

Inmiddels is Frie Donks al weer 38 jaar in dienst.

Jan Lankhaar
Jan Lankhaar heeft normaal geen tijd, maar voor deze keer....

Op 30 juni 1969 kwam Jan Lankhaar als leerling-timmerman in dienst van het toenmalige aannemingsbedrijf VEVO. In het bedrijf werkten toen zes werknemers.

Met zijn collega’s en de nodige inzet ging Jan aan de slag. Hij was erg leergierig, wist van aanpakken, groeide uit naar voorman en werd een voorbeeld voor menig collega.

Na 28 jaar vertrok hij om eens ergens anders te werken, maar inmiddels is hij weer een aantal jaren terug op het oude nest.

Piet Balemans

In 1972 kwam Piet Balemans, samen met drie collega’s vanuit Breda de machinale werkplaats versterken. Piet wist goed met de machines en het hout om te gaan. Nadat hij, gedurende een vijftal jaren, het een en ander had bekeken, dacht hij: ’Wat Sjef kan, kan ik ook’, en is hij in Breda met een soortgelijk bedrijf voor zichzelf begonnen.

Han Berende

Voor Han Berende geldt eigenlijk hetzelfde. Ook hij is, na een aantal jaren bij VEVO gewerkt te hebben, voor zichzelf begonnen. Het enige verschil met Piet Balemans was echter, dat Han een geduchte concurrent werd. In de loop der jaren hebben Sjef en Han daar toch goed mee om weten te gaan.

Sjef feliciteert Maurits de Boer als hij 12½ jaar in dienst is, André Kamp luistert aandachtig
Maurits Boer

Maurits Boer trad in 1973, direct na zijn schooljaren, in dienst en behoorde alras tot de vaste kern van het bedrijf. Maurits was zelfstandig, een alleskunner. Hij bleef VEVO meer dan 25 jaar trouw. Enkele jaren geleden is hij voor zichzelf begonnen en nog steeds heeft Sjef er goede banden mee.

André Kamp

André was belast met de boekhouding en heeft daar menig (avond)uurtje aan besteed. Hij begon bij VEVO in de keet in de Molenstraat, achter het loonbedrijf van De Bont, verhuisde mee naar de voorkamer in de Lange Broekstraat en kwam tot slot ook nog in de Griffiershof terecht.

André was iemand waar je met problemen terecht kon. Hij genoot zowel van de directie als van het personeel een groot vertrouwen en hij was een medewerker voor wie alom waardering bestond. Hij was perfect op de hoogte van loongegevens van het Sociaal Fonds Bouwnijverheid (S.F.B.) en wist ook nog over fiscale zaken te adviseren. Ook nu nog heeft Sjef een intensief contact met hem.

André Kamp werd boekhouder in oktober 1966. Als Sjef hem nu en dan tegenkomt, is er altijd nog een wijs advies en belangstelling.

Gevarieerde ervaringen

Frans Terbeek was een echte klusjesman die graag alleen op pad ging en die bij Volksbelang graag gezien was. Piet de Kort en Gerard Klaassen waren twee metselaars uit Kaatsheuvel die, naar zij zelf zeiden, het best goed naar de zin hadden. Wim Bergmans en Gerard Kamp waren twee zwagers van Sjef. Als hij nog eens zou moeten adviseren, dan moet je de familie en zaken gescheiden houden. Zij waren overigens een prima duo.

In de begintijd van VEVO was het de gewoonte dat bouwvakkers regelmatig de kroeg in gingen. Daar ontmoetten zij collega-bouwvakkers van andere bedrijven. Als men dan voldoende bier op had, kwamen de sterke verhalen naar boven. De één metselde meer stenen dan de ander; de één zaagde sneller dan de ander. Zo kwam Frans Pruijssers bij café Halfweg in Raamsdonksveer een oud-collega tegen waar hij een tijdje mee gewerkt had. Tijdens het gesprek liepen de meningsverschillen hoog op, terwijl eigenlijk niemand meer precies wist waar het over ging.

Het zou beslist op ruzie zijn uitgelopen als Sjef niet tussenbeide was gekomen om erger te voorkomen.

Een ander vermeldenswaardig verhaal gaat over het thuis brengen van Willy Martens. Nee, Willy, je kunt meerijden, we zetten je wel voor de deur af”. Willy werd dan ook thuis voor de voordeur afgezet.

Met de groene Volvo werd door het voortuintje gereden om zo dicht mogelijk bi de voordeur te kunnen stoppen.

Datzelfde gebeurde met Cobus van Pas uit Waspik. Na het traditionele middagje stappen, voordat de vakantie begon, werd Cobus naar huis gebracht. Hij lag gestrekt op de achterbank. Thuis aangekomen hoefden de collega’s niet aan te bellen om de voordeur open te laten doen. Vrouwlief (boos?) stond achter de deur al te wachten. Ook hoefden ze hem niet te bed te leggen, want er mocht niemand naar binnen.

Veel van wat Willy Martens vertelde was niet waar, maar werken deed hij als een paard
Minder mooi

Er zijn ook wat minder leuke dingen gebeurd. Zo is bijvoorbeeld Henk de Rooij gedurende de verbouwing bij Mecari Plastics in Raamsdonksveer van het dak gevallen. Als gevolg van dat ongeluk moest hij enkele maanden in het gips zitten. Ook Jan Lankhaar heeft eens enige tijd thuis gezeten, nadat hij bij een ongeval een aantal ribben had gebroken.

De tachtiger jaren waren ook voor VEVO slechte jaren. De woningbouw stortte door de hoge rentestand finaal in elkaar en ook voor VEVO was het onvermijdelijk om goede werknemers te ontslaan. Jan Lankhaar en Frie Donks konden in dienst blijven, maar voor enkele collega’s, onder wie Piet Heine, was dit helaas niet het geval. Piet was binnen VEVO een zeer zelfstandig en gewaardeerd werknemer. Hij moest door het feit dat er weinig werk was VEVO verlaten. Als dat toen niet het geval zou zijn geweest, was hij beslist nog in dienst geweest. Op dit moment werkt Piet bij de Woningstichting Geertruidenberg (WSG) waar Sjef hem nog regelmatig tegenkomt.

Werknemer aantal dagen

Corine Meijs vanaf 1988 in dienst. ‘Zulke loonlijsten zijn van voor mijn tijd.’
In de zeventiger jaren was dit een gemiddelde loonlijst
Metselaars Mari van den Broek (achter) en Henry van de Mosselaar volop in actie

Loonlijsten uit de zeventiger jaren laten een personeelsbestand zien van wel vijfendertig mensen. Nog steeds vraagt Sjef zich af, hoe hij het allemaal geregeld heeft kunnen krijgen.

Vijfendertig man personeel
Ondanks alle drukte was er tussendoor ook nog wel even tijd om samen te zijn
Interieurverzorgster Annie van de Put, al 12½ jaar in trouwe dienst bij Verschure B.V., Henri Smits kijkt toe.

Een kleine greep uit een lijst van mensen die in de begintijd van VEVO in dienst waren:
Sjaak Timmers allround metselaar (1974). Zijn zoon is nu in dienst bij Verschure B.V.
Toon Geerling, calculator (1975).
Tom Molengraaf, allround metselaar onderhoud (1976).
Lies van Mierlo, machinale timmerman (1977).
René de Rooy (1978).
Mari van den Broek (1979).

Een van de zegeningen van internet: zijn we nu eindelijk van al die formulieren af?

In gesprek met Jan Verschure, zoon en opvolger

Door Jan van Strien

Wat nu volgt is een interview met de man die het bedrijf van haver tot gort kent en als jongeman al in 1988 zijn intrede deed. Het is de zoon van Sjef en tevens zijn opvolger. Dat wordt dus informatie uit de eerste hand. Ook de interviewer is geen vreemde voor het bedrijf. Jan van Strten werkte er als administrateur en was er dus wel zeer nauw bij betrokken en zeker goed op de hoogte van de gang van zaken. Ga er dus maar even goed voor zitten.

Jan, de bedoeling van dit gesprek is terug kijken op veertig jaar bouwen en mogelijk Jouw visie op de toekomst aangeven. Je hebt het bedrijf van je vader zien groeien, je hebt er een aantal jaren gewerkt en uiteindelijk heb je het bedrijf van je vader overgenomen.

Hij was dus je baas, maar ook je vader. Daarom de vraag: hoe is hij als vader ?

Mijn vader is een echte doener. Hij was en is van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat altijd in de weer. Maar in zijn schaarse vrije tijd, op zondag en in de vakanties, had hij alle tijd en gelegenheid voor het gezin om leuke, maar vooral interessante dingen te doen en te ondernemen.

Mijn eigen sportieve bezigheden kwamen pas op latere leeftijd. Eerst heb ik op de scouting gezeten. Ik kreeg van mijn vader de vrijheid om niet per definitie te gaan voetballen, maar daar kwam ik ten slotte wel bij uit. Wanneer hij kon, bezocht hij de wedstrijden van ons elftal.

Jan naast zijn bouwkraan

Ik kan me herinneren dat hij, met name in de winter, ’s avonds na de warme hap, altijd even op de bijkeukenvloer ging liggen om een half uurtje de ogen dicht te knijpen. Zo kon hij de avond weer in, voor kantoorwerk en afspraken. Tegenwoordig lijkt hij wat rustiger, maar schijn bedriegt. Hij neemt alles nog waar en signaleert waar eventuele addertjes onder het gras zitten. De laatste tijd is hij erg behulpzaam geweest voor de kantooraansturing. René, Corine en ik hebben aan hem een goede steun voor allerlei zaken. Hij heeft echter te kennen gegeven dat hij daar ook mee wil gaan stoppen. Het zal mij benieuwen of dat lukt, maar ik weet zeker dat we zijn tomeloze inzet zullen gaan missen.

Jan, je vader was zelf ook actief in de sport. Wat kun je hierover vertellen?

Persoonlijk heb ik zijn actieve voetbalcarriére niet meegemaakt, maar naar verluidt is, het een beste doelman geweest. Daarnaast heeft hij veel betekend voor vv Raamsdonk.

Zo was hij van 1979 tot 1995 voorzitter. Onder zijn leiding heeft de club een flinke sprong voorwaarts gemaakt, niet alleen op sportief gebied, maar ook wat de accommodatie betreft, die in zijn geheel gerenoveerd werd.

Het eerste elftal van vv Raamsdonk in het seizoen 1987-1988. VEVO was sponsor

Wat ik mij nog goed kan herinneren is de jaarlijkse wedstrijd op Koninginnedag tussen het personeel van de firma Snijders en VEVO. Dat was iedere keer weer een ware happening, zeker toen ik oud genoeg bevonden werd om zelf mee te doen. In het begin keepte vader zelf nog mee.

Eén van de mooiste sportieve momenten die we samen hebben meegemaakt is wel het kampioenschap van vv Raamsdonk in 1991. Dat was één dag voor mijn trouwdag. Een mooier cadeau (met uitzondering van mijn vrouw José uiteraard) kon ik me niet voorstellen. Mij hadden ze op tijd de kantine uitgedragen, maar pa had tot in de kleine uurtjes doorgefeest. Dat was ook wel te zien aan zijn kleine oogjes aan de tafel bij de burgerlijke stand. Op de video ligt vast dat hij bijna zat te slapen.

Jan, bestond er nog iets anders dan voetbal voor hem?
Bergop in de Ronde van Frankrijk

Niet alleen voetbal trok zijn belangstelling, zijn liefde voor de wielersport werd ook regelmatig geprikkeld. In het begin gingen we samen op zondagmorgen met de fiets op en neer naar Moerdiyk.Tot het noodlot ons trof en hij vol in de remmen moest voor een loslopende hond. Ik reed uit de wind en kon niet tijdig genoeg reageren, waardoor ik uiteindelijk, via zijn achterwerk, bij de polikliniek belandde.

De enige Tour de France start die ong land ooit kende, hebben we uiteraard ook gevolgd vanuit ’s-Hertogenbosch. Dat was een mooi wielerspektakel waar hij zichtbaar van genoot. In de vele vakanties naar Frankrijk wilde hij zijn kunnen nog bewijzen door zelf de Puy de Dome te beklimmen.

Oma Verschure:
”Als dat maar goed afloopt, Sjef”’.

Echter niet op de fiets, maar samen met zijn broer Jan, duwend aan de reet (achterwerk) van onder andere Gerben Karstens. Ik moest filmen.

Dit smokkelen werd de dag van te voren al in het kamp van de renners besproken. Hij zocht de renners gewoon op, soms zelfs op plaatsen waar de pers niet bij kon. Deze manier om personen te benaderen, kenmerkt mijn vader wel en geeft hem, zo denk ik, een belangrijkke voorsprong op een ander. Brutaliteit, lef. Wat die twee karaktertrekken betreft, heeft oma Verschure tot haar dood geroepen dat mijn vader de risico’s niet zag.

Jan, je vader was nou bepaald niet een student, maar hij liet daarentegen zijn handjes wel wapperen.

Mijn vader was inderdaad geen studiebol, maar hij had wel een nuchter en gezond verstand wat hem op latere tijdstippen goed uitkwam. Hij was van beroep timmerman en heeft zich vooral in de praktijk gevormd. Hij leerde het vak via de ambachtsschool in Geertruidenberg en verder als aankomend bouwvakker bij Savelkouls in Waspik. Op de werkvloer dus. En dat niet alleen overdag maar ook veel ’s avonds. Zo kreeg hij te maken met klussen van de meest uiteenlopende aard, van nieuwbouw en verbouwing tot het aanbrengen van klankborden in kerken. Zo werd hij heel allround. Hij nam zelfs hele huizen aan in de avonduren. Daardoor kwam Jan van Oort waarschiynlijk op een gegeven moment op het idee, daar in de avonduren maar eens mee te stoppen en dat overdag te gaan doen. Dat werd het begin van aannemingsbedrijf VEVO: Verschure en Van Oort.

Jan, hoe is jouw schoolopleiding verlopen?
Op de brommer naar de MTS in Breda
Opa Verschure
Piet Verschure, oom van Jan

Op de lagere school heb ik altijd op mijn tenen gelopen, omdat ik de jongste leerling was. Op de LTS ging dat beter omdat de interesse voor het vak meer bevredigd werd. Uiteindelijk koos ik uiteraard voor de richting hout. Mijn grote belangstelling ging uit naar tekenen en wiskunde.

Omdat mijn vader zelf geen mogelijkheden had om door te leren, stimuleerde hij mij wel om mijn schoolopleiding af te ronden. Ik heb alle benodigde diploma’s, tot en met het aannemersdiploma toe, in dagopleidingen mogen behalen.

Een oriéntatiejaar, op het gebied van weg-en waterbouw direct achter mijn MBO bouwkunde aan, zorgde ervoor dat ik niet direct in militaire dienst kon. Later ontving ik de mededeling dat ik buitengewoon dienstplichtig was.

De hele riedel opleidingen, zoals managementcursus, trainingen en alle veiligheidscursussen heb ik toen meteen afgewerkt.

In de avonduren en ’s zaterdags een centje bijverdienen was bij vader altijd mogelijk. Vele calculaties en tekeningen zijn door mij in studietijd gemaakt. Mijn eerste tekenproject was het ontwerp voor de ronde schouw bij de familie Van Lith uit Raamsdonk.

Jan van Oort zag dat je vader meer in zijn mars had. Hij adviseerde hem om met werken in de avonduren te stoppen en dit overdag zelfstandig te gaan doen. Wat sprak jou in het bijzonder aan?

De doortastendheid waarmee de start werd aangepakt. De besprekingen met zijn vader, : broer Piet en Van Oort, de huur van bedrijfsruimte, het aanstellen van personeel en het verwerven van het eerste werk zoals de bouw van een aantal boerderijen via de eerste de beste openbare aanbesteding. Er werd zelfs al snel werk uitbesteed aan een metselploeg van de firma Van Pelt.

Jan, het lijkt erop alsof het allemaal vanzelf ging.

Nou, dat lijkt maar zo, want als startende ondernemer beschikte hij over weinig hulpmateriaal. Dat moest dus zo effectief mogelijk worden ingezet. Het was lang en hard werken. En als ik denk aan de problemen na het overlijden van Jan van Oort om een geldige vestigingsvergunning te krijgen, dan vind ik het knap hoe hij dat tot een goed einde heeft gebracht.

Jan, begin jaren zeventig is in de voormalige gemeente Raamsdonk het industrieterrein Dombosch aangelegd. Heeft het bedrijf hier ook veel gebouwd?

Neen niet echt. Op het industrieterrein werd veel systeembouw toegepast en daar was VEVO niet op toegerust. Overigens is het wel zo dat de bouw van het eerste bedrijfspand werd opgedragen aan VEVO. Het pand van 18 x 12 meter werd gebouwd in opdracht van Loggere Metaalwerken. In dit pand was een verkoopkantoor en toonzaal gevestigd. Bij het heien van de eerste paal werd in de pers vermeld dat met de komst van Loggere Metaalwerken, voor wat betreft het industrieterrein Dombosch, het eerste schaap over de dam was.

Jan, in die tijd is er in Nederland sprake van een economische opbloei. Heeft het bedrijf hiervan ook geprofiteerd?

Als we de lijst van gerealiseerde werken in die tijd bekijken, dan zien we dat het goed gaat met het bedrijf. Zo worden er in die periode bijna tweehonderd werken gerealiseerd, waarvan ongeveer honderd geschakelde woningen, ruim dertig bungalows/vrijstaande woningen en veertig andere projecten. Er werden ook een tiental boerderijen gebouwd.
Het bedrijf had toen rond de twintig mensen in vaste dienst.

Marja, Jan en Joke buigen zich over de muntenvondst
Wanneer is de interesse voor onroerend goed bij je vader ontstaan?

Die interesse is al heel oud. Als gevolg van de ruilverkaveling kwamen er in Raamsdonk nogal wat boerderijen te koop. Die werden publiek verkocht en zo kocht hij al in 1967 de historische boerderij aan de Lange Broekstraat nr 3. Een leuke bijkomstigheid hierbij was dat bij de verbouw van de woning in 1980 een stenen kruik werd gevonden met 2300 oude munten.

Jan, wat valt er over de jaren tachtig te melden?

De tachtiger jaren zijn de slechtste uit het hele verhaal. Door de hoge rentes (13 procent) stort de woningbouw in elkaar. Er waren veel gedwongen verkopen van particuliere woningen. De woningbouw in het uitbreidingsplan Hooipolder in Raamsdonksveer lag nagenoeg stil. De gevolgen van die malaise zijn ook aan VEVO niet ongemerkt voorbijgegaan. Doordat de regering met diverse regelingen kwam (premie A-B-C woningen) om de woningbouw weer nieuw leven in te blazen, werd in de woningbouw overgeschakeld op de bouw van premiewoningen en werden de premie A onder G.I.W. tot stand gebracht. In de woningbouwsector werd door het bedrijf dan ook in 1985 gestart met acht premiewoningen aan de Oude Melkhaven. De hoofdmoot van de productie in de jaren daarna lag dan ook in de premiesector.

Een van acht premiewoningen aan de Oude Melkhaven, gezien vanuit de Kuiperspolder
Jan, we komen nu in de periode dat je bij je vader in het bedrijf ging werken. Waarom niet eerst ervaring elders opgedaan?

In 1988 ben ik in het bedrijf begonnen als meewerkende en heb ik alle facetten doorlopen. Van werkplaats naar de bouw en ook op kantoor.

Jan deed overal in het bedrijf ervaring op, ook in de werkplaats

De reden om direct thuis in het eigen bedrijf te starten lag vooral ook in de lijn van de visie van pa dat er jeugd ingepast moest worden en ook zijn gezondheid speelde een rol. Met name voor zijn knieën en schouders was het op dat moment nodig om wat gas terug te nemen van het vele sjouwwerk.

Het kernwoord van vader, goed bekeken, kwam in het begin van mijn loopbaan al snel tot uiting. Alles was bekeken en als je zelf met vernieuwing of verbeterpunten aankwam zei hij ook dat dat goed bekeken was. Niet vaak, maar toch af en toe.

Het is bijna niet voor te stellen hoe vader de zaken geregeld had nog voordat iemand maar op het idee gekomen was om het op een bepaalde manier te doen.

Een externe betrekking heb ik nooit echt gemist. Ik had er vrede mee om vroegtijdig het eigen bedrijf van haver tot gort te ontdekken en een eigen identiteit mee te geven.

Ik mocht na enkele jaren een paar keer klussen zelfstandig uit gaan voeren en mijn vader gaf me tot bepaalde hoogte de ruimte (financieel) mijn neus te stoten, zoals bij de verbouwing bij de Witte Leeuw met Henry van Wijngaarden van architectenburo Frans de Beer.

Wanneer heeft de naamswijziging van VEVO naar Verschure plaatsgevonden?

De overgang van VEVO naar Verschure ging niet met de verwachte souplesse.

Administratief waren de zaken geregeld bij een notaris in Prinsenbeek. Wat het allemaal precies inhield, was mij op die leeftijd allemaal niet duidelijk. Zo was dat met zoveel dingen in die tijd. Veel tijd om alles tot in detail uit te werken c.q. te bespreken was er niet. Alles wat vader deed en regelde, namen wij voor kennis aan en je wist dat je niet met lastige vragen aan moest komen. Buiten probeerden we wel goede afspraken te maken omtrent de eindverantwoordelijkheid. Dit om eenduidig bij klanten en personeel over te komen, hetgeen niet altijd lukte. Daar is in het begin best gebruik c.q. misbruik van gemaakt. Als vader ergens mee zat dan kon hij er eerst gerust een paar dagen of weken op gaan zitten broeden, terwijl hij wist dat het eigenlijk besproken moest worden. Maar dan kwam hij vaak net op het laatste nippertje met de allesomvattende vraag: Wat is er met jou aan de hand?” Als jonge jongen kon je daar vaak niet tegen op en liet je wat hij wilde en deed vaak op zijn beloop en accepteerde je de hiérarchie.

Als er problemen waren dan probeerde pa die direct in de kiem te smoren. Antireclame was iets waar hij absoluut niet mee om kon gaan. Hij zou nog liever een week willen werken dan dat hij een uur moest discussiéren over zijn gelijk of dat van de klant. Tegenwoordig is dat wel anders, ook door de wetenschap dat de marges waarschiynlijk vele malen kleiner zijn dan toen. Nu moet elke euro verdedigd worden.

Jan, hoe is je eigen, serieuze start begonnen?
Trouwfoto van Jan en José

In 1991 trouwde ik met José Raaijmakers en we betrokken ons eerste, eigen huis. In combinatie met het plan op het oude Schapers-terrein werden wij in de gelegenheid gesteld om ons huis te bouwen. Het kwam er op neer dat dit veelal in de avond gebeurde. De grove ruwbouw liep parallel met de rest van het project. De afbouw deden we zelf. De stukadoors kwamen zelfs uit de familie van mijn vrouw. Prima vaklui. Van dat huis aan de Heemraadsingel kan ik me een aantal essentiéle zaken nog goed herinneren waar pa van belang was voor de organisatie. Je moet immers leren om, wanneer je deels zelfwerkend bent, dat er ook nog andere zaken eerst geregeld moeten zijn voordat je zelf de hamer kunt hanteren.

Want timmeren heb ik altijd graag gedaan, vooral de kapgerelateerde werken die van te voren op de tekentafel uitgewerkt waren. Die hebben altijd zeer tot de verbeelding gesproken. Het stelwerk op de begane grond van kozijnen en profielen zal me altijd bij blijven. Ik had met een vriend afgesproken om op zaterdag alle kozijnen en profielen gesteld te kriygen zodat de metselaars’s maandags aan de gang konden. Om vier uur hadden we alles er bij staan, zo dachten we. Totdat pa kwam en constateerde dat we het keukenraam op z’n kop hadden staan. Het enige wat hij zei nadat hij eens grondig had rondgekeken, was: "Ik dacht dat het raam (draairaam) aan de andere kant moest zitten?"

De verhuizing was, dank zij veel hulp van onze vrienden, op een zaterdagochtend gepiept.

Je verhuisde na twee jaar alweer uit de woning in de Heemraadsingel
In deze woning aan de Heemraadsingel woonden Jan & José twee jaar

Ja, dat we onze vrienden kort daarna al weer nodig hadden, had niemand voorspeld, maar we hebben er inderdaad niet lang gewoond. Twee jaar later konden we het boeltje weer oppakken om naar Lange Broekstraat 3 te verhuizen. Daar ging wel het een en ander aan vooraf. Pa had, na de Griffiershof, de smaak van projectontwikkeling goed te pakken en hij wist in twee jaar tijd een plan voor 52 woningen exploitabel te maken. Zelf wilde hij op de mooiste plek gaan wonen, waardoor de ouderlijke woning vrij kwam. Tot wel drie keer toe heeft hij mij de gelegenheid geboden (de verkoop liep echter ook niet zo geweldig) om over te huizen en om het pand zodoende in de familie te houden. Tot op een gegeven moment een aspirant-koper zich meldde bij de makelaar. Wij hebben toen, na een wijs familieberaad op een zondagmiddag, besloten om de eventueel op komst zijnde kinderen dezelfde fijne woonomgeving te willen geven, zoals my op die locatie zelf gehad hebben. De eerste stap was gezet.

Lange Broekstraat 3. Niet slecht om zo over te nemen.

Plan B was: hoe gaan we het naar onze eigen zin en smaak maken, want een ’zaagplafond’ in de woonkamer vonden José en ik niet echt smaakvol. Zo is de hele ’kiet’ op zijn kop gegaan tot grote ergernis van pa. Die kon dat niet aanzien en was het, blijkens zijn wegblijven, niet echt eens met wat we aan het doen waren. Met behulp van heel veel vrienden zij we een heel eind gekomen. We zouden van de totale verbouwing een vijfjarenplan maken. Het zijn er uiteindelijk tien geworden, met inbegrip van de bouwwerkzaamheden van het kantoor, die aanvankelijk niet gepland waren.

Heb je ook minder goede ervaringen?
Het nieuwste van het nieuwste op dat moment: de Peiner-kraan
De oude dame: de oude Cadillon-kraan

Mijn eigen ervaringen met de kraan zijn niet zonder risico. Ik denk hierbij aan het stenen draaien in de Simon Vestdijkstraat met de kraan op de wind. Dat had tot gevolg dat er bija een pak stenen bij de buren binnen zeilde. In 1993 was het tijd om de oude dame (de Cadillon-kraan) in te ruilen voor een nieuwe Peiner-kraan.

Het nieuwste van het nieuwste: een snelbouwkraan die zich in vijftien minuten kon ontvouwen tot een mobiele torenkraan. Alle nieuwe dingen zijn vaak onderhevig aan kinderziektes. Zo was het ook in dit geval. De benodigde deskundigheid van de kraanmachinisten liet wel eens te wensen over.

Toen werd het tijd om zelf het hijsbewijs te halen. In eerste instantie had ik de idyllische gedachte om een intredetest te doorstaan waar je op ervaring een voorlopig deskundigheidsbewijs kon halen. Dat feest ging niet door en ik moest een jaar lang ’s zaterdags naar Amerongen waar ik uiteindelijk mijn hijsbewijs behaalde.

Jan, ik ken de karakters van jou en je vader. Daarom een gevoelige vraag: hoe was je vader als baas?

Mijn vader is een man van weinig woorden en dat is niet altijd een voordeel. Ik stond ervan te kijken. Het is onvoorstelbaar hoe hij soms al zaken geregeld had voor iemand op het idee gekomen was om het te doen.

Jan, wat zijn volgens jou de meest noemenswaardige projecten die de laatste vijftien jaar gerealiseerd zijn?

Een bijzonder project was het appartementencomplex het ’Boegbeeld’ in Raamsdonksveer. In samenwerking met architect P. van Es werd met veel elan een nieuw onderdeel aan onze lijst van projecten toegevoegd: een appartementencomplex. Aanvankelijk bedoeld als luxe eengezinsappartementen, maar bij de verkoop bleek het al snel een bejaardenflat te worden. De kraan kwam hier uitermate goed tot z’n recht. Er was bijna fulltime draaiwerk zonder verhuizingen. Pa is tijdens dit project een paar dagen afwezig geweest. Als je er dan alleen voor staat, word je heel snel volwassen. Een opbeurend briefje dat alles goed ging, hielp hem gelukkig om snel terug te komen.

Het Boegbeeld in Raamsdonksveer in beeld

Sinds de jaren negentig is er ook een aantal projecten geheel in eigen beheer ontwikkeld. Zo zijn er eind jaren tachtig tien woningen en een kantoor op het opslagterrein van de firma Schapers aan de Heemraadsingel gerealiseerd. Een bijzonder project was het plan Sluisakker. Van de familie Van Leeuwen en de firma Snijders werden gronden aangekocht en in eigen beheer werd een stedenbouwkundige opzet gemaakt. Aangezien op een gedeelte van de aangekochte terreinen een kolenhandel gevestigd was geweest, moest er veel overleg gepleegd worden om het terrein bouwrijp te maken.

Eerste paal voor het bouwproject Oostpolder in de krant.
Er staat een foutief onderschrift. Wethouder Schoenmakers moet zijn wethouder Van Strien

Sinds de herindeling van de gemeente Geertruidenberg en de gemeente Raamsdonk in 1997 kwam door allerlei nieuwe visies de woningbouw binnen de gemeente op een laag pitje te staan. Hierdoor moest er ingespeeld worden op deze situatie en moesten de bedrijfsactiviteiten verlegd worden van nieuwbouw naar verbouw en renovaties. Wel zijn we, door te blijven zoeken naar andere kanalen, aan de relatie met de Woningstichting in Geertruidenberg en de Woningbouwvereniging in Raamsdonksveer gekomen. Met beiden zijn reeds diverse toonaangevende projecten naar tevredenheid opgeleverd.

Rond 2000 lijkt de bouw te floreren: de huizenprijzen rijzen de pan uit. Wij hebben daar door invloeden van diverse niveaus niet direct van mee kunnen profiteren. Alles moest komen van inschrijvingen van de markt en niet, zoals we gewend waren, vanuit eigen ontwikkeling. Voor het eerst werd er op grote schaal ’vreemd gegaan’ qua projectontwikkeling. We bouwden voor Planoform uit Best, een externe projectontwikkelaar, 32 woningen in Raamsdonksveer. De prijs werd tot de laatste cent uitgewrongen, dus het risicogehalte was hoog. We hebben het er redelijk zonder al te grote kleerscheuren afgebracht en er staat weer een stukje reclame. Ook naar de gemeente, die aanvankelijk het project aan de plaatselijke aannemers, de RAC, gegund had. De plaatselijke samenwerking voor het verwerven van grootschalige bouwprojecten heeft maar kort geduurd. Hierna kwam de behoefte van de gemeente om met één ontwikkelaar aan tafel te gaan voor dergelijke projecten.

Dat de samenwerking van ontwikkeling en bouwen niet vanzelfsprekend was, ondervonden we in Dussen waar pa de Rabobank gekocht had met de directe buren erbij. De bedoelingen zijn van twee kanten altijd goed geweest, maar we kwamen er niet aan uit. Het eerste project, uitbesteed aan een derde, was een feit. We hebben hier gelukkig veel van geleerd en het zal, denk ik, niet meer voorkomen. De laatste twee jaar zijn in mijn optiek de slechtste uit mijn carriére geweest. Om zelf te moeten ervaren in mindere tijden mensen te moeten ontslaan is geen pretje. De prijzen stonden onder hoge druk van concurrentie. Het was echt vechten om te overleven. Gelukkig gaat het in ons land weer de betere kant op qua werkvoorraad en investeringen in de bouw. Het vertrouwen in de economie begint zich te herstellen.

Project Oostpolder in Raamsdonksveer krijgt gestalte
Jan, met name in de periode dat jij in de bouw werkzaam bent, hebben zich op velerlei terrein nogal wat veranderingen voorgedaan. Wat is jouw toekomstvisie?

Afsluitend wil ik graag in het kort ingaan op de vernieuwingen en veranderingen die het bedrijf meegemaakt heeft. Van handsjouw werk naar heftruck tot kraandraai werk. De maatschappij verlangt op dit moment een andere kijk op bouwen in zijn algemeenheid. Doordat klanten (en personeel) mondiger en deskundiger geworden zijn, moet men op die voor de *bouwvreemde’ omgeving goed kunnen inspelen. Ik denk dat betrokkenheid van de klant, en netjes en eerlijk zakendoen het langst stand houden. Voor alles geldt nog steeds: afspraak is afspraak. Dat laat in de huidige maatschappij toch nog wel eens te wensen over.

De sfeer rondom de economische beleving van het werk is grimmiger geworden en er komen zelfs Amerikaanse taferelen voor. Iets waar je voor op je hoede moet zijn en steeds meer voor ingedekt moet zijn. De automatisering helpt daar wel een handje bij. Ons systeem is geheel centraal rond de relatie opgebouwd. Dit houdt iedereen scherp omtrent signalering en de waarschuwing voor de mogelijke gevolgen van verkeerd handelen. Wel moeten we ruimte houden voor durf en zelfontplooiing. Het blijft immers mensenwerk en waar gehakt wordt, vallen spaanders.

Met de lessen die we getrokken hebben uit projecten van allerlei soort in het verleden en onze ervaring op het gebied van contracteren, zijn wij klaar voor de toekomst. Mijn visie is dat wij allround en van vele markten thuis zijn en waar we de knowhow niet in huis hebben, moeten we specialisten inhuren.

De bouw in z’n algemeenheid zal qua instroom teruglopen. Er zal geen aanwas komen van allround vaklui, maar specialismen zullen worden verdeeld over verschillende specifieke disciplines. Daarom is het zaak voor een onderneming om vaste relaties aan te knopen met specialisten om de opdrachten met zekerheid te kunnen uitvoeren.

De bedrijfsstructuur dient op korte termijn bijgesteld te worden om de managementstaken met meer kracht te kunnen uitvoeren. Het onderhouden van de band met klanten en acquisitie zullen de komende tijd een heel belangrijke rol gaan spelen.

Met een beetje geluk, een boel zelfvertrouwen en een tomeloze inzet zoals pa dat heeft voorgedaan, komen wij een heel eind op onze weg naar succes!

De zwarte bladzijde

Na dit uitgebreide vraaggesprek met Jan iets totaal anders. Het gaat over een soort nachtmerrie uit de geschiedenis van het bedrijf. Natuurlijk zijn er in de loop van veertig jaar wel eens dingen gebeurd waaraan mensen, die het bedrijf een goed hart toedragen, liever niet worden herinnerd. Maar de volgende gebeurtenissen vormen samen wel een erg negatief verhaal. Hieronder volgt die hele affaire van het begin tot het eind. U moet maar beoordelen of de inhoud de titel hierboven rechtvaardigt.

Sjef vertelt zelf de gang van zaken, zoals hij die meemaakte en ervaren heeft:

"22 September 1992, een morgen als anderen. Om zes uur werd aangebeld. Joke, mijn vrouw, deed open. Ze dacht dat het onze schoonzoon was, omdat onze dochter één dezer dagen zou bevallen van haar eerste kind. Tot haar grote verbazing zag ze twee mannen in politie-uniform en twee mannen in burger, waarvan de ene man zich voorstelde als de heer Van Bovenschen.

Zonder zich te legitimeren werd door één van de heren aan Joke gevraagd of haar man naar beneden wilde komen om mee te gaan naar het politiebureau.

Ik had al snel door waar het om ging, poetste mijn tanden, deed mijn pantoffels aan en ging naar beneden. Daar werd mij verteld dat ik onder arrest stond en mee moest. Mijn eerste reactie was nee, want mijn werk moest door. Mijn zoon bellen kon volgens hen later wel. Mijn advocaat bellen mocht ook niet.

Ik gaf me over en ging nog even afscheid nemen van mijn vrouw. De heer Van Bovenschen vond het nodig om mij achterna te komen. Daar werd ik boos om en wilde hem van de trap duwen. Gelukkig bedacht ik me, nam afscheid van Joke en ging op weg naar Raamsdonksveer. Tijdens het eerste gesprek bemerkte ik al snel, dat het ging om premieaanvragen zonder garage en voor bouwvergunningen met garage. Ook werd gesproken over wethouder Van Strien en administrateur Van Strien. Politiek gezien een zeer slechte combinatie, volgens beide heren. Hierna kwam de eerste vernedering. Ik moest naar de we en had de deur van het toilet dichtgedaan. Een agent moest echter zonodig de deur openen.

Hij vertelde dat het zo hoorde.

Hierna kwam de typemachine voor de dag om alles vast te leggen. Het eerste onderdeel ging over de gang van zaken in de P.C. Boutensstraat. Daarna gingen de heren door met de tweede ondervraging en alles werd genoteerd. Regelmatig heb ik aangegeven dat de controle op het indienen van projecten slordig was, zowel van de gemeente als van het VROM. Tussendoor mocht ik even bellen met kantoor.

Rond de middag werd ik weer vernederd door de politie. Ik vroeg om een krant, maar die mocht men mij niet geven. Om 14.00 uur ging het verhoor verder en kreeg ik toch van een van de heren het ’Dagblad de Stem”. Ook mocht ik weer even bellen naar mijn kantoor. Ik kreeg daarna bezoek van advocaat Mr. Hertoghs, die ik om bijstand had verzocht.

Vervolgens moest ik achter in de politieauto mee naar het politiebureau in Oosterhout, met de handboeien aan. Dat was de volgende vernedering. Daar aangekomen kreeg ik eten, wat eigenlijk niet te (vr)eten was. Daarna volgde een lang verhoor in Oosterhout, van 19.00 uur tot ongeveer 22.30 uur. Dat vond gelukkig niet in de cel plaats, maar dat was maar een schrale troost. Na afloop mocht ik even naar huis bellen.

Om 22.45 uur kreeg ik een plastic bekertje water en dat was het begin van een ‘onvergetelijke’ nacht in een politiecel.

De volgende ochtend moesten de handboeien eigenlijk weer aan, omdat ik weer overgeplaatst moest worden naar Raamsdonksveer. Dat weigerde ik en daarbij heb ik de agenten uitgemaakt voor snotneuzen.

Tot aan de middag ging het verhoor verder over de woningen aan de A. Roland Holstlaan en Anton van Duinkerkenstraat. Daarna kreeg ik brood en melk en ’De Telegraaf”. Daardoor werd me wel duidelijk dat er iets in ’Dagblad de Stem” stond dat ze me niet wilden laten lezen.

Aan het begin van het verhoor vroeg ik om voorlopig geen publiciteit aan deze affaire te geven. Als antwoord kreeg ik dat dat een zaak van de politie was en niet van het VROM.

s Middags ging de politie twee agenda’s van kantoor Verschure halen. Om 15.45 uur ging men weer verder met verhoor. Toen kreeg ik voor het eerst een kop thee. Herhaaldelijk heb ik gezegd dat ik naar huis moest. Steeds werd gezegd dat de Officier van Justitie daarover zou beslissen.

Om 17.45 uur kreeg ik een briefje van mijn zoon. Toen schoot ik emotioneel zo vol, dat ik binnen in de verhoorkamer tafel en stoel licht verbouwde! Vanaf het thuisfront werd af en toe gebeld, maar de bellers kregen telkens te horen dat de politie geen boodschappenjongens waren voor Verschure.

Om ongeveer 18.15 uur werd ik weer naar Oosterhout gebracht voor het laatste verhoor. In dit geval over de A. Coolenstraat. Ik moest eerst even wachten in de cel. Ik had gevraagd of ik ook even ergens anders mocht wachten, maar dit ging niet en ik moest weer de cel in.

Ik moest mijn nachtspullen meenemen, maar dat weigerde ik, tot grote verbazing van de politie. Ik werd ook niet meer in de gelegenheid gesteld om ze alsnog te pakken, maar daar zat ik niet zo mee.

Om 20.30 uur kwam Mevr. Nauta van advocatenkantoor Hertoghs nog even langs. Gelukkig had ik daar weer wat andere praat mee, in een andere ruimte. Het laatste verhoor begon om 21.00 uur. Hierover is een AROB-procedure aangespannen. Maar de politie moest zonodig toch het een en ander weten. Omdat ik snel naar huis wilde, heb ik verteld wat ze weten wilden.

Na afloop van dat gesprek werd mij verzocht naar huis te bellen om te vragen of iemand mij kon komen ophalen. Met een boevenbaard en stinkend van het zweet kon ik vertrekken. Mij thuis ophalen kon de politie wel, maar terugbrengen was te veel werk.

Om 23.15 uur kwam ik, behoorlijk aangeslagen, thuis”’

VROM bemoeit er zich mee

De bovenstaande tekst is dus een woordelijk verslag van Sjef Verschure over de affaire, een zwarte bladzijde in de geschiedenis van Verschure B.V. Aanleiding van de aanhouding is de indruk van het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordering en Milieubeheer (VROM), verwoord in een brief van 20 juli 1992 aan de gemeente Raamsdonk, over mogelijke koppelverkoop van garages bij hoekwoningen.
De nieuwe aanvraag voor nog negen te bouwen premiewoningen werd aanvankelijk afgewezen. Niet alleen de aannemer had problemen met deze afwijzing, ook de gemeente die het geplande contingent woningen met negen zag verminderen. Om verdere problemen met de toekomstige kopers te voorkomen, werd op voorstel van Sjef de premieaanvraag op naam van aannemer Toon Pals uit Made gezet.
De bouw werd door Verschure B.V. uitgevoerd.

In een eerder gesprek met de gemeente Raamsdonk op 24 juni 1992, werd Verschure medegedeeld dat bij controle van de stukken, die ingediend waren voor de premieaanvraag en de tekeningen behorende bij de bouwaanvraag, verschillen waren geconstateerd. Verschure antwoordde dat het, op verzoek van de gemeente, altijd op deze manier gedaan was en hij vroeg hoe men het nu wilde hebben. Gelijktijdig werd Mr. Hertoghs, advocaat van Sjef Verschure, ingeschakeld, die vervolgens protest aantekende. Naderhand is gebleken dat in de maanden juni en juli 1992 de dienst recherchezaken van het ministerie van VROM in geheel Nederland een aantal onderzoeken heeft ingesteld naar de vermeende koppelverkoop van premiekoopwoningen. Voor Raamsdonksveer had dit betrekking op de woningen die gebouwd zijn aan de P.C. Boutensstraat, Albert Verweystraat, Anton van Duinkerkenstraat en de A. Roland Holstlaan en de, toen nog te bouwen, woningen aan de Anton Coolenstraat.

Op 31 augustus 1992 organiseerde de gemeente een bijeenkomst waarbij naast Sjef Verschure ook vijftien eigenaren van de huizen waren uitgenodigd.

Pers en politiek

Op 22 september 1992 vond dus de aanhouding plaats. In het regionale ’” Dagblad De Stem”’ werd een dag later uitgebreid bericht over deze aanhouding. Zeer merkwaardig, omdat door Justitie toegezegd was dat er geen publiciteit gezocht zou worden. De eerder genoemde Mr. Hertoghs tekende dan ook formeel bezwaar aan bij de Officier van Justitie en vroeg tegelijkertijd inzage in de rapporten. Ook werd de journalist van ”’De Stem” om informatie verzocht.

Parallel hieraan werden in de gemeenteraad van de gemeente Raamsdonk door de fractie van Groen Links vragen gesteld over de rol van wethouder Van Strien, die naast zijn parttime wethouderschap tevens de administratie van Verschure B.V. verzorgde.

Ook maakte Groen Links oneigenlijk gebruik van de Algemene Beschouwingen door enkel en alleen op het onderwerp koppelverkoop in te gaan en de rol van de betrokkenen uitvoerig belichtte.

Twee weken na de aanhouding verscheen in ’ De Stem” een groot artikel over het verschil tussen meerwerk en koppelverkoop. Deskundigen, onder wie woordvoerders van de vereniging Eigen Huis en VROM, waren het erover eens dat er een groot grijs gebied was tussen die twee begrippen. In het artikel was een voorbeeld verwerkt waarbij een koper de premie dreigde te verliezen.

Het was het begin van een juridische touwtrekkerij vanwege het feit dat er diverse partijen bij betrokken waren. De gemeente wist bijvoorbeeld, via de ingediende bouwtekeningen, dat er bij de betreffende woningen garages gebouwd zouden worden. Voor de premieberekening was dit buiten de kosten gehouden vanwege het feit, dat dan de woningen te duur zouden worden. Toch wees de gemeente elke aansprakelijkheid af.

Nog niet afgerond

Mr. Hertoghs zocht de publiciteit om de overheid in de beklaagdenbank te zetten. Zo zouden de verklaringen van de kopers onder druk zijn afgelegd. Verder was er volgens hem sprake van onvoldoende duidelijkheid, verschillende tekeningen en situatieschetsen. Het was een gegeven dat de tekeningen goedgekeurd waren door de gemeente. Sjef was, samen met een ambtenaar van de gemeente Raamsdonk, zelfs nog naar ”de provincie” geweest om te vragen hoe zij moesten omgaan met de twee tekeningen. De gemeente Raamsdonk heeft zich later, tot grote verbazing van Sjef, van genoemde handelwijze * gedistantieerd.

In november 1992 besloot Verschure B.V. om de gedupeerde kopers de eerste geldelijke bijdrage te verstrekken zonder overigens schuld te bekennen. In december 1992 verklaarde Verschure B.V. zich bereid om onder zekere voorwaarden de kopers financiéle compensatie te geven.

Tot slot: de dienst recherchezaken van het Ministerie van VROM heeft het onderzoek naar koppelverkoop afgerond. Er zijn in Raamsdonksveer in totaal 42 zogenaamde premie A-woningen onderzocht. Het onderzoek heeft later in voldoende mate aangetoond dat inderdaad sprake is geweest van koppelverkoop. Voor de eigenaren van de woningen waar dit het geval was, had dit grote consequenties, omdat de subsidie op deze woningen kwam te vervallen. In totaal ging het om 13 woningen.

Uiteindelijk heeft aannemersbedrijf J. J. Verschure B.V. alle gedupeerden schadeloos gesteld en nu nog betaalt Verschure jaarlijks de premie aan de oorspronkelijke bewoners. Elk jaar, als de betaling gedaan wordt, komt de nare ervaring weer naar boven. Hoe lang een en ander nog duurt, is voor alle partijen nog steeds onduidelijk. Pas als er een einde komt aan de ’affaire’ kan deze zwarte bladzijde worden omgeslagen. Maar zover is het dus nog niet.

Een leven naast het bouwen

Gevormd in de bouw

De manier van in het leven staan en een aantal karaktertrekken van Sjef hebben zich voor een belangrijk deel, hoe kan het ook anders, in zijn werkomgeving ontwikkeld of ze hebben daar hun uiteindelijke vorm gekregen. Dan gaat het over zaken die niet alleen als *bouwer” van belang zijn, maar die in het hele leven spelen.

Van origine is hij tot ttimmerman opgeleid. In de tijd bij Savelkouls in Waspik is hij echter ook begonnen met metselen. Ook het loodgietersvak beoefent hij graag. Er zijn twee vaardigheden die hij minder beheerst, schilderen en installatietechniek betreffende elektriciteit. Schilderen, omdat hij dat niet graag doet en dan leer je het ook niet gemakkelijk.
Op het gebied van elektriciteit heeft hij wel het kleinere werk onder de knie gekregen. Het overzicht op de totaalinstallatie ontbreekt hem echter.

Een stijvolle redding van Sjef Verschure als doelman van het eerste elftal van van vv Raamsdonk.

Sjef heeft een minimale opleiding genoten. Alles heeft hij in de praktijk moeten leren. Door tijdgebrek konden er weinig cursussen worden gevolgd, want als je voor jezelf begint dan is het hoofdzaak dat er voldoende werk is en blijft. Dit betekende veel op pad om werk te zoeken.

In de loop van de tijd heeft hij een aantal sterke punten ontwikkeld. Een daarvan is bijvoorbeeld het uitzetten van percelen in een project en aan de hand van de rooilijn de voorgevels bepalen. Dit alles hoeft hij maar één keer te doen. Natuurlijk is dit niet altijd foutloos, maar de fouten blijven veelal tot een minimum beperkt.

Daarnaast zijn er echter ook een aantal sterke punten die in het gewone leven belangrijk zijn, maar die niet rechtstreeks met de bouw te maken hebben. We noemen hier een paar in het oog lopende vaardigheden: problemen en conflicten afhandelen, omgaan met spanningen en het zoeken van oplossingen in de meest uiteenlopende situaties. Gezien de eerder vermelde ’opleidingsduur’ heeft Sjef natuurlijk ook de nodige faalkosten voor zijn kiezen gehad. Maar, zoals men in de bouw wel eens zegt: cursusgeld is ook duur.
Het is natuurlijk niet op alle gebieden even florissant met hem gesteld. Hier en daar mankeert er wel het een en ander. Sjef is nogal kort van stof. Voor de communicatie is dat vaak een probleem. Ook komt hij niet altijd even vriendelijk over. Hij vindt het moeilijk om altijd met een glimlach te lopen. Van aard zit hij anders in elkaar: de drang om alles altijd goed te doen was en is nog steeds duidelijk aanwezig.

Sjef als sportman

Er is nog een andere bezigheid die Sjef voor een deel gevormd heeft tot de man die hij nu is. We hebben het dan over zijn activiteiten op sportgebied.

Het bouwen van een bedrijf is een bezigheid die weinig ruimte over laat voor vrije tijd. Toch is het niet zo dat er in het leven alleen maar plaats was voor bouwen of wat daar mee te maken heeft. In zijn spaarzame vrije tijd was er een uitlaatklep die ook wel veel energie en tijd kostte, maar waarvoor Sjef in de loop van de jaren veel heeft teruggekregen aan waardering, plezier, vriendschap en sportief genoegen. Het gaat dan om zijn activiteiten op voetbalgebied. Voor dat onderdeel van dit boek zijn we te rade gegaan bij zijn broer Jan, die heel veel ervaringen met Sjef van nabij heeft meegemaakt en daarover als geen ander kan schrijven:

A. Vooraf

We verplaatsen ons naar de jaren vijftig in de vorige eeuw en komen dus in een periode waarin:

Meester Hommel en meester Bergé lopen te surveilleren op het schoolplein van het Leo-gebouw. Op het schoolplein wordt geknikkerd en vormen zich ook lange rijen tegen de muur by het spel ’Bok, bok, hoeveel horens heeft d’n bok?’

De Brak nog een zandpad is, waar de namen Ligtvoet, Fijneman en Blankers heel bekend klinken.

Jan de Smid, Dingeman de Smid en Willeke Thijssen zorgen dat de paarden van de boeren vlot uit de voeten kunnen.

In die tijd had Sjefke Verschure enige jaren devotievol pastoor van Herpt geassisteerd bij H. Mis en Lof, alvorens hij als jonkie mocht beginnen met het schrijven van zijn voetbalverhaal, een story die hij vijftig jaar lang met hart en ziel gestalte gaf.

B. De jeugdafdeling

Als twaalfjarige mocht Sjef zich aanmelden voor de jeugdafdeling van de R.K.V.V. Raamsdonk. Als midvoor mocht hij regelmatig opdraven in een team, waarin ook Theo Boom, Rinus Vissers Jzn., Ad Hooymayers, Rinus Vissers Azn., broer Jan, Nellis Oome, Piet de Wijs, Jan Sneiders en Piet Bink zaten. Op zaterdagmiddag leefden ze zich uit onder leiding van jeugdleider Chiem Blom.

Het voetbalveld lag op dezelfde locatie als waar zich nu het sportpark bevindt. Op een hoek stond een wit schuurtje met daarin twee kleedkamers en een scheidsrechtershokje. Zinken teiltjes boden de mogelijkheid om de schapenstront na de wedstrijd van lijf en leden te wassen.

Al in het tweede seizoen kwam Sjef tussen de palen te staan. Daar moest hij proberen om de spelertjes van Right Oh, Be Ready, Waspik, Veerse Boys, Dussense Boys en White Boys het scoren te beletten.

De rivaliteit tussen de jeugdleiders, biyvoorbeeld Blom versus Wintermans van Right Oh, was dikwijls net zo bepalend voor de uitslag van de wedstrijd als het scorend vermogen van de voetballertjes. Jeugdleiders hanteerden immers ook het scheidsrechtersfluitje bij thuiswedstrijden.

De uitwedstrijden naar Dussen hadden altijd wel iets extra’s. Op de eerste plaats werd er altijd zo fanatiek gefietst, dat de meeste energie al uit de tengere lijfjes geperst was voordat de bal rolde.

Daarnaast liet de sloot, die voorheen ter hoogte van de middellijn dwars over gelopen had, zich bi regen altijd weer door Pluvius vullen.

Maar bovenal was de terugreis van Dussen naar Raamsdonk soms bijzonder. De omkleedgelegenheid was in Dussen namelijk onder in een kelder bij café Sagt, tussen de drankvoorraad. Mede ten gevolge van te weinig toezicht kwam het voor, dat tijdens de terugreis gestopt werd om een flesje limonade te nuttigen. De lege flesjes werden aan de vissen in de sloot toevertrouwd.

Echt een mooi stel om de toekomst in te gaan. 1954. De c-jeugd van vv Raamsdonk.
C. Op weg naar het vaandelteam

Als zestienjarige stootte Sjef door naar de senioren. Zijn passie om het doel van Raamsdonk 3 schoon te houden ging zo ver, dat een stevige botsing met teamgenoot Thijs Leijten een gebroken linker sleutelbeen opleverde.

Sjef was zeventien, toen hij in het seizoen 1957-1958 het doel van het eerste elftal mocht gaan bewaken. De manier waarop hij daar invulling aan gaf, werd door G Fijneman in het clubblad de Sportkoerier als volgt omschreven:

"Dit is de man die Raamsdonk nodig heeft. Raamsdonk heeft veel goede doelmannen gehad. Doch nimmer was er een van hen zo spectaculair, zo inspirerend en zo groots als Sjef Verschure: een naam, een begrip."

Hij heeft zich veel opofferingen getroost, was op het fanatieke af.

’s Zaterdags werd er niet uitgegaan. Thuis werd er een kaartje gelegd en de schuurdeur had het zwaar te verduren, als doelman Sjef door broer Jan en door R. Vissers Azn. ingeschoten werd.

Gelukkig waren er naast de euforie over keeper Sjef ook signalen, die vroegen om toch ook wat nuchterheid te betrachten. Zo werd Sjef een keer door het tweede elftal ingehuurd om een belangrijke wedstrijd mee tot een overwinning te voeren. Edoch... Het tweede verloor, vooral door een tegendoelpunt dat door een blunder van Sjef (een rollertje tussen de benen door) tot stand kwam.

D. De kampioensperiode

Voor het vaandelteam braken echter wel succesvolle seizoenen aan. Bert Baaten, die met T.S.C. Oosterhout landelijk in de hoogste amateurafdeling gespeeld had, werd trainer en hij wist z’n fanatisme over te brengen op Piet van de Westen en zijn teamgenoten.

In het seizoen 1959-1960 lukte het nog niet om kampioen te worden, alhoewel steeds meegestreden werd om de bovenste plaats. Tegen het einde van de competitie werd echter onverwacht van V.V.R. uit Rijsbergen verloren (voor insiders: dit was de wedstrijd van ’’starten Gerrit’’), terwijl de kampioenswedstrijd tegen Bavel op een regelrechte deceptie uitliep.

Een plaatje uit een onvergetelijke periode. 1959. Eerste elftal.

Een gelijkspel was voldoende geweest, maar bij het eindsignaal na 90 minuten was de stand 2 — 1 in het voordeel van Bavel. Verliezen is sowieso al niet lekker. In een wedstrijd om het kampioenschap lijkt het een ramp, maar als het dan gebeurt, doordat de scheidsrechter jouw team een regelrechte penalty onthoudt, dan wordt het een catastrofe. Dus de protesten waren niet van de lucht. Toen de situatie dreigde te escaleren, liet de scheids zich verleiden tot een tussenoplossing. De bewuste penalty mocht na de wedstrijd alsnog genomen worden. Chiem Blom knalde de bal bijna door het net, dus dat zat wel snor. Als het nu zo zou zijn, dat de K.N.V.B. het in te dienen protest toe zou wijzen, dan was er toch nog kans, dat Raamsdonk 1 kampioen zou worden verklaard.

De eerlijkheid gebiedt, dat iedereen die zich in de spelersbus meldde om de terugreis naar Raamsdonk te aanvaarden, het gevoel had, dat Bavel het eerste vaatje kampioensbier al genuttigd had, voordat wij het dorp hadden verlaten. En van toewijzing van het protest hebben we in ons dorpje in de Langstraat al helemaal nooit meer iets vernomen.

Een kampioenschap moet iedereen in zijn voetballoopbaan een keer meemaken. 1960-1961.

In het seizoen 1960-1961 kon de harmonie wél uitrukken. Door een mix van jong enthousiasme en ervaring was het vaandelteam nog sterker geworden. Sjef toonde zich een sluitpost in supervorm.

In Rijsbergen werden de laatste kampioenspunten nu wel opgehaald. Na een duidelijk 1 — 4 kon in Raamsdonk een groot feest losbarsten. Nog steeds is het verhaal hardnekkig, dat sommige spelers een volle week de bloemetjes buiten gezet hebben in plaats van aandacht te besteden aan werken. Of Sjef bij dit groepje hoorde?

De eerder aangehaalde G Fijneman was wel erg complimenteus toen hij in de Sportkoerier schreef:

’”Sjef was een perfectionist, met een ijzersterke wil. Hij had stil, was meedogenloos en soms onnavolgbaar. Iedereen had ontzag voor hem. Vol ontzetting zag men, dat hij zijn lijf beukte en kraakte, totdat hij er bij neerviel. Door zijn voorbeeld verwierf hij zich het recht om anderen tot meer activiteit te dwingen en ook om pressie uit te oefenen op zijn superieuren. Hij reageerde impulsief, supersnel, ook met zijn woorden. Bekend waren zijn kreten tot actie voor zijn medespelers, losgelaten vanaf de doellijn”’.

E. Uitverkiezing in vertegenwoordigende teams

In ieder geval was intussen ook buiten de dorpsgrenzen bekend, dat Sjef een prima doelwachter was.

Zo werd hij twee seizoenen gekozen voor het Brabants elftal, waarin hij onder de lat aan mocht treden tegen vertegenwoordigende teams van andere provincies. Sjef genoot van de meer professionele sfeer en de persoonlijke begeleiding die hem ten deel viel, alhoewel hij in de eerste wedstrijd ook direct te horen kreeg, dat zijn keepershirt in en niet over zijn broek moest zitten.

1962. Tweede van rechts staat Toon de Jong uit Raamsdonksveer. Hij zat in de organisatie van het Brabants elftal.

Ook de verkiezing in het Langstraat-elftal was voor Sjef een hele eer. Samen met een aantal cracks” van Veerse Boys mocht hij de strijd aangaan met de semi-profs van het Belgische Lommel.

Als je in een vertegenwoordigend elftal kon aantreden, dan proefde je ook al een beetje de sfeer van ’verwend’ worden. Goed, Sjef moest nog op zijn brommertje zelf naar Waalwijk tuffen, maar hij mocht wel een goeie supporter, meestal was dat Koos Rutters, meenemen. Samen mochten ze na de wedstrijd dan aanschuiven aan de Brabantse koffietafel. Sjef weet zich nog als de dag van gisteren te herinneren, dat de supporter die 'Jantje’ Joore meegenomen had, verzot was op zult. Hij schransde zowat alle hoofdkaas, die op de gedekte tafel te vinden was, in z’n eentje naar binnen.

F. Sjef als vierdeklasser

Nog verschillende seizoenen heeft Sjef met veel voldoening het doel van Raamsdonk 1 verdedigd.

V.C.W., Right Oh en Madese Boys stonden natuurlijk garant voor pittige derby’s. Jos de Ridder, Piet Diepstraten, Harry van Rooy, zomaar enkele namen van tegenstanders die twee keer per jaar respect afdwongen.

Het voetbal leefde in die periode ook in het dorp en veel supporters moedigden de plaatselijke favorieten ook bij de uitwedstrijden aan. Menige wedstrijd werd zo intens beleefd, dat een afkoelingsbiertje na de wedstrijd de rust in de supporterslijven moest herstellen. Een mooi voorbeeld van een spannende derby was de uitwedstrijd in het najaar van 1965 tegen Right Oh 1 in Geertruidenberg. Franske van Strien c.s. waren geduchte tegenstanders.

Menige penalty heeft Sjef als doelman gestopt.
Menige penalty heeft Sjef als doelman gestopt.

Toch wist Raamsdonk, mede door twee doelpunten van broer Jan en ondanks het wegsturen van Cornelis Oome, tot tegen het einde een voorsprong van 2 — 3 vast te houden. Tot het moment dat ’den Berg’, na een overtreding van Sjef, een penalty kreeg te nemen.
Bij de eerste poging besliste de scheidsrechter, dat de strafschop overgenomen moest worden omdat Sjef te vroeg uitliep. Bij de tweede kans van Right Oh ranselt onze keeper de bal uit het doel, maar volgens de referee had Sjef ook nu te vroeg bewogen. Weer overnemen dus.

Toen werd het weer stil. Een lange aanloop, een knal, een safe. Wederom had Sjef de bal uit het doel gebokst en zo de punten voor Raamsdonk veilig gesteld.

Vanaf het seizoen 1963 — 1964 bleek ook voor Sjef duidelijk, dat Verschures dikwijls een sterk lijf hebben, maar dat daar waar het scharniert, toch nogal eens zwakke onderdelen zitten.

Sjef moest eerst voor z’n knie onder het mes, waar nog bij kwam, dat hij zijn kniebanden scheurde. Eigenlijk werd hij steeds nadrukkelijker geconfronteerd met de overweging, of sportieve en maatschappelijke toekomst nog wel te combineren waren.

In februari 1964 nam hij de definitieve beslissing om te stoppen met voetballen. Naast de onwillige knieén speelde voor Sjef ook mee, dat hij alleen voldoening van het sporten kon hebben, als hij dat kon doen op het scherpst van de snee en met volle inzet.

Een voetbalcarriere met zeker een aantal mooie hoogstandjes kwam te vroeg tot zijn einde. Gelukkig had onze doelman in Raamsdonk een cluppie gevonden, waarbinnen je je op meerdere manieren verdienstelijk kon maken.

G. Sjef als elftalleider

In een van zijn geestelijke woordjes voor de leden van de voetbalclub had pastoor van Herpt fijntjes opgemerkt, dat je in elke vereniging verschillende soorten leden had: raspaarden, werkpaarden en luipaarden.

Rechts de moeder van het elftal: Piet van de Westen.

Sjef zocht het in de richting van de werkpaarden en stelde zich beschikbaar als leider van het eerste elftal. Met regelmaat probeerde hij de motiverende werkzaamheden van bijvoorbeeld de trainers Tak en Van Strien met een korte peptalk te onderstrepen. Hij stelde regelmatig dat er beter getraind moest worden, terwijl hij ook onderstreepte dat clubliefde verder gaat dan alleen maar voetballen. De Sportkoerier van december 1966 vermeldt:

’Ook wat het clublokaal betreft, doe er een schepje bovenop. Denk aan eenheid en ploegverband’.

Hij was in deze periode betrokken bij de verbouwing van het clubhuis dat in 1968 werd geopend en hij was heel actief bij de aanleg van het nieuwe sportpark.

Achter deze poort moest het allemaal gebeuren.

(Voor oud-voetballers roept de periode op Den Akker” nog steeds bijzondere herinneringen op). Opmerkelijk en vermeldenswaardig 1s voor mensen die Sjef wat beter kennen zeker, dat hij in het seizoen 1968 — 1969 voor de wedstrijd tegen U.V.V. een heuse E.H.B.O.-koffer kreeg aangeboden. Sjef en E.H.B.O. Bij het hanteren van waterzak en spons kun je je nog wel iets voorstellen, maar Sjef en zalfjes, zwachtels en spalk????

Drukke werkzaamheden zijn in augustus 1968 de oorzaak, dat Sjef een punt zet achter zijn activiteiten als leider.

H. Sjef als bestuurder

Toen Sjef stopte als leider, bleef hij wel een betrokken lid en toen in augustus 1970 voorzitter Jan van Oort overleed en het bestuur uitbreiding behoefde, stelde Sjef zich beschikbaar als bestuurslid.

Sjef probeerde ook door sponsoring de prestaties van vooral het eerste team te stimuleren.
Daarnaast vroeg in 1971 het tweede elftal om begeleiding. Er was geen leider beschikbaar en de bestuursleden A. Bergé en Sjef Verschure vulden samen de vacature in. De start van deze heren bij hun nieuwe klus was niet denderend te noemen. Hun eerste wedstrijd was tegen White Boys 2. Het was erg slecht weer geweest en bijna alle wedstrijden werden afgelast. Het nieuwe leidersduo dacht echter, dat het doorgaan van de wedstrijd in het voordeel van Raamsdonk zou zijn. Helaas: onder barre omstandigheden won White Boys met 2 — 1.

Tijdens vergaderingen en in het clubblad had het jonge bestuurslid Sjef regelmatig een boodschap voor de overige leden. Over het lidmaatschap van het bestuur schreef hij treffend: ’Ge moet het verdomd gére doen, want er is een hoop werk aan.”

Daarnaast kreeg voorzitter Nico van Dongen regelmatig een hart onder de riem voor zijn grote inzet. Voorzitters die zo bereid zijn hun nek uit te steken, verdienen naast kritiek zeker ook krediet, zo was zijn stelling. De kritiek op het bestuur en de voorzitter namen daardoor echter niet af. Nico kreeg steeds meer moeite met het gevoel, dat de kritische noten gekraakt werden door de stuurlui die meestal aan de wal bleven.

Vlnr: Sjef Verschure, Rini Geerts, Nico van Dongen en Jan Snijders, oprichter van vv Raamsdonk.

In 1979 kwam voor Sjef het moment dat hij, na een aantal jaren tweede voorzitter geweest te zijn, nu de eerste viool ging spelen.

Dit heeft hij zestien jaar gedaan. Een lange, intensieve, maar zeker ook mooie periode.

Met een duidelijke, vaste hand gaf Sjef leiding aan een florerende vereniging. Hij hechtte eraan goed op de hoogte te zijn van alles wat er speelde binnen de club. Secretaris Rini Geerts schetste op de ledenvergadering van 1995 heel treffend:

”Hij (Sjef dus) had voor alle leden een weliswaar kort, maar persoonlijk woordje”.

Typerend is de nadruk op ’kort’. Vergaderingen werden goed voorbereid en zorgvuldig geleid, maar moesten vooral kort zijn. Bezoekjes en gesprekken hadden altijd het karakter van ’even’, terwijl Sjefs aankondiging bij telefoongesprekken ( Verschure spreekt U) ook niet uitnodigde tot brede verhalen. Sjef was zakelijk, leidde efficiént, was zeer betrokken en appelleerde ook steeds op inzet en clubliefde. Echte leden hebben iets over voor hun club.

Sjef hechtte ook aan uitstraling. De relatie met de gemeente moest op orde zijn. De club was gastvrij naar supporters, scheidsrechters en vertegenwoordigers van zusterverenigingen. Ook de accommodatie en de presentatie van de elftallen moest volgens de voorzitter een uitnodigend en verzorgd accent hebben. Kortom: aan de basis moest een goede, duidelijke structuur zichtbaar zijn, met daarbinnen tal van commissies, die een scala aan activiteiten voor hun rekening namen. Hier valt bijvoorbeeld te denken aan zijn actieve deelname in de bouw- en onderhoudscommissie.

Mede door de aanpak van Sjef was en is het bij vv Raamsdonk goed sporten, gezellig supporteren en aantrekkelijk om mee te doen aan sponsoring en de vele activiteiten, terwijl het pintje zich smakelijk laat proeven en het ook lekker is om regelmatig te genieten van de feestjes die er gebouwd worden.

Dit laatste biedt natuurlijk zijn hoogtepunten bij jubilea en kampioenschappen. Sjef heeft één keer als speler (seizoen 1960-1961) en twee keer als voorzitter ( seizoen 1990-1991 en seizoen 1998-1999) een kampioenschap van het eerste elftal mogen smaken. In 1991 had het kampioenschap voor hem een extra tintje omdat zoon Jan toen in de selectie voetbalde.

I. Waardering

Dat de manier waarop Sjef zich inzette voor zijn vereniging veel waardering oogstte, blijkt uit verschillende momenten:

  • In 1992 werd Sjef door de K.N.V.B. onderscheiden met de zilveren bondsspeld.
  • In 1995 werd Sjef met algemene instemming benoemd tot erelid van vv Raamsdonk.
  • In 2000 werd hij bij een enquéte van de Sportkoerier gekozen tot lid van de eeuw. (Piet van de Westen werd toen speler van de eeuw).
  • In 2003 volgde de gouden speld van vv Raamsdonk vanwege zijn 50-jarig lidmaatschap van vv Raamsdonk.
  • Tijdens de speciale afscheidsreceptie klonk na de gebruikelijke aandacht voor toespraken, cadeaus en hermneringen een spontaan en welgemeend: ”’Sjefke bedankt”.

Wat echter allemaal niet betekent, dat vv Raamsdonk voor Sjef vanaf dat moment een dichtgeslagen boek zou zijn. Het zal u niet verwonderen dat op dit moment Verschure Beheer B.V. hoofdsponsor van vv Raamsdonk is. Hij kan namelijk dat cluppie ’in een dorpje aan de Langstraat’ eenvoudigweg niet missen.

Joke komt in beeld

Links Joke en rechts haar jongere zus Gonny

In het verhaal hierboven hebt u al het nodige gehoord over de onwillige knie van Sjef.

Toen die problemen begonnen, had Sjef inmiddels al verkering met Joke Kamp. Door zijn drukke werkzaamheden kwam hij maar af en toe op bezoek om haar te zien’. Het bezoek beperkte hij tot donderdagavond na de training, zaterdagavond na acht uur, om vervolgens om tien uur weer naar huis te gaan in verband met de voetbalwedstrijd de volgende dag. Het gebeurde echter regelmatig dat Sjef om negen uur pas kwam, goed ’zat en gelukkig’. Dan hadden ze eerst café H. Bouwens gehad, de thuisbasis van vv Raamsdonk. (vv Raamsdonk had toen nog geen kantine).
Daarna gingen ze naar Hof van Holland.

Een ober lust ook wel een pilsje
Vader en moeder Kamp met Joke

In Hof van Holland woonden Harrie en Marie Kamp, naar later bleek de toekomstige schoonouders van Sjef. Hij kon daar altijd naar binnen. Meerdere malen sliep Sjef daar zijn roes uit, voor hij naar huis kon. In datzelfde café heeft hij ook vaak lopen oberen als het kermis was of als er bij andere gelegenheden bijgesprongen moest worden. Hij deed dat dan samen met Piet van Dongen en Jan van Dongen. De prijs van een pilsje was 35 cent. De obers kregen geen vaste vergoeding: de fooien moesten het goedmaken. Op het einde van drie dagen kermis was een opbrengst van 75 gulden heel gewoon.

Hof van Holland was in die tijd nog een dorpscafe.
Piet Zijlmans, Helmus Bouwens, Cor Zijlmans, Drik Zijlmans, om er zo maar een paar te noemen, waren vaste klanten. In het café werden de echte bietenrooiers Jan Kuijsters en Han de Groot en aardappelstekers met elkaar vergeleken. Op het eind van de avond resulteerde dit dikwijls in complete onregelmatigheden.
Het begin werd al gemaakt op zondagmorgen. Uit de kerk kwam het hele gezelschap en dan werd er al stevig gedronken. Dat leverde allerlei ideeën op voor streken die uitgehaald konden worden. Er werd zelfs een keer een paard door de voordeur binnengelaten en door de achterdeur weer naar buiten.
De broers Kees en Marius waren ook vaste klant na het kerkbezoek. Op een van die zondagen zou het meisje van broer Kees, Tien van Bracht, zich voor het eerst bij de familie Verschure komen voorstellen. Maar Kees kwam redelijk beschonken thuis en lag op een gegeven moment in de koeienstal. In deze toestand kon hij zijn meisje en ook de familie niet onder ogen komen. Sjef wist er wel wat op. Hij gooide koud water over zijn polsen omdat hij dacht dat dit het ontnuchteringsproces zou versnellen. Of het ook wat uitgehaald heeft, vertelt het verhaal niet meer.

Joke en Sjef trouwen

Tussen Sjef en Joke bloeide intussen iets moois op. Als Joke dienst had in het café van haar ouders aan de Kerkstraat in Raamsdonk, ging Sjef erheen. Op zondagmiddag mocht ze dan achter op de Batavus en, als het goed weer was, mee de polder in waar een dekentje op het gras werd uitgespreid. Donderdags na de training ging Sjef in het café nog wel eens de week doorzagen.
’s Zaterdags werd het nooit zo laat omdat Sjef de volgende dag moest voetballen (maar dat hebben we al verteld).

Een van de eerste foto’s samen
Het geluk straalt er vanaf

Op 30 juli 1965 is Sjef met zijn Joke getrouwd. Joke was thuis de eerste die trouwde.

Het feest was in het café van haar ouders. Hun eerste woning was de keet in de Molenstraat. Daar is dochter Marja op 27 januari 1966 geboren.

De bruidegom met zijn maat Thijs Leijten
De kinderen Jan en Marja
Joke, de vrouw achter Sjef

Op 26 september 1967 werd zoon Jan geboren. Zuster Kemmeren was de vroedvrouw.

Het leven bleef echter niet alleen rozengeur en maneschijn. In 1968 lag Joke drie maanden in het ziekenhuis. Ze was toen in verwachting van een derde kind.

Helaas ging het na drie maanden mis en kreeg zij een miskraam, die haar bijna bi de rand van de dood bracht. Ze bleek een abces op haar rug te hebben en de doktoren hadden dat niet gezien. Sjef heeft toen echt gedacht dat hij haar moest afgeven. Gelukkig kwamen na enkele dagen tekenen van herstel. Joke is toen door het oog van de naald gekropen.

Joke heeft Sjef altijd door dik en dun gesteund, zeker ook als het leven niet probleemloos verliep. Sjef was en is nog steeds geen makkelijke man. Ze heeft er mee moeten leren leven dat Sjef bijvoorbeeld nog steeds iedere zaterdag voor de middag op kantoor werkt of Joke dat nu prettig vindt of niet.

Joke bleef al die jaren een vaste zekerheid in het leven. Bij haar kon hij zijn verhaal of zijn probleem altijd kwijt. Vaak ging dat met een nogal gespierd taalgebruik. Joke bleef daarbij over het algemeen de rust zelve. Op haar eigen wijze wist zij Sjef tot rust te manen.

Ze oogt rustig, maar dat wil nog niet zeggen dat ze steeds even meegaand is. Ze heeft haar eigen wil en die is wet.

Haar sterke punt is haar zwijgzaamheid. Toen Sjef in september 1992 ’s morgens van zijn bed gelicht werd, heeft ze dat de eerste paar dagen richting buitenwereld weten te verzwigen. In deze slechte periode was ze er voor Sjef.

Joke kan privé en zakelijke situaties goed gescheiden houden. Ze laat zich niet gauw van haar eigen manier afbrengen en zal altijd rustig blijyven. Zonder Joke had Sjef de zaak niet kunnen maken tot wat het nu geworden is. Zij zorgde goed voor personeel en vertegenwoordigers, regelde in het later gebouwde zaaltje diverse bijeenkomsten, zoals sinterklaasfeest, jubilea en andere feestavonden.

Na de officiele openingshandeling van de Griffiershof, tijd voor ontspanning
Feesten stond altijd hoog in het vaandel
Niet te beroerd om een stukje te doen. Hier v.l.n.r. Jan, Joke, José en Sjef

Ook nam zij de tijd om met het personeel koffie te drinken aan de Lange Broekstraat 3, terwijl de ’opdracht’ van Sjef eigenlijk was om de koffie al van tevoren in te schenken en vooral niet te lang te kletsen.


Als het in de wintermaanden koud was, werd voor warme soep en broodjes gezorgd.

Annie van den Berg krijgt bloemen voor 25 jaar hulp

Verder schroomde Joke niet om op vrijdag op diverse plaatsen de keten schoon te maken. Hiermee werd ze bijgestaan door Annie van den Berg, die ook nu nog haar huishoudelijke hulp is.

Daarnaast heeft Joke nog enige tijd kantinewerk gedaan met haar zus Gonny bij vv Raamsdonk.

Vakantie
Joke op de camping in Schinveld. Jantje bij de auto
Vakantie was voor het gezin een groot feest

Met het gezin ging Sjef tien jaar achter elkaar naar Schinveld in Limburg. Een eenvoudige camping met niets meer dan een zandbak en een draaimolen. De rest van het speelgoed werd van thuis meegenomen, zoals een grote vrachtwagen met open laadbak.

Daarin hebben Jan en Marja menige halve liter bier voor hem gehaald.

In de zeventiger jaren voer de familie een andere koers: de auto ging op de slaaptrein van ’s-Hertogenbosch naar Narbonne in Zuid-Frankrijk. Dat was een mooie nieuwe ervaring: een eigen coupé, ’s avonds wat kaarten en om 23.00 uur slapen. De volgende morgen om zes uur stond het gezin in Narbonne. Daarmee waren zij de andere Nederlanders minimaal twee dagen voor.

De camping in La Croix Valmer in Frankrijk.

Op de camping van Port Lecute, vlak bij Perpignan, werd hun vakantieonderkomen opgebouwd.

De eerste dagen werd er niets anders gedaan dan bier drinken en slapen. Daarna kon van een echte vakantie genoten worden. Het gezin bezocht kastelen en burchten en ook de Tour de France werd gevolgd. Jarenlang is dit patroon volgehouden.

Over genieten gesproken.

Tot 1985 gingen ze met het hele gezin op vakantie. Het daarop volgende jaar zouden Jan en José met Marja en haar vriend Henk er op uit trekken.

Sjef en Joke stonden echter nog geen twee dagen op de camping in Zuid-Frankrijk of het was ’tuut tuut’ en het hele gezin was weer samen. Met twee personen meer nu natuurlijk.

Sinds enkele jaren gaan Sjef en Joke, naast de weekendjes in eigen land, naar La Croix Valmer in Frankrijk, vlak aan de Middellandse Zee.

Carnaval
Een van zijn beste creaties: Pinoccio

Eens per jaar dompelt Sjef zich onder in het carnavalsgeweld. Vanaf de tijd dat hij in de Molenstraat woonde, biedt hij al onderdak aan de bouwers van wagens. De eerste wagen die Sjef meebouwde, is echter al van de jaren vijftig. Dat was overigens geen carnavalswagen, maar een wagen die hij samen met Piet van Strien, van café Molenzicht, bouwde en die gebruikt werd in de optocht van het bevrijdingsfeest in 1955. Het was in de tijd dat hij zijn eerste passen zette als bouwvakker.

In een ver verleden kocht Sjef een carnavalswagen om in het dorp tijdens de optocht goed voor de dag te komen. De aankoop stuitte echter op zeer veel weerstand van de plaatselijke bevolking. Vanaf dat moment is men in Raamsdonk (dorp) begonnen met zelf bouwen, wat de laatste jaren tot prachtige creaties heeft geleid.

Na een periode van drie jaar als voorzitter van de SRK besloot Sjef te stoppen. Niet met het vieren van carnaval want hij vindt het geweldig om met de optocht mee te doen.
Eén van zijn beste acts was onder het motto: ‘het moet niet gekker worden’. Kleinzoon Brent, zoon Jan en Sjef zelf, drie generaties Verschure, waren verkleed als Pinoccio. Ze hadden kleine Pinocciootjes laten maken die bestemd waren voor het publiek, want meestal wordt er wat weggegeven tijdens de optocht. Het drietal was mooi verkleed en ging rond met de bakfiets waarop een luchtblazer was gemonteerd. Via wat kachelhout en door een draai te geven aan de slinger, kwam er aan de voorkant een Pinocciootje uitrollen.

Ze hadden het motto: *ut kan noeg gekker worre’. Sjef, Jan en Brent, drie carnavalvierende generaties Verschure. Zolang zijn gezondheid het toelaat, hoopt Sjef nog vaak mee te doen met de optocht.

Als kip ook succesvol

In zijn functie als voorzitter van de stichting Bouwhal, zet Sjef zich op dit moment in voor het realiseren van een bouwhal op de plaats, waar tot voor enkele jaren de gymzaal van de kazerne Keizersveer heeft gestaan. Hij doet dat samen met een viertal andere bestuursleden, die de carnaval in de kernen Geertruidenberg en Raamsdonksveer vertegenwoordigen, en gesteund door aandeelhouders die de benodigde financiéle middelen verzorgen. Er wordt hard gewerkt om het plan van een bouwhal te concretiseren.

In nauwe samenwerking met de gemeente Geertruidenberg zal er een ruimte ontstaan die door de verschillende carnavalsverenigingen in de drie kernen gebruikt kan worden voor het bouwen van carnavalscreaties.

Maatschappelijke ondersteuning

Sponsoring
Bij gelegenheid van 25 jaar ondernemer werden 25 oude munten aan de gemeente Raamsdonk geschonken

Sjef heeft uitgesproken ideeén over sponsoring. Sponsoring of het ondersteunen van activiteiten moet duidelijk zijn en iets extra’s betekenen voor de samenleving. Wat dat extra voor bepaalde doelen is, wordt van geval tot geval bekeken, maar elke actie op dit gebied wordt getoetst op het belang voor de (meestal plaatselijke of regionale) samenleving.

De lijst van sponsoractiviteiten en ondersteuningen is groot. Vrijwel alle stichtingen voor goede doelen kunnen op een financiéle — of materiéle bijdrage rekenen. In het verleden ontving de gemeente Raamsdonk munten uit de muntenvondst en werd de gemeentelijke cultuurdag ondersteund.

Van een totaal andere orde is de plaatsing van de klokkenstoel in de wijk Sluisakker. Verder kunnen ook het Orgelfonds en de St. Bavokerk op bijdragen rekenen, maar ook vv Raamsdonk. Vanaf 1965 is VEVO en later aannemingsbedriyf J. J. Verschure B.V. hoofdsponsor van de voetbalvereniging en tevens shirtsponsor onder Verschure Beheer B.V.
Hiervoor staat dat het meestal om plaatselijke of regionale activiteiten gaat. In het geval van Pater Snijders ligt het doel echter aan de andere kant van de aardbol. Hij is namelijk werkzaam in de missie in Indonesié. Daarmee strekt de financiéle ondersteuning zich dus uit tot in de Derde Wereld en komt ten goede aan de ontwikkelingsmogelijkheden'van mensen die het minder goed getroffen hebben dan wij hier in Nederland.

Een geweigerd cadeau
'n station zonder trein.....
is als een locomotief zonder ch(SJ)ef

Soms worden goede ideeén niet in dank afgenomen. Zo was het de bedoeling om in de buurt van de Spoordijkhof een oude locomotief te plaatsen.

In de ogen van gulle gever Sjef zou dit niet alleen een cultuurhistorisch belang dienen. Het zou ook dit in 2002 gerealiseerde project aanzienlik verfraaien.

In het hierna volgende krantenartikel leest u hoe dit allemaal anders liep dan voorzien.

Raadsels rond oude spoorhuis Raamsdonk
Het had allemaal zo mooi kunnen zijn: Raadsels rond oude spoorhuis Raamsdonk
Keert de trein terug in Raamsdonk?

(Geert Nijland, BN/ De Stem - 2 mei 2003),

Het sein staat nog niet op groen, maar met een beetje mazzel is dat een kwestie van weken. Wellicht kan Raamsdonker Sjef Verschure de diesellocomotief snel van zijn terrein takelen. De geelzwarte locomotief staat inmiddels ingeklemd door drie bouwketen.

Projectontwikkelaar Verschure kocht het gevaarte enkele jaren geleden van de Nederlandse Spoorwegen. Het stond afgedankt op het rangeerterrein bij het Bredase NS-station. "lk heb er toen ruim vierduizend gulden voor betaald. Dat lijkt veel, maar het gaat om een grote hoeveelheid staal.”

De bewuste locomotief
Schenken

Verschure wil de locomotief schenken aan de gemeente Geertruidenberg. Zijn idee is de locomotief op enkele tientallen meters rails te plaatsen voor het voormalige perron aan de Parallelweg. ’Niemand heeft daar moeite mee en het kost de gemeente niets, maar nog steeds heb ik er geen toestemming voor”, zegt Verschure.

Vorige week ging de gemeenteraad wel akkoord met het doortrekken van het Halve Zolenpad naar de Pastoor Bruijnenstraat in Raamsdonk. Het fietspad zal vrij nauwkeurig het voormalige tracé van de spoorlijn volgen. Maar als de locomotief voor het perron komt te staan, zullen ze hier met een bochtje verder moeten”’, legt Verschure uit. ’’Dat lijkt mij ook geen probleem. Even verderop kunnen ze het pad gewoon weer vervolgen. ”’ Volgens een gemeentewoordvoerder werkt het college momenteel aan een voorstel waarin de raad gevraagd wordt de locomotief als geschenk te aanvaarden. Als de raad dat doet, moet ook de gewenste locatie worden aangegeven.

De locomotief is voor Verschure een ode aan het verleden. Hij kan zich nog herinneren hoe de boemel dagelijks voor het perronnetje stopte en hoe de passagiers zich tegelijkertijd door het bescheiden stationsgebouw wurmden, om via de uitgang hun weg in het Raamsdonkse te zoeken. ”Veel arbeiders maakten van de trein gebruik om naar de schoenenfabriek in Waalwijk af te reizen”, weet Verschure. Het zijn mooie herinneringen voor de Raamsdonker en die zou hij het liefst levend houden.

Verschure wordt gesteund door de plaatselijke Werkgroep Monumentenzorg en oud-wethouder en Raamsdonker Jan van Strien. Deze sprak bij de laatste raadsvergadering in en vroeg om een Snel besluit. Hij wees daarbij op een eerder voornemen van de gemeente om het stuk spoor terug te plaatsen. De provincie Noord-Brabant heeft er geen bezwaar tegen.

De aftocht. Een gemiste kans voor de politiek in de gemeente Geertruidenberg

Na een lange discussie werd de locomotief afgevoerd en de opbrengst ging naar de Lambertuskerk in Raamsdonk waar net een tegelactie op touw was gezet.

Van Strien: ”Het is toch een mooi monument voor het dorp. Veel Raamsdonkers hadden vroeger te maken met het spoor. Vlak bij het perronnetje zat kolenhandelaar Snijders die met een zijlijn ook gebruik maakte van het spoor. De rails van dat bedrijf liggen er nog.” Het zijn de rails op het terrein van Verschure waar de dieselloc nu staat te wachten op een nieuwe oekomst. Die monumentale toekomst zal in ieder geval stil zijn. En gelukkig maar, want de omgeving heeft er enkele nieuwe woningen bij gekregen. Pal aan de voormalige spoorlijn en gebouwd door aannemingsbedrijf Verschure B.V., zijn zoon Jan Verschure.

Uiteindelijk is het cadeau op niets uitgelopen. Vanuit de gemeente werden zodanige onderhoudsregels opgelegd, dat Sjef besloot zijn aanbod in te trekken en de locomotief te verkopen. De opbrengst werd op 1 maart 2004 geschonken aan de Stichting Vrienden van de Lambertuskerk die per brief liet weten dat ’uw locomotief uiteindelijk een goed onderkomen heeft gevonden in de oudste kerk van Raamsdonk’.

Daar kun je op terugvallen
Op 30 juli 2005 waren Sjef en Joke 40 jaar getrouwd.
Ze kunnen terugzien op een prachtig feest met heel de familie, vrienden en kennissen.

Sjef werd geleefd door zijn werk. Een privé-leven was er niet. Het was altijd werk, werk en nog eens werk. De laatste jaren is een aantal negatieve aspecten van zijn karakter in positieve zin veranderd. Er zijn echter ook zaken die van zijn jeugd af gevormd zijn en hem nooit echt verlaten hebben. Zijn gelovige kijk op het leven is bijvoorbeeld nooit verdwenen.

Ik voel mezelf een gelovig mens. Ik bid regelmatig, zowel voor mijn naasten als voor mezelf. Ik ga niet iedere week naar de kerk, maar wel regelmatig. Ook breng ik een bezoek aan mijn beide ouders die achter de St. Bavo-kerk begraven liggen. Daar dump ik al mijn sores en vraag of ze daarvoor willen bidden. Ook steek ik dan een lichtje aan.
Dat deed mijn moeder ook iedere dag voor Onze Lieve Vrouw van Altijddurende Biystand. Een beeldje van Maria van Lourdes stond bij ons thuis op de schoorsteen. Dat is nu bij ons precies hetzelfde.”

Met zijn zes kleinkinderen gaat Sjef regelmatig op stap. Hij hoopt dat nog lang te doen

Wat veel indruk op Sjef maakte, is de geboorte van zijn eerste kleinkind, Michelle, dochter van Marja. Het feit dat Sjef en Joke opa en oma werden, was een bijzondere ervaring. Michelle werd gevolgd door broertje Jeffrey en de neefjes en nichtjes Brent, Maut, Jan en Noor, kinderen van Jan. Een mooie club als ze bij elkaar zijn, daar zijn de opa en oma het hartgrondig over eens.

Marja over haar vader

Ik ben gevraagd om ook een stukje te schrijven in het boek van ”ons pa’. Maar ik denk dat je aan een stukje niet genoeg hebt, want ook ik kan een boek schrijven over hem.
Niet alleen over pa, maar zeker ook over ”ons ma”.

Nou, laat ik maar eens ergens beginnen .........

Pa en ma samen de schouders eronder
De ”woning” waar Marja geboren is

Pa heeft altijd keihard gewerkt. Zo hard dat hij nu dagelijks merkt wat dat aan energie gekost heeft. Hij leefde echt voor zijn aannemingsbedrijf en nog steeds doet hij dat. Zoveel zelfs dat er voor ons weinig tijd was.

Niet alleen pa heeft hard gewerkt voor de zaak, maar ma ook. Zonder ons ma.... ja wat zou hij moeten doen zonder ons ma! Vooral voor het personeel zette ma zich in, bijvoorbeeld als ze ziek waren.

Als er een baby was geboren, ging ma op kraamvisite.

Voor het eerst in de veilige armen van een trotse pa

Feestjes en partijtjes werden thuis door ma verzorgd. En dan ontbrak het ze aan niks.

Sinterklaas werd bij ons thuis gehouden. Maar ook bouwvak vieren, bij het begin van de vakantie. En pa en ma hun verjaardagen. Er was gezelligheid en het werd door het personeel gewaardeerd dat ma zo haar best deed voor ze. Zonder ons ma had ons pa nooit het bedrijf kunnen runnen. En dan was er nooit een bedrijf gekomen zoals nu.

Ik heb ook een aantal jaren (alleen) een zaak moeten runnen. Maar als je geen mensen om je heen hebt die je helpen, met wat dan ook, dan kun je het vergeten. Een aannemingsbedrijf vraagt veel van je, maar daar staat tegenover dat pa thuis niks hoefde te doen. Dat kon ook niet. Hij had z’n kop al hard genoeg nodig overdag, dus moest ma dit thuis maar doen.

Ik heb veel bewondering voor hetgeen hij heeft bereikt. Maar dat heb ik zeker ook voor ons ma. Want pa was geen makkelijke: Zakelijk en keihard.

Die eigenschappen werden thuis soms ook gebruikt terwijl het daar niet nodig was ......... nou, niet altijd dan! Nu begrijp ik veel beter waarom dat zo ging en moest gaan. Toen niet.

Samen hebben ze veel meegemaakt. Hele mooie jaren, maar ook jaren die we snel moeten vergeten. Maar hoe hard pa ook kan zijn, er zit echt wel iets menselijks in hem. Zodra je hem om hulp vraagt, is hij er voor je. Ik heb zijn hulp nogal eens nodig gehad.

Vakantie, geweldig
Jan en Marja op de rand van een zwembad

Drie weken op een jaar mochten we echt genieten van ons pa want dan was het bouwvak vakantie. Maar voordat we weggingen, moest er tot op de laatste minuut nog van alles geregeld worden en ging hij doodmoe op reis. De eerste dagen even bijkomen maar dan liet hij ons van alles zien in die paar weken.

Heel veel landen hebben we bezocht en bekeken.En de tent opbouwen, dat hadden we altijd zo gedaan.

Maar vooral Frankrijk... Ik heb altijd gedacht dat hij daar nog eens ging wonen. Wie weet....Dan de Tour de France. Hele dagen langs de kant zitten en maar wachten op de paar seconde wielrenners. Bloedheet. En dan daarna nog de renners opzoeken op een of ander plein. Geweldig vond ons pa het. Dag in dag uit kijken naar de Tour. Veel bezichtigen, bergen klimmen, gebouwen bekijken. Gelukkig heb ik dit vroeger veel gedaan, zodat ik het nu niet meer hoef te doen. Zoals ik al zei, veel landen bezocht.

Tot Amerika toe, want zo was hij dan weer wel.

Met de vakantie kon veel! En het was altijd geweldig!

Echte opa
Verre reizen tijdens mooie vakanties

Pa was en is er altijd voor mij, Henk en de kinderen. Ma ook, maar dan meer op het gevoelsvlak, want daar is pa niet

Eten in het tuinhuisje met de kids is een feest

Even een sneltreinvaart door de jaren. We gingen van school.

We gingen werken.

We gingen trouwen ..........

Ineens zijn er kleinkinderen en zowaar, pa verandert.

Hij wordt zachter. Hij wordt gevoeliger en emotioneler. Een kant die we bijna nooit zagen. Hij doet met de kleinkinderen dingen, die hij met ons nog nooit heeft gedaan.

Maakt tijd voor ze. Ik zie ineens een heel andere pa. Dit had ik nooit van hem gedacht. Hij is een ECHTE OPA!!

Pa en ma, ik hou van jullie

Oma en opa met Michelle en de pasgeboren Jeffrey

Ik kan een hele levensloop gaan vertellen.

Een heel normaal gezinsleven heb ik gehad. Met alles erop en eraan. Lagere school, pubertijd, middelbare school, vriendjes en vriendinnetjes. Een duiventil, zoals ons pa het noemde. Heel normaal dus.

Ik kan proberen uit te leggen hoe het is om een ”aannemersdochter” te zijn. Niet makkelijk, want erkwam nog een zoon achteraan en een dochter in het aannemingswereldje........... dat kon niet. Niet dat ik iets tekort ben gekomen maar toch was er iets. Of liever gezegd: er was iets niet. Alles draaide om dat aannemingsbedrijf. Logisch.... dat was ons eten en zo.

Ik heb van mijn jeugdjaren thuis en de jaren daarna van min pa veel geleerd. Hij vond en vindt nog steeds dat hij altijd gelijk heeft. En verdomme..... achteraf heeft hij dat meestal ook. Meestal, dus niet altijd. En hij vindt het niet leuk wanneer hij het niet heeft, maar kan dat dan wel toegeven, gelukkig. Surprise-avond, altijd spannend.

Marja en Jan kijken toe terwijl José een cadeau uitpakt.

Door schade en schande wordt men wijzer zeggen ze wel eens, en dat klopt helemaal. Ik denk dat deze uitspraak voor ons hele gezin geldt.

Ik kan heel emotioneel gaan doen en over allerlei dingen doorborduren, maar ik kan een voorbeeld aan ze nemen.

Moeder en dochter

50 jaar samen, lief en leed met elkaar gedeeld. 40 jaar de zaak, ook niet niks. En dan ook nog 65 geworden in datzelfde jaar.

Vanuit Chaam sluit ik dit verhaaltje af. Misschien komt er nog eens een vervolg, maar dan met wat diepere feiten. En daar komt bij, dat jullie ook niet alles hoeven te weten.

Samen hebben wij vele uurtjes doorgebracht omdat mijn vader weinig tijd had
Bedankt dat jullie me op de wereld hebben gezet

RESPECT heb ik voor zowel ma als voor pa. Ik hou zielsveel van deze twee mensen en wil ze nog lang om me heen hebben. Dank jullie wel dat jullie mij op de wereld hebben gezet!

Jullie dochter.

Via jubileumjaar naar de toekomst

Dit laatste deel van het boek is niet bedoeld als definitieve afsluiting van wat dan ook. Voor het bedrijf is het een moment om te vieren, terug te kijken, maar vooral het oog op de toekomst gericht te houden. Voor Sjef is dit het moment van een Stap terug, naar een toekomst met meer vrije tijd en minder overvolle werkdagen. Wel een moment om eens een aantal mensen hun zegje te laten doen over de Jubilerende ondernemer. Hij zou zichzelf echter verloochenen als hij niet even iets terug zou zeggen. Daarom komt hij ook zelf nog even aan het woord.

Wat anderen van Sjef vinden

In de loop van de tijd heeft Sjef uiteraard veel met anderen gewerkt, hetzij in de bouw, hetzij op bestuurlik vlak. Een ieder heeft eigen herinneringen aan hem. Desgevraagd heeft een aantal mensen iets op papier gezet.

De vlag in top. Hier bij de veestal van W. Wagenmakers in Hank
Risico
Een risico, zo'n kraan die niet kan remmen

De navolgende anekdote zou ondergebracht kunnen worden in de categorie ”Risico”: In het jaar 1982 is door Bouwbedrijf VEVO bij ons op het bedrijf een jongveestal met werktuigenberging gebouwd. Bij deze bouw moest ook een bouwkraan worden gebruikt. Verschure beschikte zelf over een grote, wat oudere bouwkraan. Toen deze bij aanvang van de werkzaamheden naar Hank gereden moest worden, bleek dat de remmen niet meer werkten.

Dit was voor Sjef precies de uitdaging om zelf dit grote voertuig toch maar zonder remmen naar de Peerenboom in Hank te rijden. Met het nodige risico reed hij vanuit Raamsdonk door de polder, om vervolgens over de A27 de brug over richting Hank te rijden.

Eenmaal op de Peerenboom aangekomen, diende zich het volgende probleem aan. Waar kom ik terecht met dit zware voertuig als ik van de dijk af naar beneden de bouwplaats op moet rijden?” Sjef schatte in dat, als er maar voldoende ruimte onderaan was, hij de kraan wel naar beneden kon laten bollen. Alles werd aan de kant gezet. Sjef ging weer achter het stuur zitten en liet de kraan met volle vaart van de dijk gaan. Het avontuur eindigde precies midden op de bouwplaats. ’Zie je wel”, zei Sjef, ’als je maar goed stuurt”’.

W. Wagenmakers, Hank.

Reactie van Sjef: Een zeer goede opdrachtgever die ondanks zijn handicap altijd de moed er in heeft weten te houden. Als ik nu nog even bij hem binnenloop, staat in zeer korte tijd de koffie op tafel.

Gastvrijheid

Sjef was een democratische voorzitter die goed kon luisteren en pas een besluit nam als hij alle meningen kende. Hij belde regelmatig op en zei dan alleen: Met Sjeffe”. Verder niets. Uitgebreid praten liet hij aan ons over. Hij ging er vanuit dat wij net zo veel wisten. We hebben ook ervaren dat gastvrijheid bij Joke en Sjef hoog in het vaandel staat.
Bestuursvergaderingen vonden onder andere plaats in de presentatiezaal aan de Lange Broekstraat, het kantoor op de Griffiershof en in het tuinhuis aan de Parallelweg.
Naast serieus werken kon Sjef ook veel plezier maken. We maakten dit recentelijk nog mee op zondag 1 mei 2005, de dag waarop het eerste elftal van vv Raamsdonk kampioen werd en promoveerde naar de derde klasse. Daarnaast vindt hij het prachtig dat hij tijdens de verenigingsactiviteiten zijn dorpsgenoten en voormalige dorpsgenoten ontmoet.

M.J.A. Geerts, Voorzitter vv Raamsdonk

Reactie van Sjef: vv Raamsdonk heeft een groot deel van mijn vrije tijd opgeslokt. Mijn wijze van besturen werd me niet altijd in dank afgenomen, maar het doet me goed dat er ook mensen zijn die nu vertellen dat het toen hard nodig was om het zo te doen. Het was voor iedereen direct duidelijk hoe ik er over dacht.

Snapt ut, dan maken
Als er zo diep in de klei gegraven wordt dan is het heel belangrijk, zeker bij slecht weer, om de betonmixer zo kort mogelijk bij de werkplek te krijgen om te storten.

Bij het zagen of schaven in de werkplaats werd in de beginjaren nooit de afzuiginstallatie gebruikt. Dat had ik vroeger ook niet”, aldus Sjef.

Sjef is een man van weinig woorden: ’Snapt ut, dan maken!”

Je weet wat je aan hem hebt!

Jan Lankhaar (personeelslid), Raamsdonk.

Reactie van Sjef: Het vertrouwen tussen Jan en mij was wederzijds.
Jan genoot en geniet nog een groot vertrouwen en dat steek ik niet onder stoelen of banken.

Vaste klant

Het is zo’n achtentwintig jaar geleden dat Sjef onze boerderij in Moerdijk heeft gebouwd. De bouw verliep goed ondanks de tegenslagen in het begin. Slecht weer, geen stroom, geen water en dat alles maakte Sjef wel eens nijdig.

Hier valt weinig meer mee te hijsen

Bij het beton in de putbodem storten wilde een chauffeur van Lodewikus het beton niet rijden waar Sjef het hebben wilde. Sjef zei: ”Als je het niet probeert, bel ik je baas en dan werk je er morgen niet meer”. De chauffeur probeerde het en uiteindelijk lukte het nog ook. Sjef kreeg zijn zin.

Op een keer was Sjef op de bouw aan een werknemer iets aan het uitleggen en die snapte niet zo goed wat Sjef bedoelde.

Beton voordelig en vlot verwerken met de mixer op de bouwplaats.

Sjef zei later tegen mij: Dat kleine beetje dat hebben zij nou niet hé”. Ik zei tegen Sjef: ’Daar hebben ze jou nog voor nodig. Als dat niet meer nodig is, Sjef, dan beginnen ze voor zichzelf”.

Sjef was hard voor zijn personeel, maar blijkbaar toch ook goed voor hen, want de meesten zijn lang bij hem blijven werken.

Ik werkte graag met hem samen, anders had ik later niet nog een keer met hem gebouwd. Nadien heeft hij nog twee loodsen gebouwd en enkele verbouwingen gedaan.

Antoon Knipscheer, Moerdijk

Reactie van Sjef: Antoon was een van de goede opdrachtgevers en ook vlot met betalen. Daar deed je graag iets extra’ voor. Inderdaad, als ik het me nu realiseer, ben ik hard voor mijn personeel geweest, maar ik wist precies de vinger op de gevoelige plek te leggen en op tijd voor ontspanning te zorgen. Daar wordt nog over gesproken.

Prettig om mee te werken
Samen met Ad Passier, voorzitter van Bouwend Nederland afdeling Brabant-Noord en huidige voorzitter van RKC

Ik ken Sjef al vele jaren, maar ik heb hem beter leren kennen in het bestuur van het NVOB. Hij is een prettig persoon om mee te werken, heeft bewezen dat hij goed kan organiseren en staat altijd voor je klaar om allerlei klusjes op te knappen.

Hij is altijd in voor een geintje en schroomt niet om daarin voorop te lopen. Een goede mop 1s bij hem zeker aan het juiste adres en hij weet ons hiermee zelfs tijdens de vergadering te verrassen. Ik heb respect voor alles wat hij
heeft bereikt en gedaan en ik hoop dan ook nog jaren met hem op te mogen trekken.

Ad Passier, Van Wijnen Zuid B.V. Waalwijk

Reactie van Sjef: Wat die laatste opmerking betreft, hoop ik dat we dit allebei in goede gezondheid mogen beleven, zeker nu hij ook afscheid gaat nemen van zijn bedrijf.

Met de kaartclub bij broer Kees. Na een goede maaltijd wordt er beter gekaart. V.l.n.r. Kees, Sjef, Piet en Jan.
Positief rendement

Door zijn steeds het voortouw nemen is het niet met iedereen flexibel werken.

Door zijn opvliegend karakter riep hij somtijds onbegrip op. Door zijn snelle beslissingen was hij voor een aantal mensen moeilijk te volgen.

Door zijn voor de troepen uitlopen stuitte hij wel eens op weerstand.

Door zijn kort door de bocht en duidelijk optreden werd hij niet altijd goed begrepen.

Zijn logisch denken ging voor sommigen te snel.

Vele van voornoemde eigenschappen hadden veelal een positief rendement, anders had hij het zo ver niet geschopt. Sjef wist en weet wat hij wilde en wil. Dat siert hem in 40 jaar ondernemerschap.

Piet Verschure (broer), Goirle.

Reactie van Sjef: Als mijn oudste broer en mijn vader niet mee waren gegaan naar J. van Oort, dan was er nu misschien geen boek gekomen. Op zondagmorgen uit de kerk is VEVO eigenlijk geboren.

De toekomst

Het huis aan de Parallelweg.
Hier hopen Sjef en Joke nog vele jaartjes door te brengen
Rustig aan nu

Op 29 november 2005 is Sjef 65 jaar geworden. Zijn besluit staat vast: hij gaat het rustiger aan doen. Hij zal met zijn bemoeienis met het aannemingsbedrijf stoppen, maar blijft nog wel actief bij Verschure Beheer B.V., het bedrijf dat enkele jaren geleden is opgericht en waarvan Jan en Marja mede-eigenaars zijn. Vanwege de affaire met het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu (VROM) in 1992 was het niet gemakkelijk om de benodigde papieren voor de oprichting van deze vennootschap te verkrijgen, maar notaris Kees-Jan Meijer deed destijds extra zijn best om dit toch voor elkaar te krijgen.

Met Verschure Beheer staan er overigens nog wel wat ontwikkelingen op stapel, maar de grootste druk voor Sjef gaat er wel een beetje af.

In 1997 volgde Sjef een cursus glas-in-lood. Hij startte daarmee een hobby waar hij nog jaren mee door hoopt te gaan
Vrije tijd
De presentatie van een nieuw tenue door toekomstig talent: de kleinzonen Jan, Jeffrey en Brent.

Hij krijgt nu wat meer tijd om zijn grote hobby, glas-in-lood, weer op te pikken. Er ligt nog het een en ander te wachten dat nu gemaakt kan worden. Zijn levensstijl drastisch veranderen, zal niet gaan gebeuren. Sjef is een ochtendmens en dat zal hij ook wel

blijven. Hij wil heel regelmatig gaan zwemmen, want wat is er beter dan iedere morgen de dag met een frisse duik te mogen beginnen? Eerst 45 minuten baantjes trekken, daarna douchen, schone kleren aan, lekker ontbijtje en krantje erbij. Dan even kijken naar de vijver en of de reiger niet al teveel succes gehad heeft bij het vissen. Die vijver zal nu ook wel een extra schoonmaakbeurt krijgen.

De gang naar het eigen kantoor aan de Griffiershof blijft er ook in. Daar zal voorlopig werk genoeg zijn. Voor de sanering van het Snijders-terrein zal het een en ander moeten gebeuren. Het terrein zal snel schoongemaakt moeten worden om er zo spoedig mogelijk aan zes woningen te kunnen beginnen. Maar werk mag niet al te veel de overhand krijgen. Tussendoor een weekendje naar Arcen en het mooie thermaalbad ziet hij wel zitten. En wat te denken van regelmatig een partijtje biljarten. Wie weet rollen er in de toekomst nog mooie series over de tafel als hij een oude hobby opnieuw ontdekt.

Via de vriendenclub van Willem II raakten Sjef en Joke bevriend met Frans en Monique van Caulil. Het klikte vanaf de eerste ontmoeting.

Ook blijft Sjef naar het voetbal gaan. Niet alleen naar zijn vv Raamsdonk, waarvan hij via Verschure Beheer B.V. hoofdsponsor is, maar ook naar Willem II in Tilburg. Sjef bezit, via de vriendenclub Willem II, een viertal stoelen op de eretribune. De vriendenclub is een afdeling van de Tilburgse club tussen hoofdsponsors en gewone supporters.

Die vriendenclub heeft een eigen caféruimte waar heel wat gezellige uurtjes worden doorgebracht, maar er worden naast het voetballen kijken nog andere leuke dingen gedaan. Zo is Sjef afgelopen winter nog mee naar Malta geweest op trainingskamp. Een vergelijkbare trip maakte hij ook in 1996 toen de uitwedstrijd voor de Champions Leage tussen Willem II en Dukla Praag werd bezocht.

Op deze reizen ontstaan vaak leuke vriendschappen. Zo hebben Sjef en Joke op deze trip Frans en Monique van Caulil uit Berkel-Enschot ontmoet, waarmee ze nog steeds regelmatig een gezellig uurtje doorbrengen.

Afstoten bestuursfuncties

Ook de excursie met aannemers blijft op het programma staan. Dat is goed voor het onderling contact en het bijspijkeren van informatie die voor bedrijfsvoering van belang kan zijn.

Een aantal bestuursfuncties zal hij op termijn afstoten. Daarbij valt te denken aan zijn activiteiten als bestuurslid bij Bouwend Nederland, het bestuur van het S.B.H. (Stichting Bouwopleiding ’s-Hertogenbosch) in Rosmalen en zijn activiteiten bi het K.O.B. (Stichting Kader- en Ondernemersopleiding Bouwbedrijf).

Dit bijzondere werkstuk is gemaakt door leerlingen van S.B.H. Het gesmeed ijzeren stuk geschut staat in ’s-Hertogenbosch.
Klaar om verder de toekomst in te gaan. Samen hopen ze nog lang te genieten, na al die jaren dat ze geleefd werden door het bedrijf en alles wat ermee samenhing.

Sjef is zich ervan bewust dat als je ergens niet volledig van op de hoogte bent, je eigenlijk ook niet voor honderd procent betrokken kunt zijn. Omgekeerd geldt dat uiteraard ook: niet betrokken is niet op de hoogte. Bovendien is de mentaliteit van de mensen binnen onze samenleving veranderd. Niet elke verandering wordt door hem als een verbetering gezien. En in die veranderde situatie vindt hij zich niet altijd even prettig functioneren. Derhalve een mooi moment om afstand te nemen en het wat rustiger aan te doen.

Dat rustiger aandoen geldt niet voor het contact met de kleinkinderen. Die gaan hem erg aan het hart. Sjef wil per se voorkomen dat hij nog een keer dezelfde fout maakt als met zijn eigen kinderen. Daar gaat hij dus echt tijd aan besteden. Een aangename, ontspannen en zinvolle vrijetijdsbesteding trouwens.

Sjef zelf aan het woord

Aan het einde van dit jubileumboek wil ik graag persoonlijk een aantal opmerkingen maken die mij zeer aan het hart gaan. Het gaat dan over zaken die we allemaal in onze eigen omgeving zien spelen en die naar mijn mening de nodige aandacht vragen.

Overheid, bedrijfsleven en vergrijzing

Het wordt ondernemers vaak niet gemakkelijk gemaakt. Er zijn zoveel wetten en procedures en regels dat het voor doorsnee Nederlanders bijna niet te volgen is. Ik kan me voorstellen dat de regels die opgesteld zijn, nageleefd dienen te worden. Maar ik ben er ook vast van overtuigd dat de tijd die procedures in beslag nemen, met de helft kan worden ingekort. Dit is mogelijk een gevoelig punt. Maar de ervaring met de laatste bouwaanvraag is daar een mooi voorbeeld van. Het duurde drie maanden om door welstand te komen. Resultaat: twee maanden vertraging. Totaal onnodig, en wie durft er in de politiek iets aan te doen? Niemand.

De samenstelling van de beroepsbevolking is in een hoog tempo aan het veranderen. Er komen steeds meer jongeren met een hogere opleiding. Daarnaast zijn er ouderen die steeds langer gezond blijven en die steeds vaker nog best een tijdje willen blijven werken.
Met al hun kennis en ervaring kunnen ouderen veel voor een bedrijf betekenen. Het is zonde om hen zomaar te laten gaan. In Nederland ben je na je vijftigste schijnbaar niet meer interessant voor de arbeidsmarkt. Oudere werknemers zijn vaak wat duurder en de werkgever is bang voor gezondheidsrisico’s die hij met die groep loopt. Maar ze kunnen en willen nog heel veel.

Over hun kennis en ervaring heb ik al gesproken, maar ook aan hun levenswijsheid moeten we niet voorbijgaan. Daar moeten we gebruik van maken. Er zijn best manieren om hen vast te houden. Geef ze een plek waar ze tot hun recht komen. Vervroegd uitreden en terugkomen als ZZP’er (Zelfstandig Zonder Personeel) is een optie. Het is een goede oplossing voor zowel werkgever als werknemer.

Scholing

Als bestuurslid van S.B.H. in ’s-Hertogenbosch merk ik dat, als werkgevers mensen langer aan zich willen binden, er veel werk gemaakt moet worden van opleiding en training. We hebben de scholing een beetje verwaarloosd, maar het is duidelijk dat het MKB bezig is met een inhaalslag. Opleiden en trainen wil nog niet zeggen dat iedereen weer in de schoolbanken moet. Veel kan plaatsvinden op de werkplek, zodat theorie en praktijk prachtig gecombineerd kunnen worden. De werkvloer is nu eenmaal de beste plek om aankomende vaklui kennis en vaardigheid te laten opdoen. De overheid zou hiervan ook doordrongen moeten zijn. Wat meer erkenning en waardering voor wat er in bedrijven gebeurt, zou niet misstaan. Die erkenning zou best ook een financiéle kant mogen hebben. Waarom krijgen scholen wel financiéle ondersteuning voor hun opleidingen en bedrijven niet? Als bedrijven voor bepaalde onderdelen gecertificeerd zijn, kan dat ook best financieel gehonoreerd worden. Daar zou een mooie stimulans vanuit kunnen gaan. Bedrijven kunnen dan laten zien dat mensen al werkend in een bedrijf kennis en vaardigheid opdoen. Die in de praktijk opgeleide mensen zullen hun waarde beslist bewijzen.

Als straks de economie weer uit het dal is, ontstaat er schaarste op de werkvloer.
Daarom is het nu zaak om alle talenten te benutten en niemand bij voorbaat uit te sluiten, Er moet goed worden nagedacht over zaken in de privé-sfeer zoals zorgvoorzieningen en pensioen voor later. Als je mensen aan je wilt binden en je bedrijf wilt laten floreren, zul je je daar ook in moeten verdiepen.

Deze opmerkingen zijn uiteraard alleen bedoeld als aanbevelingen. Het zou goed zijn als er in toekomstig beleid eens serieus naar gekeken werd.

Tot slot

Jubilea

Nu ik toch zelf aan het woord ben, wil ik nog iets totaal anders kwijt. 2005 Is niet alleen het jaar van veertig jaar ondernemerschap. Op 30 juli van dit jaar waren Joke en ik ook veertig jaar getrouwd. Een dag later hebben we dit al op een bijzondere manier gevierd tijdens een prachtig gezongen kerkdienst. Het Bavokoor liet zich daar van zijn beste kant horen. De koorleden kwamen uit de kerk nog op de koffie en dat werd een heel gezellige middag, misschien wel omdat het zo onverwacht kwam.

Op 20 augustus hebben we in ”De Koppelpaarden” eerst met de familie een gezellig samenzijn gehad, waar de kleinkinderen goed voor opa en oma hebben gezorgd. Om acht uur kwamen de andere genodigden erbij. We waren toen met 142 man en samen hebben we een grandioze avond beleefd. Er waren de gebruikelijke optredens van onder andere broers en zussen en niet te vergeten van Ad Godefroy als vroege Sinterklaas.
Maar de grote verrassing van de avond was het optreden van Nana Mouskouri en Marco Bakker. Nana was speciaal voor mij overkomen en Marco voor Joke. Ze werden voor deze gelegenheid speciaal gespeeld door zoon Jan, die buitengewoon goed geassisteerd werd door zijn vrouw José. Het was echt geweldig en weken later hadden we het er nog over.

Oud Vevo Boys — Oud Willem II

Het cadeau van het personeel wordt aangeboden: een voetbalwedstrijd van Oud Vevo Boys tegen Oud Willem II

De medewerkers van Verschure B.V. hadden goed in de gaten waar ze mij heel blij mee konden maken. Ze zorgden dan ook voor een fantastisch cadeau, dat niet zomaar in een pakje kon worden aangereikt. Het ging namelijk om een voetbalwedstrijd. Op 23 september 2005 speelde Oud Vevo Boys tegen Oud Willem II.

In een feestelijke ambiance (met schitterend weer) werd het cadeau opgediend. Er was natuurlijk al het een en ander aan vooraf gegaan. Zoon Jan en ik moesten een elftal samenstellen. De mix die dat opleverde had zowel met het bedrijf als met vv Raamsdonk te maken. Jan heeft in de selectie van Raamsdonk gespeeld en ikzelf ben er 15 jaar voorzitter geweest. De spelers van Vevo Boys hadden dus bij Verschure gewerkt of bij Raamsdonk gevoetbald.

Om 19.30 uur gaf scheidrechter A. Treffers het beginsignaal. Hij werd vakkundig bijgestaan door de grensrechters H. Sagt en P. Timmermans. Vevo Boys gaf heel goed party, maar na vier minuten stond het al 0 — 1 voor de bezoekers. Na een aanval van Vevo Boys deed Willem II een snelle en zeer effectieve uitval. Verder golfde het spel op en neer al werd wel duidelijk dat Oud Willem II volop kwaliteit in de gelederen had. De Vevo Boys kregen genoeg kansen op de gelijkmaker, maar de juiste afwerking ontbrak.

Links Oud Vevo Boys - Oud Willem II staat rechts
Aankondiging van het jubileum in de "Langstraat"

Na de rust gooide Willem II er een schepje bovenop en toen ging ook de conditie een doorslaggevende rol spelen. Willem II wist de kansen goed te benutten en bij het eind signaal stond het 0 — 5. Het was jammer dat er geen tegengoal meer in zat, maar dat mocht de sfeer niet bederven. Het was vooral een echt voetbalfeest waarbij sportiviteit, gezelligheid en vriendschap hoog in het vaandel stonden. Dat bleef zo na de wedstrijd bij het feest in de kantine. Daar waren nog een paar toespraken en het werd een zeer geslaagde avond.

Van twee groepen was geen sprake meer. Het werd een grote verbroedering met familie, spelers, personeel en andere gasten. De sprekers voelden de sfeer goed aan en dat kwam de stemming alleen maar ten goede.

Als je kunt en gezond bent, moet je het vieren

In het kader van alle feestelijkheden was er op 21 oktober een speciale avond bij vv Raamsdonk. Dat was een mooi gebaar van de hoofdsponsor Verschure Beheer B.V. Robert Maaskant, hoofdtrainer van Willem II, kwam als speciale gastspreker. Samen met onder andere Cor Nagtzaam van de scheidsrechterscommissie, bezorgde hij de genodigden een gedenkwaardige avond. Het is de moeite waard om te horen dat de manier waarop sporters worden gestimuleerd en gemotiveerd ook in het bedrijfsleven zou kunnen worden toepast. De sport en het bedrijfsleven zouden over en weer best het nodige van elkaar kunnen leren.
Zo werd het veertigjarig jubileum op een aantal totaal verschillende manieren gevierd.
Mensen, allemaal bedankt.

Die festiviteiten lieten een goed gevoel na, en dat hoort ook zo. Ik denk daarbij aan een uitspraak van mijn moeder die hier zeer toepasselijk zou klinken: ”Als je kunt en gezond bent, moet je het vieren.”
Moeder, je hebt gelijk.

Bedankt

Mensen, allemaal bedankt

Mijn moeder had trouwens wel meer uitspraken die me zijn bijgebleven. Van mensen die behoorlijk aan de weg timmerden of waar van alles mee te beleven viel, zei ze: Wat hij allemaal gedaan heeft, valt in geen boek te beschrijven”. Blijkbaar was dat op mij niet

helemaal van toepassing, anders zou dit boek nu niet voor u liggen.

Allerlei eigenschappen en drijfveren die op mij van toepassing blijken te zijn, hebben samen mijn leven gevormd tot wat het geworden is.

Jullie begrijpen uiteraard dat ik het met de beschrijving van de goede kanten best eens zal zijn. Ik heb overigens geen moeite te erkennen en te bekennen dat alles naar waarheid beschreven is, ook als het niet allemaal zo zonnig is. Ik ben nu eenmaal (zoals iedereen trouwens) een product van vele factoren die mij zowel uiterlijk als innerlijk kenmerkend beinvloed hebben. Mijn naaste omgeving was daarbij van erg groot belang.
Ik kan niet zonder hen al laat ik dat niet altijd blijken. Ik heb het nu over mensen die ik soms zelfs niet toeliet, maar die wel altijd in mijn buurt waren. Toch hebben die aan mij “geschaafd” en “beter leren meten”, om bij termen uit mijn vakgebied te blijven. Het zijn personen die ik nu de eer wil geven die hen toekomt, omdat mij nu veel duidelijker is dan in het verleden, wat voor waarde ze hadden en hebben in mijn persoonlijk leven.
Zij zorgden er mede voor dat ik op de tijd die achter me ligt kan terugkijken als op een rijke historie.

In het zonnetje
Sjef Verschure wenst zoon Jan succes voor de toekomst

Ik wil van deze gelegenheid gebruik maken om de mensen waar het om gaat hier in het zonnetje te zetten, al bestaat het risico dat ik bij het noemen van namen iemand vergeet, want veel ”iemanden” hebben mij gebracht tot waar ik nu ben.

Ik wil eerst al diegenen noemen die mij op verschillende niveaus met wijze adviezen terzijde stonden en ondersteunden. Verder zou ik tekort schieten als ik het personeel niet zou noemen dat zich meer dan gewoon heeft ingezet voor het bedrijf.

Sjef treedt terug. Een nieuwe generatie neemt het woord

Niemand zal zich gepasseerd voelen als ik nu mijn ouders in gedachte breng, omdat ik van hen een karakter heb meegekregen dat mijn carriëre duidelijk heeft beinvloed.

Jan van Oort ben ik meer dan erkentelijk, omdat hij iets in mij zag. Hij kwam precies op tijd op mijn weg en heeft die weg naar de toekomst ook mee vormgegeven (maar daar was hij dan ook wegenbouwer voor).
De allerbelangrijkste namen heb ik voor het eind bewaard. Dat zijn uiteraard Joke, Marja en Jan.
Het komt er zo weinig van om elkaar te bedanken en complimentjes te maken. Dat is een reden temeer, Joke, om jou te zeggen, dat je eigenlijk vandaag een onderscheiding zou moeten krijgen. Een onderscheiding voor het feit dat jij al die jaren een wijze steun bent geweest en een onvervangbare thuishaven. Zonder jou was er nu niets te vieren geweest.

En nu onze kinderen. Meer dan jullie misschien denken, Marja en Jan, zijn jullie specifiek van invloed geweest op mijn leven. Voor jullie een knipoog en een duim.

Veel geluk met het bedrijf.

Opvolging in familiebedrijf vaak een probleem

Speciaal nog een paar woordjes voor Jan. Het leiden van het bedrijf zal jou beslist goed afgaan. Een nieuwe generatie brengt een nieuwe aanpak met een frisse, gezonde kijk op de toekomst. Ik heb er alle vertrouwen in dat jij met jouw inzicht en professionaliteit de juiste man bent om Verschure B.V. een goede toekomst in te loodsen. Succes daarbij en veel geluk.

Als aandenken: een boek

Eigenlijk is het allemaal veel te serieus.
Toch meende ik er goed aan te doen, even stil te staan om te zeggen wat zo’n gedenkwaardig jaar voor mij betekent.

Tot slot: bij mijn afscheid op 3 december 2005 kreeg u dit boek aangeboden. Ik kan het niet genoeg zeggen tegen allen die in de loop der jaren zo positief voor mij en met mij gewerkt hebben: bedankt allemaal die op welke wijze dan ook een steentje hebben bijgedragen op weg naar deze mijlpaal.

Alleen daardoor werd het mogelijk om

40 jaar lang een bouwend bestaan

te kunnen leiden, waarin zoveel tot stand gebracht werd. Het boek is daarbij een stoffelijk blijk van waardering.

Ik wens u allen een mooie toekomst toe in goede gezondheid.

Houdoe
Sjef Verschure

Etalagester
Dit artikel is op 6 juli 2024 in deze versie opgenomen in de etalage.



Digitalisering en Wiki opmaak: Terry van Erp

  1. Hier is bedoeld alle Verschurens in Waspik en Raamsdonk. Elders in Nederland en Belgié wonen er velen met die naam die overigens niet van Adriaen Stevens Verschuerincx afstammen.
  2. Terry van Erp - aan een inwendige verbloeding door leverruptuur
  3. Terry van Erp - Volgens mij moet dit 50 jaar zijn